Flora- en Faunawet Voorbeeldclausules

Flora- en Faunawet schade die voor de jachthouder kan voortvloeien uit het niet nakomen van zijn verplichting als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Flora- en Faunawet (voorkoming van schade door in zijn jachtveld aanwezig wild);
Flora- en Faunawet. De Flora- en Faunawet heeft tot doel in het wild levende planten en dieren te beschermen met het oog op de instandhouding van soorten. In Nederland komen ongeveer 40.000 plant- en diersoorten voor, waarvan er ongeveer 1.000 onder de werking van de Flora- en Faunawet vallen. Om de instandhouding van de wettelijk beschermde soorten te waarborgen, moeten negatieve effecten op die instandhouding voorkomen worden. In de Flora- en Faunawet zijn hiervoor verbodsbepalingen opgenomen. Naast de verbodsbepalingen geldt er bij elk project tevens een zorgplicht. Deze zorg houdt in ieder geval in, dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd, teneinde die gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. Eenieder dient zo te handelen, of juist handelingen na te laten, dat de in het wild voorkomende dier- en plantensoorten daarvan geen of zo min mogelijk hinder ondervinden. Het perceel waarop de beoogde activiteit wordt uitgevoerd is momenteel in gebruik voor akkerbouwdoeleinden. De omliggende gronden worden tevens voor akkerbouwdoeleinden gebruikt. Gezien het intensieve gebruik van akkerbouwgronden (bemesten, ploegen, zaaien, chemische en mechanische onkruidbestrijding en oogsten) is het niet aannemelijk dat beschermde soorten (vaatplanten) zich permanent op de locatie gevestigd hebben of nog zullen vestigen. Omdat de Waal op 940 meter van het bedrijf is gelegen zijn er watervogels aanwezig in het kilometerhok. De bouw van de nieuwe stal zal zoveel mogelijk plaatsvinden buiten het broedseizoen. Amfibieën zijn meestal aanwezig in poelen of slootkanten. De sloot welke aanwezig is in het plangebied ligt aan de andere kant van het bedrijf, zodat deze soorten niet gestoord worden. Omdat er geen nadelig effect op beschermde soorten wordt verwacht is een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet op voorhand niet nodig.
Flora- en Faunawet. De van nature in Nederland in het wild voorkomende planten en dieren worden beschermd door de Flora- en Faunawet die in 2002 van kracht geworden is. De soortbeschermingsbepalingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Flora- en Faunawet geïmplementeerd. Deze bescherming dient ervoor te zorgen dat zeldzame en bedreigde soorten niet in aantallen afnemen of uit Nederland verdwijnen. De bescherming in de Flora- en Faunawet wordt geregeld middels een aantal verbodsbepalingen Naast de verbodsbepalingen is in de Flora- en Faunawet een zorgplicht opgenomen (artikel 2). Dit is een algemeen geldende fatsoensnorm voor de omgang met flora en fauna. In de Flora- en Faunawet is een groot aantal in Nederland voorkomende planten en dieren opgenomen waarop de verbodsbepalingen van toepassing zijn. Deze soorten zijn als volgt in drie beschermings- regimes ingedeeld: • Tabel 1: voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en Faunawet. • Tabel 2: voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Flora- en Faunawet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de staatssecretaris van Economische Zaken goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Het Havenbedrijf Rotterdam is in bezit van een dergelijke gedragscode. • Tabel 3: voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Hiervoor is een ontheffing nodig. Het Havenbedrijf Rotterdam bezit een Generieke ontheffing voor bijna alle soorten en situaties hiervoor (niet voor vleermuizen of Huismus in gebouwen). Voor soorten van tabel 3 en de soorten vermeld in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (onder meer alle Nederlandse vleermuissoorten) wordt getoetst aan drie criteria: - er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang; - er is geen alternatief; - er is geen sprake van afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Voor eventueel verlies van leefgebied van beschermde soorten op plaatsen waar ruimtelijke inrichting of ontwikkeling plaatsvindt, dient compensatie plaats te vinden. Dit houdt in dat er elders geschikt leefgebied wordt gecreëerd ten gunste van de...
Flora- en Faunawet. De deelnemer is binnen het kader van deze regeling bevoegd tot het doden, voorhanden hebben en vervoeren van in deze regeling genoemde beschermde dieren middels een doorverwijzing van een door de Provincie aan de SWN afgegeven aanwijzing op grond van artikel 67 FFW. Ook in het uiterste geval tegen de wil van de grondgebruiker (zie nazoek) en tevens door de ontheffing artikel 75 FFW van thans het Ministerie van EZ.
Flora- en Faunawet. In het plangebied komen beschermde soorten voor. Het betreft zowel algemene soorten (tabel 1) waar een vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkelingen geldt, en strikt beschermde (broed)vogels (met en zonder jaarrond beschermd nest) en vleermuizen. Negatieve effecten op beschermde tabel 1-soorten kunnen niet worden uitgesloten. De gunstige staat van instandhouding van de soorten komt niet in gevaar door het verdwijnen van enkele individuen. In dit geval geldt een vrijstelling voor de tabel
Flora- en Faunawet. Het aangaan van overeenkomsten met de Wildbeheereenheden en de Jagersvereniging Nieuwleusen voor de (ver)huur van het genot van de jacht. b&w /burgemeester art. 34 Flora- en Faunawet Hoofd B&C Directeur B&M

Related to Flora- en Faunawet

  • Orde, veiligheid en milieu 13.1. Leverancier, zijn medewerkers en de eventuele door hem met Schriftelijke toestemming van Opdrachtgever ingeschakelde personen/derden, is/zijn gehouden de wettelijke veiligheids-, gezondheids-, en milieuvoorschriften in acht te nemen. De gevolgen van overtreding van enig voorschrift in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst zijn geheel voor rekening en risico van Leverancier 13.2. Leverancier, zijn medewerkers en eventuele door hem met Schriftelijke toestemming van Opdrachtgever ingeschakelde personen/derden, is/zijn gehouden de bedrijfsvoorschriften en reglementen van Opdrachtgever op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu of anderszins stipt na te leven zodra zij zich begeven op de locatie van Opdrachtgever. 13.3. Leverancier verklaart overeenkomstig EU-stoffenwetgeving REACH EC 1907/2006, alle goederen, producten, welke door Opdrachtgever zijn besteld volgens genoemde wetgeving zijn geregistreerd dan wel gepreregistreerd. Leverancier bevestigd dat Xxxxxxxx welke door Leverancier geleverd worden geen Zeer Zorgwekkende stoffen bevatten, zoals opgenomen in annex IV van voornoemde verordening. 13.4. Leverancier verklaart overeenkomstig EU-stoffenwetgeving RoHS 2011/65/EU, dat Goederen welke door Leverancier geleverd worden een kleiner aandeel dan de maximaal gestelde concentratie aan Zorgwekkende stoffen bevatten, zoals opgenomen in annex VI van voornoemde verordening. 13.5. Zoals genoemd in artikel 13.3 – 13.4 zal Leverancier zich houden aan de EU- stoffenwetgeving REACH – RoHS. Indien er van een product en/of verpakking veiligheid- informatiebladen bestaan, dient Leverancier vóór Levering deze bladen van elk product direct aan Opdrachtgever te overhandigen en digitaal aan Opdrachtgever ter beschikking te stellen. 13.6. Leverancier verklaart dat hij overeenkomstig Xxxx Xxxxx Wall Street Reform and Consumer Protection Act, een beleid heeft opgesteld en due-diligence maatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs waarborgen dat geleverde Goederen geen componenten bevatten die een relatie hebben tot conflictgebieden zoals opgenomen in sectie 1502 van voornoemde verordening. Leverancier verklaart medewerking te verlenen bij het verstrekken van due-diligence-informatie in leveringsketen van Opdrachtgever. 13.7. Leverancier levert in overeenstemming met Verordening IMO MEPC.269(68) een verklaring van milieubelastende stoffen. Het niet voorzien in een dergelijke verklaring zal worden beschouwd als een verklaring van het ontbreken van voornoemde stoffen voor welke de leverancier contractueel dan wel middels wetgeving verantwoordelijk wordt gehouden. Leverancier verklaart medewerking te verlenen bij het opstellen van een zogenaamd Green Passport ter verklaring van gebruik van milieubelastende stoffen.

  • Verplichtingen van de consument tijdens de bedenktijd 1. Tijdens de bedenktijd zal de consument zorgvuldig omgaan met het product en de verpakking. Hij zal het product slechts uitpakken of gebruiken in de mate die nodig is om de aard, de kenmerken en de werking van het product vast te stellen. Het uitgangspunt hierbij is dat de consument het product slechts mag hanteren en inspecteren zoals hij dat in een winkel zou mogen doen. 2. De consument is alleen aansprakelijk voor waardevermindering van het product die het gevolg is van een manier van omgaan met het product die verder gaat dan toegestaan in lid 1. 3. De consument is niet aansprakelijk voor waardevermindering van het product als de ondernemer hem niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst alle wettelijk verplichte informatie over het herroepingsrecht heeft verstrekt.

  • Risico tijdens de bouw en verzekering Zolang de Ondernemer de woning genoegzaam verzekerd moet houden zal tenminste het risico van brand, storm, water- en ontploffingsschade gedekt zijn.

  • Veiligheid en milieu 2.1. Opdrachtnemer zal alles in het werk stellen om de veiligheid van projectmedewerkers, ketenpartners en de omgeving van het Project te waarborgen en het veiligheidsbewustzijn te vergroten. Tevens stimuleert Opdrachtnemer dat alle betrokkenen proactief handelen ten aanzien van veiligheid. Opdrachtnemer zorgt dat Opdrachtnemer, zijn medewerkers, alsmede door hem ingeschakelde onderaannemers, werknemers en leveranciers zich gedragen volgens de Heijmans houding- en gedragsregels en de veiligheidsregels zoals vastgelegd in het VGWM-handboek. Deze zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx. 2.2. Opdrachtnemer is verplicht de instructies, eisen en aanwijzingen van de Opdrachtgever, de Bouwdirectie of overheidsinstanties zoals de arbeidsinspectie, stipt na te leven. 2.3. De Opdrachtnemer verklaart in bezit te zijn van het certificaat “VCA*” of “VCA**”. Kopie van dit certificaat dient voor aanvang Werkzaamheden in het bezit te zijn van de Opdrachtgever. 2.4. De Opdrachtnemer verzorgt of neemt deel aan toolboxmeetings (periodieke veiligheidsinstructies) en draagt zorg voor het uitvoeren en naleven van de regels en voorschriften welke voor het Project van toepassing zijn. 2.5. De Opdrachtnemer verklaart in het bezit te zijn van alle certificaten welke wettelijk en (indien van toepassing) volgens plaatselijke voorschriften vereist zijn voor het uitvoeren van de Werkzaamheden. Kopieën worden op eerste verzoek van de Opdrachtgever verstrekt. 2.6. De Opdrachtnemer is verplicht tot het nemen van zodanige maatregelen dat tijdens aan- en afvoer van materieel en/of materialen en tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden op het bouwterrein geen bodemverontreiniging en/of milieuschade zal optreden. Mocht er echter toch bodemverontreiniging en/of milieuschade optreden dan verplicht de Opdrachtnemer zich tot het terstond nemen van passende maatregelen en het melden aan de Opdrachtgever van deze verontreiniging, alsmede het voor zijn rekening herstellen van de oorspronkelijke situatie. De Opdrachtnemer vrijwaart de Opdrachtgever voor aanspraken van derden ter zake. 2.7. Bij niet nakoming door de Opdrachtnemer van één of meer van de in de vorige leden omschreven verplichtingen of gedragingen, heeft de Opdrachtgever het recht de persoon wiens gedragingen het betreft van het Project weg te sturen en hem verdere toegang te ontzeggen.

  • Inlichtingen over middelen van de Europese Unie De aanbesteding houdt verband met een project en/of een programma dat met middelen van de EU wordt gefinancierd: neen

  • Algemene bepalingen inzake kosten voor alle gewesten – lastens de verkoper De verkoper dient het saldo van de kosten en erelonen van de verkoop te dragen, evenals de kosten van de overschrijving, de kosten van de ambtshalve inschrijving, van een eventuele grosse en van de akten van kwijting, opheffing en eventuele rangregeling.

  • Economische en financiële draagkracht Lijst en beknopte beschrijving van de selectiecriteria: - Eventuele minimumeisen: -

  • Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.

  • Meerwaarden per einde van het boekjaar Waardeverminderingen per einde van het boekjaar Xxxxxxxx tijdens het boekjaar Geboekt Teruggenomen Verworven van derden Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen Overgeboekt van een post naar een andere (+)/(-)

  • WAT KUNT U DOEN ALS U EEN KLACHT HEEFT? 14.1 Als u ontevreden bent over deze verzekering, of over onze dienstverlening, kunt u een klacht bij ons indienen. Stuur een brief of e-mail aan de directie van Europeesche Verzekeringen, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx, xxxx@xxxxxxxxxxx.xx. 14.2 Vindt u dat uw klacht niet goed is afgehandeld? Leg uw klacht dan voor aan de Stichting Klachteninstituut Finan- ciële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Of bel: 0900-355 22 48. Doe dit binnen 3 maanden nadat wij een definitief besluit hebben genomen over uw klacht. 14.3 Komt u er met ons of KiFiD niet uit? Dan kunt u de klacht voorleggen aan de bevoegde rechter.