Common use of Geen echte dienstbetrekking Clause in Contracts

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in art. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 2 contracts

Samples: caobikudak.nl, www.fnv.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit In de overeenkomst staat dat opdrachtnemer volledig verantwoordelijk is om onafhankelijk invulling te geven aan de opdracht, die hij naar voren in arteigen inzicht en zonder toezicht of leiding van opdrachtgever verricht. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 van de overeenkomst, waarin Hiermee wordt de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Tevens blijkt de gelijkwaardigheid tussen partijen uit het feit dat beide verantwoordelijk zijn voor de werving van cursisten en het inplannen van de werkzaamheden, opdrachtnemer zelf dient zorg te dragen voor muziek en lesmateriaal en de afhandeling van klachten valt onder de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer (artikel 2). Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 2 contracts

Samples: www.dansbelang.nl, download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst overeenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in art. 2.1overweging b, 2.2d en e alsmede in artikel 1.1, 2.3 1.3 en 3.3 1.5 en de toelichting bij bijlage 1, letter c van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 2 contracts

Samples: download.belastingdienst.nl, download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit In de overeenkomst staat dat opdrachtnemer als zelfstandig psychotherapeut, klinisch (neuro-) psycholoog, gz- psycholoog of orthopedagoog werkzaam is en de werkzaamheden naar voren in arteigen inzicht, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid uitvoert (artikel 1.3). 2.1, 2.2, 2.3 Hierbij kan opdrachtnemer de werkzaamheden naar eigen inzicht indelen (artikel 1.1) en 3.3 opdrachtgever zal zich onthouden van het geven van enige aanwijzingen en instructies met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomstopdracht (artikel 1.5). De opdrachtgever kan derhalve geen aanwijzingen en instructies geven over de wijze van omgang met patiënten/cliënten. Opdrachtnemer is niet gehouden tot overleg, waarin rapportage of evaluatie betreffende de instructiebevoegdheid voortgang of kwaliteit van de werkzaamheden. Opdrachtnemer zal zich alleen moeten houden aan de richtlijnen die voortkomen uit de voor de gehele beroepsgroep geldende professionele standaard en de verplichtingen die rechtstreeks voortkomen uit de Wkkgz. Ook kan opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperktgeen aanwijzingen en instructies geven over hoe opdrachtnemer de patiënten-/cliëntenadministratie gebruikt (artikel 1.6). Door De opdrachtgever kan geen instructies geven ten aanzien van het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk gebruik van de vraag of praktijk (artikel 2). Opdrachtgever is geen vergoeding verschuldigd als – om welke reden dan ook – opdrachtnemer geen werkzaamheden verricht (artikel 3.4). Het is aan opdrachtnemer om eventueel zelf te voorzien in een fictieve dienstbetrekking verzekering om eventueel inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid te verzekeren (artikel 4.2). Opdrachtnemer is een solistisch werkend zorgverlener in de zin van de Wkkgz (artikel 5.1). Hierdoor is zowel opdrachtgever als opdrachtnemer aan te merken als ‘zorgaanbieder’ in de zin van de Wkkgz. Partijen moeten derhalve afspraken maken wiens regelingen en procedures op basis van de Wkkgz van toepassing zijn. Partijen zijn onder andere overeen gekomen dat de klachtenregeling van opdrachtnemer zal worden gehanteerd (artikel 5.3) en opdrachtnemer zich heeft aangesloten bij een geschilleninstantie (artikel 5.7). Klachten inzake het handelen van opdrachtnemer zullen derhalve worden afgehandeld conform de klachtenregeling van opdrachtnemer en eventueel worden voorgelegd aan de geschilleninstantie waarbij opdrachtnemer zelfstandig is (zie punt 1.2)aangesloten.

Appears in 2 contracts

Samples: www.p3nl.nl, www.p3nl.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit In de overeenkomst staat dat opdrachtnemer als zelfstandig psychotherapeut, klinisch (neuro-) psycholoog of gz- psycholoog werkzaam is en de werkzaamheden naar voren in arteigen inzicht, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid uitvoert (artikel 1.3). 2.1, 2.2, 2.3 Hierbij kan opdrachtnemer de werkzaamheden naar eigen inzicht indelen (artikel 1.1) en 3.3 opdrachtgever zal zich onthouden van het geven van enige aanwijzingen en instructies met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomstopdracht (artikel 1.5). De opdrachtgever kan derhalve geen aanwijzingen en instructies geven over de wijze van omgang met patiënten/cliënten. Opdrachtnemer is niet gehouden tot overleg, waarin rapportage of evaluatie betreffende de instructiebevoegdheid voortgang of kwaliteit van de werkzaamheden. Opdrachtnemer zal zich alleen moeten houden aan de richtlijnen die voortkomen uit de voor de gehele beroepsgroep geldende professionele standaard en de verplichtingen die rechtstreeks voortkomen uit de Wkkgz. Ook kan opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperktgeen aanwijzingen en instructies geven over hoe opdrachtnemer de patiënten-/cliëntenadministratie gebruikt (artikel 1.6). Door De opdrachtgever kan geen instructies geven ten aanzien van het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk gebruik van de vraag of praktijk (artikel 2). Opdrachtgever is geen vergoeding verschuldigd als – om welke reden dan ook – opdrachtnemer geen werkzaamheden verricht (artikel 3.4). Het is aan opdrachtnemer om eventueel zelf te voorzien in een fictieve dienstbetrekking verzekering om eventueel inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid te verzekeren (artikel 4.2). Opdrachtnemer is een solistisch werkend zorgverlener in de zin van de Wkkgz (artikel 5.1). Hierdoor is zowel opdrachtgever als opdrachtnemer aan te merken als ‘zorgaanbieder’ in de zin van de Wkkgz. Partijen moeten derhalve afspraken maken wiens regelingen en procedures op basis van de Wkkgz van toepassing zijn. Partijen zijn onder andere overeen gekomen dat de klachtenregeling van opdrachtnemer zal worden gehanteerd (artikel 5.3) en opdrachtnemer zich heeft aangesloten bij een geschilleninstantie (artikel 5.7). Klachten inzake het handelen van opdrachtnemer zullen derhalve worden afgehandeld conform de klachtenregeling van opdrachtnemer en eventueel worden voorgelegd aan de geschilleninstantie waarbij opdrachtnemer zelfstandig is (zie punt 1.2)aangesloten.

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever aannemer af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De de werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. werken - De de werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. betalen - Tussen tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. gezagsverhouding Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben Wij zijn van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever aannemer het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, in samenhang bezien, heb ik hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artAannemer en (onder)aannemer handelen volgens deze overeenkomst als gelijkwaardige en economisch onafhankelijke partijen. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 Zo is (onder)aannemer volgens artikel 1.3 volledig vrij om voor derden werkzaam te zijn. De gelijkwaardigheid blijkt uit de mate waarin de (onder)aannemer bij het tot stand brengen van het werk van stoffelijke aard rekening houdt met de wensen van de overeenkomst, waarin aannemer (zie art 4.1). In dit artikellid is uitvoering gegeven aan de gelijke positie van aannemer en (onder)aannemer waarbij de (onder)aannemer het werk realiseert en gegeven de feitelijke situatie op de bouwplaats in redelijkheid en op voet van gelijkheid met elkaar overleggen. Dit artikellid beperkt de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperktaannemer nadrukkelijk. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever aannemer loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: www.joostdevree.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de voorgelegde overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de Ons oordeel dat een gezagsverhouding ontbreekt is gebaseerd op verschillende elementen van de overeenkomst, overeenkomst die we in samenhang hebben bezien, heb ik geoordeeld dat geen sprake . Bij de beoordeling van deze overeenkomst voor zorg via een thuiszorginstelling is van belang dat de zzp-er een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren solistisch werkende zorgverlener is in art. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 de zin van de overeenkomstWkkgz (Wet kwaliteit, waarin klachten en geschillen zorg). Op grond van deze wet is de instructiebevoegdheid verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Door het ontbreken van zorg deelbaar en kan een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk deel van de vraag of een fictieve dienstbetrekking verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van toepassing de zorg worden belegd bij de solistische werkende zorgverlener. Uitdrukkelijk wordt in de overwegingen op pagina 3 van de overeenkomst verwezen naar de opdrachtnemer als “solistisch werkende zorgverlener”. In artikel 3.4 van de overeenkomst wordt de eigen verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer beschreven en gesteld dat de opdrachtnemer rechtstreeks en volledig verantwoordelijk is (zie punt 1.2)voor de verleende zorg in natura.

Appears in 1 contract

Samples: www.duobus.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de voorgelegde overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever intermediair (opdrachtgever) het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de Ons oordeel dat een gezagsverhouding ontbreekt is gebaseerd op verschillende elementen van de overeenkomst, overeenkomst die we in samenhang hebben bezien. In artikel 3 leden 1 tot en met 6, heb ik geoordeeld 9 en 11 tot en met 15 is nadrukkelijk vastgelegd dat geen sprake is partijen met elkaar contracteren op basis van een gezagsverhoudingovereenkomst van opdracht waarbij de opdrachtnemer onder volledige eigen verantwoordelijkheid en met eigen zelfstandigheid zonder nadere toelichting door de intermediair (opdrachtgever) de opdracht uitvoert. Het meest duidelijk komt dit naar voren in art. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 Partijen verbinden zich tot het uitvoeren van de overeenkomstovereenkomst zonder hierbij een dienstbetrekking te beogen. In artikel 4 lid 5 is vastgelegd dat het de opdrachtnemer is toegestaan om ook voor andere opdrachtgevers werk te verrichten. In artikel 5 leden 1, waarin 2 en 3 en 9 en 10 is vastgelegd dat opdrachtnemer de werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder leiding of toezicht van intermediair (opdrachtgever) en derde (Cliënt) verricht en onder eigen verantwoordelijkheid. In artikel 6 lid 1, onderdeel d, is vastgelegd dat de opdrachtnemer bij de uitvoering van de werkzaamheden gebruik maakt van eigen gereedschappen, hulpmiddelen of materialen tenzij het gezien de aard van de werkzaamheden of veiligheidseisen noodzakelijk is dat gebruik gemaakt wordt van gereedschappen, hulpmiddelen of materialen van de derde (Cliënt). In artikel 8 lid 1 is bepaald dat opdrachtgever en opdrachtnemer indien nodig in onderling overleg de plaats van de werkzaamheden bepalen. Ten slotte is in artikel 15 lid 1 uitdrukkelijk vastgelegd dat het de opdrachtnemer is toegestaan gedurende de overeenkomst van opdracht en daarna voor andere opdrachtgevers of derden te werken. Deze artikelen leiden in gecombineerd verband tot de conclusie dat de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever intermediair (opdrachtgever) en de derde (Cliënt) nadrukkelijk wordt beperkt. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever intermediair (opdrachtgever) loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: spitri.eu

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren In de overeenkomst staat dat opdrachtnemer is ingeschreven in arthet BIG-register (overwegingen derde gedachtestreepje), dat hij zelfstandig de geestelijke gezondheidszorg verleent aan de patiënt en een eigen verantwoordelijkheid heeft jegens de patiënt (overwegingen elfde gedachtestreepje en artikel 5.2). Opdrachtnemer is vrij om te bepalen hoe hij de geestelijke gezondheidszorg verleent, zolang zijn handelen valt binnen de gelende beroepsstandaard (artikel 2.1, 2.2, 2.3 ). Hierbij heeft opdrachtgever maar beperkte mogelijkheden om aanwijzingen en 3.3 instructies te geven. De aanwijzingen en instructies mogen in ieder geval niet zien op de feitelijke uitvoering van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid opdracht (artikel 2.1). Ook mag opdrachtgever geen aanwijzingen en instructies geven inzake het gebruik van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt. Door (patiënten)administratie en het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk gebruik van de vraag of praktijk(ruimte) die opdrachtgever ter beschikking stelt aan opdrachtnemer (artikelen 4.3 en 4.4). Opdrachtnemer is aan te merken als solistisch werkend zorgverlener in de zin van de Wkkgz (artikel 5.1). De opdrachtnemer is hierdoor zorgaanbieder in de zin van de Wkkgz en moet zelf voldoen aan de uit de wet voortvloeiende verplichtingen. In het kader van de Wkkgz hebben partijen diverse afspraken gemaakt (artikel 5 e.v.) en is opdrachtnemer verplicht om zich onder andere zelfstandig aan te sluiten bij een fictieve dienstbetrekking van toepassing geschilleninstantie (artikel 5.6). Opdrachtnemer is aansprakelijk voor alle schade ontstaan bij de patiënten die opdrachtnemer behandelt (zie punt 1.2artikel 9.1) en heeft hiervoor een beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten (artikel 9.2).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit In de overeenkomst staat dat opdrachtnemer zijn werkzaamheden zelf indeelt en geheel zelfstandig, naar voren in arteigen inzicht en zonder toezicht of leiding van opdrachtgever en/of derde verricht (artikelen 2.1 en 2.4). 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperktOok is opdrachtnemer niet onderworpen aan functionerings- en/of beoordelingsgesprekken (artikel 2.4). Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomstbepalingen in deze modelovereenkomst, in samenhang bezien, heb ik hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren Volgens “in art. 2.1, 2.2, 2.3 aanmerking nemende” onder letter a en 3.3 artikel 1 van de overeenkomst, waarin modelovereenkomst willen partijen een overeenkomst van aanneming van werk sluiten. Uit artikel 4.1 blijkt dat de instructiebevoegdheid van opdrachtnemer de werkzaamheden in volledige onafhankelijkheid uitvoert en zelf de uitvoering bepaalt. Blijkens artikel 4.2 houdt de opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperktgeen toezicht en beoordeelt de klant het eindresultaat. De opdrachtnemer is vrij de werkzaamheden binnen de context van het werk in te delen (artikel 4.4). De opdrachtnemer is volledig verantwoordelijk en aansprakelijk voor het uiteindelijke resultaat (artikelen 1.3 en 4.7). Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan de volgende 3 voorwaarden: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhouding. Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de voorgelegde overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor is van belang in hoeverre de opdrachtgever intermediair (opdrachtgever) het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst af of sprake kan zijn van werkgeversgezag. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. Op basis van de Ons oordeel dat een gezagsverhouding ontbreekt is gebaseerd op verschillende elementen van de overeenkomst, overeenkomst die we in samenhang hebben bezien. In artikel 3 leden 1 tot en met 6, heb ik geoordeeld 9 en 11 tot en met 15 is nadrukkelijk vastgelegd dat geen sprake is partijen met elkaar contracteren op basis van een gezagsverhoudingovereenkomst van opdracht waarbij de opdrachtnemer onder volledige eigen verantwoordelijkheid en met eigen zelfstandigheid zonder nadere toelichting door de intermediair (opdrachtgever) de opdracht uitvoert. Het meest duidelijk komt dit naar voren in art. 2.1, 2.2, 2.3 en 3.3 Partijen verbinden zich tot het uitvoeren van de overeenkomstovereenkomst zonder hierbij een dienstbetrekking te beogen. In artikel 4 lid 5 is vastgelegd dat het de opdrachtnemer is toegestaan om ook voor andere opdrachtgevers werk te verrichten. In artikel 5 leden 1, waarin 2 en 3 en 9 en 10 is vastgelegd dat opdrachtnemer de werkzaamheden naar eigen inzicht en zonder leiding of toezicht van intermediair (opdrachtgever) en derde (Cliënt) verricht en onder eigen verantwoordelijkheid. In artikel 6 lid 1, onderdeel d, is vastgelegd dat de opdrachtnemer bij de uitvoering van de werkzaamheden gebruik maakt van eigen gereedschappen, hulpmiddelen of materialen tenzij het gezien de aard van de werkzaamheden of veiligheidseisen noodzakelijk is dat gebruik gemaakt wordt van gereedschappen, hulpmiddelen of materialen van de derde (Cliënt). In artikel 8 lid 1 is bepaald dat opdrachtgever en opdrachtnemer indien nodig in onderling overleg de plaats van de werkzaamheden bepalen. Ten slotte is in artikel 15 lid 1 uitdrukkelijk vastgelegd dat het de opdrachtnemer is toegestaan gedurende de overeenkomst van opdracht en daarna voor andere opdrachtgevers of derden te werken. Deze artikelen leiden in gecombineerd verband tot de conclusie dat de instructiebevoegdheid van de opdrachtgever intermediair (opdrachtgever) en de derde (Cliënt) nadrukkelijk wordt beperkt. Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: www.bluetrail.nl

Geen echte dienstbetrekking. Bij aanneming van werk spreekt de (onder)aannemer met de opdrachtgever af om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen en op te leveren. Omdat ook werknemers in opdracht een werk van stoffelijke aard kunnen maken, is het allereerst van belang na te gaan of in de aannemingsovereenkomst de kenmerken van Voor een echte dienstbetrekking ontbreken. Er is sprake van een echte dienstbetrekking als is voldaan aan zijn de volgende 3 voorwaardenvoorwaarden van belang: - De werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken. - De werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen. - Tussen de werknemer en de werkgever bestaat een gezagsverhoudinggezagsverhouding (werkgeversgezag). Als minstens 1 van deze 3 elementen ontbreekt, is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Ik ben van mening dat het werken volgens Voor de bijgevoegde aannemingsovereenkomst niet leidt tot een echte dienstbetrekking. Op basis van de overeenkomst is namelijk geen sprake van een gezagsverhouding. Hiervoor vraag of werkgeversgezag ontbreekt is van belang in hoeverre de opdrachtgever het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor het werk dat moet worden gedaan. Uit afspraken over instructie, leiding, toezicht en verantwoordingsplicht, die betrekking hebben op de directe werkzaamheden of andere elementen van de arbeidsrelatie, leidt de Belastingdienst leiden wij af of sprake er werkgeversgezag kan zijn van werkgeversgezagzijn. Ook afspraken die betrekking hebben op het al dan niet mogen werken voor derden, regeling van klachten, e.d. kunnen hiervoor van belang zijn. DV1121 -1Z*1ED Op basis van de verschillende elementen van de overeenkomst, bepalingen in samenhang bezien, heb ik deze modelovereenkomst hebben wij geoordeeld dat geen sprake is van een gezagsverhouding. Het meest duidelijk komt dit naar voren in artIn de overeenkomst staat dat opdrachtnemer een zelfstandig beroepsbeoefenaar is die werkzaam is op het gebied van notariële dienstverlening (overwegingen derde en zesde gedachtestreepje). 2.1, 2.2, 2.3 De opdracht kenmerkt zich door het tijdelijke karakter en 3.3 het feit dat het een specifieke opdracht/project betreft waarvoor specialistische kennis is vereist (artikel 2.1 en 2.8). Opdrachtnemer zal geen onderdeel uitmaken van de overeenkomst, waarin de instructiebevoegdheid organisatie van opdrachtgever en zal zich uitsluitend beperken tot het uitvoeren van de opdracht (artikel 2.4). Tevens is opgenomen dat opdrachtnemer de werkzaamheden naar eigen inzicht verricht en zonder toezicht of leiding van opdrachtgever nadrukkelijk wordt beperkt(artikel 2.3). Hetgeen is opgenomen in de door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie opgestelde toelichting maakt tevens integraal onderdeel uit van deze overeenkomst (zie bijlage). Door het ontbreken van een gezagsverhouding is er geen sprake van een echte dienstbetrekking. Of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden en betalen is dan nog afhankelijk van de vraag of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is (zie punt 1.2).

Appears in 1 contract

Samples: download.belastingdienst.nl