Infrastructurele projecten Voorbeeldclausules

Infrastructurele projecten. Binnen en buiten het concessiegebied Amsterdam is een aantal infrastructurele projecten in voorbereiding waar we bij de vormgeving van de concessie Amsterdam 2025 rekening mee zullen moeten houden. Enerzijds omdat tijdens de voorbereiding en uitvoering van deze projecten medewerking van GVB gewenst en noodzakelijk is en anderzijds omdat realisatie van deze projecten tot een wijziging van de scope van de concessie (kunnen) leiden. Op dit moment betreft dit in ieder geval de volgende infrastructurele projecten: • ZaanIJtangent. De ZaanIJtangent wordt onderdeel van R-net. Daarvoor is een aantal maatregelen voorzien om de verbindingen over deze corridor betrouwbaarder te maken. Dit wordt gedaan door grotendeels vrije busbanen te creëren en de herindeling van kruisingen waarbij ook verkeersregelinstallaties worden aangepast. • Zuidasdok. De infrastructuur ter hoogte van de Zuidas wordt ingrijpend aangepast. De A10 komt in het centrum van Zuid in een tunnel te liggen. Hierdoor ontstaat ruimte om het station Amsterdam Zuid uit te breiden met een tramstation en busstation. Deze moeten uiterlijk 2031 gereed zijn. Tram 25 heeft hier sinds kort al een tijdelijke halte. • OV verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer. Eind 2022 zijn afspraken gemaakt met het Rijk om de Noord-Zuidlijn door te trekken via Schiphol naar Hoofddorp. Deze verlenging moet andere verbindingen naar Station Schiphol Airport ontlasten. De start van de verlenging is gepland in 2028 en verwacht wordt dat de werkzaamheden ongeveer 10 jaar zullen duren. • OV verbinding Sloterdijk-Amsterdam Centraal. De gemeente Amsterdam wil graag dat de ‘kleine ring’ gesloten wordt door een metroverbinding tussen station Isolatorweg en Centraal station. Deze plannen zijn echter nog niet rond. Wel zijn er afspraken om de metro vanaf Isolatorweg verder door te trekken naar een nieuw metrostation Hemknoop, mede vanwege de ontwikkeling van Haven-Stad. Deze projecten zijn cruciaal voor realisatie van woningbouwplannen en de mobiliteitstransitie zonder dat dit ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit en bereikbaarheid.

Related to Infrastructurele projecten

  • Uitvoering van het Project & informatieverstrekking A.2.1 Na de totstandkoming van de Overeenkomst zal Opdrachtnemer zo spoedig mogelijk het Project uitvoeren conform de offerte, daarbij rekening houdend met redelijke wensen van Opdrachtgever. Opdrachtnemer spant zich in om het Project naar beste kunnen uit te voeren onder toepassing van voldoende zorgvuldigheid en vakmanschap. Opdrachtgever is gehouden om een tijdige en juiste uitvoering van het Project mogelijk te maken. In het bijzonder draagt Opdrachtgever er zorg voor dat alle gegevens, waarvan Xxxxxxxxxxxxx aangeeft dat deze noodzakelijk zijn of waarvan de Opdrachtgever redelijkerwijs behoort te begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het Project, tijdig aan Opdrachtnemer worden verstrekt. De noodzakelijke inzet van Opdrachtgever dient met voldoende kwaliteit en tijdigheid te worden geleverd. Dit geldt zowel voor ondersteuning te leveren door de contactpersonen, als voor de geplande inzet van projectmedewerkers binnen de uit te voeren projectwerkzaamheden. A.2.2 Indien Opdrachtgever bovenvermelde nalaat, is Opdrachtnemer gerechtigd extra kosten in rekening te brengen en is het mogelijk dat het Project uitloopt. Eventuele vertraging van het Project, veroorzaakt door Opdrachtgever, wordt gerapporteerd via het projectmanagementsysteem of, indien er geen projectmanagementsysteem voor het Project is ingezet, per e-mail of, bij gebrek aan functionerende e-mailcorrespondentie, op een andere Schriftelijke wijze. Mocht deze situatie zich voordoen, dan zal Opdrachtnemer de Opdrachtgever op de hoogte brengen van de eventueel in rekening te brengen extra kosten.

  • Gasinstallatie Als er een gasinstallatie aan boord is, bent u verplicht de gasslangen voor de hierop vermelde einddatum te vervangen.

  • Waterinstallatie ONDERDEEL UITVOERING POSITIE OMSCHRIJVING Tappunten koudwater Kunststof waterleiding Keuken, toiletruimte, fonteintje, douche, wastafel, wasmachine. De koudwaterleidingen worden vanaf de meterkast naar alle sanitaire-toestellen aangebracht, de plaats voor de spoelbak van de keukeninrichting, de plaatsingsmogelijkheid voor de wasmachine. Op aansluitpunten van de keukeninrichting die niet worden aangesloten is een stopkraan voorzien waarmee de leidingen kunnen worden gespoeld. Buitenkraan achtergevel Op de achtergevel conform verkooptekening. Het leveren en monteren van een vorstvrije buitenkraan met slangwartel 1/2 en losse sleutel. De kraan wordt geplaatst op de achtergevel nabij de achterdeur en wordt aangesloten op de koudwaterinstallatie. De kraan hoeft in de winterperiode niet afgesloten / afgetapt te worden. Wel moet een eventueel aangesloten tuinslang afgekoppeld worden. Tappunten warmwater Kunststof waterleiding Keuken, douche, en wastafel in badkamer De warmwaterleidingen worden vanaf de warmtepomp in de woning aangebracht naar de douchehoek, bad (indien aanwezig), wastafel en de plaats voor de spoelbak van de optionele keukeninrichting. In het geval er sprake is van twee of meer badruimten zijn de in SWK-garantieregeling genoemde waarden voor de hoeveelheid te onttrekken warmwater, alsmede het product van de hoeveelheid liters per minuut en de temperatuur in graden Celsius van het aan het tappunt onttrokken warmwater, niet van toepassing voor het gelijktijdig gebruik van tappunten. Lucht in de dienstleiding van het leverend waterbedrijf of het toepassen van snelsluitende kranen (voor sommige typen éénhendelmengkranen en elektronische vaatwas- of wasmachinekranen) kunnen waterslag veroorzaken. Dit is het zogenaamde ‘slaan’ van waterleidingen. De waterinstallatie in de woningen is niet ontworpen voor het gelijktijdig gebruik van warmtapwater.

  • Verwarmingsinstallatie Voor de berekening van de capaciteit van de centrale verwarmingsinstallatie gelden de berekeningsgrondslagen conform het normblad, dat op dit werk van toepassing is. De woning is voorzien van een warmtepomp installatie, deze is geplaatst in de installatiezone van uw woning. Nabij de warmtepomp installatie wordt een expansievat gemonteerd. Ten behoeve van de warmtepomp worden er op het perceel leidingen in de grond geboord. Deze leidingen zijn in staat om de ‘warmte’ uit de grond op te nemen en te transporteren naar de warmtepomp. Via een ingenieus systeem zorgt de warmtepomp ervoor dat de centrale verwarming de woning kan verwarmen, en dat er warm tapwater ter beschikking is. De centrale verwarmingsinstallatie wordt in de gehele woning uitgevoerd als lage temperatuur vloerverwarming. In de badkamer wordt een elektrische handdoekradiator geplaatst. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat in de woonkamer. De slaapkamers worden eveneens voorzien van een thermostaat. De elektrische radiator in de badkamer kan bedient worden via een opgebouwde temperatuur regeling. De centrale verwarmingsleidingen worden uitgevoerd in kunststof buis weggewerkt in de afwerkvloer, met uitzonderingen ter plaatse van de verdelers. De verdelers worden voorzien van een prefab omkasting, met uitzondering van de verdeler(s) in de trapkast/technische ruimte op de begane grond en de verdeler op zolder. Bij gelijktijdig functioneren van alle verwarmingsgroepen en bij gesloten ramen en deuren worden de volgende temperaturen gegarandeerd: • Woonkamer / eetkamer en keuken: 20 oC • Slaapkamer: 20 oC • Badkamer: 22 oC • Entree / hal / toilet: 15 oC • Zolder 15 oC Bij toepassing van vloerverwarming is de vloerafwerking een aandachtspunt. Veelal wordt gedacht dat bij gebruik van vloerverwarming uitsluitend gebruik gemaakt kan worden van een steenachtige vloerafwerking. Alhoewel een steenachtige vloerafwerking de meest optimale warmteafgifte garandeert, zijn houten en textiele vloerafwerkingen (zoals parket, kurk, bamboe, linoleum en tapijt) uitstekend mogelijk indien de Rc waarde van de afwerking (inclusief onderlaag) kleiner of gelijk is aan 0,05 m2K/W. Vraag hiervoor advies bij uw vloerenleverancier. Ten aanzien van de laag temperatuur vloerverwarming heeft Woningborg ermee ingestemd dat bij de berekeningen van de capaciteit van de verwarmingsinstallatie geen rekening is gehouden met een opwarmtijd bij een nacht verlaging. Laag temperatuur vloerverwarming is een continue verwarming en hoeft (’s nachts) niet lager te worden ingesteld. Bij oplevering van de woning ontvangt u een gebruikers instructie.

  • Installatie 5.1 Indien de Overeenkomst Installatie omvat, wordt het product door of in opdracht van Opdrachtnemer bij de Koper geïnstalleerd en aangesloten. 5.2 De Koper is er verantwoordelijk voor dat de Installatie op de overeengekomen installatiedatum en tijdstip kan worden uitgevoerd. In elk geval zorgt de Koper dat: a. het personeel van Opdrachtnemer en/of onderaannemer toegang krijgt tot de plaats van Installatie en de werkzaamheden kan uitvoeren gedurende de normale werkuren en buiten de normale werkuren, mits Opdrachtnemer dit tijdig aan de Koper heeft verzocht; b. de toegangswegen tot de plaats van Installatie geschikt zijn voor het benodigde transport; c. de aangewezen plaats geschikt is voor opslag en montage; d. alle noodzakelijke veiligheids- en voorzorgsmaatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd en dat alle maatregelen zijn genomen en worden gehandhaafd om aan de toepasselijke overheidsvoorschriften te kunnen voldoen; e. er geen asbest aanwezig is op de plaats waar het Product wordt geïnstalleerd; f. eventuele vergunningen, ontheffingen, toestemmingen die nodig zijn voor de Installatie zijn verkregen, tenzij Opdrachtnemer die verantwoordelijkheid uitdrukkelijk op zich heeft genomen; g. door anderen uit te voeren werkzaamheden en/of levering, die niet tot de Installatie door Opdrachtnemer horen, zodanig en tijdig worden verricht dat de uitvoering van de Installatie geen vertraging ondervindt. 5.3 De Koper zorgt ervoor dat eventueel wegvallen van de spanning van het elektrisch systeem niet tot problemen leidt bij bijvoorbeeld computers of een alarmsysteem. Opdrachtnemer doet haar best om de spanningsloze periode aan te kondigen en zo kort mogelijk te houden, maar erkent geen aansprakelijkheid voor schade die hiermee kan samenhangen of volgen. 5.4 De Koper draagt het risico voor schade veroorzaakt door onjuistheden in de opgegeven informatie en/of opgedragen werkzaamheden, onjuistheden in de door Xxxxx verlangde constructies en werkwijzen, gebreken aan de (on)roerende zaak waaraan de werkzaamheden worden verricht, ongeschiktheid van (on)roerende zaak voor plaatsing en/of installatie van Product, bijvoorbeeld door onvoldoende draagkracht van het dak of ongeschiktheid van de dakbedekking voor Installatie(werkzaamheden). 5.5 Als de Installatie meerdere dagen in beslag neemt, is de Koper verantwoordelijk voor de opslag van de nog niet geïnstalleerde onderdelen op de plaats van de Installatie. 5.6 Als in de offerte ook aansluiting van het Product op de meterkast is opgenomen, dan wordt daaronder verstaan het plaatsen van een nieuwe stroomgroep en bekabeling vanaf die stroomgroep. Verdere aanpassingen daar niet onder. 5.7 Schade en kosten, die ontstaan zijn doordat aan de in dit artikel gestelde voorwaarden niet of niet tijdig is voldaan, zijn voor rekening van de Koper. 5.8 Bij Oplevering controleert de Koper het Product, Goederen en de Installatie. Als eventuele tekortkomingen niet direct kunnen worden verholpen dan wordt daarvoor een nieuwe afspraak gemaakt en wordt Oplevering naar die datum verschoven. De Xxxxx accepteert de Oplevering middels mondeling akkoord. 5.9 Als voor monitoring van het Product een verbinding met internet nodig is, doet Opdrachtnemer haar best om de verbinding bij Oplevering tot stand te hebben gebracht. Mocht dat niet lukken dan voert Opdrachtnemer gedurende maximaal een uur na Oplevering controles uit om de meest voorkomende oorzaken voor verbindingsproblemen te verhelpen. Eventuele hulp daarna bij het tot stand brengen van de internetverbinding is geen onderdeel van de Overeenkomst. In overleg kan Opdrachtnemer daarvoor een aparte afspraak maken.

  • Operationele doelstelling 1.1 - Optimaal begrotingsbeleid en transparante informatievoorziening. Een belangrijk onderdeel van het financieel beheer is het begrotingsbeleid. Het begrotingsbeleid richt zich op het bereiken van een houdbaar pad van de financiën en het op termijn (kunnen) aflossen van de schuld. Het doel van het begrotingsbeleid is om minimaal een begrotingseven- wicht te realiseren of, nog beter, tot een begrotingsoverschot te komen. De directie FBA draagt zorg voor een transparante informatievoorziening over de begrotingsvoorberei- ding, de -uitvoering en de -verantwoording. De beslissingen inzake het begrotingsbeleid en de uitvoering ervan worden op een professionele en onderbouwde manier voorbereid en ondersteund. Dit ter facilite- ring van de budgettaire besluitvorming van het College en om het College en de Raad van de VGC te informeren over de uitkomsten van deze besluitvorming via de begrotingen (ex-ante) en de jaarrekening (ex post). • Methodes en processen ontwikkelen of aanpassen om de beslissingen inzake de oriëntaties van het begrotingsbeleid te ondersteunen en de vertaling ervan in officiële documenten te verzorgen; • Methodes en gestandaardiseerde rapporteringsvormen ontwikkelen of aanpassen voor het op- volgen van de uitvoering van de begroting;

  • Rolverdeling 1. Onderwijsinstelling is ten aanzien van de in diens opdracht uit te voeren Verwerkingen van Persoonsgegevens de Verwerkingsverantwoordelijke. De Onderwijsinstelling heeft en houdt zelfstandige zeggenschap over (het bepalen van) het doel en de middelen van de Verwerking van de Persoonsgegevens. 2. Verwerker draagt er zorg voor dat de Onderwijsinstelling bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst toereikend wordt geïnformeerd over de dienst(en) die de Verwerker verleent, en de uit te voeren Verwerkingen. De gegeven informatie stelt de Onderwijsinstelling in staat om te doorgronden welke Verwerkingen onlosmakelijk zijn verbonden met een aangeboden dienst en voor welke Verwerkingen Onderwijsinstelling gebruik kan maken van eventueel aangeboden optionele diensten. 3. In aanvulling op lid 2 en onverminderd hetgeen elders in deze Verwerkersovereenkomst is bepaald, informeert Xxxxxxxxx bij het sluiten van deze Verwerkersovereenkomst de Onderwijsinstelling in Bijlage 1 over de in lid 2 bedoelde diensten, waaronder eventuele optionele diensten, en de Verwerkingen die in dat kader plaatsvinden. De in Bijlage 1 opgenomen informatie moet in begrijpelijke taal zijn beschreven, waardoor Onderwijsinstelling geïnformeerd akkoord kan gaan met de afname van deze dienst(en) en de uitvoering van de bijbehorende Verwerkingen. 4. Voor zover artikel 30 lid 5 AVG daartoe verplicht, houdt Verwerker conform artikel 30, lid 2 AVG een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die Verwerker ten behoeve van een Onderwijsinstelling verricht. 5. Onderwijsinstelling en Verwerker verstrekken elkaar over en weer alle benodigde informatie teneinde een goede naleving van de Toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de Verwerking van Persoonsgegevens mogelijk te maken.

  • Loonsverhoging De loonmarge is het percentage dat de lonen mogen stijgen bovenop de automatische indexering. Tweejaarlijks krijgen de sociale partners de mogelijkheid om hierover te onderhandelen. De hoogte van het percentage wordt bepaald door de loonnormwet. Deze wet moet voorkomen dat de lonen in België sneller stijgen dan de lonen in onze buurlanden. Voor 2023-2024 bedraagt de loonmarge nul procent. Dit betekent dat we niet konden onderhandelen over een stijging van de lonen bovenop de automatische indexering.

  • Loonstrook Bij elke loonbetaling zal aan de werknemer een schriftelijke specificatie worden verstrekt van: x. xxxxxxxxx, verdeeld in individueel overeengekomen loon, overuren, reisuren en/of reiskostenvergoeding en andere vergoedingen en/of toeslagen; b. de inhoudingen van loonheffing en het aandeel van de werknemer ingevolge de sociale verzekeringswetgeving of deze CAO.

  • RENTE EN AFLOSSING 6.1 De Uitgevende Instelling is over de Hoofdsom een Rente verschuldigd van 4,0% (vier procent) op jaarbasis. De Rentebetaling geschiedt jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan. 6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd (op de Aflossingsdatum) dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald te zijn). 6.3 Onderstaand zijn de jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Jaar 1 2 3 Totaal Rente 45,00 43,56 42,07 130,63 Aflossing 31,88 33,32 934,81 1000,00 Totaal 76,88 76,88 976,88 1.130,63 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen. 6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Rekenvoorbeeld en effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 3,86% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden. 6.6 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen of mogen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk vijf Werkdagen voorafgaand aan de Rente- en Aflossingsdatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. 6.7 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de storting van de Initiële Hoofdsom op de Kwaliteitsrekening. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling. 6.8 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.