RENTE EN AFLOSSING. 4.1 De Uitgevende Instelling is over het niet afgeloste deel van de Hoofdsom, en eventueel achterstallige Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder van 5,5% op jaarbasis, te rekenen vanaf de Ingangsdatum. De Rentebetaling geschiedt per jaar op de Rentedatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan.
4.2 De Investeringsovereenkomst Obligatielening heeft een looptijd van 24 maanden (2 jaar) vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd dient de Hoofdsom, alsmede de daarover verschuldigde Rente geheel te zijn afgelost door de Uitgevende Instelling.
4.3 In verband met de beoogde Aflossing van de Obligatielening middels een herfinanciering met een langjarige projectfinanciering, is de verwachting gewettigd dat de financierende bank zal verlangen dat door de Uitgevende Instelling additioneel eigen vermogen zal worden ingebracht. HalloStroom, de uiteindelijke moedermaatschappij van de Uitgevende Instelling heeft hiertoe een bedrag van €100.000 gereserveerd in haar begroting. HalloStroom is verplicht, tenzij dit gelet op de beginselen van behoorlijk bestuur en/of de continuïteit van HalloStroom niet aanvaardbaar is, maximaal dit bedrag als eigen vermogen in te brengen bij de Uitgevende Instelling om de herfinanciering of Aflossing van de Obligatielening te faciliteren. Met inachtneming van het vorenstaande staat het HalloStroom vrij om de inbreng van eigen vermogen te financieren bij externe partijen. Uitsluitend in verband met het bepaalde in dit artikel zal HalloStroom de Investeringsovereenkomst medeondertekenen.
4.4 Vervroegde aflossing, geheel of gedeeltelijk, van de Obligatielening door de Uitgevende Instelling is mogelijk. De Uitgevende Instelling is gerechtigd om vanaf 12 maanden na Ingangsdatum, boetevrij, vervroegd af te lossen. In geval de Uitgevende Instelling besluit binnen 12 maanden na Ingangsdatum (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een boete verschuldigd van 0,7% over het vervroegd afgeloste bedrag.
4.5 Alle betalingen aan de Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder t...
RENTE EN AFLOSSING. 3.1 Na afloop van een jaar na de ondertekeningsdatum van de Overeenkomst is Leningnemer verplicht de Hoofdsom in 8 gelijke kwartaaltermijnen terug te betalen, voor het eerst op [ __ ] en vervolgens per de laatste dag van ieder kalenderkwartaal.
3.2 Leningnemer kan maximaal tweemaal een verzoek doen om de in artikel 3.1 vermelde aflossingsvrije periode met een half jaar te verlengen. Leningnemer dient hiertoe uiterlijk 4 weken voordat de aflossingsvrije periode afloopt een schriftelijk verzoek in bij de Co-financier.
3.3 De in artikel 3.1 vermelde periode van aflossing van de Hoofdsom kan op verzoek van Leningnemer worden verlengd tot een periode gelijk aan maximaal 16 kwartaaltermijnen. Leningnemer dient hiertoe uiterlijk 4 weken voor de datum waarop de eerstvolgende aflossingstermijn vervalt een schriftelijk verzoek in bij de Co-financier.
3.4 Een verzoek als bedoeld in artikel 3.2 of 3.3 zal door Leningnemer worden gedaan onder overlegging van een motivering, inclusief documentatie die de motivatie ondersteunt, waarom de verlenging volgens Leningnemer wenselijk is. De Co-financier zal naar eigen oordeel beslissen of het verzoek wordt ingewilligd, met dien verstande dat inwilliging er nooit toe kan leiden dat de totale looptijd van de Lening vijf jaar overschrijdt. Ingeval van inwilliging van het verzoek tot verlenging van de periode van aflossing van de Hoofdsom, zullen de vanaf dat moment te betalen kwartaaltermijnen zodanig worden verlaagd dat het op dat moment uitstaande gedeelte van de Hoofdsom gelijkelijk over de resterende kwartaaltermijnen is omgeslagen.
3.5 Leningnemer is steeds bevoegd tot vervroegde aflossing, zonder dat die vervroegde aflossing leidt tot enige boete of vergoeding aan de Co-financier. Tenzij Leningnemer, de ROM en de Co-financier daarover andersluidende afspraken maken, zal vervroegde aflossing aan de ROM en de Co- financier op gelijke voet en tegelijkertijd worden gedaan (pari passu).
3.6 Leningnemer is niet gerechtigd hetgeen door Leningnemer is afgelost opnieuw te lenen.
3.7 Leningnemer geeft hierbij aan de Co-financier de goedkeuring om de rente en/of aflossingen via automatische incasso in te vorderen en zal daartoe de als Bijlage 3.7 aangehechte machtigingsformulieren ondertekenen.
RENTE EN AFLOSSING. U betaalt elke maand (achteraf) aflossing van en rente voor de lening. Hoeveel u elke maand betaalt aan aflossing en rente berekenen wij voor u - U betaalt ons in euro’s - U geeft Xxxxxx Xxxxxxxxxx toestemming om het bedrag iedere maand automatisch van uw bankrekening af te mogen schrijven. Wij mogen ook iemand anders aanwijzen om dit namens ons te doen - U heeft ons betaald als het geld op de bankrekening van Merius Hypotheken staat en u het daar niet meer af kunt halen - Het bedrag dat u aan Xxxxxx Hypotheken moet betalen halen we 1 tot 3 werkdagen voor het einde van de maand automatisch van uw bankrekening af. Zorg daarom dat er altijd genoeg geld op uw bankrekening staat. Kunnen we het bedrag niet afschrijven, maak het bedrag dan vóór de vervaldatum aan ons over. Als incasso niet mogelijk is omdat er onvoldoende saldo op uw rekening staat of om andere redenen, dan heeft Xxxxxx Xxxxxxxxxx het recht om nogmaals het verschuldigde bedrag van uw rekening af te schrijven - Ook eventuele andere bedragen die u moet betalen, haalt Merius Hypotheken automatisch van uw bankrekening af. Dit doen we 1 tot 3 werkdagen voor het einde van de maand - Kosten die u maakt om Xxxxxx Xxxxxxxxxx (op tijd) te betalen, betaalt u zelf. Bijvoorbeeld bij een spoedbetaling - Merius Hypotheken betaalt van uw geld: - Eerst de bedragen die wij al voor u hebben betaald, zoals verzekeringspremies. Ook betalen we eerst de andere bedragen die u ons moet betalen, bijvoorbeeld taxatiekosten, makelaarscourtage en/of VVE termijnen - Daarna betalen we de rente die u ons moet betalen inclusief eventuele vergoedingsrente en eventuele achterstallige rente - Vervolgens betalen we de vervroegde aflossingsvergoeding - En als laatste betalen we (een deel van) de lening terug. Deze volgorde staat vast - Betalen we een bedrag voor u, of hebben we recht op een bedrag, dan moet u dit bedrag direct aan ons betalen. Tenzij we hierover met u schriftelijk andere afspraken hebben gemaakt - Bedragen die wij van u krijgen, mag u niet verrekenen met bedragen die u van ons krijgt. Dit staat los van elkaar - Heeft u verschillende leningdelen en boekt u iets over op eigen initiatief dan betalen we met dat geld de bedragen op de leningdelen zoals omschreven in artikel 10.1 Met het geld dat dan over is, lossen we uw leningdelen af. U kunt vooraf ook specifieke leningdelen aangeven. Doet u dat niet dan lossen we evenredig af op de leningdelen. Ook kosten berekenen we dan evenredig. In elk geval gelden deze regels: - ...
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 Alle bedrijfsobligaties zijn rentedragend over de nominale waarde (Inleg). De rente- vergoedingen zijn opgenomen in deze overeenkomst onder ‘kenmerken’.
6.2 De aflossing geschiedt zoals is opgenomen in deze overeenkomst onder ‘kenmerken’.
6.3 De bonus betaling, indien van toepassing, geschiedt zoals is opgenomen in deze overeenkomst onder ‘kenmerken’.
6.4 De rente- en aflossingsvergoeding voor een Bedrijfsobligatie wordt periodiek achteraf betaalbaar (postnumerando) gesteld op de vervaldagen, telkens op de laatste dag van de periode, en betaald binnen 15 dagen na de betreffende vervaldag.
6.5 De bonusbetaling, indien van toepassing, voor een Bedrijfsobligatie wordt betaald zoals opgenomen in kenmerken van de obligatie.
6.6 In het geval dat de liquiditeitspositie van de uitgevende instelling, naar de mening van het bestuur, niet toereikend is om op enige rentebetalingsdatum rente en aflossing te betalen, dan heeft de uitgevende instelling het recht deze betalingsverplichtingen op te schorten, in welk geval de nadien verschuldigde rente- en aflossingsvergoeding vermeerderd wordt met het tekort op eerdere verschuldigde rente- en aflossingsvergoedingen. Over opgeschorte aflossing wordt in dat geval eveneens rente vergoed zoals gesteld in artikel 6.4.
6.7 Indien en voor zover rente en aflossing niet wordt uitgekeerd op enige rentebetalingsdatum en/of aflossingsdatum: (a) blijft die rente en aflossing onverkort verschuldigd en (b) is over het bedrag van die niet uitgekeerde aflossing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6.1 tot en met 6.4 rente verschuldigd.
6.8 Indien een rentebetalingsdatum op enig moment niet op een werkdag valt, dan wordt de verschuldigde rente betaald op de eerstvolgende werkdag.
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de Hoofdsom de Rente van 7,0% op jaarbasis verschuldigd. De uit te betalen Rente wordt per halfjaar achteraf betaald, op de Rentedatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar wordt berekend.
6.2 Naast de (reguliere) Rente van 7,0% betaalt de Uitgevende Instelling een eenmalige Bonusrente van 7,5% over de Hoofdsom. Deze Bonusrente wordt uitgekeerd op de Aflossingsdatum als op of voor die datum aan één van de twee onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
a. het bedrijfsresultaat voor afschrijvingen en amortisatie (EBITDA) in enig boekjaar voor 2027 €4 miljoen of meer is geweest; of
b. indien de Uitgevende Instelling de Obligatielening vervroegd aflost (op enige datum voor de Aflossingsdatum).
6.3 Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost te zijn. De Uitgevende Instelling de Obligatielening op de Aflossingsdatum in een keer geheel aflossen conform het schema in paragraaf 3.3.4 (Schema van Rente- en Aflossingsbetalingen) van het Informatiememorandum.
6.4 Gehele doch niet gedeeltelijke vervroegde Aflossing van de Obligatielening door de Uitgevende Instelling is op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.
6.5 In tabel 7 zijn de Rente- en Aflossingsbetalingen uit hoofde van één Obligatie weergegeven. Tabel 7: Schema van Rente- en Aflossingsbetalingen voor één Obligatie van €1.000,00 Rente 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 35,00 350,00 Aflossing - - - - - - - - - 1.000,00 1.000,00 Bonusrente - - - - - - - - - 75,00 75,00 ▪ Alle bedragen luiden in euro, afgerond op twee decimalen. ▪ Gedurende de Looptijd ontvangt de Obligatiehouder, exclusief Bonusrente, per Obligatie in totaal €1.350,00 waarvan €350,00 Rente en €1.000,00 Aflossing van de Hoofdsom ontvangen. ▪ Indien de Bonusrente wordt uitgekeerd ontvangt de Obligatiehouder een additione...
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx bedraagt 5,5% op jaarbasis, over het deel van de Hoofdsom (bedrag) dat ter beschikking is gesteld (uitgekeerd aan) aan de Uitgevende Instelling. De Rentebetaling geschiedt halfjaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van drie (3) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn. Gedurende de Looptijd zal de Uitgevende Instelling de Obligatielening gedeeltelijk aflossen (30%). Deze Aflossingsbetalingen zullen halfjaarlijks achteraf plaatsvinden op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Aflossing over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) half jaar dient te zijn voldaan.
6.3 Onderstaand zijn de halfjaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven. Hoofdsom 1.000,00 950,00 900,00 850,00 800,00 750,00 Rente (5,5%) 27,50 26,13 24,75 23,38 22,00 20,63 144,38 Aflossing 50,00 50,00 50,00 50,00 50,00 750,00 1.000,00 Aan Obligatiehouders zullen bovengenoemde bedragen worden uitbetaald gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. De te betalen bedragen worden daarbij afgerond op 2 decimalen.
6.4 Gehele, doch niet gedeeltelijke, vervroegde Aflossing van de Obligatielening is in beginsel op enig moment mogelijk. Indien de Uitgevende Instelling besluit om de Obligatielening vervroegd af te lossen is zij aan de Obligatiehouder een additionele vergoeding verschuldigd over het vervroegd afgeloste bedrag, zodanig hoog dat het negatieve effect van de vervroegde Aflossing op het gemiddelde effectieve rendement van de Obligatiehouder teniet wordt gedaan en dus gelijk zal zijn aan het in paragraaf 3.4 (Berekening effectief rendement) van het Informatiememorandum berekende percentage van 4,9% op jaarbasis. De additionele vergoeding als hierboven beschreven zal de Uitgevende Instelling tegelijk met de vervroegde Aflossing aan de Obligatiehouder betaald worden.
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over het niet afgeloste deel van de Hoofdsom, en eventueel achterstallige Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder van 7,50% op jaarbasis, te rekenen vanaf de Ingangsdatum. De Rentebetaling geschiedt jaarlijks op de Rente‐ en Aflossingsdatum, voor het eerst op 1 april 2024, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van 3 jaar vanaf 1 april 2023. De Uitgevende Instelling zal per jaar, op de Rente‐ en Aflossingsdatum, naast Rente betalen, ook een deel van de Obligatielening Aflossen, voor het eerst op 1 april 2024. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, zijnde 1 april 2026, dient de Obligatielening geheel te zijn afgelost (terugbetaald te zijn). Het schema van Rente‐ en Aflossingsbetalingen voor één (1) Obligatie is hieronder opgenomen. 1 april 2023 1 april 2024 250,00 18,75 10,87 239,13 29,62 1 april 2024 1 april 2025 239,13 18,14 21,74 217,39 39,88 1 april 2025 1 april 2026 217,39 16,71 217,39 ‐ 234,10 ▪ Bovenstaande tabel toont de jaarlijkse Rente‐ en Aflossingsbetalingen gedurende de Looptijd (3 jaar) aan een Obligatiehouder per Obligatie, uitgaande van de Ingangsdatum op 1 april 2023. ▪ Alle bedragen zijn in euro’s (€), afgerond naar twee decimalen. ▪ De Obligatielening wordt conform het bovenstaande schema afgelost. De betalingen aan een Obligatiehouder worden telkens gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. Het totaal te betalen bedrag wordt afgerond op twee cijfers achter de komma. In onderstaande tabel zijn de Rente‐ en Aflossingsbetalingen uit hoofde van één Obligatie weergegeven. De som van de Rente‐ en Aflossingsbetalingen gedurende de Looptijd bedraagt €303,60 per Obligatie met een nominale waarde van €250,00. Verlenging van de Looptijd als onderdeel van een Herstelplan In geval van een Herstelplan als bedoeld in Artikel 10.3 kan de Looptijd worden verlengd met een periode van 5 jaar waardoor deze maximaal 8 jaar zal worden. In geval van een verlenging van de Looptijd zal het schema van Rente‐ en Aflossingsbetalingen worden gewijzigd zoals in overleg met de Algemene Vergadering van Obligatiehouders.
6.3 De Uitgevende Instelling is gerechtigd om op enig moment (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen. Indien de Uitgevende Instelling besluit tot vervroegde Aflossing is zij een Obligatiehouder een boete verschuldigd waarmee de Uitgevende Instelli...
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente van 4,5% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. De Rentebetaling geschiedt jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van twee (2) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald te zijn). De Uitgevende Instelling zal de Obligatielening in zijn geheel aflossen aan het einde van de Looptijd. De betreffende projectvennootschappen van de Portefeuille Zonnestroomprojecten (dochtermaatschappijen van de Uitgevende Instelling) zullen een voor de Zonnestroomprojecten gebruikelijke langlopende projectfinanciering(en) aan te trekken om de realisatie en exploitatie van de Portefeuille Zonnestroomprojecten financieren. Uit deze financiering zal ook de ontwikkelvergoeding aan de Uitgevende Instelling worden betaald. Uit de ontwikkelvergoeding zal de Aflossing van de Obligatielening gefinancierd worden.
6.3 Onderstaand zijn de jaarlijkse door de Uitgevende Instelling verschuldigde Rente- en Aflossingsbetalingen ten aanzien van één Obligatie gedurende de Looptijd weergegeven.
RENTE EN AFLOSSING. 3.3.1 Rente De Uitgevende Instelling is over de nog uitstaande (niet terugbetaalde) Hoofdsom, inclusief eventueel achterstallige betalingen van Rente, een Rente van 7,0% op jaarbasis verschuldigd aan de Obligatiehouder. De verschuldigde Xxxxx wordt gedurende de Looptijd halfjaarlijks achteraf, telkens op de Rentedatum, aan Obligatiehouders betaald.
3.3.2 Looptijd De Looptijd van de Obligatielening bedraagt zesendertig (36) maanden (3 jaar) vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel afgelost te zijn.
3.3.3 Aflossing • De Uitgevende Instelling zal de Obligatielening in zijn geheel in één keer aflossen aan het einde van de Looptijd middels een herfinanciering. • De Uitgevende Instelling zal aan alle Obligatiehouders een gelijk bedrag per Obligatie aflossen. Alle Obligaties zullen dus op gelijke wijze worden afgelost, er zal geen sprake zijn van een ‘loting’ of vergelijkbaar proces om geselecteerde Obligaties af te lossen. Dit betekent dat, mocht de Uitgevende Instelling onvoldoende liquiditeit beschikbaar hebben om de Aflossingen onder de Obligatielening volledig te voldoen, dan zal op elke Obligatie een even groot gedeelte van de geplande Aflossing betaald worden en het overige niet betaalde deel onderdeel blijven van de Hoofdsom.
RENTE EN AFLOSSING. 6.1 De Uitgevende Instelling is vanaf de Ingangsdatum over de uitstaande (nog niet terugbetaalde) Hoofdsom en eventueel achterstallige Rente, een Rente van 7,5% op jaarbasis verschuldigd: De betaling van Rente geschiedt, met in achtneming van de beperking voortvloeiende uit Artikel 7 (Achterstelling), jaarlijks achteraf op de Rente- en Aflossingsdatum van 1 oktober, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Achtergestelde Obligatielening heeft een Looptijd van vijf (5) jaar vanaf de Ingangsdatum. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Achtergestelde Obligatielening geheel afgelost (terugbetaald) te zijn inclusief Rente. De Achtergestelde Obligatielening zal gedurende de Looptijd geheel afgelost worden.