Inkomensvoorwaarde Voorbeeldclausules

Inkomensvoorwaarde. Het inkomen van de kandidaat-huurders mag niet te hoog zijn. Met inkomen wordt bedoeld het gezamenlijk belastbaar inkomen afzonderlijk belastbare inkomsten, IVT, leefloon en van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling. Enkel het inkomen van de toekomstige referentiehuurder en zijn of haar partner (gehuwde of feitelijke) of wettelijke samenwoner die mee de woning gaat bewonen, telt mee. Er wordt gekeken naar het inkomen van het meest recente jaar (max. 3 jaar oud) waarvoor een aanslagbiljet beschikbaar is. Binnen één gezin zijn verschillende inkomensjaren mogelijk maar ze worden allen geïndexeerd naar het huidige jaar. Als de inkomensgrens overschreden wordt of als niemand een inkomen heeft, dan wordt er gekeken naar het huidig inkomen. Het totale geïndexeerde gezinsinkomen in het referentiejaar mag in 2023 niet hoger zijn dan: ⮚ 28.105 euro voor een alleenstaande persoon zonder personen ten laste ⮚ 30.460 euro voor een alleenstaande persoon met een handicap ⮚ 42.156 euro, verhoogd met 2.356 euro per persoon ten laste voor andere gezinstypes
Inkomensvoorwaarde. Je netto-belastbaar inkomen van drie jaar vóór de inschrijving (= referentiejaar) mag niet hoger zijn dan een bepaald bedrag. Dit bedrag varieert naar gelang je gezinstoestand: - alleenstaande personen zonder personen ten laste - alleenstaande gehandicapten - alle anderen Voor een alleenstaande persoon met een handicap mag het inkomen bijvoorbeeld hoger zijn. Voor de anderen stijgt de inkomensgrens afhankelijk van het aantal personen ten laste. Kinderen die niet bij je zijn gedomicilieerd of waarvoor je geen kindergeld ontvangt, maar die wel op regelmatige basis bij je verblijven, worden ook aanzien als persoon ten laste. Je vindt de actuele inkomensgrenzen in bijlage 1 Als je inkomen gewijzigd is of je hebt niet voldoende documenten om je inkomen aan te tonen, zijn een aantal uitzonderingen mogelijk: - Als je geen inkomen had tijdens het referentiejaar, zal het eerst volgende jaar in aanmerking worden genomen, dat je wél een inkomen genoot. - Als het inkomen in het referentiejaar te hoog is, maar in het jaar van de aanvraag onder deze grens gedaald is. - Als je bij inschrijving kan aantonen dat je huwelijk onherstelbaar ontwricht is, word je bij inschrijving beschouwd als alleenstaande. Maar let op: tegen dat een woning vrijkomt moet de scheiding ingeleid zijn. Het SVK moet dit wel motiveren, dus het is belangrijk dat je hierover communiceert met hen en dit kunt staven Tenslotte kan het SVK in individuele gevallen kijken naar het actueel besteedbaar inkomen. Dit kan voor personen of gezinnen met schulden die ofwel zijn toegelaten tot een collectieve schuldenregeling, ofwel in budgetbeheer of – begeleiding zijn.
Inkomensvoorwaarde. Natuurlijk moet je ook bij de toelating voldoen aan de inkomensvoorwaarde, net als bij de inschrijving. Ook op dit moment kijken we naar het inkomen van drie jaar terug (zie ook 1.2.). Let op: ook hier werd voor de inschrijving een uitzondering gemaakt voor de woningzoekende waarvan het huwelijk onherstelbaar ontwricht is , waardoor het inkomen van je toekomstige ex-partner niet mee in rekening worden gebracht. Als bij toewijzing de echtscheiding nog steeds niet is ingeleid (ook hier geldt een uitzondering als je kan aantonen dat je de procedure nog niet hebt opgestart omwille van gegronde redenen) zal rekening worden gehouden met het gezamenlijke inkomen.
Inkomensvoorwaarde. Bij afloop van de negenjarige of verlengde periode zal de verhuurder het inkomen van de huurder aftoetsen aan de toepasselijke inkomensgrens om na te gaan of de huurder nog tot de doelgroep van sociale huisvesting behoort.
Inkomensvoorwaarde. Hiervoor tellen de inkomsten van de kandidaat-huurders uit de laatst gekende aanslagbiljetten van de belastingen. Deze referentie-inkomsten7, die over verschillende jaren kunnen gaan, worden geïndexeerd8 al naargelang het jaar waarop ze betrekking hebben, naar vandaag. Om in te schrijven in 2023, mag het inkomen niet hoger zijn dan: 〉 € 28.105 voor alleenstaanden zonder personen ten laste. 〉 € 30.460 voor een alleenstaande persoon met een handicap. 〉 € 42.156 in alle andere gevallen. Voor elke persoon ten laste komt hier € 2.356 bij.
Inkomensvoorwaarde. Het geïndexeerd inkomen op het meest recente aanslagbiljet (en/of vervangingsinkomen) van de kandidaat en eventueel de partner, mag niet hoger zijn dan de grenzen zoals die opgenomen zijn in BVCW artikel 6.12 en 6.13. Deze referentie-inkomsten8 die over verschillende jaren kunnen gaan, worden geïndexeerd9 al naargelang het jaar waarop ze betrekking hebben, naar vandaag. De geïndexeerde bedragen staan vermeld op de website van Thuispunt Gent. Thuispunt Gent kan in individuele gevallen afwijken van deze inschrijvingsvoorwaarde als de potentiële kandidaat tot een collectieve schuldenregeling is toegelaten conform artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, of in budgetbegeleiding of budgetbeheer is bij een OCMW of een andere instelling voor schuldbemiddeling die de Vlaamse Gemeenschap erkend heeft. In dat geval wordt het actuele besteedbare inkomen van de potentiële kandidaat in aanmerking genomen en getoetst aan de inkomensgrenzen, vermeld in het eerste lid. Als de kandidaat geen referentie-inkomen heeft komt het huidige inkomen in aanmerking. Als het referentie-inkomen de inkomstengrens overschrijdt, wordt de persoon toch ingeschreven als het huidige inkomen onder die grens ligt. Thuispunt Gent kan een afwijking van de inkomensgrenzen toestaan als de persoon die zich wil inschrijven voor een ADL-woning daarvoor een gemotiveerd verzoek indient, met dien verstande dat het inkomen uit arbeid de inkomensgrenzen niet mag overschrijden.
Inkomensvoorwaarde. Het inkomen is de som van de aan de personenbelasting onderworpen inkomsten en van de niet-belastbare vervangingsinkomsten van de referentiepersoon, met uitsluiting van de ongehuwde kinderen die vanaf hun meerderjarigheid zonder onderbreking deel uit- maken van het gezin en die minder dan 25 jaar oud zijn op het ogenblik van de refe- rentiedatum. Het inkomen van inwonende ouders wordt slechts voor de helft aange- rekend. Het wordt niet aangerekend voor de familieleden van de eerste en de tweede graad die erkend zijn als ernstig gehandicapt of die ten minste 65 jaar oud zijn. Om ingeschreven te worden als kandidaat-huurder dient het netto belastbaar gezins- inkomen (samen met het netto belastbaar gezinsinkomen van zijn gezinsleden) niet hoger te zijn dan de maximum inkomensgrenzen. Deze zijn wettelijk bepaald. Het inkomen dat in aanmerking wordt genomen, is het inkomen van het ‘referentiejaar’ (het derde jaar dat voorafgaat aan de inschrijving). Er zijn een aantal uitzonderingen mogelijk op de inkomensvoorwaarde: - De verhuurder kan afwijken van de inkomensvoorwaarde, voor zover de persoon die zich wil inschrijven tot een collectieve schuldenregeling is toegelaten overeenkom- stig artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, of in budgetbegeleiding of budget- beheer is bij een O.C.M.W. of een andere door de Vlaamse Gemeenschap erkende instelling voor schuldbemiddeling. Als het voornoemde het geval is, wordt het actueel besteedbaar inkomen van de persoon die zich wil inschrijven in aanmerking genomen en getoetst aan de inkomensgrenzen. - Als de persoon die zich kandidaat wil stellen, samen met zijn gezinsleden, tijdens het referentiejaar geen inkomen had, neemt de verhuurder het inkomen in aanmerking van het eerstvolgende jaar waarin wel een inkomen genoten werd. - Als het inkomen van het referentiejaar de inkomensgrens overschrijdt, maar in het jaar van de aanvraag daaronder gedaald is, kan de persoon worden ingeschreven. Voor de bepaling van de inkomensgrens worden volgende personen niet beschouwd als gezinsleden: - De echtgenoot van de persoon die zich wil inschrijven, op voorwaarde dat wordt aangetoond dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is; - Één of meer andere personen dan de persoon, die op het ogenblik van de inschrijving samenwonen met de persoon die zich wil inschrijven, en die duidelijk de sociale huurwoning niet met die persoon gaan betrekken.
Inkomensvoorwaarde. De kandidaat-koper moet op de referentiedatum voldoen aan de inkomensvoorwaarde. Er geldt een minimum- en een maximumgrens. Hiervoor wordt rekening gehouden met de inkomsten ontvangen in het meest recente jaar (maar niet langer dan drie jaar geleden) waarvoor een aanslagbiljet beschikbaar is. Voordat het inkomen wordt afgetoetst aan de inkomensgrenzen, wordt dit geïndexeerd volgens de gezondheidsindex. Niet alleen het inkomen van de kandidaat-koper wordt meegeteld, maar ook dat van alle andere personen die de woning zullen betrekken, wordt voor 100% meegeteld. De volgende inkomsten worden niet meegeteld: •de inkomsten van ongehuwde en niet wettelijk samenwonende kinderen, die jonger zijn dan 25 jaar op de referentiedatum en vanaf hun 18 jaar zonder onderbreking deel uitmaakten van het gezin •de inkomsten van de familieleden van de kandidaat-koper van de eerste graad (kind, ouder) en de tweede graad (kleinkind, grootouder, broer/zus) die als ernstig gehandicapt erkend zijn of ten minste 65 jaar oud zijn. De volgende inkomsten worden voor de helft meegeteld •de inkomsten van de inwonende ascendenten (ouders, grootouders) van de kandidaat-koper die niet erkend zijn als ernstig gehandicapt en die jonger zijn dan 65 jaar.
Inkomensvoorwaarde. Je inkomen dat in aanmerking wordt genomen is de som van de volgende inkomsten, ontvangen in het jaar waarop het laatst beschikbare aanslagbiljet betrekking heeft:
Inkomensvoorwaarde. 2. Bezettingsgraad 3 jaar.