Inkrimping Voorbeeldclausules

Inkrimping a. Ingeval de werkgever van oordeel is, dat op grond van bedrijfseconomische omstandigheden, daaronder mede begrepen afstoting van activiteiten, automatisering, fusie met één of meer andere ondernemingen, interne bedrijfsreorganisatie en liquidatie, tot inkrimping van het aantal werknemers in vaste dienst moet worden overgegaan, zal hij in een zo vroeg mogelijk stadium met de vakvereniging in overleg treden omtrent de daaruit voor de werknemers, die bij de vakvereniging zijn aangesloten, voortvloeiende gevolgen van zowel overplaatsing, herindeling van de functies als aanzegging van ontslag. b. Bij aanzegging van het onder a. genoemde ontslag zullen als regel voor ontslag in aanmerking komen werknemers met het minste aantal aaneengesloten dienstjaren, tenzij het bedrijfsbelang zich hiertegen verzet. c. Indien de werkgever tot opzegging, bedoeld in sub a. van dit lid, overgaat, kan hij de werknemer gedurende het aantal weken, als genoemd in artikel 5 lid 4 al dan niet laten werken, zonder dat hem echter inkomen over die tijd mag worden onthouden. De werkgever zal de werknemer in vaste dienst voor elk dienstjaar één dag vrij met behoud van het inkomen toestaan met een maximum van zes dagen, teneinde hem in de gelegenheid te stellen een andere betrekking te zoeken. d. Indien de werkgever tot weder aannemen van personeel overgaat, zal hij bij sollicitatie als regel voorrang geven aan die gewezen werknemers, die het langste dienstverband bij de werkgever hadden, mits niet meer dan één jaar is verlopen sedert hun ontslag en het bedrijfsbelang zich tegen deze regel niet verzet.

Related to Inkrimping

  • Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.