Verwarming Voorbeeldclausules

Verwarming. Je woning is goed geïsoleerd en kan daarom met ‘lage temperatuurverwarming’ op energiezuinige wijze worden verwarmd. De verwarmingsinstallatie dient hiervoor continu aan te blijven, dit in tegenstelling tot wat je mogelijk gewend bent met je huidige verwarmingsinstallatie. De temperatuur in de woonkamer staat ingesteld op 22°C. Het verlagen of verhogen is uiteraard mogelijk, maar wij raden je af nacht-, weekendverlaging toe te passen. Het komt de energieprestatie juist ten goede als de woning op een constante temperatuur verwarmd blijft. Bespaar energie door ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten te houden als je verwarming aanstaat. Bij langere afwezigheid, vooral in winter maanden, kan de temperatuur instelling (thermostaat) wel verlaagd worden. Bij terugkomst heeft de lucht-water- warmtepomp meer tijd nodig om de woning weer op de gewenste temperatuur te krijgen. Voor de volgende ruimten, voor zover daarin een verwarmingselement is aangebracht, dient de te behalen en te handhaven temperatuur ten minste te zijn:
Verwarming. Het appartement wordt aangesloten op het openbare stadsverwarmingsnet met een afleverset/ warmtewisselaar met verbruiksmeter in de meterkast. NB: levering door derden van warmte en/of warm tapwater vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de ondernemer en zijn uitgesloten van de Woningborg Garantie- en waarborgregeling. - Bij gelijktijdige verwarming en gesloten deuren en ramen van alle te verwarmen vertrekken kunnen de volgende temperaturen worden bereikt en gehandhaafd: - Verblijfsruimten 22°C (keuken, woonkamer en slaapkamers) - Verkeersruimten 18°C (entree, hal) - Badruimte (badkamer) 22°C - Toilet(ten) 18°C - Inpandige berging 15°C - In de te verwarmen vertrekken binnen de woning wordt een zogenaamde lage temperatuurverwarming als hoofdverwarming aangelegd. De lage temperatuurverwarming wordt door vloerverwarming gerealiseerd. De leidingen van de vloerverwarming worden in de dekvloer aangebracht. - De temperatuurregeling geschiedt door een hoofdthermostaat in de woonkamer, elke slaapkamer is naregelbaar doormiddel van een ruimtethermostaat. De posities van deze regelingen zijn op tekening aangegeven. - Indien de (vloerverwarmings)verdeler is aangebracht in de gang of een verblijfsruimte wordt deze voorzien van een omkasting. - De berekening van de capaciteit geschiedt conform de ISSO publicatie 51, waarbij de nachtverlaging en de opwarmtijd in verband met het vloerverwarming systeem niet van toepassing zijn. - De keuze van de vloerafwerking is bepalend voor de afgifte van de warmte. Dat betekent dat er een daarvoor geschikte vloerbedekking aangebracht dient te worden. - In de badkamer wordt een elektrische decorradiator aangebracht met een daarvoor bestemde enkele wandcontactdoos.
Verwarming. Artikel 32
Verwarming. 13.1 Gebruik de verwarming die aanwezig is in je appartement.
Verwarming. Iedere privatieve kavel beschikt over een individuele verwarmingsketel; de kosten hiervan zijn exclusief ten laste van zijn eigenaar of bewoner.
Verwarming. Project Vossepolder wordt gasloos. Dit betekent dat er geen gasaansluitingen in de woningen worden aangelegd. Om warmwater en verwarming te verkrijgen wordt er gebruikt gemaakt van een warmtepomp. De woningen worden voorzien van een bodemwarmtepomp. Voor deze warmtepomp worden onder de woningen bronnen geslagen. Door deze buizen wordt water gepompt dat de aardwarmte opneemt. In de winter, als de temperatuur in de aarde warmer is dan buiten, wordt het water verwarmd. In de zomer, als de temperatuur in de aarde lager is, wordt de woning enkele graden gekoeld. De verspreiding van de warmte of koeling in de woning vindt plaats via de vloerverwarming op alle verdiepingen. In de badkamer wordt een extra elektrische radiator aangebracht om deze ruimte extra te kunnen verwarmen. De elektriciteit voor de warmtepomp wordt (deels) opgewekt door de zonnepanelen op het dak van de woning. De warmtepomp wordt voorzien van een standaardboilervat van 150 liter maar is optioneel uit te breiden. De woning wordt verwarmd en enigszins gekoeld via vloerverwarming. Hiervoor wordt op alle verdiepingen een verdeler aangebracht. Op de buitengevel wordt een thermostaat sensor (buitenvoeler) geplaatst om de buitentemperatuur te meten. In de woonkamer wordt een thermostaat sensor geplaatst en in de slaapkamers, badkamer en zolder wordt een aparte thermostaat matrix geplaatst om de temperatuur separaat te regelen. In de badkamer wordt een extra elektrische decorradiator aangebracht, deze kan niet komen te vervallen. De berekening van de verwarmingscapaciteit geschiedt overeenkomstig de ISSO-51 Warmteverliesberekening. Bij gelijktijdige verwarming van alle vertrekken dienen de navolgende temperaturen bereikt en onderhouden te worden: Ruimte Temperatuur Verblijfsgebied in de zin van het Bouwbesluit dat niet is ingedeeld in verblijfs-, verkeers- en/of bergruimte. Verblijfsruimten in de zin van het Bouwbesluit zoals woonkamer, overige kamers en keuken. 22 ℃ Verkeersruimten in de zin van het Bouwbesluit zoals gang, hal, trap en overloop. 18 ℃ Zolder in open verbinding met een verkeersruimte zoals gang, hal trap en overloop. 18 ℃ Toiletruimte 18 ℃ Douche- en/of badruimte. 22 ℃ Inpandige bergruimte 15 ℃ Op het dak worden zonnepanelen aangebracht. Vanuit het Bouwbesluit moet een nieuwbouwwoning voldoen aan de gestelde EPC-norm. Om deze waardes te halen worden er zonnepanelen aangebracht waarmee een groot deel van de te verbruiken energie wordt opgewerkt. Het aantal zonnepanelen dat wordt gepla...
Verwarming. Voor de verwarming mogen enkel vast geplaatste toestellen gebruikt worden. Het gebruik van verplaatsbare toestellen is verboden. Alle toestellen moeten voorzien zijn van een stopthermostaat. Als brandstof mogen enkel aardgas, vloeibaar gemaakte petroleumgassen (al dan niet in verplaatsbare recipiënten), gasolie of elektriciteit gebruikt worden. De verbinding tussen de brandrecipiënten en de verwarmingstoestellen moet gebeuren met vaste verbindingen of soepele, gewapende verbindingsslangen. In beide gevallen moeten deze verbindingen gebeuren met materialen die aangepast zijn aan de gebruikte brandstof. Alle gebruikte verbindingsslangen moeten in perfecte staat zijn. De installatie moet goed onderhouden worden. De wettelijke termijnen voor keuring van de vaste installaties moeten gerespecteerd worden; bovendien moet elke installatie om het jaar gekeurd worden. De gebruikte verplaatsbare recipiënten voor vloeibaar gemaakte petroleumgassen moeten wettelijk gekeurd zijn en mogen slechts gevuld worden door een firma die in het bezit is van een vergunning zoals voorzien in het KB van 7 december 1999 betreffende het vullen, de distributie en de etikettering van flessen met vloeibaar gemaakt petroleumgas. Bij elke aansluiting van een verplaatsbaar recipiënt moet een dichtheidstest (met zeepsop) uitgevoerd worden. Alle gastoestellen moeten voldoen aan het KB van 3 juli 1992 betreffende het op de markt brengen van gastoestellen.
Verwarming. 1) Alle nodige werken met betrekking tot het leveren en het plaatsen van het CV zijn voorzien volgens de regels van de kunst. Zij moeten voldoen aan de wettelijke normen van de toepasselijke wetgeving. De voorziene temperaturen zijn uitgerekend volgens de geldende NBN norm, zijnde, bij een eventuele buitentemperatuur van –10° C moet er een mogelijkheid zijn om temperaturen te verzekeren van in de living 22°, keuken 20°, slaapkamers 18° en badkamer 24°. Elk appartement wordt individueel verwarmd via een wandgenerator op gas voor de centrale verwarming en het warm water (combi-toestel) van het merk VAILLANT, JUNKERS of gelijkwaardig.
Verwarming. Power On/Off
Verwarming. Lijst van de as-built-plannen van de verwarming en de technische fiches. - Lijst van de leveranciers - Plannen: o Al de plannen van het aanbestedingsdossier die door de opdrachtnemer geüpdatet zijn ten einde overeen te komen met de as-built-situatie. o Installatieschema’s; o Plan van het technisch lokaal. - Technische fiches van al de gebruikte materialen en uitrustingen met inbegrip van: o De waarborgcertificaten. o De handleidingen. - Attesten en rapporten: o Keuringsattest van de verwarmingsinstallatie door een erkend EPB-organisme o Rapport van de druktest van de leidingen o Rapport van de druktest van het gasdistributienetwerk. o Controlerapport van de goede functionering en het kabelnetwerk van het geïnstalleerde materiaal (kleppen, mengventielen, thermostatische ventielen, pompen, circulatoren, regelaars, verwarmingsketels, sondes, …) o Waarborgcertificaat van de verwarmingsketel(s) en van de brander(s) o Rapport met betrekking tot de regeling van de installatie (kopie van het geheel van de ingestelde parameterwaarden in de controle- en regelapparaten).