Common use of (Inspannings-)verplichting leerbedrijf Clause in Contracts

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. 5.3. Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6. Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl) 5.7. Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloerwerkvloer en biedt de student de gelegenheid zijn bpv-opdrachten te maken en uit te voeren. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school instelling en leerbedrijf, zoals bedoeld in artikel 6.1. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen en/of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl). 5.7. 5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv BPV te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv BPV wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider zijn te vinden in: de stagegids/de BPV-map. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv BPV door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpvBPV-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpvBPV. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol BOL als bblBBL) 5.7. 5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv beroepspraktijkvorming te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv beroepspraktijkvorming wie de praktijkopleider is. De gegevens van het leerbedrijf zijn opgenomen op het bpv-blad. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv beroepspraktijkvorming door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. Dit is niet van toepassing bij praktijkleren. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student verklaart zich bereid, bij afronding van het schooljaar of indien eerder bij afronding van de basisuitrusting die nodig is beroepspraktijkvorming, zorg te dragen voor een ondertekende schriftelijke beoordeling van de bpvberoepspraktijkvorming. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het daarvoor afgesproken formulier. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl) 5.7. Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van ongeoorloofd verzuim inzake de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk nog dezelfde dag te makenmelden aan de instelling. 5.9. De BPV5.7 Het leerbedrijf verklaart zich bereid het in op het bpv-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij blad vermelde aantal overeengekomen dagen/uren beroepspraktijkvorming aan te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderlingbieden.

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 4.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv stage te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. 4.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvormingstage. De student weet bij aanvang van de bpv stage wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider worden opgenomen in het Stagehandboek. 5.3. 4.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv stage door een functionaris van de instelling onderwijsinstelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 4.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode stageperiode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals deelname aan toetsen of examens. 5.54.5 Het leerbedrijf maakt de werktijden en de locatie tijdig, ruim voor het begin van de stageperiode, aan de student bekend. Het leerbedrijf voorziet mag de student van werktijden en de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6locaties(s) om organisatorische en / of inhoudelijke redenen veranderen. Het leerbedrijf betaalt geeft die wijzigingen ruim voor de ingangsdatum van de veranderingen door aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of student. 4.6 Het leerbedrijf tekent de urenregistratie van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel van de student maximaal wekelijks voor studenten bol als bbl) 5.7. Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing isakkoord. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering 4.7 Het leerbedrijf geeft de student, indien deze lid is van de beroepspraktijkvorming (Centrale) Studentenraad vrijstelling van stage-uren voor studentenraadactiviteiten waaronder vergaderingen, studiedagen, conferenties, officiële installatie, bezoeken aan nationale en internationale partners 4.8 Het leerbedrijf beschikt op de datum van ondertekening van de stageovereenkomst over een gunstige beoordeling van SBB voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven zoals bedoeld in overleg mogelijk te makenartikel 7.2.10 van de WEB. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten 4.9 Het leerbedrijf treft, overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die lid gericht zijn op de bescherming van de Centrale Studentenraad lichamelijk en geestelijke veiligheid van de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderlingstudent.

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv BPV te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv BPV wie de praktijkopleider is. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv BPV door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpvBPV-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl). 5.7. 5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. Minimaal één contactmoment is op locatie van het leerbedrijf. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider zijn te vinden in de stagegids/de bpv-map. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl). 5.7. 5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling

(Inspannings-)verplichting leerbedrijf. 5.1. 5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. 5.2. 5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is. De gegevens van de praktijkopleider zijn te vinden in de BPV-map. 5.3. 5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken. 5.4. 5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens. 5.5. 5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv. 5.6. 5.6 Het leerbedrijf betaalt betaald aan de student een onkostenvergoeding die ten minste tenminste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl). 5.7. 5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is. 5.8. De BPV-verlenende organisatie verklaart zich bereid examinering van de beroepspraktijkvorming in overleg mogelijk te maken. 5.9. De BPV-verlenende organisatie biedt studenten die lid zijn van de Centrale Studentenraad de gelegenheid de verscheidende werkzaamheden van deze raad bij te wonen. Het gaat hierbij om werkzaamheden gerelateerd aan de Centrale Studentenraad: a. met het College van Bestuur; b. met de Raad van Toezicht (en het College van Bestuur); c. met de Ondernemingsraad; d. met de Ondernemingsraad en het College van Bestuur; e. onderling