Invaliditeitspensioen. 1. Het recht op invaliditeitspensioen gaat in op de eerste van de maand van het moment waarop het recht ontstaat: a. voor de deelnemer op het tijdstip van ontslag als hij op dat moment uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend arbeidsongeschikt is om zijn/haar betrekking te vervullen; b. voor de wachtgelder: indien hij binnen het tijdvak waarover hij/zij recht op wachtgeld heeft blijvend ongeschikt is om zijn/haar betrekking te vervullen uit hoofde van ziekten of gebreken, maar niet eerder dan op het tijdstip waarop het recht op wachtgeld eindigt; c. voor de gewezen deelnemer: indien hij binnen het tijdvak waarover hij na het tijdstip waarop voor hem het ontslag wegens ziekte is ingegaan recht had op doorbetaling van loon ten laste van het lichaam uit welke dienst hij was ontslagen, uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is geworden om die betrekking te vervullen. Het invaliditeitspensioen gaat niet vroeger in dan vijf jaar voor de eerste dag van de maand waarin de aanvraag werd ingediend of waarin ambtshalve toekenning plaatsvond. 2. Het recht op invaliditeitspensioen is afhankelijk van een beslissing van het pensioenfonds. Deze beslissing wordt genomen na een geneeskundig onderzoek. Het in artikel 8 lid 1 onder b en c bedoelde pensioen gaat eerst in op de dag waarop de uitslag van het geneeskundig onderzoek wordt vastgesteld en mits blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld. 3. Het invaliditeitspensioen eindigt met het einde van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt. In geval van vermissing van de gepensioneerde eindigt het pensioen met ingang van een door het bestuur van het pensioenfonds te bepalen dag. 4. Het invaliditeitspensioen is gelijk aan het ouderdomspensioen waarbij verondersteld wordt dat de diensttijd gelijk is aan het aantal jaren dat de betrokken werknemer zou hebben kunnen vervullen tot aan de leeftijd waarop recht op AOV ontstaat indien hij niet wegens arbeidsongeschiktheid zou zijn ontslagen. 5. Bij de toepassing van het in lid 4 bepaalde wordt, zolang de gepensioneerde nog niet de AOV- gerechtigde leeftijd heeft bereikt, het invaliditeitspensioen verhoogd met een tijdelijk pensioen ter grootte van 1,75% over de op het moment van ingang van het invaliditeitspensioen geldende franchise vermenigvuldigd met het aantal jaren diensttijd dat de betrokken werknemer heeft vervuld en conform lid 4 zou hebben kunnen vervullen. Hierbij wordt ook de diensttijd van de betrokken werknemer die gelegen is voor 10 oktober 2010 in aanmerking genomen. Voor deze berekening bedraagt de maximaal in aanmerking te nemen diensttijd veertig jaar. 6. Op het bedrag aan invaliditeitspensioen zoals berekend volgens dit artikel worden de inkomsten uit onderneming en arbeid als bedoeld in artikel 6 van de Wet inkomstenbelasting BES, die de gepensioneerde die nog niet de AOV-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, ontvangt, in mindering gebracht voor zover deze inkomsten, opgeteld bij het pensioen, de pensioengrondslag vermeerderd met de franchise, in het jaar waarin recht op invaliditeitspensioen is ingegaan, overschrijden.
Appears in 2 contracts
Samples: Uitkeringsovereenkomst, Uitkeringsovereenkomst
Invaliditeitspensioen. 1. Het recht op invaliditeitspensioen gaat in op de eerste van de maand van het moment waarop het recht ontstaat:
a. voor de deelnemer op het tijdstip van ontslag als hij op dat moment uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend arbeidsongeschikt is om zijn/haar betrekking te vervullen;
b. voor de wachtgelder: indien hij binnen het tijdvak waarover hij/zij recht op wachtgeld heeft blijvend ongeschikt is om zijn/haar betrekking te vervullen uit hoofde van ziekten of gebreken, maar niet eerder dan op het tijdstip waarop het recht op wachtgeld eindigt;
c. voor de gewezen deelnemer: indien hij binnen het tijdvak waarover hij na het tijdstip waarop voor hem het ontslag wegens ziekte is ingegaan recht had op doorbetaling van loon ten laste van het lichaam uit welke dienst hij was ontslagen, uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is geworden om die betrekking te vervullen. Het invaliditeitspensioen gaat niet vroeger in dan vijf jaar voor de eerste dag van de maand waarin de aanvraag werd ingediend of waarin ambtshalve toekenning plaatsvond.
2. Het recht op invaliditeitspensioen is afhankelijk van een beslissing van het pensioenfonds. Deze beslissing wordt genomen na een geneeskundig onderzoek. Het in artikel 8 lid 1 onder b en c bedoelde pensioen gaat eerst in op de dag waarop de uitslag van het geneeskundig onderzoek wordt vastgesteld en mits blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
3. Het invaliditeitspensioen eindigt met het einde van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt. In geval van vermissing van de gepensioneerde eindigt het pensioen met ingang van een door het bestuur van het pensioenfonds te bepalen dag.
4. Het invaliditeitspensioen is gelijk aan het ouderdomspensioen waarbij verondersteld wordt dat de diensttijd gelijk is aan het aantal jaren dat de betrokken werknemer zou hebben kunnen vervullen tot aan de leeftijd waarop recht op AOV ontstaat zoals genoemd in artikel 5 lid 1 indien hij niet wegens arbeidsongeschiktheid zou zijn ontslagen.
5. Bij de toepassing van het in lid 4 bepaalde wordt, zolang de gepensioneerde nog niet de AOV- gerechtigde leeftijd heeft bereikt, zoals genoemd in artikel 5 lid 1, , het invaliditeitspensioen verhoogd met een tijdelijk pensioen ter grootte van 1,75% over de op het moment van ingang van het invaliditeitspensioen geldende franchise vermenigvuldigd met het aantal jaren diensttijd dat de betrokken werknemer heeft vervuld en conform lid 4 zou hebben kunnen vervullen. Hierbij wordt ook de diensttijd van de betrokken werknemer die gelegen is voor 10 oktober 2010 in aanmerking genomen. Voor deze berekening bedraagt de maximaal in aanmerking te nemen diensttijd veertig jaar. Indien de AOV leeftijd wordt verhoogd naar 66-jarige leeftijd wordt voor deze berekening met een opbouwpercentage van 1,71% gerekend in plaats van 1,75%.
6. Op het bedrag aan invaliditeitspensioen zoals berekend volgens dit artikel worden de inkomsten uit onderneming en arbeid als bedoeld in artikel 6 van de Wet inkomstenbelasting BES, die de gepensioneerde die nog niet de AOV-gerechtigde leeftijd heeft bereiktbereikt zoals genoemd in artikel 5 lid 1, ontvangt, in mindering gebracht voor zover deze inkomsten, opgeteld bij het pensioen, de pensioengrondslag vermeerderd met de franchise, in het jaar waarin recht op invaliditeitspensioen is ingegaan, overschrijden. De deelnemer is verplicht zijn medewerking te verlenen tot de uitvoering van de regels van PCN onder meer door alle gewenste inlichtingen, gegevens omtrent inkomsten uit eigen arbeid of in leven zijn te verschaffen.
7. Het arbeidsongeschiktheidspensioen kan door PCN worden ingetrokken indien de deelnemer niet (meer) voldoet aan de in lid 6 gestelde verplichting.
Appears in 2 contracts
Samples: Pensioenreglement, Uitkeringsovereenkomst