Common use of Keuze van instrumenten Clause in Contracts

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: • Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: • Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: • Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). • Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verband( inschakelen outplacementbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). • Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: • (betreffende CAO-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: • (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- ding/compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te ’s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Naturalis Biodiversity Center; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting MOTI, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Museum Den Bosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Den Haag te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum te Assen; • Stichting Amersfoort in C te Amersfoort; • Stichting Het Fries Museum te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, • medewerker Vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. • afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteiten, leermeesters en coördinatoren. • afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassa, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:

Appears in 3 contracts

Samples: Museum Cao, Museum Cao, Museum Cao

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: • Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: • Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie definitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen salarisgroepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). • Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verband( inschakelen outplacementbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). • Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: • (betreffende CAOcao-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke persoon- lijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: • (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- ding/vergoeding/ compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier Historisch Museum te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Xxxxxxxxxxxx Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau RKD – Nederlands instituut voor Kunsthistorische Documentatie Kunst- geschiedenis, te ’s‘s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Naturalis Biodiversity Center; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting MOTIStedelijk Museum Breda, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Museum Den Bosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Den Haag Haag, te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum Museum, te Assen; • Stichting Amersfoort in C C, te Amersfoort; • Stichting Het het Fries Museum Museum, te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof Princessehof, te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen Zutphen, te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem . Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers medewerkers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satieorganisatie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie brancheorganisatie. Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kersseizoen- medewerkers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche klimato- logische of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer werk- nemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatieeducatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, dienst • medewerker Vuurtoren vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. Skil kassamedewerkers, afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteitensecretariaat/kassa • rondleiders, leermeesters en coördinatoren. afdeling rondleiders/routiers publieksbegeleiders, afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassarondleiders/routiers • dagverantwoordelijken, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:dagverantwoordelijken.

Appears in 2 contracts

Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: • Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: • Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: • Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). • Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verband( inschakelen outplacementbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). • Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: • (betreffende CAO-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: • (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- ding/compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Xxxxxxxxxxxx Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te ’s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Naturalis Biodiversity Center; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting MOTI, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Museum Den Bosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Den Haag te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum te Assen; • Stichting Amersfoort in C te Amersfoort; • Stichting Het Fries Museum te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, • medewerker Vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. • afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteiten, leermeesters en coördinatoren. • afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassa, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:

Appears in 1 contract

Samples: Museum Cao

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: • Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: • Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie definitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen salarisgroepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). • Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verband( inschakelen outplacementbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). • Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: • (betreffende CAOcao-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke persoon- lijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: • (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- ding/compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier Historisch Museum te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te ’s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Naturalis Biodiversity Center; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting MOTI, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Museum Den Bosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Gemeentemuseum Den Haag te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum te Assen; • Stichting Amersfoort in C te Amersfoort; • Stichting Het Fries Museum te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem . Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers mede- werkers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satieorganisatie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie brancheorganisatie. Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche klimato- logische of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatieeducatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, dienst • medewerker Vuurtoren vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. Skil kassamedewerkers, afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteitensecretariaat/kassa • rondleiders, leermeesters en coördinatoren. afdeling rondleiders/routiers publieksbegeleiders, afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassarondleiders/routiers • dagverantwoordelijken, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:dagverantwoordelijken.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: • Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: • Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie definitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen salarisgroepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). • Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verband( inschakelen outplacementbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). • Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: • (betreffende CAOcao-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke persoon- lijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: • (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- ding/compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier Historisch Museum te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Xxxxxxxxxxxx Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te ’s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Naturalis Biodiversity Center; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting MOTI, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Museum Den Bosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Gemeentemuseum Den Haag te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum te Assen; • Stichting Amersfoort in C te Amersfoort; • Stichting Het Fries Museum te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem . Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers mede- werkers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satieorganisatie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie brancheorganisatie. Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche klimato- logische of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatieeducatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, dienst • medewerker Vuurtoren vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. Skil kassamedewerkers, afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteitensecretariaat/kassa • rondleiders, leermeesters en coördinatoren. afdeling rondleiders/routiers publieksbegeleiders, afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassarondleiders/routiers • dagverantwoordelijken, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:dagverantwoordelijken.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement (Cao)

Keuze van instrumenten. De volgende keuzes dienen in elk geval gemaakt te worden bij het opstellen van een sociaal plan: Welke instrumenten, de vormgeving van de instrumenten en het financieel niveau van de instrumenten. Voorbeelden: (Financiële) afscheidsregelingen: Vertrekstimuleringsuitkering, ontslaguitkering, aanvulling op sociale zekerheidsuitkeringen, aanvulling op lager salaris nieuwe werkgever, reparatie van pensioengaten. Begeleidings- en scholingsregelingen: Naar een functie intern (afspraken maken over de defi- nitie definitie van een passende functie, bepalen hoeveel salaris- groepen salarisgroepen lager mag worden ingeschaald, maximale reistijd bepalen). Naar een functie extern, tijdens en/of na einde dienst- verbanddienstverband( inschakelen outplacementbureauoutplace- mentbureau, faciliteren benodigde tijd, vergoeding sollicitatiekosten). Vergoeding scholings- en opleidingskosten (voor een functie intern om de kwalificaties van de medewerker te verbeteren, om bemiddelbaarheid naar een functie extern beter mogelijk te maken). Arbeidsvoorwaardelijke regelingen, gevolgen van inschaling in een lager ingedeelde functie: (betreffende CAO-artikelen volgen, mogelijkheden per- soonlijke persoonlijke toeslag (pt) bezien, afbouw pt binnen beperkt aantal jaren, bevriezing pt, afkoop pt, indexering pt). Verhuis- en reiskostenregeling: (extra (tijdelijke) reiskostenvergoeding, tijdelijke vergoe- dingvergoeding/compensatie extra reistijd, vergoeding verhuiskosten bij externe herplaatsing, vergoeding kosten i.v.m. hogere woonlasten). • Stichting Joods Cultureel Kwartier Historisch Museum te Amsterdam; • Stichting Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Het Rijksmuseum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Van Gogh Museum te Amsterdam; • Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum te Apeldoorn; • Stichting tot Beheer van Huis Doorn te Doorn; • Stichting Rijksmuseum Het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen; • Stichting Rijksmuseum Twenthe te Enschede; • Stichting Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Beheer van het Museum van het Boek/ Boek/Museum Meermanno-Westreenianum te ’s-Gravenhage; • Stichting tot Exploitatie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie te ’s-Gravenhage; • Teylers Museum te Haarlem; • Stichting Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis Biodiversity Centerte Leiden; • Stichting Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; • Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen te Leiden; • Stichting tot Beheer van Museum Boerhaave, Rijksmuseum voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen en van de geneeskunde te Leiden; • Stichting Rijksmuseum Muiderslot te Muiden; • Stichting Kröller-Müller Museum te Otterlo; • Stichting Museum Slot Loevestein te Poederoijen; • Stichting Museum Catharijneconvent te Utrecht; • Stichting Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem; • Stichting Mommerskwartier te Tilburg; • Stichting Texels Museum te Texel; • Stichting Nationaal Gevangenismuseum te Veenhuizen; • Stichting Nationaal Veiligheidsinstituut te Apeldoorn; • Stichting Gelders Erfgoed te Zutphen; • Stichting MOTI, Museum of the Image te Breda; • Stichting Noordbrabants Museum te ’s Hertogenbosch; • Stichting Defensiemusea te Soesterberg; • Stichting Koninklijk Militair-historisch Museum te Soesterberg; • Stichting Museum Gouda te Gouda; • Stichting Centraal Museum Utrecht te Utrecht; • Stichting Design Stedelijk Museum Den Bosch’s Hertogenbosch, te ’s Hertogenbosch; • Stichting Museum Arnhem, voor Moderne Kunst te Arnhem; • Stichting tot beheer Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Alkmaar te Alkmaar; • Stichting Maritiem Museum te Rotterdam; • Stichting Stedelijk Museum Amsterdam te Amsterdam; • Stichting Kunstmuseum Den Haag te Den Haag; • Stichting Wereldmuseum te Rotterdam; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Groninger Museum voor Stad en Lande te Groningen; • De Museumvereniging te Amsterdam; • Stichting De MuseumFabriek te Enschede; • Stichting Drents Museum te Assen; • Stichting Amersfoort in C te Amersfoort; • Stichting Het Fries Museum te Leeuwarden; • Stichting Keramiekmuseum Het Princessehof te Leeuwarden; • Stichting Musea Zutphen te Zutphen; • Stichting Museum Rotterdam; • Museon Den Haag; • Stichting Rembrandthuis Amsterdam; • Haags Historisch Museum Den Haag; • Stichting Amelander Musea; • Stichting Erfgoedpark Batavialand te Lelystad; • Stichting Biesbosch Museumeiland te Werkendam; • Stichting Eusebius te Arnhem; • Stichting Erfgoedcentrum Tongerlohuys te Roosendaal; • Nederlands Fotomuseum te Rotterdam; • Xxxxx Xxxx Museum te Haarlem Levensfasebewust personeelsbeleid richt zich op medewer- kers in alle levensfasen, van jong tot oud, binnen een organi- satie. Het heeft tot doel tot een optimale en duurzame inzet van medewerkers te komen en te behouden door de bij hun levensfase behorende wensen, doelen en mogelijkheden af te stemmen op de doelen en mogelijkheden van een organisatie. Een overzicht van mogelijke instrumenten per levensfase is opvraagbaar bij het museum of de brancheorganisatie Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste medewerkers en seizoenmedewer- kers, en ondernemen waar nodig actie om een ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan. De navolgende functies* kunnen als gevolg van klimatologi- sche of natuurlijke omstandigheden bij de hieronder genoemde musea slechts gedurende een periode van ten hoogste negen maanden per jaar worden uitgeoefend. Deze functies kunnen niet aansluitend door dezelfde werknemer worden uitgeoefend gedurende een periode van meer dan negen maanden per jaar. • medewerker Educatie-uitvoering • medewerker boekingskantoor • medewerker receptie/winkel • medewerker restaurant • medewerker huishoudelijke dienst, • medewerker Vuurtoren • medewerker receptie/restaurant Kaap Skil. • afdeling Publieksactiviteiten: medewerker publieks- activiteiten, leermeesters en coördinatoren. • afdeling Front-office: medewerkers front-office (kassa, winkels), museumdocenten. • afdeling vervoer: schippers en matrozen. *De functienamen kunnen gedurende de looptijd van deze cao wijzigen. Het beleid met betrekking tot de inzet van vrijwilligers zal per museum worden vastgesteld in overleg met de OR. Uitgangs- punt daarbij zal zijn dat de inzet van vrijwilligers niet mag leiden tot verdringing van reguliere functies in betaalde arbeid. Tijdens de looptijd van de nieuwe cao gaan werkgevers en bonden met elkaar in overleg over de navolgende onder- werpen. Bij bereikte overeenstemming kunnen cao partijen overeen komen de lopende cao 2023/2024 tussentijds aan te passen en concrete wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden te implementeren. In de reeds gevoerde gesprekken over een nieuwe cao hebben bonden en werkgevers een aantal concrete arbeids- voorwaarden(thema’s) besproken. Onderwerpen die voor- alsnog nog niet tot overeenstemming hebben geleid zijn:.

Appears in 1 contract

Samples: Museum Cao