Kostenrisico Voorbeeldclausules

Kostenrisico. De geprognosticeerde kosten voor de beoogde ontwikkelingen zijn opgesteld op basis van ervarings-, productie- en andere gegevens, alsmede technische, markt- en andere kennis van de Aanbieder. De Aanbieder en de Onderneming hebben zich hierbij reeds en kunnen zich hierbij nader laten adviseren en/of bijstaan door diverse lokale adviseurs, consultants, waaronder de accountant (Pro Forum te Limpopo, Zuid-Afrika) en specialisten van de First National Bank. Voorts hebben de Aanbieder en de Onderneming gebruikt gemaakt van productie- en andere gegevens en agri-specialisten van en via de SAMAC, een landelijke vereniging met een specifieke focus op macadamiaproductie. Het risico bestaat dat, ondanks een zorgvuldige kostencalculatie, de werkelijke kosten hoger uitvallen dan de in de (prognose-/waarderings-)berekeningen geprognosticeerde kosten.

Related to Kostenrisico

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.

  • Reiskosten 1 Op hogeschoolniveau wordt invulling gegeven aan de reiskosten- regeling. Onderdeel hiervan kan zijn een openbaar-vervoerplan wat met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad overeengekomen kan worden. Indien er een aanvullende regeling wordt afgesproken in het lokale cao-overleg geldt bij strijdigheid hetgeen in het lokale cao-overleg is afgesproken. 2 De werkgever kan een fiscale salderingsregeling treffen voor dienstreizen en woon/werkverkeer. 3 Het beleid ter zake van het openbaar-vervoerplan wordt jaarlijks verantwoord in het sociaal jaarverslag.

  • Ziektekosten a. Aan de werknemer wordt de mogelijkheid geboden van deelname aan een ziektekostenverzekering (ONVZ of IZZ, uitgevoerd door CZ of VGZ) overeenkomstig de regeling opgenomen in bijlage 8. b. De werknemer die van één van de mogelijkheden opgenomen in bijlage 8 gebruik maakt, heeft recht op een bijdrage van de werkgever in de premie van de aanvullende ziektekostenverzekering met een maximum van €120,- bruto per jaar, ongeacht de omvang van het dienstverband. c. De werknemer die meerdere arbeidsovereenkomsten heeft met meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, ontvangt van ieder van deze werkgevers de vergoeding naar rato van het des- betreffende dienstverband, met dien verstande dat het bedrag van €120,- bruto per jaar wordt uitbetaald door de gezamenlijke werkgevers.

  • Opruimingskosten De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, die niet reeds in de in artikel 9.1.1 bedoelde vaststelling zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een onder deze verzekering gedekte schade.

  • Herstelkosten Is in het geval van schade aan inboedel, huurdersbelang en lijfsieraden herstel mogelijk, dan is de schade gelijk aan de herstelkosten, eventueel vermeerderd met een door de schade veroorzaakte en door de reparatie niet opgeheven waardevermindering. De schade zal echter nimmer meer bedragen dan het verschil tussen de waarde van het beschadigde onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de restantwaarde daarvan onmiddellijk na de gebeurtenis.

  • Telefoonkosten U krijgt de kosten voor telefoongesprekken met de Europeesche Hulplijn volledig vergoed. Overige nood- zakelijk gemaakte telefoonkosten die met de verzekerde gebeurtenis te maken hebben vergoeden wij tot maximaal

  • Reddingskosten Kosten die voortvloeien uit: • de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken • de redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om een schadegeval te voorkomen of om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken, op voorwaarde dat die maatregelen dringend waren, dat wil zeggen dat de verzekerde onverwijld de maatregelen heeft moeten nemen en niet in de mogelijkheid was om eerst de maatschappij te verwittigen en haar akkoord te vragen, zonder haar belangen te schaden. Als het gaat om maatregelen om een schadegeval te voorkomen, moet er bovendien dreigend gevaar zijn, dat wil zeggen dat als men de maatregelen niet zou nemen, er onmiddellijk en zeker een schadegeval zal ontstaan.

  • Dienstreizen 1. Onder reistijd in het kader van de uitoefening van de functie wordt verstaan de tijd die de werknemer reist vanaf de woning of vanaf de plaats van tewerkstelling of, indien van toepassing, de hoofdstandplaats van de werknemer naar een zakelijke bestemming elders en vice versa, vermeerderd met de eventuele reistijd van de ene zakelijke bestemming naar de andere zakelijke bestemming. 2. Reistijd in het kader van de uitoefening van de functie wordt beschouwd als arbeidstijd, met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in artikel 36. 3. Indien gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer, bedraagt de totale reistijd, de reisduur volgens de dienstregeling van het snelste openbaar vervoermiddel. 4. Indien gebruik wordt gemaakt van vervoer verstrekt door de werkgever, dan wel van eigen vervoer na instemming van de werkgever, stellen werkgever en werknemer in onderling overleg de duur van de totale reistijd vast, plaatselijke omstandigheden in aanmerking genomen. 5. Indien niet met het openbaar vervoer kan worden gereisd, en de werknemer geen gebruik kan maken van vervoer verstrekt door de werkgever en gebruik wordt gemaakt van de privéauto van de werknemer, wordt door de werkgever aan de werknemer een belastingvrije kilometervergoeding verstrekt die gelijk is aan het fiscale maximum (€ 0,19 per kilometer met ingang van 1 januari 2006). Deze vergoeding dient ter dekking van alle autokosten. 6. Het in dit artikel bepaalde geldt voor reizen binnen Nederland. Voor reizen naar en in het buitenland maakt de werkgever met de werknemer afzonderlijke afspraken.

  • Bijkomende kosten Wij vergoeden de verplaatsingskosten door de verzekerde gemaakt ingevolge de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit, vergoeden wij de administratiekosten.

  • Studiekosten De werknemer die een studie volgt in verband met de uitoefening van zijn functie, die hij als gevolg van de verandering niet meer vervult, wordt in de gelegenheid gesteld deze studie af te ronden conform de vergoedingsafspraken die daarvoor bij aanvang van de studie zijn overeengekomen. Op de werknemer rust geen terugbetalingsverplichting indien hij besluit te stoppen met de studie, omdat het gezien de functiewijziging niet noodzakelijk is de studie verder te volgen.