Lokale participatie Voorbeeldclausules

Lokale participatie. De provincie Noord-Brabant en de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert hebben, samen met (wind)projectontwikkelaars en maatschap- pelijke organisaties (waaronder de Stichting Energietransitie Drimmelen, hierna: STED), in een zogenaamde Green Deal afgesproken, dat een deel van de opbrengsten van de windmolens ter beschikking komt voor het ver- snellen van de energietransitie in de omgeving van de windmolen. Op die manier profiteert de omgeving mee van de windmolens. Om dit te realiseren is afgesproken, dat de lokale gemeenschap 25% van het bouwrecht (het recht om windmolens te bouwen) in handen krijgt. Dit betekent dat die lokale gemeenschap moet investeren in het ontwikkelen en bouwen van de windmolens en ook de risico’s daarvan draagt. Als de windmolens gerealiseerd zijn, komen de revenuen van die 25% ten gunste van de gemeenschap. Om de investering in de genoemde 25% mogelijk te maken, is de provincie Noord-Brabant bereid gevonden om risicodragend kapitaal in te brengen. Dat gebeurt via het Energiefonds Brabant. De provincie financiert dus om het aandeel van 25% mogelijk te maken en neemt de bijbehorende risico’s voor haar rekening. In een later stadium krijgt de directe omgeving de gele- genheid om een aandeel van genoemde 25% over te nemen. Dat kan bij- voorbeeld in de vorm van winddelen, waarbij burgers en bedrijven een klein stukje eigendom van de windmolens verwerven. Zie ook xxx.xxxxxxxx00.xx Voor Drimmelen is, net als in de andere gemeenten, een apart fonds inge- richt (Participatie Fonds Wind Drimmelen) waar de opbrengsten van deze 25% deelname worden ondergebracht. In principe komen de eerste midde- len pas in dit fonds terecht als de windmolens een jaar draaien. Dan is dui- delijk wat ze exact produceren en kan 25% afgedragen worden. Naar ver- wachting wordt de eerste afdracht naar het fonds in 2022 gedaan. Met de partijen die de Green Deal hebben gesloten, is afgesproken dat die middelen besteed worden aan projecten ter ondersteuning van de energie- transitie (o.a. in Drimmelen) onder de volgende voorwaarden: a) Iedereen uit de lokale gemeenschap moet mee kunnen doen; b) Er moet een goede verdeling van lusten en lasten zijn; c) De middelen worden als hefboom ingezet om de energietransitie te ver- snellen. In paragraaf 2.2 worden deze criteria verder uitgewerkt. In het Drimmelens Energie Akkoord wordt, in samenspraak met alle betrok- kenen uit de gemeenschap, aangegeven hoe de middelen volgens de voor- waarden het best ingezet kunnen ...