Minder kosten Voorbeeldclausules

Minder kosten. Het kan zijn dat het bedrag van de vastgestelde subsidiabele kosten bij definitieve vaststelling wordt verminderd. Dit heeft consequenties voor de hoogte van de lening. Deze is immers gebaseerd op vooraf vastgestelde subsidiabele kosten. De hoogte van de lening wordt dan opnieuw bepaald en u dient het verschil direct aan het Restauratiefonds te voldoen. Mochten de vastgestelde subsidiabele kosten op nihil vastgesteld worden, dan komt de lening geheel te vervallen en is de schuld die u op dat moment aan het Restauratiefonds heeft in zijn geheel opeisbaar. Als de definitief vastgestelde subsidiabele kosten hoger zijn dan de vooraf vastgestelde kosten, kunt u verzoeken om een aanvullende lening. Voorwaarde is dat het Restauratiefonds hiermee akkoord gaat. Voor een aanvullende lening is een hernieuwde kredietbeoordeling vereist en worden mogelijk voorwaarden gesteld, waaronder mogelijk een verhoging van de hypotheekstelling. Eventuele hieraan verbonden kosten komen voor uw rekening.
Minder kosten. Het kan zijn dat de werkelijk gemaakte kosten (bij definitieve vaststelling) lager zijn, dan bij de toekenning van de lening is begroot. Dit heeft consequenties voor het leningsbedrag van de Cultuurfonds-hypotheek. Het Restauratiefonds is in dat geval gerechtigd om de lening te verlagen en/of om de lening (gedeeltelijk) op te eisen. U dient het verschil direct aan het Restauratiefonds te voldoen. Het kan uiteraard ook voorkomen dat de begrote restauratiekosten hoger uitvallen en u daardoor wellicht een groter bedrag wilt financieren. In dat geval dient u zelf contact op te nemen met het Restauratiefonds. Er wordt dan door het Restauratiefonds bezien of een aanvullende financiering mogelijk is en onder welke voorwaarden, met inachtneming van het maximum van de Cultuurfonds- hypotheek.
Minder kosten. Als de definitief vastgestelde subsidiabele kosten lager zijn dan de voorlopig vastgestelde subsidiabele kosten wordt (de hoofdsom van) de Duurzame Scholenfonds-Lening opnieuw vastgesteld (na aftrek van de hiervoor bedoelde subsidies en op basis van het hiervoor vermelde percentage van de subsidiabele kosten, rekening houdend met het hiervoor vermelde minimum en maximum bedrag). Het verschil tussen het oorspronkelijke bedrag van de Duurzame Scholenfonds-Lening en het nieuwe bedrag van de Duurzame Scholenfonds-Lening dient de aanvrager direct aan het Restauratiefonds te voldoen. Mochten de vastgestelde subsidiabele kosten op nihil vastgesteld worden, dan komt de Duurzame Scholenfonds-Lening geheel te vervallen en is de schuld die de aanvrager op dat moment aan het Restauratiefonds heeft in zijn geheel opeisbaar. Als de definitief vastgestelde subsidiabele kosten hoger zijn dan de voorlopig vastgestelde subsidiabele kosten, kan de aanvrager verzoeken om een aanvullende Duurzame Scholenfonds-Lening. Voorwaarde is dat het Restauratiefonds hiermee akkoord gaat en er voldoende budget beschikbaar is. Voor een aanvullende Duurzame Scholenfonds-Lening is een hernieuwde kredietbeoordeling vereist en worden mogelijk aanvullende voorwaarden gesteld, waaronder hogere of extra zekerheden. Eventuele hieraan gerelateerde kosten komen voor rekening van de aanvrager.

Related to Minder kosten

  • Bijkomende kosten Wij vergoeden de verplaatsingskosten door de verzekerde gemaakt ingevolge de tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid/invaliditeit, vergoeden wij de administratiekosten.

  • Reiskosten 1 Op hogeschoolniveau wordt invulling gegeven aan de reiskosten- regeling. Onderdeel hiervan kan zijn een openbaar-vervoerplan wat met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad overeengekomen kan worden. Indien er een aanvullende regeling wordt afgesproken in het lokale cao-overleg geldt bij strijdigheid hetgeen in het lokale cao-overleg is afgesproken.

  • Stallingskosten Indien de opdrachtgever binnen drie werkdagen na kennisneming van de uitvoering van de opdracht de auto niet heeft afgehaald, kan de reparateur een binnen zijn bedrijf gehanteerde of, bij gebreke daarvan, een andere redelijke vergoeding wegens stallingskosten in rekening brengen.

  • Opruimingskosten De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, die niet reeds in de in artikel 9.1.1 bedoelde vaststelling zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een onder deze verzekering gedekte schade.

  • Servicekosten Artikel 4

  • Studiekosten De werknemer die een studie volgt in verband met de uitoefening van zijn functie, die hij als gevolg van de verandering niet meer vervult, wordt in de gelegenheid gesteld deze studie af te ronden conform de vergoedingsafspraken die daarvoor bij aanvang van de studie zijn overeengekomen. Op de werknemer rust geen terugbetalingsverplichting indien hij besluit te stoppen met de studie, omdat het gezien de functiewijziging niet noodzakelijk is de studie verder te volgen.

  • Overige kosten termijnbedrag Binnen drie dagen na aanmelding ontvang je van ons een e-mail met daarin de geplande startdatum van levering en de hoogte van het termijnbedrag. Het maandelijkse termijnbedrag wordt rond de 26e van de maand, voorafgaand aan de maand van levering, geïncasseerd. De incasso van het eerste termijnbedrag kan hiervan afwijken. Mislukt de incasso dan proberen we het een week later nogmaals. Mislukt ook de tweede poging dan ontvang je een herinnering. Eenmaal per jaar wordt er een jaarafrekening gemaakt op basis van jouw daadwerkelijke verbruik.

  • Incassokosten 1. Is opdrachtgever in gebreke of in verzuim met het nakomen van één of meer van zijn verplichtingen, dan komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van opdrachtgever. Indien opdrachtgever in gebreke blijft in de tijdige voldoening van een geldsom, dan verbeurt hij een dadelijk opeisbare boete van 15% over het nog verschuldigde bedrag. Dit met een minimum van € 50,00.

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 5446 alsmede een tegemoetkoming voor alle overige direct en indirect uit de verhuizing voortvloeiende kosten ter grootte van € 1589 indien en voor zover de werknemer bij indiensttreding op een reisafstand van meer dan een uur per openbaar vervoer van de standplaats woont en in de standplaats gaat wonen. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen.

  • Extra kosten Maakt u onverwacht extra reis- en/of verblijfkosten? Bel dan altijd de Europeesche Hulplijn.