NALEVING VAN DE TOEPASSELIJKE WETTELIJKE, BESTUURSRECHTELIJKE EN CONVENTIONELE BEPALINGEN Voorbeeldclausules

NALEVING VAN DE TOEPASSELIJKE WETTELIJKE, BESTUURSRECHTELIJKE EN CONVENTIONELE BEPALINGEN. In het kader van de uitvoering van deze opdracht dient de opdrachtnemer de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen na te leven die inzonderheid betrekking hebben op de verkeersveiligheid, de hygiëne en de arbeidsbescherming, alsook de bepalingen die zijn opgenomen in collectieve, nationale, regionale, lokale of ondernemingsovereenkomsten. De inschrijver verbindt zich ertoe om, tot de volledige uitvoering van de opdracht, de volgende verdragen na te leven: - Verdrag nr. 87 van de IAO betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht. - Verdrag nr. 98 van de IAO betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen. - Verdrag nr. 29 van de IAO betreffende de gedwongen of verplichte arbeid - Verdrag nr. 105 van de IAO betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid - Verdrag nr. 138 van de IAO betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces - Verdrag nr. 111 van de IAO betreffende discriminatie (arbeid en beroep) - Verdrag nr. 100 van de IAO betreffende gelijke beloning - Verdrag nr. 182 van de IAO over de ergste vormen van kinderarbeid - Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en het bijbehorende Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken. - Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel). - Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen. - Verdrag van Rotterdam van 10 september 1998 inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (UNEP/FAO) (PIC-Verdrag), en de drie regionale protocollen. Het niet-naleven van deze verbintenis wordt op grond van artikel 44, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten beschouwd als het niet-uitvoeren van de opdracht volgens de voorschriften bepaald in de opdrachtdocumenten, wat aanleiding zal geven tot het in gebreke stellen van de opdrachtnemer en kan op basis van artikel 47, § 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 aanleiding geven tot de toepassing van ambtshalve maatregelen, meer bepaald het eenzijdig verbreken van de opdracht. In overeenstemming met artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 14 ...