Vergoedingsgrenzen Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels. De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Extra vergoedingen De Maatschappij vergoedt bovendien (indien dit blijkt uit het dekkingsoverzicht):
Overige vergoedingen De kosten van lesboeken, examens (materiaal en inschrijving) en theorieopleiding (inschrijfkosten school) worden vergoed door de werkgever zonder dat deze kosten bij de leerling-werknemer mogen worden teruggevorderd. Tevens zal de werkgever de leerling-werknemer de benodigde gereedschappen, bedrijfskleding en veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen, alsmede een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering ten behoeve van de leerling-werknemer afsluiten.
Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.
Vergoeding, facturering en betaling 6.1 Opdrachtgever betaalt Opdrachtnemer € … per <TIJDSEENHEID> exclusief BTW. OF: € …. exclusief BTW voor het gehele project. 6.2 Opdrachtnemer zal voor de verrichte werkzaamheden aan Opdrachtgever een factuur (doen) zenden. De factuur zal voldoen aan de wettelijke vereisten. 6.3 Opdrachtgever betaalt het gefactureerde bedrag aan Opdrachtnemer binnen <AANTAL DAGEN> dagen na ontvangst van de factuur. 6.4 Ingeval hulpmiddelen van Opdrachtgever noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de opdracht, brengt Opdrachtgever de daarmee samenhangende kosten in rekening aan Opdrachtnemer.
Hoe berekenen we uw vergoeding? We berekenen de vergoeding per werkdag. Dat doen we door het verzekerde loon te delen door 260 dagen. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ontvangt u dus een deel van de vergoeding. U ontvangt deze vergoeding echter niet over de wachtdagen. We stellen de vergoeding als volgt vast: - Mate van arbeidsongeschiktheid Is de verzekerde volledig arbeidsongeschikt? Dan is uw vergoeding voor hem gelijk aan het verzekerde loon vermenigvuldigd met het verzekerde dekkingspercentage. Heeft u de werkgeverslasten meeverzekerd? Dan verhogen we het verzekerde loon eerst met de werkgeverslasten. Is de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan is de vergoeding voor hem gelijk aan de vergoeding bij volledige arbeidsongeschiktheid, vermenigvuldigd met zijn arbeidsongeschiktheidspercentage. - Passende arbeid Verricht de arbeidsongeschikte verzekerde passende arbeid? Dan bepaalt de casemanager, in overleg met u, welke loonwaarde aan deze arbeid gekoppeld is. Die loonwaarde trekken we af van het verzekerde loon. De uitkomst hiervan vermenigvuldigen we met het verzekerde dekkingspercentage. - Werk op arbeidstherapeutische basis Gaat de verzekerde op arbeidstherapeutische basis aan het werk? Dan behoudt u maximaal vier weken uw oorspronkelijke vergoeding. Daarna beschouwen we de arbeidstherapeutische arbeid als passende arbeid. We berekenen uw vergoeding dan zoals aangegeven bij Passende arbeid. - Andere wettelijke uitkering Heeft de verzekerde voor zijn arbeidsongeschiktheid ook recht op een wettelijke uitkering? En kunt u deze uitkering in mindering brengen op uw loondoorbetalingsplicht? Dan is de vergoeding gelijk aan het verzekerd loon maal het dekkingspercentage minus de in mindering te brengen wettelijke uitkering. We vergoeden nooit meer dan het loon dat u verplicht bent om door te betalen. Als u werkgeverslasten heeft meeverzekerd, dan verhogen we de vergoeding met deze werkgeverslasten.
Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
Vergoedingen en betaling 9.1. De door de Klant aan CCV verschuldigde vergoedingen voor de te leveren Producten en Diensten zijn door de Klant geaccepteerd bij de totstandkoming van de Overeenkomst. 9.2. Tenzij anders is overeengekomen, zullen alle door de Klant aan CCV verschuldigde bedragen vooraf per automatische incasso worden geïncasseerd vanaf het rekeningnummer van de Klant dat op de Overeenkomst vermeld staat, dan wel anderszins door de Klant aan CCV gecommuniceerd is. De Klant staat ervoor in dat op de desbetreffende rekening steeds voldoende saldo staat. De Klant zal zo nodig mee werken aan de verlening van de noodzakelijke machtigingen, die het voor CCV mogelijk maakt om de automatische incasso uit te voeren. De Klant staat in dit kader in voor de juistheid van de door hem aan CCV verstrekte gegevens. 9.3. Uiterlijk 5 dagen voor de incassodatum wordt de Klant geïnformeerd over de exacte incassodatum en bedrag. Bij periodieke afschrijvingen worden de periodieke incasso afschrijvingen met de bedragen en incassodata eveneens uiterlijk 5 dagen voor de desbetreffende incassodatum aangekondigd. 9.4. Indien met de Klant betaling achteraf per factuur wordt overeengekomen, geldt een betalingstermijn van veertien (14) dagen na de factuurdatum. 9.5. Betalingen van de Klant aan CCV zullen steeds worden geacht te strekken tot voldoening van de langst openstaande vordering, ook indien de Klant bij betaling anders vermeldt. 9.6. CCV behoudt zich het recht voor haar tarieven en vergoedingen jaarlijks per 1 januari te wijzigen overeenkomstig het CBS consumenten prijs indexcijfer totale bestedingen (2006 = 100) van augustus. Daarnaast heeft CCV te allen tijde het recht aantoonbare prijsstijgingen van leveranciers van CCV aan de Klant door te berekenen. 9.7. De Klant is niet bevoegd op het door hem verschuldigde bedrag enig bedrag in mindering te brengen of het door hem verschuldigde bedrag te verrekenen met enige tegenvordering die hij mocht of meent te hebben op CCV. Evenmin is de Klant gerechtigd zijn betalingsverplichtingen op te schorten. 9.8. Indien enig door de Klant verschuldigd bedrag niet kan worden geïncasseerd via automatische incasso of de Klant anderszins niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is de Klant van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een nadere aanmaning en/of ingebrekestelling vereist is. CCV is in dat geval gerechtigd vanaf de vervaldatum van de factuur intresten in rekening te brengen conform de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002, tot aan de dag van algehele voldoening, een en ander onverminderd de overige rechten van CCV, waaronder onder meer begrepen maar niet beperkt tot het recht van CCV haar verplichtingen (waaronder in ieder geval begrepen de dienstverlening door CCV) onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te schorten. Alle eventuele kosten, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, die door CCV worden gemaakt om de nakoming van de (betalings-)verplichtingen van de Klant af te dwingen, komen ten laste van de Klant. De buitengerechtelijke kosten worden hierbij vastgesteld op 15% van het factuurbedrag, zulks met een minimum van € 40,-. 9.9. Indien de Klant in verzuim is met betaling, is hij tevens gehouden om op eerste verzoek van CCV alle reeds afgeleverde Producten waarvan de eigendom niet aan Klant is overgedragen op haar kosten aan CCV te (doen) retourneren. 9.10. De Klant is bij of na het aangaan van de Overeenkomst op eerste verzoek daartoe van CCV telkens gehouden tot verschaffing van voldoende zekerheid in verband met zijn betalingsverplichtingen en andere uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. In afwachting van deze zekerheidsverschaffing is CCV gerechtigd tot gehele of gedeeltelijke opschorting van haar verplichtingen. 9.11. Alle kosten van welke aard dan ook, voortvloeiend uit of gemaakt in verband met de Overeenkomst en/of de uitvoering daarvan, zowel in als buiten rechte, waaronder begrepen de kosten van juridische bijstand en proceskosten, zijn voor rekening van de Klant.
Transitievergoeding 1. De transitievergoeding is niet verschuldigd aan werknemers van universiteiten waarmee: a. het dienstverband voor onbepaalde tijd wordt beëindigd, of het tijdelijke dienstverband na afloop niet wordt voortgezet, wegens bedrijfseconomische redenen zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3a van het BW en, b. die aanspraak maken op een aansluitende BWNU-uitkering zoals bedoeld in artikel 6 van de BWNU 2020. 2. Indien de werknemer als bedoeld in het eerste lid voorafgaand aan het ontslag schriftelijk afstand doet van het recht op deze aansluitende BWNU-uitkering, maakt deze werknemer alsnog aanspraak op de transitievergoeding. 3. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Hoe wordt uw recht op een vergoeding vastgesteld? Uw bedrijfsarts beoordeelt of de verzekerde arbeidsongeschikt is en in hoeverre de verzekerde beperkt is in het verrichten van zijn werkzaamheden. Met de gegevens van de bedrijfsarts bepalen we of er recht op een vergoeding bestaat en wat de hoogte en duur hiervan is. Daarnaast beoordelen we of u en de verzekerde aan de polisvoorwaarden voldoen.