Woonhuis De op het polisblad vermelde woning met (losstaande) bijgebouwen, zoals schuurtjes en garages, al dan niet van afwijkende bouwaard en uitsluitend in gebruik bij verzekerde.
Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.
Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.
Doelen Is uw toestemming nodig?
Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.
Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald. 6.2 Verwerker zorgt voor maatregelen die er mede op gericht zijn onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen. 6.3 De Gegevens worden uitsluitend opgeslagen en verwerkt binnen de Europese Economische Ruimte.
Maatregelen 1. Wanneer de aanvullingsgerechtigde zich niet aan de verplichtingen als bedoeld in het aanvullingsreglement houdt, kan de Stichting PAWW een al dan niet tijdelijke korting op de aanvullingsuitkering toepassen als Stichting PAWW door het handelen van de aanvullingsgerechtigde schade lijdt. De Stichting PAWW behoeft niet aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd ook daadwerkelijk heeft geleden. De Stichting PAWW kan de aanvullingsuitkering blijvend geheel weigeren als zij in een redelijk belang is geschaad. 2. De Stichting PAWW kan een korting op de aanvullingsuitkering van 5% gedurende één maand toepassen, indien de aanvullingsgerechtigde: - zijn aanvraag te laat indient; - niet of te laat zijn vakantie doorgeeft; - niet voldoet aan een eerste verzoek van de Stichting PAWW tot het verstrekken van informatie, mits in dat verzoek een uiterste termijn is opgenomen waarbinnen de aanvullingsgerechtigde de verzochte informatie moet hebben verstrekt, en de aanvullingsgerechtigde niet binnen die termijn aan dit verzoek heeft voldaan. 3. De Stichting PAWW kan een korting van 10% gedurende twee maanden toepassen op de aanvullingsuitkering, indien de aanvullingsgerechtigde na een tweede rappel in gebreke blijft met het verstrekken van door de Stichting PAWW gevraagde informatie. 4. De Stichting PAWW kan een korting van 25% gedurende drie maanden toepassen op de aanvullingsuitkering, wanneer de aanvullingsgerechtigde; - in onvoldoende mate solliciteert als bedoeld in artikel 19 van het aanvullingsreglement; - eisen stelt waardoor hij het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid belemmert, als bedoeld in artikel 19 van het aanvullingsreglement. 5. De Stichting PAWW kan de aanvullingsuitkering blijvend geheel weigeren, wanneer de aanvullingsgerechtigde de Stichting PAWW in ernstige mate benadeelt, door: - een aanbod tot algemeen geaccepteerde werk te weigeren; - geen algemeen geaccepteerd werk te behouden. 6. Wanneer het niet behouden of niet verkrijgen van passend werk niet in overwegende mate aan de aanvullingsgerechtigde kan worden verweten, dan kan de Stichting PAWW gedurende drie maanden een korting op de aanvullingsuitkering toepassen van 25%. 7. Wanneer de aanvullingsgerechtigde in het geheel geen verwijt treft bij de overtredingen als bedoeld in de leden 2 tot en met 6, dan zal geen korting worden toegepast. 8. Wanneer aan de aanvullingsgerechtigde een maatregel is opgelegd en de aanvullingsgerechtigde dezelfde verplichting tijdens de looptijd van de aanvullingsuitkering opnieuw overtreedt, dan kan de Stichting PAWW de maatregel, zowel voor wat betreft het kortingspercentage van de uitkering als de duur van de maatregel, met 50% verhogen. 9. Als een aanvullingsgerechtigde tegelijkertijd meerdere verplichtingen uit hoofde van het aanvullingsreglement niet nakomt en het niet nakomen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts de maatregel met de meest vergaande consequenties opgelegd. 10. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de Stichting PAWW daarvan aangifte doen. 11. De Stichting PAWW zal aan de aanvullingsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing sturen van het feit dat een maatregel, zoals bedoeld in dit artikel, aan de aanvullingsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de maatregel is.
Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.
Bruikleen Gaat u naar een zorgaanbieder waarmee wij voor de betreffende zorg geen contract hebben gesloten en het betreft een hulpmiddel in bruikleen? Dan bedraagt de vergoeding maximaal 80% van de gemiddelde kosten per gebruiker per jaar. De hoogte van de gemiddelde kosten is gelijk aan de kosten die wij betaald zouden hebben voor verstrekking van een hulpmiddel in bruikleen. In het Reglement hulpmiddelen vindt u voor welke hulpmiddelen u een verwijzing nodig heeft. In de verwijsbrief moet de indicatie vermeld staan.
Roekeloosheid U bent bewust of onbewust roekeloos geweest. U bent ‘bewust roekeloos’, als u weet dat er een grote kans is op schade, maar u denkt dat die schade niet zal ontstaan. U bent ‘onbewust roekeloos’, als u er in het geheel niet bij stilstaat dat er een grote kans is op schade.