Omschrijving van gemeenschappelijke delen Voorbeeldclausules

Omschrijving van gemeenschappelijke delen. De hierna volgende zaken behoren in onverdeeldheid toe aan alle mede-eigenaars van het gebouw in verhouding tot hun aandelen in de gemeenschappelijke delen: − de grond; − de funderingen, de dragende muren, de kolommen, het geraamte van het gebouw, het ruwe metselwerk; − de buitengevels, waaronder begrepen de raamkozijnen met glas uitgevende op de gemeenschappelijke delen; − de deuren die zich bevinden in de buitengevels, de gangen en de trappenhuizen; − het hek- en traliewerk; − de ruwbouw van de terrassen en de balkons, zoals hierboven beschreven; − het algemeen rioleringsnet met zijn putten; − de centrale verwarming in de gemeenschappelijke delen; − de leidingen voor water, elektriciteit, gas, radio- en teledistributie, telefoon; − de traphallen en liften met liftschachten; − het dak met zijn bekleding, de dakgoten en de afvoerbuizen; − de schoorstenen en de ventilatiekanalen; − de gemeenschappelijke delen van de installatie van de parlofoon/videofoon en de bel; − in de ondergrondse verdieping: elektrische lokalen, gaslokalen, waterlokalen, stookplaatsen, IT- lokalen, afvallokalen, wasplaatsen, kleedkamers personeel, keuken, afwaslokaal, toiletten, berging, poetslokaal, fietsenstalling. − op het gelijkvloers: inkomdeur en inkomhal, welnessruimte. − in het algemeen alle delen van het gebouw die niet bestemd zijn tot het uitsluitend gebruik van één enkele kavel.