Onregelmatigheden. §1. Indien een examinator vermoedt of vaststelt dat de student tijdens het afleggen van de tentamina, examens of andere vormen van evaluatie een onregelmatigheid heeft begaan, dient dit door het academisch personeelslid onverwijld en schriftelijk te worden gemeld aan de decaan. Wanneer een examinator, of een ander met toezicht belast persoon, vaststelt dat een student tijdens een examen onregelmatigheden pleegt, informeert hij de student van die vaststelling en kan hij de lopende ondervraging van die student onderbreken, desgevallend na inbeslagname van de betwiste stukken en de reeds aangemaakte kopij. §2. Als onregelmatigheid wordt beschouwd elk gedrag van een student in het kader van een examen waardoor deze het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van hemzelf dan wel van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt of poogt te maken. Plagiaat is eveneens een onregelmatigheid in toepassing van dit artikel. Onder plagiaat wordt begrepen het gebruik maken van formuleringen van anderen, al dan niet in bewerkte vorm, zonder nauwkeurige bronvermelding, evenals iedere vorm van fraude die een inbreuk is op de wetenschappelijke integriteit. De VUB behoudt zich het recht voor de controle op plagiaat uit te voeren door middel van de door haar nuttig bevonden hulpinstrumenten. §3. Indien de feiten worden bewezen, beslist de decaan, eventueel na overleg met de Voorzitter van de examencommissie, over het al dan niet opleggen van een examentuchtbeslissing. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan de student bekendgemaakt. In afwachting van een beslissing van de decaan mag de student zijn deelname aan de examens voortzetten. §4. De student heeft het recht om vóór elke beslissing gehoord te worden. De facultaire ombudspersoon wordt uitgenodigd om aanwezig te zijn. De student heeft recht op inzage in het dossier en kan zich tijdens het verhoor door een raadsman laten bijstaan. §5. De decaan kan beslissen tot de volgende examentuchtsancties: - een 0/20 op het examen of werkstuk van het opleidingsonderdeel of onderdeel ervan; - uitsluiting examenperiode: geen cijfers toekennen voor alle examens in de betrokken examenperiode; - afwijzing: de student kan in het lopende academiejaar niet meer deelnemen aan examens. Hij kan zich ten vroegste inschrijven voor het volgende academiejaar. De afgewezene verliest alle examencijfers behaald in de betrokken examenperiode; - uitsluiting instelling: onmiddellijke stopzetting van de inschrijving in het lopende academiejaar en het verbod tot inschrijving in het volgende academiejaar. §6. De ernst van de overtreding en de strafmaat worden onder meer beoordeeld aan de hand van de volgende elementen: - aard en omvang van de onregelmatigheid/plagiaat; - de ervaring van de student; - de intentie om het bedrog te plegen. §7. Binnen de vijf kalenderdagen (vervaltermijn die ingaat de dag na deze waarop de student heeft kennis genomen van de beslissing) kan de student een beroep indienen bij de Voorzitter van de betrokken beroepsinstantie. De interne beroepsprocedure leidt tot: • de gemotiveerde afwijzing van het beroep door de Voorzitter van de betrokken beroepsinstantie op grond van onontvankelijkheid ervan; • een beslissing van de beroepsinstantie, genomen in bijzondere zitting, die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De student heeft hierbij het recht om gehoord te worden. §8. In geval van beroep wordt de beslissing van de decaan, bepaald in §5 van dit artikel, opgeschort tot op het ogenblik dat de beroepsinstantie beslist over de vastgestelde onregelmatigheid. §9. De beslissing in toepassing van §7 wordt aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen, die ingaat de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. De beslissing wordt meegedeeld aan de Rector en de centrale Ombudspersoon. §10. Tegen de beslissing genomen in toepassing van §7 is een beroep bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen mogelijk zoals omschreven in artikel 155.
Appears in 3 contracts
Samples: Onderwijs en Examenreglement, Onderwijs en Examenreglement, Onderwijs en Examenreglement
Onregelmatigheden. §1. Indien In het algemeen geldt dat een examinator vermoedt of vaststelt dat de student tijdens kandidaat in het afleggen eigen belang, alsmede in het belang van de tentaminaoverige examinandi, examens verplicht is alles te doen om het (her)examen reglementair te laten verlopen. Onder fraude wordt in ieder geval verstaan: - het handelen of andere vormen nalaten van evaluatie een onregelmatigheid heeft begaan, dient dit door het academisch personeelslid onverwijld en schriftelijk te worden gemeld aan de decaan. Wanneer een examinator, of een ander met toezicht belast persoon, vaststelt dat een student tijdens een examen onregelmatigheden pleegt, informeert hij de student van die vaststelling en kan hij de lopende ondervraging van die student onderbreken, desgevallend na inbeslagname van de betwiste stukken en de reeds aangemaakte kopij.
§2. Als onregelmatigheid wordt beschouwd elk gedrag handelingen van een student in het kader van een examen kandidaat waardoor deze het vormen van een juist oordeel omtrent de over zijn kennis, het inzicht en/of de en vaardigheden van hemzelf dan wel van andere studenten geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt wordt, - alles wat door de surveillant kan worden opgevat als een poging informatie, op welke wijze dan ook, te vergaren bij of poogt te verstrekken aan de andere kandidaten, aangaande de toetsen of examens. Dit geldt dus ook voor hen die trachten een ander te "helpen", - tijdens een toets of examen in het bezit zijn van voorgeprogrammeerde of programmeerbare hulpmiddelen (b.v. rekenmachine, mobiele telefoon, smartwatch, boeken, syllabi, aantekeningen in welke vorm dan ook, etc.), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan, - tijdens een toets of examen afkijken of het binnen of buiten de examenruimte uitwisselen van informatie, - het zich tijdens een toets of examen door iemand anders laten vertegenwoordigen, - het zich, voor de datum of het tijdstip waarop een toets of examen zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de opgaven van de desbetreffende toets of examen. - het maken/distribueren van foto’s van toetsen of examens. Plagiaat is eveneens - Onder fraude tijdens de stage wordt verstaan: het plegen van valsheid in geschrifte en alle bewuste handelingen van de student die ertoe leiden dat zowel de leermeester van het stagebedrijf als de BPV-begeleider van de IVA geen valide beoordeling kunnen geven van de stage. De surveillant of beoordelaar (afhankelijk van wie de fraude respectievelijk constateert of vermoedt) meldt de vermeende fraude bij de coördinator. Een onafhankelijk lid van de examencommissie pleegt hoor en wederhoor en legt de vermeende fraude voor aan de gehele Examencommissie of onderwijscommissie, die vervolgens een onregelmatigheid in toepassing van dit artikeluitspraak doet. Onder plagiaat wordt begrepen in ieder geval verstaan: “Het zich toe-eigenen van het geestelijk werk van anderen en het als eigen werk openbaar maken” (bron: Xxx Xxxx). Bij het nakijken van opdrachten zal het gebruik van woorden en tekstdelen die in die combinatie door anderen gebruikt zijn en waar geen bronvermelding volgens de APA-stijl vermeld wordt, gezien worden als plagiaat. Dit geldt zowel voor citeren als parafraseren. Een citaat is een letterlijk overgenomen passage uit een publicatie en een parafrase is een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie. Specifiek in het geval van plagiaat, het volgende: Bij diverse opdrachten wordt bij IVA Driebergen gekeken naar plagiaat en in welke mate het werk authentiek is. Met andere woorden: heeft de kandidaat het geschrevene met voldoende eigen woorden en inbreng tot zijn werkstuk gemaakt? Wanneer de kandidaat er voor kiest om te citeren of te parafraseren, moet duidelijk blijken uit de omringende tekst dat de kandidaat de bron begrijpt. Ook moet het citaat of de parafrase dienen als een verduidelijking of argumentatie in het eigen werk, niet als vulling. Alleen citaten en parafrasen van gezaghebbende auteurs en uit originele bronnen zijn wenselijk. De relevantie van citaten en parafrasen moet duidelijk blijken uit de opdracht. De docent is bevoegd om de mate van “eigen werk” mee te laten tellen in de beoordeling van de opdracht. Bij de instructie van een opdracht wordt de mate van eigen werk, in een percentage omschreven. De mate van eigen werk zal onder andere aangetoond worden door gebruik te maken van formuleringen de plagiaatcontrole van anderen, al dan niet in bewerkte vorm, zonder nauwkeurige bronvermelding, evenals iedere vorm van fraude die een inbreuk is op de wetenschappelijke integriteitUrkund. De VUB behoudt zich het recht voor de controle op plagiaat uit te voeren door middel van de door haar nuttig bevonden hulpinstrumenten.
§3. Indien de feiten worden bewezen, beslist de decaan, eventueel na In overleg met de Voorzitter Examencommissie mbo mag de docent bij een te geringe mate van eigen werk de examencommissie, over het al dan opdracht beoordelen als fraude. Zowel de pleger als de medepleger van fraude en plagiaat (kunnen) worden bestraft. Plagiaat wordt in dat geval gesanctioneerd volgens onderstaande regels. In alle niet opleggen van een examentuchtbeslissing. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan genoemde situaties waar de student bekendgemaakt. In afwachting van een beslissing van fraude of plagiaat wordt verdacht, zal de decaan mag de student zijn deelname aan de examens voortzettenExamencommissie mbo beslissen.
§4. De student heeft het recht om vóór elke beslissing gehoord te worden. De facultaire ombudspersoon wordt uitgenodigd om aanwezig te zijn. De student heeft recht op inzage in het dossier en kan zich tijdens het verhoor door een raadsman laten bijstaan.
§5. De decaan kan beslissen tot de volgende examentuchtsancties: - een 0/20 op het examen of werkstuk van het opleidingsonderdeel of onderdeel ervan; - uitsluiting examenperiode: geen cijfers toekennen voor alle examens in de betrokken examenperiode; - afwijzing: de student kan in het lopende academiejaar niet meer deelnemen aan examens. Hij kan zich ten vroegste inschrijven voor het volgende academiejaar. De afgewezene verliest alle examencijfers behaald in de betrokken examenperiode; - uitsluiting instelling: onmiddellijke stopzetting van de inschrijving in het lopende academiejaar en het verbod tot inschrijving in het volgende academiejaar.
§6. De ernst van de overtreding en de strafmaat worden onder meer beoordeeld aan de hand van de volgende elementen: - aard en omvang van de onregelmatigheid/plagiaat; - de ervaring van de student; - de intentie om het bedrog te plegen.
§7. Binnen de vijf kalenderdagen (vervaltermijn die ingaat de dag na deze waarop de student heeft kennis genomen van de beslissing) kan de student een beroep indienen bij de Voorzitter van de betrokken beroepsinstantie. De interne beroepsprocedure leidt tot: • de gemotiveerde afwijzing van het beroep door de Voorzitter van de betrokken beroepsinstantie op grond van onontvankelijkheid ervan; • een beslissing van de beroepsinstantie, genomen in bijzondere zitting, die de oorspronkelijke beslissing op gemotiveerde wijze bevestigt, of herziet. De student heeft hierbij het recht om gehoord te worden.
§8. In geval van beroep wordt de beslissing van de decaan, bepaald in §5 van dit artikel, opgeschort tot op het ogenblik dat de beroepsinstantie beslist over de vastgestelde onregelmatigheid.
§9. De beslissing in toepassing van §7 wordt aan de student ter kennis gebracht binnen een termijn van vijftien kalenderdagen, die ingaat de dag na deze waarop het beroep is ingesteld. De beslissing wordt meegedeeld aan de Rector en de centrale Ombudspersoon.
§10. Tegen de beslissing genomen in toepassing van §7 is een beroep bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen mogelijk zoals omschreven in artikel 155.
Appears in 1 contract
Samples: Onderwijs en Examenregeling