Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers. b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag. c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening. d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris. e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek. b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt. c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst. d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw. e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever. f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen. g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen. a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval. b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt. c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag. d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever. e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 3 contracts
Samples: Cao (Collective Labor Agreement), Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - Als bovengenoemde vorstnormen niet zijn gehaald, wordt ook van vorst gesproken als de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorstlager is.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salarisperiode-inkomen.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobjectde werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - − vanwege of ten gevolge van vorst; - − vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan – -3° Celsius; - – de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en -1,5° Celsius of lager; – de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer werkne- mer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is1. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer 2. Indien er sprake is van onwerkbaar weer volgens lid 4 van dit artikel en de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en in lid 3 sub e niet verplicht is van dit artikel opgenomen wachtdagen in acht zijn genomen, vervalt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. Artikel 7:628, lid 1 tot en met 4 van het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorzieningBurgerlijk Wetboek wordt uitdrukkelijk uitgeslo- ten.
d. De werkgever zal 3. Met ingang van 1 januari 2021 gelden in een dergelijk het geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een arbeidsverhindering vanwege onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.volgende (wettelijke) wachtdagen:
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende bij vorst, ijzel of sneeuwval: 2 wachtdagen in de periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge jaar, waarop als gevolg van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van , ijzel of sneeuw sneeuwval niet gewerkt kan worden;
b. bij overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent: 19 wachtdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden;
c. bij hitte: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van hitte niet gewerkt kan worden. Op deze dagen betaalt de werkplekwerkgever het loon door van de werknemer.
b. Als 4. Onder onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.verstaan:
c. a. Er is sprake van vorst indien of sneeuwval in de periode van 1 november tot en met 31 maart en één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - :
1. de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - ;
2. de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - ;
3. de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - ;
4. de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorstvorst of sneeuwval.
b. Er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats.
c. Er is sprake van overvloedige regenval indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent;
d. Er is sprake van ijzel hitte als een temperatuur van 40 graden Celsius of sneeuw op de werkplekhoger is gehaald.
5. Of sprake is van een situatie, als er volgens zoals omschreven in lid 4 sub a, b, c of d van dit artikel, wordt vastgesteld door de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin van de werklocatie, waar bouwplaats. Een overzicht met deze weerstations per postcodegebied is te vinden op xxx.xxxx.xx.
6. Indien de werknemer werkzaam is of zou zijnrecht heeft op een werkloosheidsuitkering, zich bevindt, sprake is dan geschiedt de betaling van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening werkloosheidsuitkering door tussenkomst van de werkgever. De werkgever is verplicht de werkloosheidsuitkering aan te vullen tot 100 procent van het vast overeengekomen brutoloon.
f. Voor 7. De werkgever dient de onwerkbaar weer dagen dag dat de buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet waarbij er arbeidshinder ontstaat, melding te doen bij het UWV conform de uitvoeringsvoorschriften middels het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Deze melding is voor de gehele dag. Bij omstandigheden zoals genoemd in lid 2, onder sub a en c van dit artikel dient deze melding vóór 10.00 uur ’s ochtends gedaan te worden.
8. Ter zake van een winterseizoen boven dag die bij het aantal van 2 UWV wordt gemeld, geldt dat een werknemer op die gehele dag geen (vervangende) werkzaamheden mag verrichten. Bovendien dient de werknemer indien de melding betrekking heeft op vorst, sneeuwval of hitte vóór 10.00 uur in de ochtend door zijn werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – te zijn bericht die dag niet gehouden is om op het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris werk te hoeven verschijnen dan wel door zijn werkgever daadwerkelijk naar huis te betalenzijn gestuurd.
g. Voor 1. Artikel 36 van deze cao is niet van toepassing op het plaatsen van glas of een noodvoorziening indien de onwerkbaar weer dagen werkzaamheden noodzakelijk en van korte duur zijn. Dit ter beoordeling van de werk- gever.
2. Indien sprake is, of zal zijn, van weersomstandigheden, zoals beschreven in een winterseizoen die boven het aantal artikel 36 van 2 per werknemer uitgaan deze cao dan kan de werkgever namens de werknemer ander werk opdragen waarvoor de werknemer geschikt is. De werknemer is verplicht deze arbeid te verrichten.
3. Indien de situatie zich voordoet, zoals beschreven in lid 1 of lid 2 van dit artikel kan de werkgever geen melding doen bij het UWV een WW-uitkering volgens conform artikel 36 lid 7 van deze cao. De werkgever dient aan de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het 1. Er is sprake van onwerkbaar weer iswanneer: – er sprake is van buitengewone natuurlijke omstandigheden en – wanneer de werknemer zijn gebruikelijke werkzaamheden niet kan verrichten. Hij doet dit in redelijk In overleg met de betrokken werknemerswerknemers beoordeelt de leidinggevende/werkgever: – of er sprake is van onwerkbaar weer en – wanneer en voor hoelang als gevolg van onwerkbaar weer niet gewerkt kan worden.
2. Als een werknemer door onwerkbaar weer zijn werk niet kan doen, ongeacht hoelang die omstandigheden aanhouden het volgende van toepassing:
a. de werkgever betaalt het feitelijk loon door;
b. de werknemer verricht waar mogelijk andere werkzaamheden op het bedrijf;
c. Voor de jaarurennorm geldt dat: de uren waarvoor de werknemer gewoonlijk is ingeroosterd tellen mee voor het bereiken van de jaarurennorm.
3. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid afwijking van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f a. en artikel 7:628 lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan 1 BW geldt dat de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorzieninggeen verplichting heeft tot het betalen van het feitelijk loon wanneer niet gewerkt kan worden als gevolg van:
x. xxxxx, ijzel en sneeuwval zoals staat in lid 4 sub a.;
b. overvloedige regenval zoals staat in lid 4 sub b.;.
x. xxxx water, hagel of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden zoals staat in lid 4 sub c.;
d. De werkgever zal het volgende aantal wachtdagen is verstreken: • bij vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemenmaart; • bij overvloedige regenval: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt19 werkdagen per kalenderjaar; • andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van twee werkdagen per kalenderjaar.
a. Vorst, ijzel of sneeuw op sneeuwval in de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge periode van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. 1 november tot en met 31 maart. Er is sprake van vorst indien als één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - • de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - • de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - • de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - • de vorst zit om 10.00 uur nog in de grond; • de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. ; Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatiehet werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI- weerstation Er is sprake van sneeuwval als de sneeuw, ongeacht de hoeveelheid, minimaal 24 uur blijft liggen.
b. Van overvloedige regenval is sprake als in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI-weerstation.
c. Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: • storm: windkracht 8 schaal Beaufort of hoger • hitte: 35°C of hoger of 5 aaneengesloten dagen een dagtemperatuur 27° of hoger; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >18° en dagtemperatuur >30°; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >20° en dagtemperatuur >32°; • wateroverlast ten gevolge van overstroming van rivieren, sloten e.d. maar ook regelmatige regenval en/of stortbuiten waardoor het werkobject niet toegankelijk is; • de gevolgen van wind, vorst, sneeuw of hagel het werken onmogelijk of onveilig maken.
d. Als er geen sprake is van ijzel of sneeuwKNMI-cijfers die het onwerkbare weer onderbouwen, dan bewaart de werkgever zelf documentatie/foto’s om eventueel op een later moment te kunnen aantonen waarom het werk niet gedaan kon worden.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat 5. Wanneer de werkgever – in afwijking - op grond van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – - niet gehouden verplicht is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen feitelijk loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.,
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening reke- ning gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen overeengeko- men loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslagont- slag.
c. Wanneer de werkgever op grond van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling aan- vulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobjectde werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplekwerkloca- tie.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaaldge- haald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5-1,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5-0,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van een laag ijzel of sneeuwsneeuw ligt die niet met eenvoudige middelen kan worden verwijderd en de rijwegen of looppaden op het tasveld niet begaanbaar zijn.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen overeengeko- men loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening reke- ning gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen overeengeko- men loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslagont- slag.
c. Wanneer de werkgever op grond van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling aan- vulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobjectde werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplekwerkloca- tie.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaaldge- haald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5-1,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5-0,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen overeengeko- men loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het 1. Er is sprake van onwerkbaar weer isin verband met buitengewone natuurlijke omstandigheden als de werknemer zijn (gebruikelijke) werkzaamheden niet kan verrichten. Hij doet dit De leidinggevende beoordeelt in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang werknemer(s) of sprake is van onwerkbaar weer en wanneer en hoe lang als de veiligheid en gezondheid van de werknemersgevolg hiervan niet gewerkt kan worden.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of 2. Als een werknemer ten gevolge waarvan van onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet kan worden gewerktverrichten, gehouden aan is ongeacht de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven tijdsduur van ontslag.die omstandigheden:
c. Wanneer a. de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is gehouden het feitelijk loon door te betalen, kan ;
b. de werknemer gehouden voor de werkgever namens andere werkzaamheden op het bedrijf te verrichten;
c. Voor de jaarurennorm geldt dat: • de uren waarin de werknemer bij UWV vervangend werk verricht, meetellen voor het bereiken van de jaarurennorm; • elke dag waarop een aanvraag indienen aanvang is gemaakt met werkzaamheden voor minimaal 3 uur meetelt voor het bereiken van de jaarurennorm; • wanneer op een WW-uitkering volgens dag geen werkzaamheden worden verricht de wettelijke voorzieninguren van die dag niet meetellen voor het bereiken van de jaarurennorm.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering 3. In afwijking van lid 2 sub a. en artikel 7:628 lid 1 BW bestaat geen verplichting tot 100% doorbetaling van het vast overeengekomen feitelijk loon of salariswanneer niet gewerkt kan worden als gevolg van:
x. xxxxx, ijzel, sneeuwval zoals nader bepaald in lid 4 sub a.;
b. overvloedige regenval zoals nader bepaald in lid 4 sub b.;.
e. Bepalend voor c. hoog water of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden zoals nader bepaald in lid 4 sub c.; en:
d. het volgende aantal wachtdagen is verstreken: • bij vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen in de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemenmaart; • bij overvloedige regenval: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt19 werkdagen per kalenderjaar; • andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van twee werkdagen per kalenderjaar.
a. Vorst, ijzel of sneeuw op sneeuwval in de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge periode van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. 1 november tot en met 31 maart. Er is sprake van vorst indien als één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - • de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - • de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - • de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - • de vorst zit om 10.00 uur nog in de grond; • de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. ; Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatiehet werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Er is sprake van sneeuwval als de sneeuw, ongeacht de hoeveelheid, minimaal 24 uur blijft liggen.
b. Van overvloedige regenval is sprake als volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent.
c. Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: • storm: windkracht 8 schaal Beaufort of hoger • hitte: 35°C of hoger of 5 aaneengesloten dagen een dagtemperatuur 27° of hoger; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >18° en dagtemperatuur >30°; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >20° en dagtemperatuur >32°; • wateroverlast ten gevolge van overstroming van rivieren, sloten e.d. maar ook regelmatige regenval en/of stortbuiten waardoor het werkobject niet toegankelijk is; • de gevolgen van vorst of sneeuw het werken onmogelijk of onveilig maken.
d. Als er geen sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar KNMI-cijfers die het onwerkbare weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 onderbouwen, dan geldt dat de werkgever – in afwijking zelf documentatie/foto’s bewaart om eventueel op een later moment te kunnen aantonen waarom het werk geen doorgang kon vinden.
5. Wanneer de werkgever op grond van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden verplicht is om het feitelijk loon door te betalen, kan de werkgever in het kader van de Regeling onwerkbaar weer namens de werknemer een WW-uitkering aanvragen bij het UWV. Hierbij geldt dat:
a. op een bij UWV gemelde dag de werkgever de werknemer geen (vervangende) werkzaamhe- den mag laten uitvoeren of een derde voor deze dagen evenredige deel de gebruikelijke werkzaamheden van de werknemer inzetten.
b. de werkgever de WW-uitkering van de betrokken werknemer aanvult tot 100% van het overeengekomen feitelijk loon.
6. Als de werkgever geen WW-uitkering aanvraagt of als de aanvraag door het UWV wordt afgewe- zen, is lid 2 van toepassing en is de werkgever gehouden om het feitelijk loon of salaris door te betalen.
g. Voor a. Van iedere dag waarop een werknemer door weersomstandigheden zoals benoemd lid 4. van dit artikel de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan arbeid niet kan worden verricht doet de werkgever namens conform de werknemer uitvoeringsvoor- schriften melding bij het UWV een WW-uitkering volgens middels het daarvoor door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Hij meldt daarbij per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering kunnen verrichten van de weersomstandigheid overvloedige regenvalarbeid.
b. Als onwerkbaar weer De melding door werkgever bij UWV dient wegens de omstandigheden genoemd in lid 4 a en c van dit artikel op dezelfde dag wordt beschouwd een werkdag door het UWV vóór 10.00 uur in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.de ochtend te zijn ontvangen. De werkgever is gehouden is, gelijktijdig met de aanvraag bij het UWV, hiervan melding tot doen aan de paritaire commissie (xxxxxxxxx.xxxxxxxxx@xxxxx.xx);
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en De werknemer moet vóór 10.00 uur in de ochtend bericht ontvangen, dat hij die dag vanwege weersomstandigheden niet op het werk hoeft te verschijnen dan wel om die reden door zijn werkgever daadwerkelijk naar huis is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één daggestuurd.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het 1. Er is sprake van onwerkbaar weer iswanneer: – er sprake is van buitengewone natuurlijke omstandigheden en – wanneer de werknemer zijn gebruikelijke werkzaamheden niet kan verrichten. Hij doet dit in redelijk In overleg met de betrokken werknemerswerknemers beoordeelt de leidinggevende/werkgever: – of er sprake is van onwerkbaar weer en – wanneer en voor hoelang als gevolg van onwerkbaar weer niet gewerkt kan worden.
2. Als een werknemer door onwerkbaar weer zijn werk niet kan doen, ongeacht hoelang die omstandigheden aanhouden het volgende van toepassing:
a. de werkgever betaalt het feitelijk loon door;
b. de werknemer verricht waar mogelijk andere werkzaamheden op het bedrijf;
c. Voor de jaarurennorm geldt dat: de uren waarvoor de werknemer gewoonlijk is ingeroosterd tellen mee voor het bereiken van de jaarurennorm.
3. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid afwijking van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f a. en artikel 7:628 lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan 1 BW geldt dat de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorzieninggeen verplichting heeft tot het betalen van het feitelijk loon wanneer niet gewerkt kan worden als gevolg van:
x. xxxxx, ijzel en sneeuwval zoals staat in lid 4 sub a.;
b. overvloedige regenval zoals staat in lid 4 sub b.;.
x. xxxx water, hagel of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden zoals staat in lid 4 sub c.; en:
d. De werkgever zal het volgende aantal wachtdagen is verstreken: • bij vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemenmaart; • bij overvloedige regenval: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt19 werkdagen per kalenderjaar; • andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van twee werkdagen per kalenderjaar.
a. Vorst, ijzel of sneeuw op sneeuwval in de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge periode van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. 1 november tot en met 31 maart. Er is sprake van vorst indien als één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - • de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - • de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - • de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - • de vorst zit om 10.00 uur nog in de grond; • de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. ; Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatiehet werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI- weerstation Er is sprake van sneeuwval als de sneeuw, ongeacht de hoeveelheid, minimaal 24 uur blijft liggen.
b. Van overvloedige regenval is sprake als in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI-weerstation.
c. Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: • storm: windkracht 8 schaal Beaufort of hoger • hitte: 35°C of hoger of 5 aaneengesloten dagen een dagtemperatuur 27° of hoger; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >18° en dagtemperatuur >30°; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >20° en dagtemperatuur >32°; • wateroverlast ten gevolge van overstroming van rivieren, sloten e.d. maar ook regelmatige regenval en/of stortbuiten waardoor het werkobject niet toegankelijk is; • de gevolgen van wind, vorst, sneeuw of hagel het werken onmogelijk of onveilig maken.
d. Als er geen sprake is van ijzel of sneeuwKNMI-cijfers die het onwerkbare weer onderbouwen, dan bewaart de werkgever zelf documentatie/foto’s om eventueel op een later moment te kunnen aantonen waarom het werk niet gedaan kon worden.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat 5. Wanneer de werkgever – in afwijking op grond van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden verplicht is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen feitelijk loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan , kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens aanvragen bij het UWV. Dit in het kader van de wettelijke voorziening aanvragen.Regeling Onwerkbaar Weer. Hierbij geldt dat:
a. De hiernavolgende bepalingen geldenop een bij het UWV gemelde dag: - de werkgever mag de werknemer geen (vervangende) werkzaamheden laten uitvoeren of een derde voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering de gebruikelijke werkzaamheden van de weersomstandigheid overvloedige regenvalwerknemer inzetten.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens van de wettelijke voorziening aanvragenbetrokken werknemer aanvult tot 100% van het feitelijk loon.
6. Als de werkgever geen WW-uitkering aanvraagt of als de aanvraag door het UWV wordt afgewe- zen, is lid 2 van toepassing. De werkgever betaalt dan het feitelijk loon door.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandighedenweersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
. e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salarisperiode-inkomen.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobjectde werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - – vanwege of ten gevolge van vorst; - – vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - – de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - – de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en -1,5° Celsius of lager; – de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer werk- nemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salarisperiode-inkomen.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobjectde werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5-1,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5-0,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-WW- uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het 1. Er is sprake van onwerkbaar weer iswanneer: – er sprake is van buitengewone natuurlijke omstandigheden en – wanneer de werknemer zijn gebruikelijke werkzaamheden niet kan verrichten. Hij doet dit in redelijk In overleg met de betrokken werknemerswerknemers beoordeelt de leidinggevende/werkgever: – of er sprake is van onwerkbaar weer en – wanneer en voor hoelang als gevolg van onwerkbaar weer niet gewerkt kan worden.
2. Als een werknemer door onwerkbaar weer zijn werk niet kan doen, is ongeacht hoelang die omstandigheden aanhouden het volgende van toepassing:
a. de werkgever betaalt het feitelijk loon door;
b. de werknemer verricht waar mogelijk andere werkzaamheden op het bedrijf;
c. Voor de jaarurennorm geldt dat: de uren waarvoor de werknemer gewoonlijk is ingeroosterd tellen mee voor het bereiken van de jaarurennorm.
3. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid afwijking van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
c. Wanneer de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f a. en artikel 7:628 lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan 1 BW geldt dat de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.geen verplichting heeft tot het betalen van het feitelijk loon wanneer niet gewerkt kan worden als gevolg van:
a. vorst, ijzel en sneeuwval zoals staat in lid 4 sub a.;
b. overvloedige regenval zoals staat in lid 4 sub b.;
c. hoog water, hagel of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden zoals staat in lid 4 sub c.;
d. De werkgever zal het volgende aantal wachtdagen is verstreken: • bij vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering tot 100% van het vast overeengekomen loon of salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemenmaart; • bij overvloedige regenval: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt19 werkdagen per kalenderjaar; • andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van twee werkdagen per kalenderjaar.
a. Vorst, ijzel of sneeuw op sneeuwval in de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge periode van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. 1 november tot en met 31 maart. Er is sprake van vorst indien als één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - • de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - • de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - • de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - • de vorst zit om 10.00 uur nog in de grond; • de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. ; Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatiehet werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI- weerstation Er is sprake van sneeuwval als de sneeuw, ongeacht de hoeveelheid, minimaal 24 uur blijft liggen.
b. Van overvloedige regenval is sprake als in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent. Dit wordt bepaald volgens de meting van het KNMI-weerstation.
c. Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: • storm: windkracht 8 schaal Beaufort of hoger • hitte: 35°C of hoger of 5 aaneengesloten dagen een dagtemperatuur 27° of hoger; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >18° en dagtemperatuur >30°; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >20° en dagtemperatuur >32°; • wateroverlast ten gevolge van overstroming van rivieren, sloten e.d. maar ook regelmatige regenval en/of stortbuiten waardoor het werkobject niet toegankelijk is; • de gevolgen van wind, vorst, sneeuw of hagel het werken onmogelijk of onveilig maken.
d. Als er geen sprake is van ijzel of sneeuwKNMI-cijfers die het onwerkbare weer onderbouwen, dan bewaart de werkgever zelf documentatie/foto’s om eventueel op een later moment te kunnen aantonen waarom het werk niet gedaan kon worden.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat 5. Wanneer de werkgever – in afwijking op grond van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden verplicht is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen feitelijk loon of salaris door te betalen.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan , kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV een WW-uitkering volgens aanvragen bij het UWV. Dit in het kader van de wettelijke voorziening aanvragenRegeling Onwerkbaar Weer. Hierbij geldt dat:
a. op een bij het UWV gemelde dag: de werkgever mag de werknemer geen (vervangende) werkzaamheden laten uitvoeren of een derde voor de gebruikelijke werkzaamheden van de werknemer inzetten.
b. de werkgever de WW-uitkering van de betrokken werknemer aanvult tot 100% van het feitelijk loon.
6. Als de werkgever geen WW-uitkering aanvraagt of als de aanvraag door het UWV wordt afgewe- zen, is lid 2 van toepassing. De werkgever betaalt dan het feitelijk loon door.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - Van iedere dag waarop een werknemer door weersomstandigheden zoals benoemd lid 4. van dit artikel niet kan werken doet de werkgever – conform de uitvoeringsvoorschriften – melding bij het UWV middels het daarvoor door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Hij meldt daarbij per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie het werk niet kan worden uitgevoerd. Ook vermeldt hij de functie van de werknemer en de reden voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering kunnen uitvoeren van de weersomstandigheid overvloedige regenvalwerkzaamheden.
b. Als onwerkbaar weer De werknemer moet vóór 10.00 uur in de ochtend bericht ontvangen, dat hij die dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden weersomstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en op het werk is sprake indien: - het storten op hoogte hoeft te verschijnen. Als de werknemer vanwege weersomstandigheden naar huis wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat gestuurd door de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens ontvangt de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragendaarvan ook bericht.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het 1. Er is sprake van onwerkbaar weer isin verband met buitengewone natuurlijke omstandigheden als de werknemer zijn (gebruikelijke) werkzaamheden niet kan verrichten. Hij doet dit De leidinggevende beoordeelt in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang werknemer(s) of sprake is van onwerkbaar weer en wanneer en hoe lang als de veiligheid en gezondheid van de werknemersgevolg hiervan niet gewerkt kan worden.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of 2. Als een werknemer ten gevolge waarvan van onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet kan worden gewerktverrichten, gehouden aan is ongeacht de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven tijdsduur van ontslag.die omstandigheden:
c. Wanneer a. de werkgever op grond van artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is gehouden het feitelijk loon door te betalen, kan ;
b. de werknemer gehouden voor de werkgever namens andere werkzaamheden op het bedrijf te verrichten;
c. Voor de jaarurennorm geldt dat: • de uren waarin de werknemer bij UWV vervangend werk verricht, meetellen voor het bereiken van de jaarurennorm; • elke dag waarop een aanvraag indienen aanvang is gemaakt met werkzaamheden voor minimaal 3 uur meetelt voor het bereiken van de jaarurennorm; • wanneer op een WW-uitkering volgens dag geen werkzaamheden worden verricht de wettelijke voorzieninguren van die dag niet meetellen voor het bereiken van de jaarurennorm.
d. De werkgever zal in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering 3. In afwijking van lid 2 sub a. en artikel 7:628 lid 1 BW bestaat geen verplichting tot 100% doorbetaling van het vast overeengekomen feitelijk loon of salariswanneer niet gewerkt kan worden als gevolg van:
a. vorst, ijzel, sneeuwval zoals nader bepaald in lid 4 sub a.;
b. overvloedige regenval zoals nader bepaald in lid 4 sub b.;.
e. Bepalend voor c. hoog water of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden zoals nader bepaald in lid 4 sub c.; en:
d. het volgende aantal wachtdagen is verstreken: • bij vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen in de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende periode van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemenmaart; • bij overvloedige regenval: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt19 werkdagen per kalenderjaar; • andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge de aanwezigheid van twee werkdagen per kalenderjaar.
a. Vorst, ijzel of sneeuw op sneeuwval in de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge periode van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. 1 november tot en met 31 maart. Er is sprake van vorst indien als één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald: - • de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - • de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - • de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - • de vorst zit om 10.00 uur nog in de grond; • de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. ; Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatiehet werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. Er is sprake van sneeuwval als de sneeuw, ongeacht de hoeveelheid, minimaal 24 uur blijft liggen.
b. Van overvloedige regenval is sprake als volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07:00 uur en 19:00 uur tenminste 300 minuten regent.
c. Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: • storm: windkracht 8 schaal Beaufort of hoger • hitte: 35°C of hoger of 5 aaneengesloten dagen een dagtemperatuur 27° of hoger; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >18° en dagtemperatuur >30°; of: 3 dagen aaneengesloten: nachttemperatuur >20° en dagtemperatuur >32°; • wateroverlast ten gevolge van overstroming van rivieren, sloten e.d. maar ook regelmatige regenval en/of stortbuiten waardoor het werkobject niet toegankelijk is; • de gevolgen van vorst of sneeuw het werken onmogelijk of onveilig maken.
d. Als er geen sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar KNMI-cijfers die het onwerkbare weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening van de werkgever.
f. Voor de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 onderbouwen, dan geldt dat de werkgever – in afwijking zelf documentatie/foto’s bewaart om eventueel op een later moment te kunnen aantonen waarom het werk geen doorgang kon vinden.
5. Wanneer de werkgever op grond van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden verplicht is om het feitelijk loon door te betalen, kan de werkgever in het kader van de Regeling onwerkbaar weer namens de werknemer een WW-uitkering aanvragen bij het UWV. Hierbij geldt dat:
a. op een bij UWV gemelde dag de werkgever de werknemer geen (vervangende) werkzaamhe- den mag laten uitvoeren of een derde voor deze dagen evenredige deel de gebruikelijke werkzaamheden van de werknemer inzetten.
b. de werkgever de WW-uitkering van de betrokken werknemer aanvult tot 100% van het overeengekomen feitelijk loon.
6. Als de werkgever geen WW-uitkering aanvraagt of als de aanvraag door het UWV wordt afgewe- zen, is lid 2 van toepassing en is de werkgever gehouden om het feitelijk loon of salaris door te betalen.
g. Voor a. Van iedere dag waarop een werknemer door weersomstandigheden zoals benoemd lid 4. van dit artikel de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen die boven het aantal van 2 per werknemer uitgaan arbeid niet kan worden verricht doet de werkgever namens conform de werknemer uitvoeringsvoor- schriften melding bij het UWV een WW-uitkering volgens middels het daarvoor door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Hij meldt daarbij per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering kunnen verrichten van de weersomstandigheid overvloedige regenvalarbeid.
b. Als onwerkbaar weer De melding door werkgever bij UWV dient wegens de omstandigheden genoemd in lid 4 a en c van dit artikel op dezelfde dag wordt beschouwd een werkdag door het UWV vóór 10.00 uur in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.de ochtend te zijn ontvangen. De werkgever is gehouden is, gelijktijdig met de aanvraag bij het UWV, hiervan melding tot doen aan de paritaire commissie (xxxxxxxxx.xxxxxxxxx@xxxxx.xx);
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en De werknemer moet vóór 10.00 uur in de ochtend bericht ontvangen, dat hij die dag vanwege weersomstandigheden niet op het werk hoeft te verschijnen dan wel om die reden door zijn werkgever daadwerkelijk naar huis is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één daggestuurd.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst
Onwerkbaar weer. a. De werkgever beoordeelt of en zo ja, hoe lang het onwerkbaar weer is1. Hij doet dit in redelijk overleg met de betrokken werknemers. In dit overleg wordt rekening gehouden met zowel het bedrijfsbelang als de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
b. De werkgever is bij weersomstandigheden, waaronder of ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag.
2. Indien er sprake is van onwerkbaar weer volgens lid 3 van dit artikel en de in lid 5 van dit artikel opgenomen wachtdagen in acht zijn genomen, vervalt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. Artikel 7:628, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
3. Onder onwerkbaar weer wordt verstaan:
a. Er is sprake van vorst of sneeuwval in de periode van 1 november tot en met 31 maart en één of meer van de volgende vorstnormen is gehaald:
1. de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius;
2. de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager;
3. de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager;
4. de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst of sneeuwval.
b. Er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats.
c. Er is sprake van overvloedige regenval indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent;
d. Er is sprake van hitte als een temperatuur van 40 graden Celsius of hoger is gehaald.
4. Of sprake is van een situatie, zoals omschreven in lid 3 sub a, b, c of d van dit artikel, wordt vastgesteld door de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied van de bouwplaats. Een overzicht met deze weerstations per postcodegebied is te vinden op xxx.xxxx.xx.
5. Met ingang van 1 januari 2021 gelden in het geval van arbeidsverhindering vanwege onwerkbaar weer de volgende (wettelijke) wachtdagen:
a. bij vorst, ijzel of sneeuwval: 2 wachtdagen in de periode van 1 november tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden;
b. bij overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 en 19.00 uur ten minste 300 minuten regent: 19 wachtdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden;
c. bij hitte: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van hitte niet gewerkt kan worden. Op deze dagen betaalt de werkgever het loon door van de werknemer.
6. De werkgever dient de dag dat de buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet waarbij er arbeidshinder ontstaat, melding te doen bij het UWV conform de uitvoeringsvoorschriften middels het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. Deze melding is voor de gehele dag. Bij omstandigheden zoals genoemd in lid 5, onder sub a en c van dit artikel dient deze melding vóór 10.00 uur ’s ochtends gedaan te worden.
7. Ter zake van een dag die bij het UWV wordt gemeld, geldt dat een werknemer op die gehele dag geen (vervangende) werkzaamheden mag verrichten. Bovendien dient de werknemer indien de melding betrekking heeft op vorst, sneeuwval of hitte vóór 10.00 uur in de ochtend door zijn werkgever te zijn bericht die dag niet op het werk te hoeven verschijnen dan wel door zijn werkgever daadwerkelijk naar huis te zijn gestuurd.
8. Wanneer de werkgever op grond van lid 5 van dit artikel 24 lid 2 sub f en lid 3 sub e niet verplicht is het loon door te betalen, kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening.voorziening en wordt het loon op de volgende wijze aan de werknemer uitgekeerd:
d. a. De werkgever zal vult in een dergelijk geval aan de betrokken werknemer een aanvulling betalen op de WW-uitkering van de betrokken werknemer aan tot 100% van het vast overeengekomen loon of het salaris.
e. Bepalend voor de vaststelling van een onwerkbaar weer dag is de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar b. Indien de werknemer werkzaam is of zou zijnrecht heeft op een werkloosheidsuitkering, zich bevindt.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden voor het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen) én voor zover er niet kan worden gewerkt: - vanwege of ten gevolge van vorst; - vanwege of ten gevolge dan geschiedt de aanwezigheid van ijzel of sneeuw op de werkplek.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege of ten gevolge van vorst of de aanwezigheid van ijzel of sneeuw niet wordt gewerkt.
c. Er is sprake van vorst indien één of meer betaling van de volgende vorstnormen is gehaald: - de gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius; - de gemeten temperatuur is om 07.00 uur en om 09.00 uur -0,5° Celsius of lager; - de gemeten temperatuur is om 09.00 uur -1,5° Celsius of lager; - de gevoelstemperatuur is om 09.30 uur volgens de meting van 09.00 uur -6,0° Celsius of lager. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van vorst.
d. Er is sprake van ijzel of sneeuw op de werkplek, als er volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin de werklocatie, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt, sprake is van ijzel of sneeuw.
e. Het risico van onwerkbaar weer komt gedurende de eerste 2 onwerkbaar weer dagen per werknemer in een winterseizoen voor rekening werkloosheidsuitkering door tussenkomst van de werkgever. Indien de werkgever geen gebruik maakt van de wettelijke voorziening of zijn aanvraag wordt door UWV afgewezen, dan is lid 1 van dit artikel toepassing.
f. Voor 1. Artikel 36 van deze cao is niet van toepassing op het plaatsen van glas of een noodvoorziening indien de onwerkbaar weer dagen in een winterseizoen boven het aantal werkzaamheden noodzakelijk en van 2 geldt dat korte duur zijn. Dit ter beoordeling van de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het overeengekomen loon of salaris door te betalenwerkge- ver.
g. Voor de onwerkbaar weer dagen 2. Indien sprake is, of zal zijn, van weersomstandigheden, zoals beschreven in een winterseizoen die boven het aantal artikel 36 van 2 per werknemer uitgaan deze cao dan kan de werkgever namens de werknemer ander werk opdragen waarvoor de werknemer geschikt is. De werknemer is verplicht deze arbeid te verrichten.
3. Indien de situatie zich voordoet, zoals beschreven in lid 1 of lid 2 van dit artikel kan de werkgever geen melding doen bij het UWV een WW-uitkering volgens conform artikel 36 van deze cao. De werkgever dient aan de wettelijke voorziening aanvragen.
a. De hiernavolgende bepalingen gelden: - voor het tijdvak lopende van 1 januari tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én - voor zover vanwege of ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt, anders dan genoemd onder lid 2 en met uitzondering van de weersomstandigheid overvloedige regenval.
b. Als onwerkbaar weer dag wordt beschouwd een werkdag in een kalenderjaar waarop vanwege andere buitengewone natuurlijke omstandigheden niet wordt gewerkt.
c. Van een direct verband tussen andere buitengewone natuurlijke omstandigheden en het werk is sprake indien: - het storten op hoogte wordt gestaakt als gevolg van een windsnelheid van 13,8 meter per seconde of meer (bij zeer krachtige windstoten) of een windkracht van 6 of meer op de Schaal van Beaufort (bij harde tot stormachtige wind, zware tot zeer zware storm of orkaankracht), gedurende 5 uur op één dag.
d. Het risico van andere buitengewone natuurlijke omstandigheden komt gedurende de eerste 2 dagen per werknemer in een kalenderjaar voor rekening van de werkgever.
e. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 per werknemer geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW, lid 1 en lid 3 – niet gehouden is om het voor deze dagen evenredige deel van het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen.
f. Voor de dagen in een kalenderjaar boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij UWV een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst