Opeisen hypothecaire geldlening en executoriale verkoop a. Indien de Hypotheekhouder een hypothecaire geldlening ter zake een ORVO opeist, heeft de Hoofd-opstaller gedurende twee (2) maanden nadat hij door de Hypotheekhouder bij aangetekende brief van deze voorgenomen opeising op de hoogte is gesteld, de bevoegdheid ge- bruik te maken van zijn koopoptie zoals hierna in artikel 11 omschre- ven. Derhalve kan de Hypotheekhouder pas van zijn recht tot parate exe- cutie gebruik kan maken na ommekomst van deze periode. Indien de Hypotheekhouder de hypothecaire geldlening opeist als voormeld, is hij verplicht binnen tien (10) werkdagen daarvan door middel van toezending van een kopie voormelde aangetekende brief schriftelijk mededeling te doen aan de Hoofd-opstaller.
Opeisen hypothecaire geldlening en executoriale verkoop. 1. Erfpachter is bevoegd om op de erfpacht een hypotheek te vestigen, mits de betreffende hypotheekhouder zich jegens de grondeigenaar verplicht om het recht van parate executie uit te oefenen op de wijze als hierna aangegeven en daartoe in de akte van vestiging van hypotheek letterlijk de volgende bepaling op te nemen: "De hypotheekhouder neemt jegens de grondeigenaar de inspanningsverplichting op zich om, op de voet van artikel 3: 268 lid 2 Burgerlijk Weetboek, te bewerkstelligen dat in geval van executie door de hypotheekhouder de erfpacht wordt verkocht aan de grondeigenaar. In dat kader verplicht de hypotheekhouder zich hierbij jegens de grondeigenaar om, in goed overleg met de grondeigenaar, overeenkomstig artikel 3: 268 lid 2 Burgerlijk Wetboek een verzoek tot onderhandse verkoop aan de grondeigenaar in te dienen bij de voorzieningenrechter door deze een daartoe strekkende overeenkomst onder de gebruikelijke voorwaarden, ter goedkeuring voor te leggen.".