Common use of Organisatorische positie Clause in Contracts

Organisatorische positie. De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Sociaal Pedagogisch Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in Sociaal Pedagogisch Werker 1 kan functioneel leiding ontvangen van de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Sociaal Pedagogisch Werkers 2 en/of behoeften 3. Resultaatgebieden Behoeften signaleren • Signaleert behoeften, mogelijkheden, knelpunten en mogelijkheden van probleemsituaties bij cliënten. Geeft de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van gesignaleerde informatie door aan de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbetreffende verantwoordelijke functionaris. Resultaat: Hulpvraag Behoeften gesignaleerd, zodanig dat aanpak afgestemd kan worden op de behoefte. Activiteiten en werkwijze mede vormgeven • Denkt mee over de inhoud van activiteiten en de wijze van begeleiding; • Denkt na over de praktische/dagelijkse werkwijze op de groep. Doet voorstellen ter verbetering; • Denkt mee over de planning en organisatie van activiteiten. Resultaat: Activiteiten en werkwijze mede vormgegeven, zodanig dat deze kunnen worden uitgevoerd en/of behoeften verbeterd. (Gezamenlijke) activiteiten en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse werkzaamheden uitvoeren en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen begeleiden • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Verzorgt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen cliënten en brieven schrijven in naam van de cliënthun leefomgeving; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningende dagelijkse gang van zaken binnen de instelling; • Betrekt Bevordert goede leefsituatie en ziet toe op de leefomgeving zo nodig naleving van huisregels; • Xxxxx ondersteuning bij de uitvoering inrichting van het plandagelijks leven; • Adviseert cliëntStimuleert participatie in groepen. Voert daartoe motiverende gesprekken met cliënten. Probeert in voorkomende gevallen te achterhalen, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instantieswaarom een cliënt niet deelneemt; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële Stimuleert en organiseert huishoudelijke en/of immateriële problemen(re)creatieve activiteiten. Ziet toe op de uitvoering; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergrotenXxxxxxxxxx betrokkenheid van ouders en/of relevante anderen; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenVoert indien noodzakelijk andere ondersteunende (bijvoorbeeld huishoudelijke) werkzaamheden uit; • Rapporteert over Schakelt bij problemen de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijverantwoordelijke collega in. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd(Gezamenlijke) activiteiten uitgevoerd en begeleid, zodanig dat de cliënt gestimuleerd wordt en zich bevindt in een zo goed mogelijk leefklimaat. Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • Mbo 1 of 2 werk- en denkniveau; • Enige kennis van de leefomgeving van de cliënt. Specifieke functiekenmerken • Stimuleren en motiveren van cliënten en het doel op creëren van een inzichtelijke goede sfeer; • Sociale vaardigheden voor het kunnen omgaan met fysiek geweld en methodische manier (bijna) is behaaldverbale agressie van cliënten en het controlerend en corrigerend optreden hierbij; • Bewegingsvaardigheid voor de fysieke ondersteuning en verzorging van cliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt eventueel functioneel leiding aan Activiteitenbegeleiders in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgevingopleiding, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Welzijnsassistenten en/of behoeften stagiaires. Resultaatgebieden Activiteitenplan ontwikkelen • Signaleert behoefte en mogelijkheden van deelnemers aan de cliënt in beeldhand van observaties en gesprekken met deelnemers en eventuele derden; • Vormt zich Formuleert een beeld van activiteitenplan met specifieke doelstellingen, passend in een eventueel begeleidingsplan. Bespreekt het activiteitenplan met de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbetrokken leidinggevende en/of hulpverlener; • Verstrekt informatieOntwikkelt individuele, bijvoorbeeld over de werkwijze dan wel groepsgerichte activiteiten en opdrachten. Maakt gebruik van de hulpverleningtechnieken, materialen, (maatschappelijk gerichte) activiteitvormen en -opdrachten; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorStelt desgevraagd tussentijds een observatierapport op. Resultaat: Hulpvraag Activiteitenplan ontwikkeld, zodanig dat opdrachten en activiteiten met een heldere doelstelling kunnen worden uitgevoerd. Activiteitenplan uitvoeren • Xxxxxxx de uitvoering van activiteiten en opdrachten voor door bijvoorbeeld het inkopen van materialen en informeren van deelnemers; • Begeleidt de uitvoering van activiteiten en opdrachten en stuurt waar nodig bij; • Creëert een sfeer binnen de groep waarin de deelnemers zich veilig voelen en worden gestimuleerd en gemotiveerd de eigen mogelijkheden te ontdekken en initiatieven te nemen; • Xxxxx activiteiten en opdrachten dusdanig in dat het de zelfredzaamheid en/of behoeften zelfvertrouwen van deelnemers vergroot; • Demonstreert zo nodig het gebruik van gereedschappen en mogelijkheden geïnventariseerdapparatuur en geeft aanwijzingen, zodanig dat voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven met betrekking tot activiteiten en opdrachten; • Speelt tijdens de uitvoering in op basis behoeften, wensen en problemen, bijvoorbeeld door deze individueel of in de groep te bespreken. Reikt eventueel oplossingen aan; • Toetst de ontwikkeling van deelnemers aan de verzamelde gegevens een analyse doelstelling in het activiteitenplan; • Informeert en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij rapporteert hierover aan de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne betrokken leidinggevende en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevinghulpverlener; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan activiteitenplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Activiteitenplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op deelnemers gedurende de afgesproken periode resocialisatie en terugkeer naar de maatschappij hebben bereikt. Informatie uitwisselen • Doet plaatsingsgesprekken of woont deze bij en verzorgt de introductie van nieuwe deelnemers; • Xxxxx met collega's de dagindeling en de verdeling van werkzaamheden af en draagt mede zorg voor een inzichtelijke goede samenwerking en methodische manier (bijna) is behaaldwerkoverdracht; • Neemt deel aan werkoverleg. Resultaat: Informatie uitgewisseld, zodanig dat duidelijkheid heerst omtrent dagelijkse activiteiten, wijzigingen en begeleiding van deelnemers.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Trajectbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Trajectbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt door middel van gesprekken en verkent de leefomgeving, brengt daarmee de (maatschappelijke) situatie, de hulpvraag en/of behoeften om zo wensen, behoeften, problemen en mogelijkheden motivatie van de cliënt in beeldkaart te brengen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenLegt zo nodig huisbezoeken af; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doortrajectbegeleiding. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan een trajectplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan Trajectplan opstellen • Stelt Analyseert de wensen, behoeften, problemen en mogelijkheden van de cliënt; • Formuleert uitgangspunten en doelen; • Ontwikkelt een diagnoseplan, waarbij dat gericht is op toeleiding naar werk, activiteiten, vrijwilligerswerk of scholing en aansluit bij de hulpvraag wordt geanalyseerd vraag en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg een trajectplan op, waarbij zaken als tijdpad, inhoud en afspraken zijn vastgelegd en waarbij rekening wordt gehouden met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingenbudget. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Trajectplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverleningcliënt wordt begeleid bij de invulling van een dagbesteding door werk, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteldactiviteiten, efficiënt en adequaat kan worden verleendvrijwilligerswerk of scholing. Woonbegeleidingsplan Trajectplan uitvoeren • Begeleidt Bewaakt de tijdige start van de verschillende onderdelen van het trajectplan; • Bewaakt de voortgang van de verschillende onderdelen van het trajectplan en stelt het trajectplan bij indien noodzakelijk; • Begeleidt, stimuleert en motiveert de cliënt adequaat en efficiënt efficiënt, zowel kort- als langdurend, waarbij langdurend bij de functionaris erop gericht is functies uitvoering van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliëntprogramma; • Verstrekt informatie aan de cliënt over regelingen en voorzieningen; • Betrekt Onderhoudt contacten met andere instanties en instellingen, die betrokken zijn of betrokken kunnen worden bij begeleiding van de leefomgeving zo nodig cliënt; • Bewaakt de kwaliteit van de activiteiten van de voorzieningen, die bij de uitvoering van het planprogramma ingeschakeld worden; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld Verricht rapporterende werkzaamheden over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauleefomgeving; • Evalueert het woonbegeleidingsplan trajectplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Trajectplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Ziekenverzorgende ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Ziekenverzorgende ontvangt functionele aanwijzingen van verpleegkundige en/of behoeften behandelaars, zoals de arts. Resultaatgebieden Cliënten verzorgen • Verzorgt de cliënten: helpt bij wassen, aankleden, eten, drinken en mogelijkheden van de cliënt in beelddergelijke; • Vormt zich een beeld van de hulpvraagVerricht eenvoudige verpleegtechnische handelingen, behoefte zoals verbanden aanleggen, temperatuur meten en mogelijkhedenpols opnemen en dergelijke; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverleningAssisteert verpleegkundigen en arts bij verpleegtechnische handelingen en lichamelijk onderzoek; • Verwijst Observeert cliënten zo nodig extern dooren geeft bijzonderheden door ten aanzien van bijvoorbeeld pijn, benauwdheid en gedrag aan de verpleegkundige. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerdCliënten verzorgd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse voldaan wordt aan het zorgplan. Cliënten begeleiden • Stimuleert en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnosebegeleidt cliënten bij activiteiten, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd zoals wandelen, ziekenhuisbezoek en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingendergelijke. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldCliënten begeleid, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleendzelfstandigheid bevorderd wordt. Woonbegeleidingsplan Huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete dienstenVerricht huishoudelijke werkzaamheden, zoals begeleiden naar instantieshet schoonmaken van waskommen, formulieren invullen het opmaken van bedden en brieven schrijven in naam van schoonmaakwerkzaamheden op de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijkamers. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Huishoudelijke werkzaamheden uitgevoerd, zodanig dat cliënten gebruik kunnen maken van schone ruimten en voorzieningen. Neemt deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • Mbo werk- en denkniveau; • Kennis van richtlijnen voor hygiëne. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden, vooral gericht op tact en invoelend vermogen voor het doel verplegen/verzorgen van patiënten, het onderhouden van contacten met familie en het afstemmen van werkzaamheden met collega's uit andere disciplines; • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op een inzichtelijke eenduidige en methodische manier heldere wijze overdragen van (bijnazorg) is behaaldinformatie; • Bewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verzorgende handelingen; • Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de lichamelijke/psychische gesteldheid van cliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Verpleegkundige ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Verpleegkundige ontvangt functionele aanwijzingen van behandelaars, zoals de arts. De Verpleegkundige geeft zelf geen leidingindien van toepassing functioneel leiding aan de Ziekenverzorgende. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt cliënt, verkent daarmee de situatie en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbehoeften; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze wijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbehandelen. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan zorgplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Zorgplan ontwikkelen • Stelt een verpleegkundige diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden het handelsvermogen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Adviseert op het gebied van het verpleegkundig handelen over de formulering en vaststelling van het behandelplan; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijnzorgplan op; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldZorgplan ontwikkeld, zodanig dat de hulp- zorg efficiënt en dienstverleningadequaat kan worden verleend, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld. Zorgplan uitvoeren/realiseren • Verricht alle voorkomende verpleegkundige en (de meest voorkomende) verpleegtechnische handelingen conform het zorgplan, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt binnen de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies kaders van de cliënt in stand te houdendaartoe geldende werkafspraken, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk protocollen en sociaal functionerenrichtlijnen; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere Xxxxxxx voor en assisteert bij onderzoek en behandeling door inventarisatie van inkomstende arts, uitgaven coördineert en schuldenorganiseert de nazorg; • Adviseert Coördineert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties verpleegkundige zorg in het kader van de directe hulpverlening multidisciplinaire behandelactiviteiten; • Controleert hygiëne en licht patiënten voor op lokaal niveauhet gebied van hygiëne; • Zet medicijnen uit en dient deze toe; • Evalueert het woonbegeleidingsplan de zorg en stelt dit zo nodig bij; • Houdt inloopspreekuren, indien van toepassing; • Houdt de cliëntenadministratie bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Zorgplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald. Neemt deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • Hbo werk- en denkniveau; • BIG-registratie. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden voor het geven van individuele voorlichting, het onderhouden van contacten met families en het afstemmen van werkzaamheden met collega's; • Tact en invoelend vermogen voor het verplegen/verzorgen van patiënten; • Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de lichamelijke/psychische gesteldheid; • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op eenduidige en heldere wijze overdragen van (zorg) informatie; • Bewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Telefonisch Hulpverlener ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Telefonisch Hulpverlener geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over Stelt vragen aan de cliënt om diens (psychosociale) problematiek, situatie, niveau van de problematiek en de leefomgeving, brengt daarmee tijd dat problematiek speelt duidelijk te krijgen; • Stelt vragen en luistert om de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden verwachtingen van de cliënt in beeldduidelijk te krijgen; • Vormt zich Maakt, door vragen te stellen en te luisteren, een beeld inschatting van de hulpvraag, behoefte mate van initiatief en mogelijkhedenprobleemoplossend vermogen van de cliënt; • Verstrekt informatieVat de hulpvraag van de cliënt samen en informeert of deze weergave juist is. Resultaat: Xxxxxxxxx geïnventariseerd, bijvoorbeeld over zodanig dat de hulpvraag duidelijk is en een aanpak geformuleerd kan worden. Hulpvraag behandelen • Informeert de cliënt omtrent de werkwijze van de hulpverleningtelefonische hulpdienst; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften Xxxxxxxx en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis stelt vragen om het inzicht in de problematiek van de verzamelde gegevens een analyse cliënt verder te vergroten en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen eventueel bij te sturen; • Stelt een diagnose, waarbij Informeert de hulpvraag wordt geanalyseerd cliënt over bijvoorbeeld mogelijke oorzaken van de problemen en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplinesvoor hulp bij instanties; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel isVerstrekt informatie over regelingen, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schuldeninstanties; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve afhankelijk van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk managementaard van de problematiek, zonder deze verder te verwijzen; • Verleent overige concrete dienstenXxxxxxxxxx zo nodig de cliënt actie te ondernemen om zijn/haar problemen op te lossen; • Maakt een vervolgafspraak, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen mits nodig en brieven schrijven in naam binnen de richtlijnen van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijinstelling. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerdXxxxxxxxx behandeld, zodanig dat het doel cliënt in staat is zelf de problematiek op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldte lossen of de weg naar de juiste instantie weet te vinden.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Wetenschappelijk Functionaris ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leidingWetenschappelijk Functionaris treedt op als projectmedewerker en ontvangt daarbij operationele leiding van de projectmanager. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren Opdrachten/projecten verwerven en voorbereiden • Verzamelt in Voert informatie- en intakegesprekken met potentiële nieuwe in- en externe opdrachtgevers, bij externe opdrachten samen met de thuissituatie informatie projectmanager/leidinggevende; • Schrijft een plan van aanpak en stemt dit en het tijdpad af met de projectmanager/opdrachtgever; • Doet voorstellen voor een projectplan en budget; • Neemt regelmatig deel aan projectoverleg; • Signaleert knelpunten bij de uitvoering en stelt waar nodig het plan van aanpak bij; • Evalueert en rapporteert over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorprojectvoortgang. Resultaat: Hulpvraag enOpdrachten/of behoeften projecten zijn verworven en mogelijkheden geïnventariseerdvormgegeven, zodanig dat de opdrachtenstroom gecontinueerd is. Opdrachten/projecten zijn vormgegeven, zodanig dat een goede uitvoering gewaarborgd is, binnen budget en volgens eisen. Onderzoek uitvoeren • Zet toegepast wetenschappelijk onderzoek (vaak beleidsondersteunend) van begrensde aard inhoudelijk op basis door het (vaak in samenspraak met adviseurs) nader bepalen van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnoseprobleemstelling, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd onderzoeksaanpak en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaanmethodologie. Zet bijvoorbeeld (mede) op: enquêtes, prognoses en calculaties, toetst werkvormen; • Plant de (eigen) werkzaamheden; • Geeft uitvoering aan het onderzoek, rekening houdend met de mogelijkheden tijdsplanningen, budgetten en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplinesgestelde kwaliteitseisen; • Stelt in overleg met Analyseert en interpreteert de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenuitkomsten; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden voortgang van het onderzoek en resultaten en implementeert de resultaten zo nodig bij opdrachtgevers; • Xxxxxx een bijdrage aan de informatievoorziening, door publicaties in periodieken, informatiebladen et cetera. Resultaat: Onderzoek opgezet en uitgevoerd en informatie overgedragen, zodanig dat inzicht is verkregen in het onderzoeksonderwerp en belanghebbenden zijn voorzien van informatie. Advies geven • Ondersteunt instellingen bij het ontwikkelen en implementeren van beleid en nieuwe werkmethodes, mede op basis van de door het onderzoek verkregen inzichten; • Schrijft hiertoe (beleids-)notities; • Ontwikkelt programma's ten behoeve van de cliënt deskundigheidsbevordering en zijn omgevingimplementeert deze; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamhedenGeeft voorlichting/training over onderwerpen indien daar behoefte aan is; • Gaat contact aan Stelt informatie- en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveaudocumentatiemateriaal ter beschikking; • Evalueert Biedt ondersteuning op het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerdgebied van financieel-economische, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldadministratieve, juridische en/of personeelsaangelegenheden.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Sociaal Pedagogisch Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in Sociaal Pedagogisch Werker 1 kan functioneel leiding ontvangen van de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Sociaal Pedagogisch Werkers 2 en/of behoeften 3. Resultaatgebieden Behoeften signaleren • Signaleert behoeften, mogelijkheden, knelpunten en mogelijkheden van probleemsituaties bij cliënten. Geeft de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van gesignaleerde informatie door aan de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbetreffende verantwoordelijke functionaris. Resultaat: Hulpvraag Behoeften gesignaleerd, zodanig dat aanpak afgestemd kan worden op de behoefte. Activiteiten en werkwijze mede vormgeven • Denkt mee over de inhoud van activiteiten en de wijze van begeleiding; • Denkt na over de praktische/dagelijkse werkwijze op de groep. Doet voorstellen ter verbetering; • Denkt mee over de planning en organisatie van activiteiten. Resultaat: Activiteiten en werkwijze mede vormgegeven, zodanig dat deze kunnen worden uitgevoerd en/of behoeften verbeterd. (Gezamenlijke) activiteiten en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse werkzaamheden uitvoeren en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen begeleiden • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Verzorgt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen cliënten en brieven schrijven in naam van de cliënthun leefomgeving; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningende dagelijkse gang van zaken binnen de instelling; • Betrekt Bevordert goede leefsituatie en ziet toe op de leefomgeving zo nodig naleving van huisregels; • Xxxxx ondersteuning bij de uitvoering inrichting van het plandagelijks leven; • Adviseert cliëntStimuleert participatie in groepen. Voert daartoe motiverende gesprekken met cliënten. Probeert in voorkomende gevallen te achterhalen, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instantieswaarom een cliënt niet deelneemt; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële Stimuleert en organiseert huishoudelijke en/of immateriële problemen(re)creatieve activiteiten. Ziet toe op de uitvoering; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergrotenXxxxxxxxxx betrokkenheid van ouders en/of relevante anderen; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenVoert indien noodzakelijk andere ondersteunende (bijvoorbeeld huishoudelijke) werkzaamheden uit; • Rapporteert over Schakelt bij problemen de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijverantwoordelijke collega in. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd(Gezamenlijke) activiteiten uitgevoerd en begeleid, zodanig dat de cliënt gestimuleerd wordt en zich bevindt in een zo goed mogelijk leefklimaat. Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • MBO 1 of 2 werk- en denkniveau; • Enige kennis van de leefomgeving van de cliënt. Specifieke functiekenmerken • Stimuleren en motiveren van cliënten en het doel op creëren van een inzichtelijke goede sfeer; • Sociale vaardigheden voor het kunnen omgaan met fysiek geweld en methodische manier (bijna) is behaaldverbale agressie van cliënten en het controlerend en corrigerend optreden hierbij; • Bewegingsvaardigheid voor de fysieke ondersteuning en verzorging van cliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Maatschappelijk Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden • Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt verkent daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften psychosociale problematiek, de behoeften, het probleemoplossend vermogen en mogelijkheden de motivatie van de cliënt in beeldcliënt; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenLegt zo nodig huisbezoeken af; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig met complexe psychosociale problemen intern, dan wel extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan hulpverleningsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Hulpverleningsplan (mede) ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt een hulpverleningsplan op, eventueel in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijninterne en/of externe disciplines; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldHulpverleningsplan (mede) ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan kunnen worden verleend. Woonbegeleidingsplan Hulpverleningsplan uitvoeren • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen en adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties. Informeert de cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schuldenwaar nodig intensieve hulp aan cliënt; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Geeft trainingen om sociale en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk managementpraktische vaardigheden te verbeteren; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de namens cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningenOndersteunt leefomgeving, zoals leden van het gezin, zodanig dat zij een constructieve bijdrage kunnen leveren in het hulpverleningsproces; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het planBegeleidt activiteiten gericht op preventie; • Adviseert cliëntVerricht intermediaire activiteiten, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevingzoals bemiddelen in conflicten; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat Onderhoudt contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan hulpverleningsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Hulpverleningsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Bewindvoerder ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. Daarnaast moet de bewindvoerder periodiek verantwoording aan de Rechter-Commissaris afleggen. De Woonbegeleider Bewindvoerder geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag • Financiële situatie inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de financiële situatie van de cliënt; • Inventariseert het probleemoplossend vermogen van de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeldmotivatie om gedrag te veranderen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten Overlegt zo nodig extern doormet de budgetconsulent. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden Financiële situatie geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan een schuldsaneringsplan kunnen worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Schuldsaneringsplan ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig isschuldsaneringsplan op; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldSchuldsaneringsplan ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, schuldsanering efficiënt en adequaat kan worden verleenduitgevoerd. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; Schuldsaneringsplan uitvoeren/realiseren • Geeft de cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. hoe gebruik te maken van aanbiedingen; • Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve informatie over regelingen en voorzieningen; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van budgetbeheer de financiële problemen; • Onderhandelt met schuldeisers; • Stelt een aflossingsschema op met de cliënt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Xxxxxxxxx opdrachten ten behoeve van budgetbeheer; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van namens de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen Onderhoudt en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauhulpverlening; • Evalueert het woonbegeleidingsplan schuldsaneringsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Schuldsaneringsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt eventueel functioneel leiding aan Activiteitenbegeleiders in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgevingopleiding, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Welzijnsassistenten en/of behoeften stagiaires. Resultaatgebieden Activiteitenplan ontwikkelen • Signaleert behoefte en mogelijkheden van deelnemers aan de cliënt in beeldhand van observaties en gesprekken met deelnemers en eventuele derden; • Vormt zich Formuleert een beeld van activiteitenplan met specifieke doelstellingen, passend in een eventueel begeleidingsplan. Bespreekt het activiteitenplan met de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbetrokken leidinggevende en/of hulpverlener; • Verstrekt informatieOntwikkelt individuele, bijvoorbeeld over de werkwijze dan wel groepsgerichte activiteiten en opdrachten. Maakt gebruik van de hulpverleningtechnieken, materialen, (maatschappelijk gerichte) activiteitvormen en -opdrachten; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorStelt desgevraagd tussentijds een observatierapport op. Resultaat: Hulpvraag Activiteitenplan ontwikkeld, zodanig dat opdrachten en activiteiten met een heldere doelstelling kunnen worden uitgevoerd. Activiteitenplan uitvoeren • Xxxxxxx de uitvoering van activiteiten en opdrachten voor door bijvoorbeeld het inkopen van materialen en informeren van deelnemers; • Begeleidt de uitvoering van activiteiten en opdrachten en stuurt waar nodig bij; • Creëert een sfeer binnen de groep waarin de deelnemers zich veilig voelen en worden gestimuleerd en gemotiveerd de eigen mogelijkheden te ontdekken en initiatieven te nemen; • Xxxxx activiteiten en opdrachten dusdanig in dat het de zelfredzaamheid en/of behoeften zelfvertrouwen van deelnemers vergroot; • Demonstreert zo nodig het gebruik van gereedschappen en mogelijkheden geïnventariseerdapparatuur en geeft aanwijzingen, zodanig dat voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven met betrekking tot activiteiten en opdrachten; • Speelt tijdens de uitvoering in op basis behoeften, wensen en problemen, bijvoorbeeld door deze individueel of in de groep te bespreken. Reikt eventueel oplossingen aan; • Toetst de ontwikkeling van deelnemers aan de verzamelde gegevens een analyse doelstelling in het activiteitenplan; • Informeert en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij rapporteert hierover aan de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne betrokken leidinggevende en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevinghulpverlener; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan activiteitenplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Activiteitenplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op deelnemers gedurende de afgesproken periode resocialisatie en terugkeer naar de maatschappij hebben bereikt. Informatie uitwisselen • Doet plaatsingsgesprekken of woont deze bij en verzorgt de introductie van nieuwe deelnemers; • Xxxxx met collega's de dagindeling en de verdeling van werkzaamheden af en draagt mede zorg voor een inzichtelijke goede samenwerking en methodische manier (bijna) is behaaldwerkoverdracht; • Neemt deel aan werkoverleg. Resultaat: Informatie uitgewisseld, zodanig dat duidelijkheid heerst omtrent dagelijks activiteiten, wijzigingen en begeleiding van deelnemers.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Maatschappelijk Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt verkent daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften psychosociale problematiek, de behoeften, het probleemoplossend vermogen en mogelijkheden de motivatie van de cliënt in beeldcliënt; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenLegt zo nodig huisbezoeken af; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig met complexe psychosociale problemen intern, dan wel extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan hulpverleningsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Hulpverleningsplan (mede) ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt een hulpverleningsplan op, eventueel in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijninterne en/of externe disciplines; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldHulpverleningsplan (mede) ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan kunnen worden verleend. Woonbegeleidingsplan Hulpverleningsplan uitvoeren • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen en adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties. Informeert de cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schuldenwaar nodig intensieve hulp aan cliënt; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Geeft trainingen om sociale en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk managementpraktische vaardigheden te verbeteren; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de namens cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningenOndersteunt leefomgeving, zoals leden van het gezin, zodanig dat zij een constructieve bijdrage kunnen leveren in het hulpverleningsproces; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het planBegeleidt activiteiten gericht op preventie; • Adviseert cliëntVerricht intermediaire activiteiten, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevingzoals bemiddelen in conflicten; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat Onderhoudt contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan hulpverleningsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Hulpverleningsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Bewindvoerder ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. Daarnaast moet de bewindvoerder periodiek verantwoording aan de Rechter-Commissaris afleggen. De Woonbegeleider Bewindvoerder geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag • Financiële situatie inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de financiële situatie van de cliënt; • Inventariseert het probleemoplossend vermogen van de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeldmotivatie om gedrag te veranderen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten Overlegt zo nodig extern doormet de budgetconsulent. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden Financiële situatie geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan een schuldsaneringsplan kunnen worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Schuldsaneringsplan ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig isschuldsaneringsplan op; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldSchuldsaneringsplan ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, schuldsanering efficiënt en adequaat kan worden verleenduitgevoerd. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; Schuldsaneringsplan uitvoeren/realiseren • Geeft de cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. hoe gebruik te maken van aanbiedingen; • Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve informatie over regelingen en voorzieningen; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van budgetbeheer de financiële problemen; • Onderhandelt met schuldeisers; • Stelt een aflossingsschema op met de cliënt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Xxxxxxxxx opdrachten ten behoeve van budgetbeheer; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van namens de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen Onderhoudt en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauhulpverlening; • Evalueert het woonbegeleidingsplan schuldsaneringsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Schuldsaneringsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Sociaal Pedagogisch Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in Sociaal Pedagogisch Werker 1 kan functioneel leiding ontvangen van de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Sociaal Pedagogisch Werkers 2 en/of behoeften 3. Behoeften signaleren • Signaleert behoeften, mogelijkheden, knelpunten en mogelijkheden probleemsituaties bij cliënten. Geeft de gesignaleerde informatie door aan de betreffende verantwoordelijke functionaris. Activiteiten en werkwijze mede vormgeven • Denkt mee over de inhoud van activiteiten en de cliënt in beeldwijze van begeleiding; • Vormt zich een beeld van Denkt na over de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenpraktische/dagelijkse werkwijze op de groep. Doet voorstellen ter verbetering; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld Denkt mee over de werkwijze planning en organisatie van de hulpverlening; activiteiten. (Gezamenlijke) activiteiten en werkzaamheden uitvoeren en begeleiden • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Verzorgt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen cliënten en brieven schrijven in naam van de cliënthun leefomgeving; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningende dagelijkse gang van zaken binnen de instelling; • Betrekt Bevordert goede leefsituatie en ziet toe op de leefomgeving zo nodig naleving van huisregels; • Xxxxx ondersteuning bij de uitvoering inrichting van het plandagelijks leven; • Adviseert cliëntStimuleert participatie in groepen. Voert daartoe motiverende gesprekken met cliënten. Probeert in voorkomende gevallen te achterhalen, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instantieswaarom een cliënt niet deelneemt; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële Stimuleert en organiseert huishoudelijke en/of immateriële problemen(re)creatieve activiteiten. Ziet toe op de uitvoering; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergrotenXxxxxxxxxx betrokkenheid van ouders en/of relevante anderen; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenVoert indien noodzakelijk andere ondersteunende (bijvoorbeeld huishoudelijke) werkzaamheden uit; • Rapporteert over Schakelt bij problemen de verrichte werkzaamheden ten behoeve verantwoordelijke collega in. Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Kennis • MBO 1 of 2 werk- en denkniveau; • Enige kennis van de cliënt leefomgeving van de cliënt. Specifieke functiekenmerken • Stimuleren en zijn omgevingmotiveren van cliënten en het creëren van een goede sfeer; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamhedenSociale vaardigheden voor het kunnen omgaan met fysiek geweld en verbale agressie van cliënten en het controlerend en corrigerend optreden hierbij; • Gaat contact aan Bewegingsvaardigheid voor de fysieke ondersteuning en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader verzorging van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldcliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Verpleegkundige ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Verpleegkundige ontvangt functionele aanwijzingen van behandelaars, zoals de arts. De Verpleegkundige geeft zelf geen leidingindien van toepassing functioneel leiding aan de Ziekenverzorgende. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt cliënt, verkent daarmee de situatie en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbehoeften; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze wijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbehandelen. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Zorgplan ontwikkelen • Stelt een verpleegkundige diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden het handelsvermogen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Adviseert op het gebied van het verpleegkundig handelen over de formulering en vaststelling van het behandelplan; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijnzorgplan op; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldZorgplan uitvoeren/realiseren • Verricht alle voorkomende verpleegkundige en (de meest voorkomende) verpleegtechnische handelingen conform het zorgplan, zodanig dat binnen de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies kaders van de cliënt in stand te houdendaartoe geldende werkafspraken, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk protocollen en sociaal functionerenrichtlijnen; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere Xxxxxxx voor en assisteert bij onderzoek en behandeling door inventarisatie van inkomstende arts, uitgaven coördineert en schuldenorganiseert de nazorg; • Adviseert Coördineert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties verpleegkundige zorg in het kader van de directe hulpverlening multidisciplinaire behandelactiviteiten; • Controleert hygiëne en licht patiënten voor op lokaal niveauhet gebied van hygiëne; • Zet medicijnen uit en dient deze toe; • Evalueert het woonbegeleidingsplan de zorg en stelt dit zo nodig bij; • Houdt inloopspreekuren, indien van toepassing; • Houdt de cliëntenadministratie bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerdNeemt deel aan werkoverleg. Kennis • HBO werk- en denkniveau; • BIG-registratie. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden voor het geven van individuele voorlichting, zodanig dat het doel onderhouden van contacten met families en het afstemmen van werkzaamheden met collega's; • Tact en invoelend vermogen voor het verplegen/verzorgen van patiënten; • Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de lichamelijke/psychische gesteldheid; • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op een inzichtelijke eenduidige en methodische manier heldere wijze overdragen van (bijnazorg) is behaaldinformatie; • Bewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt eventueel functioneel leiding aan Activiteitenbegeleiders in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgevingopleiding, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Welzijnsassistenten en/of behoeften stagiaires. Resultaatgebieden Activiteitenplan ontwikkelen • Signaleert behoefte en mogelijkheden van deelnemers aan de cliënt in beeldhand van observaties en gesprekken met deelnemers en eventuele derden; • Vormt zich Formuleert een beeld van activiteitenplan met specifieke doelstellingen, passend in een eventueel begeleidingsplan. Bespreekt het activiteitenplan met de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbetrokken leidinggevende en/of hulpverlener; • Verstrekt informatieOntwikkelt individuele, bijvoorbeeld over de werkwijze dan wel groepsgerichte activiteiten en opdrachten. Maakt gebruik van de hulpverleningtechnieken, materialen, (maatschappelijk gerichte) activiteitvormen en -opdrachten; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorStelt desgevraagd tussentijds een observatierapport op. Resultaat: Hulpvraag Activiteitenplan ontwikkeld, zodanig dat opdrachten en activiteiten met een heldere doelstelling kunnen worden uitgevoerd. Activiteitenplan uitvoeren • Bereidt de uitvoering van activiteiten en opdrachten voor door bijvoorbeeld het inkopen van materialen en informeren van deelnemers; • Begeleidt de uitvoering van activiteiten en opdrachten en stuurt waar nodig bij; • Creëert een sfeer binnen de groep waarin de deelnemers zich veilig voelen en worden gestimuleerd en gemotiveerd de eigen mogelijkheden te ontdekken en initiatieven te nemen; • Richt activiteiten en opdrachten dusdanig in dat het de zelfredzaamheid en/of behoeften zelfvertrouwen van deelnemers vergroot; • Demonstreert zo nodig het gebruik van gereedschappen en mogelijkheden geïnventariseerdapparatuur en geeft aanwijzingen, zodanig dat voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven met betrekking tot activiteiten en opdrachten; • Speelt tijdens de uitvoering in op basis behoeften, wensen en problemen, bijvoorbeeld door deze individueel of in de groep te bespreken. Reikt eventueel oplossingen aan; • Toetst de ontwikkeling van deelnemers aan de verzamelde gegevens een analyse doelstelling in het activiteitenplan; • Informeert en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij rapporteert hierover aan de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne betrokken leidinggevende en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevinghulpverlener; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan activiteitenplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Activiteitenplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op deelnemers gedurende de afgesproken periode resocialisatie en terugkeer naar de maatschappij hebben bereikt. Informatie uitwisselen • Doet plaatsingsgesprekken of woont deze bij en verzorgt de introductie van nieuwe deelnemers; • Stemt met collega's de dagindeling en de verdeling van werkzaamheden af en draagt mede zorg voor een inzichtelijke goede samenwerking en methodische manier (bijna) is behaaldwerkoverdracht; • Neemt deel aan werkoverleg. Resultaat: Informatie uitgewisseld, zodanig dat duidelijkheid heerst omtrent dagelijkse activiteiten, wijzigingen en begeleiding van deelnemers.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Wetenschappelijk Functionaris ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leidingWetenschappelijk Functionaris treedt op als projectmedewerker en ontvangt daarbij operationele leiding van de projectmanager. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren Opdrachten/projecten verwerven en voorbereiden • Verzamelt in Voert informatie- en intakegesprekken met potentiële nieuwe in- en externe opdrachtgevers, bij externe opdrachten samen met de thuissituatie informatie projectmanager/leidinggevende; • Schrijft een plan van aanpak en stemt dit en het tijdpad af met de projectmanager/opdrachtgever; • Doet voorstellen voor een projectplan en budget; • Neemt regelmatig deel aan projectoverleg; • Signaleert knelpunten bij de uitvoering en stelt waar nodig het plan van aanpak bij; • Evalueert en rapporteert over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorprojectvoortgang. Resultaat: Hulpvraag enOpdrachten/of behoeften projecten zijn verworven en mogelijkheden geïnventariseerdvormgegeven, zodanig dat de opdrachtenstroom gecontinueerd is. Opdrachten/projecten zijn vormgegeven, zodanig dat een goede uitvoering gewaarborgd is, binnen budget en volgens eisen. Onderzoek uitvoeren • Zet toegepast wetenschappelijk onderzoek (vaak beleidsondersteunend) van begrensde aard inhoudelijk op basis door het (vaak in samenspraak met adviseurs) nader bepalen van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnoseprobleemstelling, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd onderzoeksaanpak en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaanmethodologie. Zet bijvoorbeeld (mede) op: enquêtes, prognoses en calculaties, toetst werkvormen; • Plant de (eigen) werkzaamheden; • Geeft uitvoering aan het onderzoek, rekening houdend met de mogelijkheden tijdsplanningen, budgetten en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplinesgestelde kwaliteitseisen; • Stelt in overleg met Analyseert en interpreteert de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenuitkomsten; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden voortgang van het onderzoek en resultaten en implementeert de resultaten zo nodig bij opdrachtgevers; • Levert een bijdrage aan de informatievoorziening, door publicaties in periodieken, informatiebladen et cetera. Resultaat: Onderzoek opgezet en uitgevoerd en informatie overgedragen, zodanig dat inzicht is verkregen in het onderzoeksonderwerp en belanghebbenden zijn voorzien van informatie. Advies geven • Ondersteunt instellingen bij het ontwikkelen en implementeren van beleid en nieuwe werkmethodes, mede op basis van de door het onderzoek verkregen inzichten; • Schrijft hiertoe (beleids-)notities; • Ontwikkelt programma's ten behoeve van de cliënt deskundigheidsbevordering en zijn omgevingimplementeert deze; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamhedenGeeft voorlichting/training over onderwerpen indien daar behoefte aan is; • Gaat contact aan Stelt informatie- en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveaudocumentatiemateriaal ter beschikking; • Evalueert Biedt ondersteuning op het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerdgebied van financieel-economische, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldadministratieve, juridische en/of personeelsaangelegenheden.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Telefonisch Hulpverlener ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Telefonisch Hulpverlener geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag Xxxxxxxxx inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over Stelt vragen aan de cliënt om diens (psychosociale) problematiek, situatie, niveau van de problematiek en de leefomgeving, brengt daarmee tijd dat problematiek speelt duidelijk te krijgen; • Stelt vragen en luistert om de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden verwachtingen van de cliënt in beeldduidelijk te krijgen; • Vormt zich Maakt, door vragen te stellen en te luisteren, een beeld inschatting van de hulpvraag, behoefte mate van initiatief en mogelijkhedenprobleemoplossend vermogen van de cliënt; • Verstrekt informatieVat de hulpvraag van de cliënt samen en informeert of deze weergave juist is. Resultaat: Xxxxxxxxx geïnventariseerd, bijvoorbeeld over zodanig dat de hulpvraag duidelijk is en een aanpak geformuleerd kan worden. Hulpvraag behandelen • Informeert de cliënt omtrent de werkwijze van de hulpverleningtelefonische hulpdienst; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften Luistert en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis stelt vragen om het inzicht in de problematiek van de verzamelde gegevens een analyse cliënt verder te vergroten en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen eventueel bij te sturen; • Stelt een diagnose, waarbij Informeert de hulpvraag wordt geanalyseerd cliënt over bijvoorbeeld mogelijke oorzaken van de problemen en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplinesvoor hulp bij instanties; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel isVerstrekt informatie over regelingen, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schuldeninstanties; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve afhankelijk van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk managementaard van de problematiek, zonder deze verder te verwijzen; • Verleent overige concrete dienstenStimuleert zo nodig de cliënt actie te ondernemen om zijn/ haar problemen op te lossen; • Maakt een vervolgafspraak, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen mits nodig en brieven schrijven in naam binnen de richtlijnen van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijinstelling. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerdXxxxxxxxx behandeld, zodanig dat het doel cliënt in staat is zelf de problematiek op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldte lossen of de weg naar de juiste instantie weet te vinden.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Ziekenverzorgende ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Ziekenverzorgende ontvangt functionele aanwijzingen van verpleegkundige en/of behoeften behandelaars, zoals de arts. Resultaatgebieden Cliënten verzorgen • Verzorgt de cliënten: helpt bij wassen, aankleden, eten, drinken en mogelijkheden van de cliënt in beelddergelijke; • Vormt zich een beeld van de hulpvraagVerricht eenvoudige verpleegtechnische handelingen, behoefte zoals verbanden aanleggen, temperatuur meten en mogelijkhedenpols opnemen en dergelijke; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverleningAssisteert verpleegkundigen en arts bij verpleegtechnische handelingen en lichamelijk onderzoek; • Verwijst Observeert cliënten zo nodig extern dooren geeft bijzonderheden door ten aanzien van bijvoorbeeld pijn, benauwdheid en gedrag aan de verpleegkundige. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerdCliënten verzorgd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse voldaan wordt aan het zorgplan. Cliënten begeleiden • Stimuleert en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnosebegeleidt cliënten bij activiteiten, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd zoals wandelen, ziekenhuisbezoek en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingendergelijke. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldCliënten begeleid, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleendzelfstandigheid bevorderd wordt. Woonbegeleidingsplan Huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete dienstenVerricht huishoudelijke werkzaamheden, zoals begeleiden naar instantieshet schoonmaken van waskommen, formulieren invullen het opmaken van bedden en brieven schrijven in naam van schoonmaakwerkzaamheden op de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijkamers. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Huishoudelijke werkzaamheden uitgevoerd, zodanig dat cliënten gebruik kunnen maken van schone ruimten en voorzieningen. Neemt deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • MBO werk- en denkniveau; • Kennis van richtlijnen voor hygiëne. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden, vooral gericht op tact en invoelend vermogen voor het doel verplegen/verzorgen van patiënten, het onderhouden van contacten met familie en het afstemmen van werkzaamheden met collega's uit andere disciplines; • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op een inzichtelijke eenduidige en methodische manier heldere wijze overdragen van (bijnazorg) is behaaldinformatie; • Bewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verzorgende handelingen; • Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de lichamelijke/psychische gesteldheid van cliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Activiteitenbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt eventueel functioneel leiding aan Activiteitenbegeleiders in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgevingopleiding, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Welzijnassistenten en/of behoeften stagiaires. Activiteitenplan ontwikkelen • Signaleert behoefte en mogelijkheden van deelnemers aan de cliënt in beeldhand van observaties en gesprekken met deelnemers en eventuele derden; • Vormt zich Formuleert een beeld van activiteitenplan met specifieke doelstellingen, passend in een eventueel begeleidingsplan. Bespreekt het activiteitenplan met de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag betrokken leidinggevende en/of behoeften hulpverlener; • Ontwikkelt individuele, dan wel groepsgerichte activiteiten en mogelijkheden geïnventariseerdopdrachten. Maakt gebruik van technieken, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse materialen, (maatschappelijk gerichte) activiteitvormen en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen -opdrachten; • Stelt desgevraagd tussentijds een diagnose, waarbij observatierapport op. Activiteitenplan uitvoeren • Xxxxxxx de hulpvraag wordt geanalyseerd uitvoering van activiteiten en opdrachten voor door bijvoorbeeld het inkopen van materialen en informeren van deelnemers; • Begeleidt de uitvoering van activiteiten en opdrachten en stuurt waar nodig bij; • Creëert een sfeer binnen de groep waarin de deelnemers zich veilig voelen en worden gestimuleerd en gemotiveerd de eigen mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met te ontdekken en initiatieven te nemen; • Xxxxx activiteiten en opdrachten dusdanig in dat het de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne zelfredzaamheid en/of externe disciplineszelfvertrouwen van deelnemers vergroot; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat Demonstreert zo nodig het doel isgebruik van gereedschappen en apparatuur en geeft aanwijzingen, hoe dit bereikt kan worden voorbeelden, keuzemogelijkheden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering alternatieven met betrekking tot het huishoudelijk managementactiviteiten en opdrachten; • Verleent overige concrete dienstenSpeelt tijdens de uitvoering in op behoeften, zoals begeleiden naar instantieswensen en problemen, formulieren invullen en brieven schrijven bijvoorbeeld door deze individueel of in naam van de cliëntgroep te bespreken. Reikt eventueel oplossingen aan; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt Toetst de leefomgeving zo nodig bij ontwikkeling van deelnemers aan de uitvoering van doelstelling in het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instantiesactiviteitenplan; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en rapporteert hierover aan de betrokken leidinggevende en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevinghulpverlener; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan activiteitenplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op Informatie uitwisselen • Doet plaatsingsgesprekken of woont deze bij en verzorgt de introductie van nieuwe deelnemers; • Xxxxx met collega's de dagindeling en de verdeling van werkzaamheden af en draagt mede zorg voor een inzichtelijke goede samenwerking en methodische manier (bijna) is behaaldwerkoverdracht; • Neemt deel aan werkoverleg.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Bewindvoerder ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. Daarnaast dient de bewindvoerder periodiek verantwoording aan de Rechter-Commissaris af te leggen. De Woonbegeleider Bewindvoerder geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag • Financiële situatie inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de financiële situatie van de cliënt; • Inventariseert het probleemoplossend vermogen van de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeldmotivatie om gedrag te veranderen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten Overlegt zo nodig extern doormet de budgetconsulent. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden Financiële situatie geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan een schuldsaneringsplan kunnen worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Schuldsaneringsplan ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig isschuldsaneringsplan op; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldSchuldsaneringsplan ontwikkeld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, schuldsanering efficiënt en adequaat kan worden verleenduitgevoerd. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; Schuldsaneringsplan uitvoeren/realiseren • Geeft de cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. hoe gebruik te maken van aanbiedingen; • Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve informatie over regelingen en voorzieningen; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van budgetbeheer de financiële problemen; • Onderhandelt met schuldeisers; • Stelt een aflossingsschema op met de cliënt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verstrekt opdrachten ten behoeve van budgetbeheer; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van namens de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen Onderhoudt en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauhulpverlening; • Evalueert het woonbegeleidingsplan schuldsaneringsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Schuldsaneringsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Verpleegkundige ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Verpleegkundige ontvangt functionele aanwijzingen van behandelaars, zoals de arts. De Verpleegkundige geeft zelf geen leidingindien van toepassing functioneel leiding aan de Ziekenverzorgende. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt cliënt, verkent daarmee de situatie en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenbehoeften; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze wijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbehandelen. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan zorgplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Zorgplan ontwikkelen • Stelt een verpleegkundige diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden het handelsvermogen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Adviseert op het gebied van het verpleegkundig handelen over de formulering en vaststelling van het behandelplan; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijnzorgplan op; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldZorgplan ontwikkeld, zodanig dat de hulp- zorg efficiënt en dienstverleningadequaat kan worden verleend, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld. Zorgplan uitvoeren/realiseren • Verricht alle voorkomende verpleegkundige en (de meest voorkomende) verpleegtechnische handelingen conform het zorgplan, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt binnen de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies kaders van de cliënt in stand te houdendaartoe geldende werkafspraken, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk protocollen en sociaal functionerenrichtlijnen; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere Bereidt voor en assisteert bij onderzoek en behandeling door inventarisatie van inkomstende arts, uitgaven coördineert en schuldenorganiseert de nazorg; • Adviseert Coördineert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties verpleegkundige zorg in het kader van de directe hulpverlening multidisciplinaire behandelactiviteiten; • Controleert hygiëne en licht patiënten voor op lokaal niveauhet gebied van hygiëne; • Zet medicijnen uit en dient deze toe; • Evalueert het woonbegeleidingsplan de zorg en stelt dit zo nodig bij; • Houdt inloopspreekuren, indien van toepassing; • Houdt de cliëntenadministratie bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan Zorgplan uitgevoerd, zodanig dat het doel de doelen op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is zijn behaald. Neemt deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Xxxxxx • HBO werk- en denkniveau; • BIG-registratie. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden voor het geven van individuele voorlichting, het onderhouden van contacten met families en het afstemmen van werkzaamheden met collega's; • Tact en invoelend vermogen voor het verplegen/verzorgen van patiënten; • Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de lichamelijke/psychische gesteldheid; • Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op eenduidige en heldere wijze overdragen van (zorg) informatie; • Bewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Sociaal Cultureel Werker 3 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leidingSociaal Cultureel Werker 3 kan eventueel functioneel leiding ontvangen van de Sociaal Cultureel Werker 4 en functioneel leiding geven aan de Sociaal Cultureel Werker 1 en/of 2. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt Oriënteren, signaleren en contacten leggen • Oriënteert zich op de doelgroep, legt contacten en signaleert wensen, behoeften, problemen en ambities; • Brengt de wensen, behoeften en problemen in kaart en betrekt context gebonden factoren hierbij; • Bespreekt wensen, behoeften, problemen en ambities van de doelgroep intern en formuleert mogelijke oplossingsrichtingen; • Werft leden van de doelgroep; • Verzorgt publiciteit over het aanbod van de instelling; • Bouwt aan een netwerk en onderhoudt daarin contacten met onder andere doelgroep, potentiële doelgroep, gemeentelijke instanties, relevante organisaties en vrijwilligers. Resultaat: Contacten gelegd, zodanig dat een netwerk gerealiseerd is, de doelgroep op de hoogte is van de dienstverlening en signalen vanuit de doelgroep en de samenleving zijn opgevangen. Projecten en activiteiten vormgeven • Analyseert de wensen, behoeften, problemen en ambities van de doelgroep; • Vertaalt de wensen, behoeften, problemen en ambities naar mogelijke oplossingen, bijvoorbeeld in de thuissituatie informatie over vorm van een project, een bestaande of nieuwe dienst; • Stelt een plan van aanpak op voor het project of de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee uitvoering van een dienst met een beschrijving van de situatie, uitgangspunten, doelstellingen, tijdpad en budget. Ontwikkelt bijpassende activiteiten. Resultaat: Projecten en activiteiten vormgegeven, zodanig dat deze kunnen worden uitgevoerd en deze aansluiten bij de hulpvraag wensen, behoeften, problemen en ambities van de doelgroep. Projecten en activiteiten uitvoeren • Voert activiteiten uit die een educatief en recreatief karakter hebben; • Begeleidt deelnemers bij activiteiten; • Geeft advies en informatie ten aanzien van onderwerpen van zakelijke en meer algemene aard of verwijst vraagsteller door naar (meer ervaren) collegae of instanties; • Stimuleert en ondersteunt deelnemers bij de toeleiding naar onderwijs, scholing en de arbeidsmarkt; • Biedt ondersteuning aan groepen, die verandering en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeldbelangenbehartiging nastreven; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenBegeleidt vrijwilligers of stagiaires; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverleningBeheert het budget en bewaakt het tijdpad. Stuurt bij indien noodzakelijk; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorVerricht bijkomende administratieve werkzaamheden. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften Projecten en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis diensten volgens plan van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan aanpak uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is geformuleerde doelstellingen zijn behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Trajectbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider Trajectbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt door middel van gesprekken en verkent de leefomgeving, brengt daarmee de (maatschappelijke) situatie, de hulpvraag en/of behoeften om zo wensen, behoeften, problemen en mogelijkheden motivatie van de cliënt in beeldkaart te brengen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenLegt zo nodig huisbezoeken af; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doortrajectbegeleiding. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan een trajectplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan Trajectplan opstellen • Stelt een diagnoseAnalyseert de wensen, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd behoeften, problemen en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Formuleert uitgangspunten en doelen; • Ontwikkelt een plan, dat gericht is op toeleiding naar werk, activiteiten, vrijwilligerswerk of scholing en aansluit bij de vraag en de mogelijkheden van de cliënt; • Stelt een trajectplan op, waarbij zaken als tijdpad, inhoud en afspraken zijn vastgelegd en waarbij rekening wordt gehouden met budget. Trajectplan uitvoeren • Bewaakt de tijdige start van de verschillende onderdelen van het trajectplan; • Bewaakt de voortgang van de verschillende onderdelen van het trajectplan en stelt het trajectplan bij indien noodzakelijk; • Begeleidt, stimuleert en motiveert de cliënt adequaat en efficiënt, zowel kort- als langdurend bij de uitvoering van het programma; • Verstrekt informatie aan de cliënt over regelingen en voorzieningen; • Betrekt Onderhoudt contacten met andere instanties en instellingen, die betrokken zijn of betrokken kunnen worden bij begeleiding van de leefomgeving zo nodig cliënt; • Bewaakt de kwaliteit van de activiteiten van de voorzieningen, die bij de uitvoering van het planprogramma ingeschakeld worden; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld Verricht rapporterende werkzaamheden over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauleefomgeving; • Evalueert het woonbegeleidingsplan trajectplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Bewindvoerder ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. Daarnaast dient de bewindvoerder periodiek verantwoording aan de Rechter-Commissaris af te leggen. De Woonbegeleider Bewindvoerder geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag • Financiële situatie inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de financiële situatie van de cliënt; • Inventariseert het probleemoplossend vermogen van de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeldmotivatie om gedrag te veranderen; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten Overlegt zo nodig extern doormet de budgetconsulent. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Schuldsaneringsplan ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod aanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig isschuldsaneringsplan op; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; Schuldsaneringsplan uitvoeren/realiseren • Geeft de cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. hoe gebruik te maken van aanbiedingen; • Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve informatie over regelingen en voorzieningen; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van budgetbeheer de financiële problemen; • Onderhandelt met schuldeisers; • Stelt een aflossingsschema op met de cliënt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Xxxxxxxxx opdrachten ten behoeve van budgetbeheer; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van namens de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen Onderhoudt en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveauhulpverlening; • Evalueert het woonbegeleidingsplan schuldsaneringsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Sociaal Pedagogisch Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in Sociaal Pedagogisch Werker 1 kan functioneel leiding ontvangen van de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Sociaal Pedagogisch Werkers 2 en/of behoeften 3. Resultaatgebieden Behoeften signaleren • Signaleert behoeften, mogelijkheden, knelpunten en mogelijkheden van probleemsituaties bij cliënten. Geeft de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van gesignaleerde informatie door aan de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern doorbetreffende verantwoordelijke functionaris. Resultaat: Hulpvraag Behoeften gesignaleerd, zodanig dat aanpak afgestemd kan worden op de behoefte. Activiteiten en werkwijze mede vormgeven • Denkt mee over de inhoud van activiteiten en de wijze van begeleiding; • Denkt na over de praktische/dagelijkse werkwijze op de groep. Doet voorstellen ter verbetering; • Denkt mee over de planning en organisatie van activiteiten. Resultaat: Activiteiten en werkwijze mede vormgegeven, zodanig dat deze kunnen worden uitgevoerd en/of behoeften verbeterd. (Gezamenlijke) activiteiten en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse werkzaamheden uitvoeren en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen begeleiden • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Verzorgt en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen cliënten en brieven schrijven in naam van de cliënthun leefomgeving; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningende dagelijkse gang van zaken binnen de instelling; • Betrekt Bevordert goede leefsituatie en ziet toe op de leefomgeving zo nodig naleving van huisregels; • Biedt ondersteuning bij de uitvoering inrichting van het plandagelijks leven; • Adviseert cliëntStimuleert participatie in groepen. Voert daartoe motiverende gesprekken met cliënten. Probeert in voorkomende gevallen te achterhalen, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instantieswaarom een cliënt niet deelneemt; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële Stimuleert en organiseert huishoudelijke en/of immateriële problemen(re)creatieve activiteiten. Ziet toe op de uitvoering; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergrotenStimuleert betrokkenheid van ouders en/of relevante anderen; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingenVoert indien noodzakelijk andere ondersteunende (bijvoorbeeld huishoudelijke) werkzaamheden uit; • Rapporteert over Schakelt bij problemen de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bijverantwoordelijke collega in. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd(Gezamenlijke) activiteiten uitgevoerd en begeleid, zodanig dat de cliënt gestimuleerd wordt en zich bevindt in een zo goed mogelijk leefklimaat. Neemt gebruikelijk deel aan werkoverleg. Profiel van de functie Kennis • MBO 1 of 2 werk- en denkniveau; • Enige kennis van de leefomgeving van de cliënt. Specifieke functiekenmerken • Stimuleren en motiveren van cliënten en het doel op creëren van een inzichtelijke goede sfeer; • Sociale vaardigheden voor het kunnen omgaan met fysiek geweld en methodische manier (bijna) is behaaldverbale agressie van cliënten en het controlerend en corrigerend optreden hierbij; • Bewegingsvaardigheid voor de fysieke ondersteuning en verzorging van cliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Ziekenverzorgende ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling afdeling, waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag Ziekenverzorgende ontvangt functionele aanwijzingen van verpleegkundige en/of behoeften behandelaars, zoals de arts. Cliënten verzorgen • Verzorgt de cliënten: helpt bij wassen, aankleden, eten, drinken en mogelijkheden van de cliënt in beelddergelijke; • Vormt zich een beeld van de hulpvraagVerricht eenvoudige verpleegtechnische handelingen, behoefte zoals verbanden aanleggen, temperatuur meten en mogelijkhedenpols opnemen en dergelijke; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverleningAssisteert verpleegkundigen en arts bij verpleegtechnische handelingen en lichamelijk onderzoek; • Verwijst Observeert cliënten zo nodig extern dooren geeft bijzonderheden door ten aanzien van bijvoorbeeld pijn, benauwdheid en gedrag aan de verpleegkundige. Resultaat: Hulpvraag enCliënten begeleiden • Stimuleert en begeleidt cliënten bij activiteiten, zoals wandelen, ziekenhuisbezoek en dergelijke. Huishoudelijke werkzaamheden uitvoeren • Verricht huishoudelijke werkzaamheden, zoals het schoonmaken van waskommen, het opmaken van bedden en schoonmaakwerkzaamheden op de kamers. Neemt deel aan werkoverleg. Kennis • MBO werk- en denkniveau; • Kennis van richtlijnen voor hygiëne. Specifieke functiekenmerken • Sociale vaardigheden, vooral gericht op tact en invoelend vermogen voor het verplegen/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerdverzorgen van patiënten, zodanig dat op basis het onderhouden van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend contacten met de mogelijkheden familie en het niveau afstemmen van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg werkzaamheden met interne en/of externe collega's uit andere disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden eenduidige en wat de evaluatiemomenten zijnheldere wijze overdragen van (zorg) informatie; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig isBewegingsvaardigheid voor het uitvoeren van verzorgende handelingen; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat Oplettendheid voor het signaleren van veranderingen in de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies lichamelijke/psychische gesteldheid van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaaldcliënten.

Organisatorische positie. De Woonbegeleider Maatschappelijk Werker 1 ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden • Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt verkent daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften psychosociale problematiek, de behoeften, het probleemoplossend vermogen en mogelijkheden de motivatie van de cliënt in beeldcliënt; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkhedenLegt zo nodig huisbezoeken af; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig met complexe psychosociale problemen intern, dan wel extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen Hulpverleningsplan (mede) ontwikkelen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaangeanalyseerd, rekening houdend met de mogelijkheden het vermogen tot handelen en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt een hulpverleningsplan op, eventueel in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijninterne en/of externe disciplines; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteldHulpverleningsplan uitvoeren • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen en adviseert de cliënt, zodanig dat bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties. Informeert de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schuldenwaar nodig intensieve hulp aan cliënt; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer Geeft trainingen om sociale en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk managementpraktische vaardigheden te verbeteren; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de namens cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningenOndersteunt leefomgeving, zoals leden van het gezin, zodanig dat zij een constructieve bijdrage kunnen leveren in het hulpverleningsproces; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het planBegeleidt activiteiten gericht op preventie; • Adviseert cliëntVerricht intermediaire activiteiten, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgevingzoals bemiddelen in conflicten; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat Onderhoudt contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan hulpverleningsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.