Werktijdenregeling. 1. De werkgever komt in overeenstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad een werktijdenregeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J.
2. De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractsperiode gespreid.
3. De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging.
4. Afspraken over taakbelastingsbeleid en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de MR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld.
Werktijdenregeling. 1. De werknemer is verplicht zich te houden aan de werktijdenregeling en de arbeids- en rusttijden, die door de werkgever voor hem zijn vastgesteld.
2. Inzake arbeidstijd, arbeidstijd op zondag en arbeid in nachtdienst, alsmede inzake rusttijd en pauze, is de standaardregeling van toepassing, als bedoeld in de Arbeidstijdenwet behoudens het gestelde in het volgende lid.
3. In afwijking van lid 2 kan de werkgever met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg een collectieve regeling in de zin van artikel 1.3 van de Arbeidstijdenwet overeenkomen.
4. Het arbeidstijdenpatroon van de werknemer wordt zodanig vastgesteld dat de werknemer per week op niet meer dan 5 dagen en zoveel mogelijk aaneengesloten arbeid verricht.
5. Geen arbeid wordt verlangd op zaterdagen, zondagen en op feestdagen, als bedoeld in artikel 4.8.
6. Van het gestelde in lid 4 en 5 kan worden afgeweken, indien het belang van de instelling dat onvermijdelijk maakt.
7. De werknemer wordt bij de regeling van zijn arbeidstijd zo weinig mogelijk in zijn zondagsrust beperkt en hem wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden op zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoeken.
8. Lid 7 vindt voor de werknemer, die in verband met zijn godsdienstige opvattingen de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing indien hij de werkgever hierom schriftelijk heeft verzocht.
Werktijdenregeling. 1 De werkgever komt in overeenstemming met de PMR een werktijden- regeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J.
2 De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractperiode gespreid.
3 De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging.
Werktijdenregeling. De werkgever stelt een werktijdenregeling vast voor de werknemers in de organisatie. Als de standaardregeling in artikel 5.4 niet geldt voor de werknemer, dan geldt de bijzondere regeling in artikel 5.5.
Werktijdenregeling. 1. De werkgever stelt een werktijdenregeling vast.
2. De werktijdenregeling kan voor delen van de organisatie of voor bepaalde functies verschillend zijn.
3. De werkgever kan met een werknemer een individuele werktijdenregeling afspreken, waarbij:
a. deze werktijdenregeling langer dan één kalenderjaar kan gelden;
b. de arbeidsduur wordt berekend over de periode van de individuele werktijdenregeling;
c. een individuele werktijdenregeling schriftelijk wordt vastgelegd.
4. De werkgever waarborgt in de werktijdenregeling een goede bedrijfsvoering en houdt zo veel als mogelijk rekening met de individuele wensen en arbeidsomstandigheden van de werknemers.
5. De werkgever kan de werknemer in het belang van de organisatie verplichten:
a. tijdelijk te werken buiten de voor de werknemer geldende werktijden;
b. zich buiten de voor de werknemer geldende werktijden ter beschikking te houden.
Werktijdenregeling. Op ondernemingsniveau wordt met inachtneming van de kaders als weergegeven in de Arbeidstijdenwet, een werktijdenregeling overeengekomen.
Werktijdenregeling. 1. De werknemer is verplicht zich te houden aan de werktijdenregeling en de arbeids- en rusttijden, die door de werkgever voor hem zijn vastgesteld.
2. Inzake arbeidstijd, arbeidstijd op zondag en arbeid in nachtdienst, alsmede inzake rusttijd en pauze, is de standaardregeling van toepassing, als bedoeld in de Arbeidstijdenwet behoudens het gestelde in het volgende lid.
3. In afwijking van lid 2 kan de werkgever met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg een collectieve regeling in de zin van artikel 1.3 van de Arbeidstijdenwet overeenkomen.
4. Het arbeidstijdenpatroon van de werknemer wordt zodanig vastgesteld dat de werknemer per week op niet meer dan 5 dagen en zoveel mogelijk aaneengesloten arbeid verricht.
5. Geen arbeid wordt verlangd op zaterdagen, zondagen en op feestdagen, als bedoeld in artikel 4.8.
6. Van het gestelde in lid 4 en 5 kan worden afgeweken, indien het belang van de instelling dat onvermijdelijk maakt.
7. De werknemer wordt bij de regeling van zijn arbeidstijd zo weinig mogelijk in zijn zondagsrust beperkt en hem wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden op zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoeken.
8. Lid 7 vindt voor de werknemer, die in verband met zijn godsdienstige opvattingen de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing indien hij de werkgever hierom schriftelijk heeft verzocht.
9. Indien de werknemer daartoe een verzoek indient, kan de werknemer vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd met ingang van 1 januari 2025, of zoveel eerder als een werkgever daartoe besluit, vrijgesteld worden van het verrichten van nachtdiensten1.
10. Het verzoek van de werknemer zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel dient in beginsel uiterlijk 3 maanden voorafgaande aan de beoogde ingangsdatum waarop de vrijstelling van nachtdiensten zou moeten ingaan, te worden ingediend. De werkgever beslist binnen drie maanden over dit verzoek. In het geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen, kan de werkgever besluiten de ingangsdatum met maximaal 6 maanden uit te stellen. Indien de werknemer binnen 3 maanden na de datum waarop het verzoek is ingediend conform de daarvoor geldende procedure, geen inhoudelijke reactie van de werkgever heeft gehad, betekent dit dat het verzoek ingewilligd is.
11. De werkgever kan besluiten dat een bepaalde groep of groepen werknemers vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd vrijgesteld kan worden van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdien...
Werktijdenregeling. 1. In afwijking van de standaardregeling van de artikelleden 2.5:7 en 2.5:8 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Stb. 1998, 125) geldt dat de werkgever de arbeid zodanig moet organiseren dat de werknemer in een periode van 26 achtereenvolgende weken ten hoogste gemiddeld 48 uren per week arbeid moet verrichten.
2. In afwijking van de standaardregeling van de artikel 2.5:4a van het Arbeidstijdenbesluit vervoer (Stb. 1998,125) geldt ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht die geheel of gedeeltelijk is gelegen in de periode tussen 01:00 uur en 05:00 uur, dat zijn totale arbeidstijd niet meer bedraagt dan 12 uur in elke periode van 24 achtereenvolgende uren, te rekenen vanaf het begin van zijn arbeid.
Werktijdenregeling. 1 De werkgever komt in overeenstemming met de PMR een werktijden- regeling overeen. Daarbinnen worden afspraken gemaakt op basis van het bepaalde in hoofdstuk J.
2 De werkzaamheden worden evenwichtig over het jaar respectievelijk de contractperiode gespreid.
3 De werkgever legt schriftelijk vast op welke dagen en dagdelen de werknemer werkzaam zal zijn. Bedoelde dagen of dagdelen kunnen in overleg worden gewijzigd. Van bedoelde wijziging ontvangt de werknemer een schriftelijke bevestiging.
4 Bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden wordt gewerkt met realistische taakopdrachten op individueel en op teamniveau. Dit houdt in dat taakopdrachten – rekening houdend met beschikbare tijd, capaciteit en middelen – op een reële wijze moeten kunnen worden uitgevoerd binnen de betrekkingsomvang. Het bovenstaande geldt zowel bij de planning van het takenoverzicht als bij het eventueel in overleg wijzigen van het takenoverzicht (type en/of omvang) gedurende het studiejaar. Bij die toedeling van taken dient onder meer rekening te worden gehouden met het geven van onderwijs, met voor- en nawerk, met het bijhouden van ontwikkelingen op het vakgebied en met vervanging, onder andere in geval van ziekte en professionele ontwikkeling. Afspraken over het taakbelastingbeleid, waarin onder andere bovenstaande wordt gerealiseerd en wijzigingen daarvan worden ter instemming voorgelegd aan de PMR op het niveau waarop het beleid is vastgesteld. Met ingang van uiterlijk 1 april 2022 wordt met het realistische taakbelastingbeleid gewerkt.
Werktijdenregeling a Over aanpassingen in de werktijdenregeling waarbij een belangrijk aantal werknemers is betrokken, zal Fokus overleg plegen met de ondernemingsraad Over de jaarurensystematiek zal overleg worden gepleegd met de vakorganisaties.
b Bij de regeling van de arbeidstijden wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de levensbeschouwing van de werknemer.
c Fokus zal aan de werknemer geen gebroken diensten opdragen, tenzij Fokus en werknemer hiertoe wederzijdse instemming geven. Extra reistijd bij een gebroken dienst wordt beschouwd als werktijd. De reiskostenregeling woon-werkverkeer conform bijlage II is van toepassing.
d ADL-assistenten kunnen niet verplicht worden voor een dienst van minder dan drie uur te komen werken. Dit geldt ook voor een ADL-assistent die apart naar het werk dient te komen voor een werkoverleg van korter dan 3 uur.
e Werknemers kunnen persoonlijke omstandigheden in een rechtstreeks contact met de manager bespreken. Jaarlijks (of vaker als daar aanleiding toe is) wordt een basisrooster vastgesteld, waarbij zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met de persoonlijke wensen van werknemers. Werknemers worden hierbij in de gelegenheid gesteld hun persoonlijke wensen kenbaar te maken.