Pandrecht op zaken a. De schuldenaar die tot het onderpand behorende zaken onder zich heeft, moet deze zaken als een zorgvuldig schuldenaar houden, gebruiken, beheren en onderhouden en daaraan alle nodige reparaties verrichten, een en ander voor rekening van de schuldenaar en ten genoegen van de schuldeiser. De schuldeiser is bevoegd op kosten van de schuldenaar aan de verpande zaken alle zodanige reparaties of onderhoudswerkzaamheden te verrichten als hij wenselijk oordeelt.
b. Tot het onderpand behorende zaken die onbruikbaar worden of tenietgaan dienen door de schuldenaar op zijn kosten ten genoegen van de schuldeiser door nieuwe zaken te worden vervangen. Die nieuwe zaken treden in de plaats van de vervangen zaken en worden door de schuldenaar door ondertekening van de akte bij voorbaat aan de schuldeiser verpand, met verlening aan de schuldeiser van de bevoegdheid die zaken aan zichzelf te verpanden. De schuldenaar moet de vervanging binnen veertien dagen aan de schuldeiser schriftelijk meedelen. Deze mededeling bevat een gespecificeerde opgave van de nieuwe zaken.
c. Verpanding van zaken omvat ook verpanding bij voorbaat van zaken die door zaaksvorming andere zaken zijn geworden, zaken die vermengd zijn met verpande zaken en zaken die door verpande zaken worden nagetrokken.
d. De schuldenaar is te allen tijde verplicht aan de schuldeiser of een door hem aan te wijzen persoon toegang te verlenen tot alle plaatsen waar de verpande zaken zich bevinden, zodat deze zich kan overtuigen dat de zaken die aan de schuldeiser verpand zijn goed gebruikt, beheerd en onderhouden worden.
Pandrecht op zaken. De schuldenaar die tot het onderpand behorende zaken onder zich heeft, moet deze zaken als een zorgvuldig schuldenaar houden, gebruiken, beheren en onderhouden en daaraan alle nodige reparaties verrichten, een en ander voor rekening van de schuldenaar en ten genoegen van de geldverstrekker. De geldverstrekker is bevoegd op kosten van de schuldenaar aan de verpande zaken alle zodanige reparaties of onderhouds werkzaamheden te verrichten als zij wenselijk oordeelt.
Pandrecht op zaken. Hoe moet je de Zaken gebruiken en bewaren? Wanneer moet je de Zaken aan New10 afgeven? En wat geldt als er op een Zaak een intellectueel eigendomsrecht rust?
48.1 Je mag de Zaken alleen in jouw bedrijf gebruiken en ook alleen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn in de normale bedrijfsuitoefening. Ook moet je de Zaken goed bewaren en onderhouden. Als dat nodig is moet je de Zaken zo snel mogelijk vervangen. Bijvoorbeeld bij slijtage, veroudering of beschadiging.
48.2 Je moet de Zaken zo bewaren en gebruiken dat de Zaken niet tussen zaken van een ander liggen en dat de Zaken altijd goed te onderscheiden zijn van zaken van een ander.
48.3 Je moet ervoor zorgen dat de Zaken zich alleen op plaatsen bevinden waarvan je New10 hebt laten weten waar dat is.
48.4 Als New10 daar om vraagt, moet je de Zaken afgeven aan New10 of een ander die door New10 is aangewezen. Xxx heeft New10 een ‘vuistpand’ op de Zaken. Dit kan op ieder tijdstip en op iedere manier die New10 nodig of nuttig vindt en je moet daaraan meewerken.
48.5 Op een Zaak kan een intellectueel eigendomsrecht van een ander rusten. Een voorbeeld van een intellectueel eigendomsrecht is een merkenrecht. Als dat zo is, dan moet je dat aan New10 laten weten. Als New10 daar om vraagt, moet je met die ander afspreken dat New10 alle rechten mag gebruiken die New10 heeft in verband met het Pandrecht. Een voorbeeld is dat New10 de Zaak te gelde mag maken.
48.6 Als op een Zaak een intellectueel eigendomsrecht van jou rust, dan beperkt dat niet de rechten die New10 heeft in verband met het Pandrecht.