Common use of Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B) Clause in Contracts

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat verzekerde voor de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit, indien verzekerde niet zou zijn overleden.

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, verzekerde wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat verzekerde voor de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond basis van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit, indien invaliditeit als verzekerde niet zou zijn overleden.

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, verzekerde wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat verzekerde voor de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit, indien verzekerde niet zou zijn overleden.de

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, verzekerde wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat verzekerde voor de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit, indien invaliditeit als verzekerde niet zou zijn overleden.

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als 4.2.1 Indien een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 art. 6. vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit geldende verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat 4.2.2 Indien verzekerde voor vóór de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten verwachte te verwachten definitieve graad van invaliditeit, indien verzekerde niet zou zijn overleden.

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, verzekerde wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat verzekerde voor de vaststelling van het uitkeringspercentage uitkerings- percentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond basis van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit, indien invaliditeit als verzekerde niet zou zijn overleden.

Recht op uitkering bij blijvende invaliditeit (Rubriek B). 2.4.1 3.2.1 Als een ongeval de rechtstreekse en uitsluitende oorzaak is van de blijvende invaliditeit van verzekerde, wordt de uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 6 vastgesteld op een percentage van het ten tijde van het ongeval voor blijvende invaliditeit geldende verzekerde bedrag. 2.4.2 In het geval dat 3.2.2 Als verzekerde voor vóór de vaststelling van het uitkeringspercentage overlijdt, anders dan door het ongeval, dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de uitkering wordt dan bepaald door de op grond van medische rapporten verwachte te verwachten definitieve graad van invaliditeit, indien als verzekerde niet zou zijn overleden.