Rechtsgronden Voorbeeldclausules

Rechtsgronden. 9.1.1. De maatschappij dekt de contractuele en extracontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid die beheerst wordt door de Belgische en buitenlandse rechtsbepalingen en die de verzekerde kan oplopen voor schade aan derden veroorzaakt door producten en goederen na levering of door werken na hun uitvoering, in het kader van de in de bijzondere voorwaarden omschreven activiteit.
Rechtsgronden. De rechtsgronden zijn de uitvoering van de overeenkomst, het vervullen van wettelijke en reglementaire verplichtingen en/of het gerechtvaardigd belang.
Rechtsgronden. Verordening (EG) nr. 1260/1999 van 21 juni 1999 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 3. Verordening (EG) nr. 1265/1999 van 21 juni 1999 van de Raad houdende wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 62), met name artikel 1, lid 4. Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13). 6 1 5 8 Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan communautaire bijstand Begrotingsjaar 2004 Begrotingsjaar 2003 Begrotingsjaar 2002 p.m. p.m. 7 025 154,94 Overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) worden deze ontvangsten vanaf 2003 als bestemmingsontvangsten beschouwd en worden de extra kredieten die hieruit voortvloeien opgevoerd bij de begrotings- onderdelen waaruit de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid, is betaald.
Rechtsgronden. De Bank verwerkt persoonsgegevens uitsluitend in een van de volgende gevallen: – met de toestemming van de Cliënt; – voor zover de verwerking nodig is voor de uitvoering van het door de Cliënt ondertekende contract en de daarmee verband houdende diensten, of voor de uitvoering van precontractuele maatregelen op verzoek van de Cliënt; – om te voldoen aan een wettelijke of reglementaire ver- plichting; – op basis van de legitieme belangen van de Bank, op voor- waarde dat het evenwicht tussen de belangen van de Bank en die van de Cliënt gevrijwaard blijft.
Rechtsgronden. Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, artikel 2bis tot en met 2quinquies, ingevoegd bij het decreet van 19 juni 2020, artikel 5, artikel 7, gewijzigd bij het decreet van 5 april 2019, artikel 17, gewijzigd bij het decreet van 30 maart 2018, artikel 19, vervangen bij het decreet van 5 april 2019, en artikel 26; - het decreet van 19 juni 2020 tot opheffing van het publiekrechtelijk vormgegeven verzelfstandigd Agentschap “Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – Syntra Vlaanderen”, tot regeling van de taken en bevoegdheden en tot wijziging van de naam “Hermesfonds”, artikel 82.
Rechtsgronden. De grondslag van de verwerking voor bovenstaande doeleinden zijn (per doeleinde):
Rechtsgronden. Voornoemde persoonsgegevensverwerking geschiedt op grond van: - de noodzaak voor de uitvoering van de ‘Service overeenkomst’ of om voorafgaand daaraan maatregelen te nemen, voor zover u onze opdrachtgever bent; - de noodzaak voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen van opdrachtgever of Arend & Markslag; - de noodzaak om te voldoen aan wettelijke verplichtingen die op Arend & Markslag rusten, zoals het voldoen aan wettelijke bewaartermijnen; - uw toestemming voor de verwerking voor de hierboven omschreven specifieke doeleinden.
Rechtsgronden. Beschikking nr. 210/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap („Douane 2000”) (PB L 33 van 4.2.1997, blz. 24), gewijzigd bij Besluit nr. 105/2000/EG (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 13). Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden. Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actie- programma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1). Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2), laatste- lijk gewijzigd bij Besluit nr. 3/99 van de Gemengde Commissie EG-EVA (PB L 5 van 8.1.2000, blz. 78).
Rechtsgronden. Besluit 77/729/EGKS van de Raad van 21 november 1977 houdende aanpassing van het door middel van de heffingen op de productie van kolen en staal te dekken gedeelte van de administratieve uitgaven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 306 van 30.11.1977, blz. 28). Bij dit besluit werd het door middel van de heffingen te dekken gedeelte van de administratieve uitgaven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op 5 miljoen euro vastgesteld. Rekening houdend met het feit dat het EGKS-Verdrag op 23 juli 2002 is afgelopen, zijn onder deze post geen ontvangsten geboekt (zie post 6 1 1 2 van dit hoofdstuk). 6 1 0 1 Terugbetaling van andere voor rekening van een andere instelling gedane uitgaven Begrotingsjaar 2004 Begrotingsjaar 2003 Begrotingsjaar 2002 — — 0,—
Rechtsgronden. Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).