Rechtspraak van het Hof van Cassatie Voorbeeldclausules

Rechtspraak van het Hof van Cassatie. Ondanks de ontwikkelingen in de doctrine, wat betreft de goede trouw en in de lagere rechtspraak, wat betreft de belangenafweging, blijft het Hof van Cassatie rigoureus de goede trouw en iedere vorm van belangenafweging weren in haar uitspraken. Het Hof van Cassatie blijft een afkerige houding aannemen ten opzichte van flexibiliteit in de arbeidsovereenkomst en blijft trouw aan het pacta sunt servanda-beginsel. Dit blijkt ook duidelijk uit de desbetreffende rechtspraak van het Hof van Cassatie. Bekijkt men de verschillende arresten van het Hof van Cassatie over deze kwestie van naderbij, dan kan men niet anders dan concluderen dat de bovenstaande theorieën hun doorgang nog niet hebben gevonden tot bij het Hof van Cassatie. Tot op de dag van vandaag blijven deze opvattingen dus voornamelijk door de doctrine geconcipieerde theorieën. Aangezien de civilistische visie van het Hof van Cassatie op de wijzigingsproblematiek zich verzet tegen iedere vorm van eenzijdige aanpasbaarheid van de bedongen arbeid is het 212 Arbh. Xxxxxxx 00 december 1980, JTT 1982, 109. niet verwonderlijk dat het Hof van Cassatie ook iedere vorm van belangenafweging blijft afweren. Slechts één geval kon worden gevonden waarbij het Hof van Cassatie de nood aan flexibiliteit heeft erkend en zich heeft gewaagd aan het maken van een belangenafweging. In het arrest van 11 oktober 2010 oordeelde het Hof dat: “Op grond van die feitelijke beoordeling beslist het arrest wettig dat, in de omstandigheden die het vermeldt, “niet feitelijk is aangetoond dat de arbeidsomstandigheden eenzijdig en in aanzienlijke mate zijn gewijzigd, wat zou neerkomen op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door (de verweerster)”. (…) Gelet op de erkende bekwaamheden, ervaring en expertise (van de eiser) en zijn deelname aan die projecten, was hij in de ogen van de directie van de onderneming de meest aangewezen persoon om die nieuwe functie uit te oefenen, waarin zijn taak erin bestond toezicht te houden op de kwaliteit en de productiemethodes voortdurend te heroriënteren; Die functie kwam geenszins neer op een achteruitgang of een degradatie (van de eiser), maar zij was integendeel van strategisch belang, (…).”213 Hier lijkt het erop dat het Hof van Cassatie enigszins, maar vooral eenmalig, rekening heeft gehouden met de belangen van de werkgever in kwestie, ook al komt dit niet expliciet tot uiting in het arrest.

Related to Rechtspraak van het Hof van Cassatie