Common use of Regeling onwerkbaar weer Clause in Contracts

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’*, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxa. vorst, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxxa. vorst, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1a. Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. De werkgever is vrijgesteld Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt Regeling onwerkbaar weer. b. De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in lid 3 genoemde de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenvalonwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, indien het wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog waterWW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. a. De werkgever hoofdlijnen • Het is vrijgesteld onwerkbaar weer als de werknemer niet kan werken tijdens of vanwege: - vorst, ijzel of sneeuw, - overvloedige regenval of - andere bijzondere natuurlijke omstandigheden, waaronder storm, zoals bedoeld onder b. • Bij onwerkbaar weer komt een aantal dagen voor het risico van de loondoorbetalingsplicht op basis werkgever. Alleen over die dagen betaalt hij het salaris van de werknemer door. Dit geldt in afwijking van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op BW. Zijn er meer dagen met onwerkbaar weer, dan kan de dag waarop werknemer in aanmerking komen voor een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenWW-uitkering (zie c). 2b. Soorten onwerkbaar weer • Vorst, ijzel of sneeuw: een vorst-, ijzel- of sneeuwdag is een werkdag: ∙ Vorst of sneeuw: de door het KNMI gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius. Van ∙ IJzel: volgens het KNMI is sprake van ijzel. • Overvloedige regenval: een dag met overvloedige regenval is een werkdag: - in een kalenderjaar, - waarop niet wordt gewerkt vanwege een door het KNMI gemeten regenval van ten minste 300 minuten tussen 7.00 uur en 19.00 uur. • Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien waaronder stormdagen: een dag waarop het KNMI een waarschuwing voor code rood heeft uitgegeven. Voor het vaststellen van al deze omstandigheden zich voordoen in normen geldt de periode meting van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer op dat moment werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent;of zou zijn. c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van Risico werkgever en doorbetaling salaris Tabel: Onwerkbaar weer: risico werkgever en inkomen werknemer Vorst, sneeuw, of ijzel] de vrijstelling als eerste 2 vorst-, sneeuw- of ijzeldagen per winterseizoen WW-uitkering: voor de dagen boven het aantal, genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van middelste kolom, kan de overeengekomen arbeid is werkgever bij het gevolg van UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening. Dit doet hij namens de werknemer. overvloedige regenval de eerste 19 dagen per kalenderjaar Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: eerste 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen dagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, kalenderjaar • Bij onwerkbaar weer meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in dat hij die dag niet naar het werk hoeft te komen. Is de ochtend ontvangen werknemer daar al, dan stuurt de werkgever hem vóór 10.00 uur naar huis. Deze meldingsplicht geldt niet bij onwerkbaar weer door overvloedige regenval. • Onwerkbaar weer is geen reden voor ontslag. • De werkgever meldt iedere dag onwerkbaar weer bij het UWV. c. Bij . Dit doet hij volgens de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik uitvoeringsvoorschriften van het daartoe door UWV. • Op een bij het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7gemelde dag mag de werknemer geen (vervangend) werk doen. Indien de werknemer, na afloop • De werkgever houdt zich aan alle (uitvoerings)voorschriften van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling Regeling onwerkbaar weer van het loonUWV en de cao. Op de naleving daarvan wordt gecontroleerd. Bij misbruik en/of oneigenlijk gebruik volgen sancties. • Voor meer informatie, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.zie ook Handreiking SZW: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/0000/00/00/xxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx- onwerkbaar-weer

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’*, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdsruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv- compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is inlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Onder de hier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen. * Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, 2019- 0000157117, tot doorbetaling vaststelling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na omstandigheden en daarbij geldende voorwaarden waarbij de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendverplichting tot loondoorbetaling niet geldt.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de 1 Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, 2019-0000157117, tot vaststelling van omstandigheden en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv- compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.) en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxa. vorst, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden omstandig- heden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxxa. vorst, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de WerkloosheidswetWerkloos- heidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken verstrek- ken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaam- heden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’*, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzend- kracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepas- selijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compen- satie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-belo- ning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxbij weersomstandigheden, ijzel waaronder of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerktontslag. 42. De vrijstelling op grond hiernavolgende leden van lid 1 geldt niet dit artikel gelden: • voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart, waarop als gevolg maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen); én • voor zover vanwege of ten gevolge van [vorst, ijzel /ijzel/sneeuw] niet wordt gewerkt. 2. De hiernavolgende leden van dit artikel gelden: • voor het tijdvak lopende van 1 januari jaar tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én • voor zover vanwege of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. ten gevolge van [overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. /andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, omstandigheid] niet gewerkt kan wordenwordt gewerkt. 3.a. Als [vorst/ijzel/sneeuw]dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege [vorst/ijzel/sneeuw] niet wordt gewerkt en die voldoet aan [minimaal één van] de volgende norm[en]: • [Vorst/sneeuw]: de gemeten temperatuur is tussen 00:00 uur en 07:00 uur lager geweest dan [-3] Celsius.] • [IJzel]: er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. 3.b. Voor het vaststellen van een norm onder a. Op elke dag waarop is bepalend de overeengekomen arbeid ten gevolge meting van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichthet KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, meldt waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. 3.c. Het risico van vorst/sneeuw/ijzel moet per werknemer gedurende de eerste 2 vorstdagen in een winterseizoen voor rekening van de werkgever aan komen. 3.d. Voor de [vorst/ijzel/sneeuw]dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW en lid 1 van dit artikel – het loon of salaris niet doorbetaalt op [vorst/ijzel/sneeuw]dagen, zoals genoemd onder a. 3.e. Voor de [vorst/ijzel/sneeuw]dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van een WW-uitkering volgens de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeidwettelijke voorziening aanvragen. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. a. De werkgever hoofdlijnen • Het is vrijgesteld onwerkbaar weer als de werknemer niet kan werken tijdens of vanwege: – vorst, ijzel of sneeuw, – overvloedige regenval of – andere bijzondere natuurlijke omstandigheden, waaronder storm, zoals bedoeld onder b. • Bij onwerkbaar weer komt een aantal dagen voor het risico van de loondoorbetalingsplicht op basis werkgever. Alleen over die dagen betaalt hij het salaris van de werknemer door. Dit geldt in afwijking van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op BW. Zijn er meer dagen met onwerkbaar weer, dan kan de dag waarop werknemer in aanmerking komen voor een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenWW-uitkering (zie c). 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxb. Soorten onwerkbaar weer • Vorst, ijzel of sneeuwvalsneeuw: een vorst-, indien deze omstandigheden zich voordoen ijzel- of sneeuwdag is een werkdag: – in een winterseizoen (de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. maart van het daarop volgende jaar), – waarop niet wordt gewerkt vanwege vorst, ijzel of sneeuw en – die voldoet aan ten minste één van de volgende normen: Vorst of sneeuw: de door het KNMI gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius. IJzel: volgens het KNMI is sprake van ijzel. • Overvloedige regenval: een dag met overvloedige regenvalregenval is een werkdag: – in een kalenderjaar, indien – waarop niet wordt gewerkt vanwege een door het KNMI gemeten regenval van ten minste 300 minuten tussen 7.00 uur en 19.00 uur. • Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden waaronder stormdagen: een dag waarop het KNMI een waarschuwing voor code rood heeft uitgegeven. Voor het vaststellen van al deze normen geldt de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer op dat moment werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent;of zou zijn. c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van Risico werkgever en doorbetaling salaris Vorst, sneeuw, of ijzel] de vrijstelling als eerste 2 vorst-, sneeuw- of ijzeldagen per winterseizoen WW-uitkering: voor de dagen boven het aantal, genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van middelste kolom, kan de overeengekomen arbeid is werkgever bij het gevolg van UWV een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening. Dit doet hij namens de werknemer. overvloedige regenval de eerste 19 dagen per kalenderjaar Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: eerste 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen dagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, kalenderjaar • Bij onwerkbaar weer meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in dat hij die dag niet naar het werk hoeft te komen. Is de ochtend ontvangen werknemer daar al, dan stuurt de werkgever hem vóór 10.00 uur naar huis. Deze meldingsplicht geldt niet bij onwerkbaar weer door overvloedige regenval. • Onwerkbaar weer is geen reden voor ontslag. • De werkgever meldt iedere dag onwerkbaar weer bij het UWV. c. Bij . Dit doet hij volgens de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik uitvoeringsvoorschriften van het daartoe door UWV. • Op een bij het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7gemelde dag mag de werknemer geen (vervangend) werk doen. Indien de werknemer, na afloop • De werkgever houdt zich aan alle (uitvoerings)voorschriften van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling Regeling onwerkbaar weer van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge UWV en de Werkloosheidswet, is cao. Op de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendnaleving daarvan wordt gecontroleerd. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendBij misbruik en/of oneigenlijk gebruik volgen sancties.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxBij weeromstandigheden, ijzel waaronder of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, aanspraak op gewerkt (met andere woorden dat de golfbaan onbespeelbaar wordt door extreme weeromstandigheden) kan een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, beroep doen op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen wettelijke onwerkbaar weer regeling uitgevoerd door het UWV. c. Bij 2. De leidinggevende beoordeelt in overleg met de meldingwerknemer of er sprake is van onwerkbaar weer en wanneer en hoelang als gevolg hiervan niet kan worden gewerkt. De regeling is van toepassing op de werknemers van de golfbaan die niet kunnen werken door de weersomstandigheden, bedoeld onder a, maakt bijvoorbeeld greenkeepers of horeca. 3. De werkgever betaalt tijdens onwerkbaar weer het salaris zoals gebruikelijk door. Werkgever kan -zoals in de werkgever gebruik van onderstaande artikelen beschreven- een beroep doen op de onwerkbaarweerregeling bij het daartoe door UWV. Werkgever vraagt deze regeling namens de werknemer aan die de aanvraag mede ondertekent. De aanvraag bij het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien heeft voor de werknemer, na afloop werknemer geen nadelige gevolgen: - De werknemer kan niet worden ontslagen - De WW-dagen gaan niet ten koste van de periode waarover de reguliere WW-rechten - De werkgever ingevolge vult het voorgaande verplicht is salaris aan tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar salaris - De werkgever draagt alle premies en bijdragen af die uitkering hij op grond van de cao verschuldigd is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een Soort Wachtdagen Tijdvak Vorst, ijzel, sneeuwval 2 wachtdagen Winterseizoen – 1 november t/m 31 maart Overvloedige regenval 19 wachtdagen Per kalenderjaar Andere buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b omstandigheden 2 wachtdagen Per kalenderjaar Omstandigheden Er is sprake van een niet werkbare dag, wanneer: Vorst/sneeuw dag • De gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 lager geweest dan -3℃ volgens de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling meting van het loonKNMI-weerstation in het postcodegebied waar de werknemer werkzaamheden zou uitvoeren. • De grond nog bevroren is na een vorstperiode in het gebied waar de werknemer werkzaamheden zou uitvoeren, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling waardoor de grond niet toegankelijk is om werkzaamheden uit te verstrekken van 25% voeren. • De gemeten temperatuur is om 07.00 en om 08.00 -0,5 ℃ of lager volgens de meting van het dagloon waarnaar die uitkering KNMI-weerstation in het postcodegebied waar de werknemer de werkzaamheden zou uitvoeren. • De gemeten temperatuur is berekend. Na om 09.00 -1,5 ℃ of lager volgens de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% meting van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendKNMI-weerstation in het postcodegebied waar de werknemer de werkzaamheden zou uitvoeren.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxbij weersomstandigheden, ijzel waaronder of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerktontslag. 4. a. Vorst/ijzel/sneeuw De vrijstelling op grond hiernavolgende leden van lid 1 geldt niet dit artikel gelden: - voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart, waarop als gevolg maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen); én - voor zover vanwege of ten gevolge van vorst, ijzel of sneeuwval /ijzel/sneeuw niet gewerkt kan worden;wordt gewerkt. b. overvloedige Overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. /andere buitengewone natuurlijke omstandighedenomstandigheden De hiernavolgende leden van dit artikel gelden: 2 werkdagen per - voor het tijdvak lopende van 1 januari jaar tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval ); én - voor zover vanwege of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van overvloedige regenval/andere buitengewone natuurlijke omstandigheden omstandigheid niet kan worden verrichtwordt gewerkt. c. Vorst/ijzel/sneeuw a. Als vorst/ijzel/sneeuw dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege vorst/ijzel/sneeuw niet wordt gewerkt en die voldoet aan (minimaal één van) de volgende norm(en): - Vorst/sneeuw: de gemeten temperatuur is tussen 00:00 uur en 07:00 uur lager geweest dan -3 Celsius. - IJzel: er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van waar de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeidwerkzaam is of zou zijn, zich bevindt. b. De werkgever doet Voor het vaststellen van een norm onder a. is bepalend de meldingmeting van het KNMI- weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, bedoeld onder awaar de werknemer werkzaam is of zou zijn, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWVzich bevindt. c. Bij Het risico van vorst/sneeuw/ijzel moet per werknemer gedurende de melding, bedoeld onder a, maakt eerste 2 vorstdagen in een winterseizoen voor rekening van de werkgever gebruik komen. d. Voor de vorst/ijzel/sneeuw dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW en lid 1 van dit artikel – het daartoe door loon of salaris niet doorbetaalt op vorst/ijzel/sneeuw dagen, zoals genoemd onder a. e. Voor de vorst/ijzel/sneeuw dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV beschikbaar gestelde formuliereen WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden Als de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is sprake in geval vaneen beroep kan doen op de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: x. xxxxx1 Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, ijzel of sneeuwval2019-0000157117, indien deze tot vaststelling van omstandigheden zich voordoen en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. a. Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenvalonwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, indien het wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog waterWW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv- compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling inlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Onder de hier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen. Met ingang van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend1 of 3 juli 2023 wordt sub. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.f vervangen door:

Regeling onwerkbaar weer. 1. a. De werkgever hoofdlijnen • Het is vrijgesteld onwerkbaar weer als de werknemer niet kan werken tijdens of vanwege: - vorst, ijzel of sneeuw, - overvloedige regenval of - andere bijzondere natuurlijke omstandigheden, waaronder storm, zoals bedoeld onder b. • Bij onwerkbaar weer komt een aantal dagen voor het risico van de loondoorbetalingsplicht op basis werkgever. Alleen over die dagen betaalt hij het salaris van de werknemer door. Dit geldt in afwijking van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op BW. Zijn er meer dagen met onwerkbaar weer, dan kan de dag waarop werknemer in aanmerking komen voor een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenWW-uitkering (zie c). 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxb. Soorten onwerkbaar weer • Vorst, ijzel of sneeuwvalsneeuw: een vorst-, indien deze omstandigheden zich voordoen ijzel- of sneeuwdag is een werkdag: - in een winterseizoen (de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. maart van het daarop volgende jaar), - waarop niet wordt gewerkt vanwege vorst, ijzel of sneeuw en - die voldoet aan ten minste één van de volgende normen: • Vorst of sneeuw: de door het KNMI gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius. • IJzel: volgens het KNMI is sprake van ijzel. • Overvloedige regenval: een dag met overvloedige regenvalregenval is een werkdag: - in een kalenderjaar, indien - waarop niet wordt gewerkt vanwege een door het KNMI gemeten regenval van ten minste 300 minuten tussen 7.00 uur en 19.00 uur. • Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden waaronder stormdagen: een dag waarop het KNMI een waarschuwing voor code rood heeft uitgegeven. Voor het vaststellen van al deze normen geldt de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer op dat moment werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent;of zou zijn. c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van Risico werkgever en doorbetaling salaris soort onwerkbaar weer doorbetaling salaris door werkgever inkomen werknemer bij méér onwerkbare dagen Vorst, sneeuw, of ijzel de vrijstelling als eerste 2 vorst-, sneeuw- of ijzeldagen per winterseizoen WW-uitkering: voor de dagen boven het aantal, genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van middelste kolom, kan de overeengekomen arbeid is werkgever bij het gevolg van UWV een aan- vraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening. Dit doet hij namens de werknemer. Overvloedige regenval de eerste 19 dagen per kalenderjaar Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: eerste 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen dagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, kalenderjaar • Bij onwerkbaar weer meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in dat hij die dag niet naar het werk hoeft te komen. Is de ochtend ontvangen werknemer daar al, dan stuurt de werkgever hem vóór 10.00 uur naar huis. Deze meldingsplicht geldt niet bij onwerkbaar weer door overvloedige regenval. • Onwerkbaar weer is geen reden voor ontslag. • De werkgever meldt iedere dag onwerkbaar weer bij het UWV. c. Bij . Dit doet hij volgens de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik uitvoeringsvoorschriften van het daartoe door UWV. • Op een bij het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7gemelde dag mag de werknemer geen (vervangend) werk doen. Indien de werknemer, na afloop • De werkgever houdt zich aan alle (uitvoerings) voorschriften van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling Regeling onwerkbaar weer van het loonUWV en de cao. Op de naleving daarvan wordt gecontroleerd. Bij misbruik en/of oneigenlijk gebruik volgen sancties. • Voor meer informatie, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.zie ook Handreiking SZW: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/0000/ 09/18/cao-bepaling-regeling-onwerkbaar-weer

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent;de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om 1 Regeling van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, 2019-0000157117, tot vaststelling van omstandigheden en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. kiezen deze regeling ook toe te kunnen maken dient te worden voldaan aan passen op de hierna genoemde uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv- compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaam- heden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’*, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzend- kracht geldt dat na a昀氀oop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe de昀椀nitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepas- selijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compen- satie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-belo- ning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’ , dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. pag. 20/21 NBBU | Cao afspraken per 1 januari 2022 b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden Als de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is sprake in geval vaneen beroep kan doen op de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: x. xxxxx1 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, ijzel of sneeuwval2019-0000157117, indien deze tot vaststelling van omstandigheden zich voordoen en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. a) Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b) De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c) De uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d) Als de uitzendkracht gedurende de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenvalonwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, indien het wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog waterWW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e) Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f) Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden Als de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is sprake in geval vaneen beroep kan doen op de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: x. xxxxxa) Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), ijzel of sneeuwvalde loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b) De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, indien deze worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. 1 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, 2019-0000157117, tot vaststelling van omstandigheden zich voordoen en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. c) De uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d) Als de uitzendkracht gedurende de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenvalonwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, indien het wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog waterWW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e) Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f) Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden Als de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is sprake in geval vaneen beroep kan doen op de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: x. xxxxxa) Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), ijzel of sneeuwvalde loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b) De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, indien deze omstandigheden zich voordoen worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c) De uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d) Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de 1 november Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, 2019-0000157117, tot vaststelling van omstandigheden en met 31 maart; b. overvloedige regenvaldaarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog watertellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e) Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f) Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden Als de opdrachtgever waar de uitzendkracht werkzaam is sprake in geval vaneen beroep kan doen op de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’1, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met inachtneming van de volgende voorwaarden: x. xxxxx1 Regeling van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2019, ijzel of sneeuwval2019-0000157117, indien deze tot vaststelling van omstandigheden zich voordoen en daarbij geldende voorwaarden waarbij de verplichting tot loondoorbetaling niet geldt. a. Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de uitzendkracht geldt dat na afloop van de voor hem geldende wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer), de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. De definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, worden voor zover van toepassing, door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De uitzendonderneming dient ook - voor het overige - te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenvalonwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, indien het wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog waterWW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv- compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxbij weersomstandigheden, ijzel waaronder of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van ontslag. 0.Xx hiernavolgende leden van dit artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan gelden: • voor het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart, waarop als gevolg maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen); én • voor zover vanwege of ten gevolge van [vorst, ijzel /ijzel/sneeuw] niet wordt gewerkt. 3. De hiernavolgende leden van dit artikel gelden: • voor het tijdvak lopende van 1 januari jaar tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar); én • voor zover vanwege of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. ten gevolge van [overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. /andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, omstandigheid] niet gewerkt kan wordenwordt gewerkt. 4.a. Als [vorst/ijzel/sneeuw]dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege [vorst/ijzel/sneeuw] niet wordt gewerkt en die voldoet aan [minimaal één van] de volgende norm[en]: • [Vorst/sneeuw]: de gemeten temperatuur is tussen 00:00 uur en 07:00 uur lager geweest dan [-3] Celsius.] • [IJzel]: er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. 4.b. Voor het vaststellen van een norm onder a. Op elke dag waarop is bepalend de overeengekomen arbeid ten gevolge meting van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichthet KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, meldt waar de werknemer werkzaam is of zou zijn, zich bevindt. 4.c. Het risico van vorst/sneeuw/ijzel moet per werknemer gedurende de eerste 2 vorstdagen in een winterseizoen voor rekening van de werkgever aan komen. 4.d. Voor de [vorst/ijzel/sneeuw]dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW en lid 1 van dit artikel – het loon of salaris niet doorbetaalt op [vorst/ijzel/sneeuw]dagen, zoals genoemd onder a. 4.e. Voor de [vorst/ijzel/sneeuw]dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van een WW-uitkering volgens de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeidwettelijke voorziening aanvragen. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaarden. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxbij weersomstandigheden, ijzel waaronder of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin de werknemer werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagen, genoemd in lid 5, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over de uren waarop ten gevolge waarvan niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond gehouden aan de werknemer het vast overeengekomen loon of salaris door te betalen. Deze weersomstandigheden kunnen geen reden zijn voor het geven van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerktontslag. 4. a. Vorst/ijzel/sneeuw De vrijstelling op grond hiernavolgende leden van lid 1 geldt niet dit artikel gelden: - voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode het tijdvak lopende van 1 november van enig jaar tot en met 31 maart, waarop als gevolg maart van het daarop volgend jaar (hierna te noemen: winterseizoen); én - voor zover vanwege of ten gevolge van vorst, ijzel of sneeuwval /ijzel/sneeuw niet gewerkt kan worden;wordt gewerkt. b. overvloedige Overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. /andere buitengewone natuurlijke omstandighedenomstandigheden De hiernavolgende leden van dit artikel gelden: 2 werkdagen per - voor het tijdvak lopende van 1 januari jaar tot en met 31 december (hierna te noemen: kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval ); én - voor zover vanwege of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van overvloedige regenval/andere buitengewone natuurlijke omstandigheden omstandigheid niet kan worden verrichtwordt gewerkt. c. Vorst/ijzel/sneeuw a. Als vorst/ijzel/sneeuw dag wordt beschouwd een werkdag in een winterseizoen waarop vanwege vorst/ijzel/sneeuw niet wordt gewerkt en die voldoet aan (minimaal één van) de volgende norm(en): - Vorst/sneeuw: de gemeten temperatuur is tussen 00:00 uur en 07:00 uur lager geweest dan -3 Celsius. - IJzel: er is sprake van ijzel volgens de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van waar de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeidwerkzaam is of zou zijn, zich bevindt. b. De werkgever doet Voor het vaststellen van een norm onder a. is bepalend de meldingmeting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin het werkobject, bedoeld onder awaar de werknemer werkzaam is of zou zijn, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het UWVzich bevindt. c. Bij Het risico van vorst/sneeuw/ijzel moet per werknemer gedurende de melding, bedoeld onder a, maakt eerste 2 vorstdagen in een winterseizoen voor rekening van de werkgever gebruik komen. d. Voor de vorst/ijzel/sneeuw dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 geldt dat de werkgever – in afwijking van artikel 7:628 BW en lid 1 van dit artikel – het daartoe door loon of salaris niet doorbetaalt op vorst/ijzel/sneeuw dagen, zoals genoemd onder a. e. Voor de vorst/ijzel/sneeuw dagen in een winterseizoen boven het aantal van 2 kan de werkgever namens de werknemer bij het UWV beschikbaar gestelde formuliereen WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening aanvragen. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.

Regeling onwerkbaar weer. 1. De werkgever Als sprake is vrijgesteld van onwerkbaar weer waardoor de uitzendkracht zijn werkzaamheden niet kan verrichten, behoudt de uitzendkracht in geval van een uitzendovereenkomst met loondoorbetalingsplicht recht op basis van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op de dag waarop een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenloon. 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval, indien deze omstandigheden zich voordoen in Als de periode van 1 november tot en met 31 maart; b. overvloedige regenval, indien het in het postcodegebied waarin opdrachtgever waar de werknemer uitzendkracht werkzaam is een beroep kan doen op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband de door de overheid vastgestelde ‘Regeling onwerkbaar weer’*, dan kan de uitzendonderneming ervoor kiezen deze regeling ook toe te passen op de uitzendkracht, met hoog water. 3. Om inachtneming van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde volgende voorwaarden: a. Het niet verrichten Een beroep op de Regeling onwerkbaar weer is alleen mogelijk voor uitzendkrachten met een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor bepaalde en onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang en waarbij een loondoorbetalingsplicht geldt. Ten aanzien van de overeengekomen arbeid is het gevolg uitzendkracht geldt dat na afloop van buitengewone natuurlijke omstandigheden de voor hem geldende wachtdagen, de loondoorbetalingsplicht komt te vervallen als genoemd in lid 2;hij vanwege onwerkbaar weer zijn werkzaamheden niet meer kan uitvoeren en er door de uitzendonderneming rechtmatig een beroep wordt gedaan op de Regeling onwerkbaar weer. b. Het aantal wachtdagenDe definitie van onwerkbaar weer en alle andere voorwaarden omtrent onwerkbaar weer die bij de opdrachtgever gelden, genoemd in lid 5worden voor zover van toepassing, is verstreken;door de uitzendonderneming op gelijke wijze toegepast op de uitzendkracht. c. De betrokken werknemer maakt over uitzendonderneming dient ook -voor het overige- te voldoen aan de in de Regeling onwerkbaar weer opgenomen voorwaarden. d. Als de uitzendkracht gedurende de periode van onwerkbaar weer waarbij hij zijn werkzaamheden niet kan uitvoeren, wordt doorbetaald door de werkgever op grond van de wettelijke loondoorbetalingsplicht, de toepasselijke wachtdagen (in de zin van de Regeling onwerkbaar weer) dan wel op grond van uren waarvoor de werkgever een WW-uitkering ontvangt voor onwerkbaar weer, tellen deze uren mee als zijnde gewerkte uren. e. Op elke dag waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop gewerkt als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verrichtonwerkbaar weer, meldt de werkgever uitzendonderneming aan het UWV per werknemer de uitzendkracht (i) voor welk aantal arbeidsuren (ii), op welke werklocatie en werklocatie, (iii) voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, (iv) alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De arbeid en (v) dat van het onwerkbare weer melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in de ochtend ontvangen door het is gedaan bij UWV. c. Bij de melding, bedoeld onder a, maakt f. Als de werkgever gebruik een WW-uitkering voor de uitzendkracht ontvangt van het daartoe UWV, wordt deze uitkering door het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7. Indien de werknemer, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is aangevuld tot doorbetaling van het loon, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25100% van het dagloon waarnaar naar tijdsruimte vastgestelde loon. In dit artikel wordt onder het naar tijdsruimte vastgestelde loon verstaan het feitelijk loon aangevuld met in ieder geval toeslagen (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub c.), adv-compensatie in geld (zoals bedoeld in artikel 16 lid 1 sub b.), wachtdagcompensatie en overige vergoedingen, die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop uitzendkracht op grond van de periode waarover cao-beloning of de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendinlenersbeloning zou hebben verdiend als er geen onwerkbaar weer zou zijn geweest. Na Onder de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekendhier bedoelde vergoedingen vallen geen kostenvergoedingen.

Regeling onwerkbaar weer. 1. a. De werkgever hoofdlijnen • Het is vrijgesteld onwerkbaar weer als de werknemer niet kan werken tijdens of vanwege: - vorst, ijzel of sneeuw, - overvloedige regenval of - andere bijzondere natuurlijke omstandigheden, waaronder storm, zoals bedoeld onder b. • Bij onwerkbaar weer komt een aantal dagen voor het risico van de loondoorbetalingsplicht op basis werkgever. Alleen over die dagen betaalt hij het salaris van de werknemer door. Dit geldt in afwijking van artikel 7:628 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek indien op BW. Zijn er meer dagen met onwerkbaar weer, dan kan de dag waarop werknemer in aanmerking komen voor een buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan wordt aan de in lid 3 genoemde voorwaardenWW-uitkering (zie c). 2. Van buitengewone natuurlijke omstandigheden is sprake in geval van: x. xxxxxb. Soorten onwerkbaar weer • Vorst, ijzel of sneeuwvalsneeuw: een vorst-, indien deze omstandigheden zich voordoen ijzel- of sneeuwdag is een werkdag: - in een winterseizoen (de periode van van 1 november tot en met 31 maart; b. maart van het daarop volgende jaar), - waarop niet wordt gewerkt vanwege vorst, ijzel of sneeuw en - die voldoet aan ten minste één van de volgende normen: · Vorst of sneeuw: de door het KNMI gemeten temperatuur is tussen 00.00 uur en 07.00 uur lager geweest dan -3° Celsius. · IJzel: volgens het KNMI is sprake van ijzel. • Overvloedige regenval: een dag met overvloedige regenvalregenval is een werkdag: - in een kalenderjaar, indien - waarop niet wordt gewerkt vanwege een door het KNMI gemeten regenval van ten minste 300 minuten tussen 7.00 uur en 19.00 uur. • Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden waaronder stormdagen: een dag waarop het KNMI een waarschuwing voor code rood heeft uitgegeven. Voor het vaststellen van al deze normen geldt de meting van het KNMI-weerstation in het postcodegebied waarin de werknemer op dat moment werkzaam is op een werkdag tussen 07.00 uur en 19.00 uur tenminste 300 minuten regent;of zou zijn. c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden. Hieronder vallen bijvoorbeeld omstandigheden in verband met hoog water. 3. Om van de vrijstelling als genoemd in lid 1 gebruik te kunnen maken dient te worden voldaan aan de hierna genoemde voorwaarden: a. Het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van Risico werkgever en doorbetaling salaris Tabel: Onwerkbaar weer: risico werkgever en inkomen werknemer Vorst, sneeuw, of ijzel overvloedige regenval Andere buitengewone natuurlijke omstandigheden als genoemd in lid 2; b. Het aantal wachtdagende eerste 2 vorst-, sneeuw- of ijzeldagen per winterseizoen de eerste 19 dagen per kalenderjaar de eerste 2 dagen per kalenderjaar WW-uitkering: voor de dagen boven het aantal, genoemd in lid 5de middelste kolom, is verstreken; c. De betrokken werknemer maakt over kan de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet; en d. De werkgever heeft overeenkomstig lid 6 melding gedaan aan bij het UWV van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt. 4een aanvraag indienen voor een WW-uitkering volgens de wettelijke voorziening. De vrijstelling op grond van lid 1 geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet. 5Dit doet hij namens de werknemer. Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij: x. xxxxx, ijzel of sneeuwval: 2 werkdagen gelegen in de periode van 1 november tot en met 31 maart, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden; b. overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden; c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: 2 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden. a. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, Toelichting bij 3.5.2 • Bij onwerkbaar weer meldt de werkgever aan het UWV per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid. b. De werkgever doet de melding, bedoeld onder a, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de hele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in lid 5, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10.00 uur in dat hij die dag niet naar het werk hoeft te komen. Is de ochtend ontvangen werknemer daar al, dan stuurt de werkgever hem vóór 10.00 uur naar huis. Deze meldingsplicht geldt niet bij onwerkbaar weer door overvloedige regenval. • Onwerkbaar weer is geen reden voor ontslag. • De werkgever meldt iedere dag onwerkbaar weer bij het UWV. c. Bij . Dit doet hij volgens de melding, bedoeld onder a, maakt de werkgever gebruik uitvoeringsvoorschriften van het daartoe door UWV. • Op een bij het UWV beschikbaar gestelde formulier. 7gemelde dag mag de werknemer geen (vervangend) werk doen. Indien de werknemer, na afloop • De werkgever houdt zich aan alle (uitvoerings)voorschriften van de periode waarover de werkgever ingevolge het voorgaande verplicht is tot doorbetaling Regeling onwerkbaar weer van het loonUWV en de cao. Op de naleving daarvan wordt gecontroleerd. Bij misbruik en/of oneigenlijk gebruik volgen sancties. • Voor meer informatie, aanspraak heeft op een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet, is de werkgever verplicht op deze uitkering per buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5a en lid 5c gedurende maximaal 8 werkdagen en in totaal tot ten hoogste 19 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Ingevolge een onderbreking vanwege een buitengewone natuurlijke omstandigheid ingevolge lid 5b is de werkgever, na afloop van de periode waarover de werkgever ingevolge dit lid 5b verplicht is tot doorbetaling van het loon, verplicht gedurende maximaal 2 werkdagen een aanvulling te verstrekken van 25% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend. Na de hiervoor genoemde termijnen is de werkgever nog verplicht om een aanvulling te verstrekken van 10% van het dagloon waarnaar die uitkering is berekend.zie ook Handreiking SZW: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/0000/00/00/ cao-bepaling-regeling-onwerkbaar-weer