Salarisverhogingen Voorbeeldclausules

Salarisverhogingen. Meer salaris als gevolg van CAO-afspraken Meer salaris als gevolg van meer dienstjaren
Salarisverhogingen. 1. Het voor de werknemer geldende salaris wordt op de volgende momenten verhoogd: o 1 juli 2022: verhoogd met € 42,50 per maand dan wel € 39,09 per vierweken bij respectievelijk maand- en vierweken-salaris. o 1 september 2022: verhoogd met 2,75%. o 1 maart 2023: verhoogd met 3,25%. o 1 januari 2024: verhoogd met 0,6%. De werkgever betaalt aan de werknemer die is ingedeeld in loongroep A, met ingang van de datum waarop deze werknemer recht krijgt op salarisverhoging in verband met de leeftijd, ten minste het per die datum voor hem geldende salaris, verhoogd met het verschil tussen het tabelsalaris dat behoort bij zijn leeftijd en het tabelsalaris dat behoort bij zijn nieuwe leeftijd.
Salarisverhogingen. De volgende tabel toont op welke datum en waarmee het feitelijke salaris van de werknemer wordt verhoogd. Deze verhogingen zijn verwerkt in de salaristabellen van dit hoofdstuk. datum percentage voor de voltijder bedraagt deze verhoging ten minste 1 december 2022 5,5% € 139,97 1 januari 2024 3,5% € 92,19
Salarisverhogingen. Als gevolg van CAO-afspraken Eenmalige uitkering Als gevolg van meer dienstjaren
Salarisverhogingen. 1. Het voor de werknemer geldende salaris wordt op de volgende momenten verhoogd: • 1 december 2019: verhoogd met 3,50%. • 1 juli 2020: verhoogd met 3,50%. • 1 maart 2021: verhoogd met 0,93%. Een werknemer onder de 21 jaar (tot 1 juli 2019 22 jaar) zonder diploma als in artikel 32a lid 2 (vanaf 1 juli 2019 die géén BBL opleiding volgt) én een werknemer in functiegroep A, krijgt een hoger salaris vanaf de datum waarop hij recht krijgt op salarisverhoging vanwege de leeftijd. Die werknemer krijgt dan het salaris dat vanaf die datum voor hem geldt verhoogd met een bepaald bedrag: het verschil tussen het tabelsalaris dat hoort bij zijn leeftijd en het tabelsalaris dat hoort bij zijn nieuwe leeftijd. Een rekenvoorbeeld, met de WML-bedragen van 1 juli 2019. Xxxx een werknemer is 16 jaar én geen BBL-opleiding. Hij verdient € 586,- per maand. Het wettelijk minimumloon dat voor hem geldt, is € 564,30 per maand. Als hij 17 jaar wordt, gaat zijn salaris omhoog. Het verschil tussen het minimumloon voor een 16-jarige en dat voor een 17-jarige is op dat moment: AAllggeemmeeeenn € 646,05 - € 564,30 = € 81,75.
Salarisverhogingen. Tot zijn 24ste krijgt de werknemer er ieder jaar, met ingang van de eerste salarisbetaling na zijn verjaardag, een leeftijdsperiodiek bij. Vanaf zijn 24ste verjaardag geldt het aantal dienstjaren als uitgangs- punt. Xxx krijgt de werknemer zijn salarisverhoging telkens op 1 januari. Geen salarisverhoging bij onvoldoende functioneren Als een werkgever vindt dat een werknemer – ouder dan 24 jaar – slecht functioneert, kan hij besluiten hem géén extra periodiek te geven. De werknemer krijgt een brief waarin duidelijk staat waarom hij dat jaar zijn periodiek misloopt. De werknemer kan bezwaar maken. Hij moet dat binnen dertig dagen schriftelijk voorleggen aan de Vaste Commissie (zie hoofdstuk 9.14, bladzijde 59). Als een werkgever iemand twee jaar achter elkaar geen salarisverho- ging wil geven, moet hij daarvoor eerst toestemming vragen aan de Vaste Commissie.
Salarisverhogingen. De werknemer wordt door zijn leidinggevende beoordeeld. Als gevolg van de beoordeling wordt het salaris van de werknemer, eenmaal per jaar op 1 april, overeenkomstig onderstaande tabel verhoogd, een en ander tot het maximum van de schaal is bereikt.
Salarisverhogingen. 1. Cao-salarisverhoging:
Salarisverhogingen. Algemene salarisverhogingen per Cao De salarisschalen in deze CAO (zie afdeling C) én de salarissen die nu worden betaald, gaan omhoog met: • 1,5% per 1 december 2017 en • 2% per 1 januari 2018. Werknemers met een fulltime contract op 1 december 2017 ontvangen een eenmalige uitkering van bruto € 500 over 2017. Voor deeltijdwerknemers en werknemers die in de loop van 2017 in dienst zijn getreden geldt deze uitkering naar rato.
Salarisverhogingen. 1. De individuele jaarlijkse salarisstijging wordt bepaald door een tabel, de verhogingsmatrix, waarin twee variabelen van belang zijn: - de individuele beoordeling (“rating”) - de relatieve salarispositie ten opzichte van het ijksalaris van de betreffende grade. De relatieve salarispositie is het salaris gedeeld door het ijksalaris en deze wordt na iedere salarisaanpassing opnieuw vastgesteld. Werknemers die na 31 augustus bij DNV in dienst treden, komen niet in aanmerking voor een salarisverhoging per 1 april in het jaar na het kalenderjaar waarover de jaarlijkse beoordeling plaatsvindt.