Schade aan de inboedel Voorbeeldclausules

Schade aan de inboedel. Bij verlies of beschadiging van de inboedel vergoedt de maatschappij de schade tot maximaal het voor de inboedel verzekerde bedrag, ook indien de waarde van de inboedel hoger is dan het verzekerde bedrag. De verzekering geschiedt op basis van nieuwwaarde. Onder nieuwwaarde wordt verstaan het bedrag dat onmiddellijk voor de schade nodig is voor vervanging door in soort en kwaliteit gelijkwaardige nieuwe zaken. De regeling op basis van nieuwwaarde is niet van toepassing op: A. zaken, waarvan de waarde onmiddellijk voor de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde; B. zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd; C. (brom)fietsen. Voor deze zaken geldt als basis voor vergoeding de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade. Onder dagwaarde wordt verstaan de nieuwwaarde met toepassing van aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering en slijtage. Indien echter reparatie redelijkerwijs mogelijk is, kan de maatschappij volstaan met vergoeding van de herstelkosten.
Schade aan de inboedel. Bij beschadiging van de inboedel in uw kampeerauto of diefstal uit of vanaf uw kampeerauto vergoeden wij de reparatie- of de vervangingskosten van uw inboedel. Als waarde van de inboedel vóór de gebeurtenis houden wij de nieuwwaarde aan. In afwijking hiervan houden wij de dagwaarde aan voor: - zaken waarvan de dagwaarde vóór de gebeurtenis minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde; - zaken die anders gebruikt worden dan waarvoor zij bestemd zijn. Wij vergoeden maximaal € 250,-- per object voor: - fietsen; - kano’s; - opblaasbare boten; - surfplanken; - zeilplanken.
Schade aan de inboedel a. Basis schadevergoeding b. Kostbare zaken c. Diefstal van inboedel uit de voortent of aanbouw
Schade aan de inboedel. Tot een maximum van 20% van de op het polisblad vermelde verzekerde som van het vaartuig incl. de motor is medeverzekerd schade aan en/of verlies van de inboedel - ongeacht of deze zich in of buiten het vaartuig bevindt - ontstaan door: 17.2.1 storm, schipbreuk, zinken, stranden, overzeilen, aanzeilen, aanvaren of aandrijven waarbij tevens schade aan het vaartuig is ontstaan; 17.2.2 een tijdens het transport aan het vervoermiddel of verzekerde vaartuig overkomen ongeval; 17.2.3 brand, ontploffing, zelfontbranding en blikseminslag; 17.2.4 diefstal, indien het gehele vaartuig wordt gestolen; 17.2.5 diefstal, mits voorafgegaan door braak aan afgesloten ruimten van het vaartuig of aan afgesloten ruimten aan de wal.

Related to Schade aan de inboedel

  • Einde van de aanvulling 4.1 Wanneer heeft de verzekerde geen recht (meer) op een aanvulling? 4.2 Wat zijn de gevolgen voor de aanvulling als de module wordt beëindigd? 4.3 Wat zijn de gevolgen voor de aanvulling als uw arbeidsongeschikte verzekerde uit dienst gaat?

  • Einde van de arbeidsovereenkomst 1. Voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 2. Met inachtneming van artikel 7 geldt dat indien een werkgever en een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de eerste of tweede maal aansluitend hebben verlengd, voor deze verlengde tijdelijke arbeidsovereenkomsten, geen opzegging nodig is (d.w.z. dat geen voorafgaande toestemming nodig is van het UWV in de regio waar de werknemer arbeid (heeft) verricht). Ingeval er een arbeidsovereenkomst is aangegaan van zes maanden of langer informeert de werkgever de werknemer schriftelijk uiterlijk een maand voordat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt of de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet of niet. In aanvulling op de wettelijke bepaling geldt het volgende. Ingeval er een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor korter dan zes maanden en ingeval de werkgever, dan wel de werknemer deze arbeidsovereenkomst niet wenst voort te zetten, dient hij hiervan tijdig, voor het van rechtswege aflopen van de arbeidsovereenkomst, mededeling te doen aan de wederpartij welke schriftelijk wordt bevestigd. Als tijdige mededeling wordt beschouwd een termijn van een week. 3. Indien een partij de in het vorige lid neergelegde verplichting niet nakomt, heeft de wederpartij aanspraak op schadevergoeding conform de wettelijke bepalingen. 4. De arbeidsovereenkomst van een werknemer, eindigt van rechtswege op de dag van het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd waarin op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen bestaat, tenzij werkgever en werknemer anders overeenkomen. Indien werkgever en werknemer xxxxxx xxxxxxxxxxxx, dan is de cao van toepassing op deze werknemer. 5. De werkgever kan gedurende maximaal drie maanden geen gebruik maken van toestemming voor ontslag indien de aanvang van de arbeidsongeschiktheid wegens een fysiek arbeidsongeval intreedt nadat het verzoek om toestemming voor ontslag door het UWV in de regio waar de werknemer arbeid (heeft) verricht is ontvangen.

  • Einde van de uitkering In de Algemene voorwaarden Inkomen en hoofdstuk 3.b ‘Einde van de uitkering’ van deze polisvoorwaarden leest u wanneer de uitkering stopt. De uitkering stopt ook: • op de dag dat uw werknemer niet meer ziek is. • op de dag dat de arbeidsovereenkomst met uw werknemer eindigt. • op de dag dat u geen loondoorbetalingsplicht meer heeft.

  • Duur en einde van de overeenkomst 1. De overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij neemt een aanvang en eindigt op de in de overeenkomst genoemde data. 2. Indien na ommekomst van de termijn genoemd in het eerste lid geen nieuwe overeenkomst tot stand komt, maar partijen nog in onderhandeling zijn over een eventuele nieuwe overeenkomst en de feitelijke relatie voortduurt, wordt gedurende die onderhandeling de relatie beheerst door de bepalingen van de overeenkomst. 3. De overeenkomst eindigt tussentijds van rechtswege, zonder dat schriftelijke opzegging is vereist: a. met wederzijds goedvinden; b. zodra één der partijen niet of niet meer voldoet aan de overeengekomen definities; c. in geval de zorgaanbieder een natuurlijk persoon is: door het overlijden van de zorgaanbieder; d. in geval de zorgaanbieder een natuurlijk persoon is: door het van toepassing verklaren van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; e. in geval van verlening van surséance van betaling of faillissement van één van de partijen. 4. De (zorg)verzekeraar heeft het recht, zonder tot vergoeding van geleden schade en/of gemaakte kosten gehouden te zijn, de overeenkomst met onmiddellijke ingang per aangetekende brief op te zeggen, indien: a. (in geval de zorgaanbieder een rechtspersoon is) een aanmerkelijk deel in de zeggenschap van de rechtspersoon wijzigt door overdracht van aandelen, omzetting, splitsing of fusie; b. de zorgaanbieder zijn onderneming of een deel daarvan overdraagt, tenzij de (zorg)verzekeraar met die overdracht heeft ingestemd; c. de zorgaanbieder zich schuldig heeft gemaakt aan fraude; d. de zorgaanbieder of een bij of onder verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder werkzame persoon een tuchtmaatregel in het kader van de Wet BIG of bestuursrechtelijke maatregel door de IGJ, NZa en/of ACM is opgelegd; e. beslag is gelegd op een of meer activa van de zorgaanbieder, surséance van betaling of faillissement van de zorgaanbieder wordt aangevraagd, of indien de zorgaanbieder een natuurlijk persoon is, hij verzoekt om toepassing van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; f. de zorgaanbieder de uitoefening van de onderneming of zijn beroepsuitoefening staakt dan wel de rechtspersoon wordt ontbonden; g. indien de zorgaanbieder niet meer voldoet aan een minimumeis dan wel indien een uitsluitingsgrond van toepassing is zoals opgenomen in het zorginkoopbeleid; h. in geval de zorgaanbieder een natuurlijk persoon is: indien de waarneming zoals bedoeld in artikel 8 lid 3 de termijn van 6 maanden overschrijdt zonder dat aanvullende afspraken zijn gemaakt. 5. De zorgaanbieder is verplicht de (zorg)verzekeraar onmiddellijk schriftelijk te informeren wanneer een van de in lid 3 of 4 van dit artikel vermelde aangelegenheden zich voordoet. 6. Het bepaalde in de voorgaande leden laat onverlet de bevoegdheid van partijen om de overeenkomst te ontbinden dan wel op te zeggen wegens een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. 7. Behoudens overmacht informeert de zorgaanbieder de zorgverzekeraar zo snel mogelijk doch uiterlijk zes maanden voor het beëindigen van zijn activiteiten over de voorgenomen beëindiging. 8. In geval van einde of beëindiging van de overeenkomst draagt de zorgaanbieder zorg voor continuïteit van de zorgverlening aan de verzekerden.

  • Voor de aanvang van de overeenkomst De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden. De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.

  • Wijzigingen van de Overeenkomst 1. De Ondernemer heeft het recht om de Overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijziging van wet- en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen. 2. Wijzigingen van de Overeenkomst kondigt de ondernemer tijdig van te voren aan, met een termijn die minimaal één maand bedraagt. 3. In het geval dat de wijziging van de Overeenkomst leidt tot een wezenlijke wijziging van de te verlenen Kinderopvang, dan heeft de Ouder de bevoegdheid om de Overeenkomst te ontbinden met ingang van de dag waarop de wijziging in werking treedt.

  • Voorwerp van de overeenkomst Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de aangeboden revalidatie-activiteiten, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor in staat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en eigen bijdrage van de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.

  • Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 1. Een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan tussentijds worden beëindigd. 2. Het tussentijds beëindigen van een (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, geschiedt: a. door opzegging; b. door onverwijlde opzegging wegens een voor de werkgever of de werknemer dringende reden als bedoeld in art. 7:678 c.q. art. 7:679 van het Burgerlijk Wetboek; c. door ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van art.7:671b c.q. artikel 7:671c dan wel wegens wanprestatie als bedoeld in art. 7:686 van het Burgerlijk Wetboek; d. met wederzijds goedvinden op het door de werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip; e. op verzoek van de werknemer voor het geheel of een gedeelte van de voor hem geldende betrekkingsomvang met het oog op een uitkering als bedoeld in het pensioenreglement van de Stichting ABP of een FPU-uitkering, zoals geregeld in het FPU-reglement van het VUT-fonds. 3. Van rechtswege eindigt: a. de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd door het verstrijken van de tijd waarvoor het is aangegaan; b. de arbeidsovereenkomst van de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt een en ander met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin voornoemde leeftijd is bereikt, met dien verstande dat de werkgever in overleg met de werknemer deze ontslagdatum telkenmale met maximaal een jaar kan opschorten; c. de arbeidsovereenkomst bij overlijden van de werknemer;

  • Einde van de overeenkomst 1. De Overeenkomst eindigt van rechtswege door het verstrijken van de in de Overeenkomst opgenomen termijn. 2. Daarnaast eindigt de Overeenkomst door (tussentijdse) opzegging door één van partijen. 3. De Ondernemer is slechts bevoegd de Overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt: a. De situatie dat de Ouder gedurende één maand in verzuim is ten aanzien van zijn betalingsverplichting; b. Voortduring van situaties als genoemd in artikel 11 lid 2 sub a en c; c. De situatie genoemd in artikel 11 lid 2 sub b; d. De omstandigheid dat de Ondernemer vanwege een niet aan hem toerekenbare oorzaak langdurig of blijvend niet meer in staat is de Overeenkomst uit te voeren; e. Een bedrijfseconomische noodzaak die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengt. 4. Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere Partij gerichte gemotiveerde Schriftelijke verklaring en a. met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in geval van opzegging door de Ouder; b. met inachtneming van een redelijke termijn, welke minimaal één maand bedraagt, in geval van opzegging door de Ondernemer; c. met onmiddellijke ingang in geval van opzegging door de Ondernemer op grond van artikel 10 lid 3 onder a. 5. Gedurende de opzegtermijn duurt de betalingsverplichting van de Ouder voort. De opzegtermijn gaat in op de datum waarop de Ouder of de Ondernemer de verklaring van opzegging heeft ontvangen. De verklaring wordt geacht te zijn ontvangen op de datum van het poststempel op de enveloppe van de opzeggingsbrief, op de datum van de e-mail waarmee de verklaring is verstuurd of op de datum waarop de elektronische verklaring is verstuurd, tenzij in de verklaring een latere datum is genoemd. 6. Anders dan door het verstrijken van de overeengekomen termijn en anders dan door opzegging, eindigt de Overeenkomst met onmiddellijke ingang in geval van overlijden van het kind.

  • Hoe berekenen we de aanvulling? Hoe lang ontvangt de verzekerde de aanvulling?