Algemene beschrijving Hoogveen wordt gevormd door veenmossen. Het open hoogveenlandschap omvat naast veenmostapijten ook water, in meren of slenken, en heide. Aan de randzones van het hoogveen kan lokaal opslag van bos en struweel voorkomen. Hoogveenmoerassen bestaan vaak uit meerdere bolliggende venen (hoogveenlenzen) met op de helling stelsels van slenken en meerstallen (kleine meeertjes) en brede overgangen, met overgangsvenen en grote meren, naar de omringende zand of veengebieden. De variatie binnen het hoogveen wordt bepaald door de afwisseling van slenken met water en bulten met veenmos en heide. Op en langs de bulten zijn soorten als beenbreek, eenarig wollegras en dwergstruiken zoals kleine veenbes en lavendelhei aanwezig. Door het zure milieu in hoogvenen komen op hoogveen vooral ‘specialisten’ voor. Naast veenmossen als hoogveenveenmos en wrattig veenmos, gaat het ook om insecten als bijvoorbeeld veenbesblauwtje, veenbesparelmoervlinder, hoogveenglanslibel en noordse glazenmaker. Soorten die zich ophouden in of langs de randen van hoogveen zijn: geoorde fuut, paapje en grauwe klauwier. Recent zijn uit het Fochteloërveen broedgevallen bekend van kraanvogels. In een natuurlijke omgeving ontstaat hoogveen in stilstaand open water of in veen met zeer stabiele waterstanden, bijv. vochtige hei of veenmosrietland. Hoogveen wordt dan enkel gevoed door regenwater. Het veen zelf is dicht en laat nauwelijks water naar de ondergrond door. Vrijwel al het water wordt door het tapijt van levende veenmossen zijdelings afgevoerd. Naar schatting kwam ooit 10.000 km2 hoogveen in Nederland voor vooral in het laagveengebied en op natte zandgronden. Driekwart van deze venen is door natuurlijke oorzaken, zoals zeespiegelstijging, verdwenen. De overige hoogvenen zijn vrijwel volledig vergraven om turf te winnen. Daarbij zijn alle geleidelijke overgangen naar zandgronden en andere venen verdwenen evenals het natuurlijke reliëf van de hoogveenlens. Hoogveen wordt nu in Nederland alleen nog aangetroffen op de hogere zandgronden, in de voormalige hoogveenmoerassen, in slenken van heideterreinen en in volledig verlande vennen. Of hoogveen in de laagveengebieden hersteld kan worden is onduidelijk. Xxxxxxxxxxx is te zien als een eerste aanzet tot de vorming van hoogveen. Hoogveen is in het hele Atlantische gebied van Europa sterk bedreigd. Internationaal gezien heeft Nederland nog steeds een belangrijk en groot areaal lenshoogvenen. Ongeveer 80% van het areaal lenshoogvenen van het continentale deel van Europa ligt in Nederland. Herstel van hoogveen is mogelijk door omstandigheden te creëren waardoor zich een veenmosdek kan ontwikkelen. Lastig is daarbij dat de hydrologische omstandigheden vaak sterk afwijken van die waaronder het veen ooit is ontstaan. Door ontwatering en vervening zijn de veenmosbegroeiingen, de zogenaamde acrotelm, vrijwel verdwenen. Het veen zelf, de catotelm (de weerstandbiedende laag, waarop veenvorming plaats had) is vergraven en laat daardoor vaak water door. Belangrijk voor herstel zijn een zeer stabiele waterstand en een gering waterverlies door het vaste veen, de hellingshoek van het veenoppervlak en het koolzuur- en methaangehalte van het oppervlaktewater
Organisatorische positie De Woonbegeleider ressorteert hiërarchisch onder de leidinggevende van de afdeling waarbinnen de functie is gepositioneerd. De Woonbegeleider geeft zelf geen leiding. Resultaatgebieden Hulpvraag inventariseren • Verzamelt in de thuissituatie informatie over de cliënt en de leefomgeving, brengt daarmee de situatie, de hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden van de cliënt in beeld; • Vormt zich een beeld van de hulpvraag, behoefte en mogelijkheden; • Verstrekt informatie, bijvoorbeeld over de werkwijze van de hulpverlening; • Verwijst cliënten zo nodig extern door. Resultaat: Hulpvraag en/of behoeften en mogelijkheden geïnventariseerd, zodanig dat op basis van de verzamelde gegevens een analyse en woonbegeleidingsplan kan worden opgesteld. Woonbegeleidingsplan opstellen • Stelt een diagnose, waarbij de hulpvraag wordt geanalyseerd en de mogelijkheden van een behandelaanbod worden nagegaan, rekening houdend met de mogelijkheden en het niveau van functioneren van de cliënt, eventueel in overleg met interne en/of externe disciplines; • Stelt in overleg met de cliënt een woonbegeleidingsplan op waarin aangegeven is wat het doel is, hoe dit bereikt kan worden en wat de evaluatiemomenten zijn; • Verwijst cliënten door, bijvoorbeeld in gevallen waar buiten de eigen discipline vallende specialistische hulp nodig is; • Indiceert andere voorzieningen en instellingen. Resultaat: Woonbegeleidingsplan opgesteld, zodanig dat de hulp- en dienstverlening, ook door een functionaris die het plan niet heeft opgesteld, efficiënt en adequaat kan worden verleend. Woonbegeleidingsplan uitvoeren • Begeleidt de cliënt adequaat en efficiënt zowel kort- als langdurend, waarbij de functionaris erop gericht is functies van de cliënt in stand te houden, te veranderen, te verbeteren of te herstellen, of invloed uit te oefenen op persoonlijk en sociaal functioneren; • Geeft cliënt inzicht in financiële situatie onder andere door inventarisatie van inkomsten, uitgaven en schulden; • Adviseert de cliënt, bijvoorbeeld over zijn of haar bestedingspatroon. Verstrekt bijvoorbeeld leefgeld ten behoeve van budgetbeheer en begeleidt de gedragsverandering met betrekking tot het huishoudelijk management; • Verleent overige concrete diensten, zoals begeleiden naar instanties, formulieren invullen en brieven schrijven in naam van de cliënt; • Verstrekt informatie over regelingen en voorzieningen; • Betrekt de leefomgeving zo nodig bij de uitvoering van het plan; • Adviseert cliënt, bijvoorbeeld over mogelijke handelswijzen bij instanties; • Informeert cliënt over mogelijke oorzaken van materiële en/of immateriële problemen; • Geeft trainingen om sociale en praktische vaardigheden te vergroten; • Bemiddelt bij conflicten en belangentegenstellingen; • Rapporteert over de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de cliënt en zijn omgeving; • Verricht bijbehorende administratieve werkzaamheden; • Gaat contact aan en onderhoudt dit met andere hulpverleners, instanties en organisaties in het kader van de directe hulpverlening op lokaal niveau; • Evalueert het woonbegeleidingsplan en stelt dit zo nodig bij. Resultaat: Woonbegeleidingsplan uitgevoerd, zodanig dat het doel op een inzichtelijke en methodische manier (bijna) is behaald.
Zekerheidsstelling Als een overheid wegens een onder de verzekering gedekte schade het stellen van geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van benadeelden, zal de verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot maximaal € 45.000,-. Verzekerden zijn verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
Herziening Indien de maatschappij haar tarieven en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen herziet, heeft zij het recht deze verzekering aan die nieuwe tarieven en/of voorwaarden aan te passen. De maatschappij zal die aanpassing vooraf aankondigen.
Functiebeschrijving Jouw uitdagingen Waar kom je terecht binnen onze organisatie? Je belangrijkste uitdagingen?
Beschikking Een gemeente in het Samenwerkingsverband FoodValley geeft een Beschikking af, als Jeugdige in aanmerking komt voor een Individuele voorziening. Zij doet dit op inhoudelijk advies van het Lokaal team of na verwijzing door een andere Verwijzer. Zonder deze Beschikking is het voor Jeugdige niet mogelijk gebruik te maken van een Individuele voorziening. Bij verwijzingen door de huisarts, de medisch specialist, de jeugdarts of de Gecertificeerde instelling is een verwijsbrief of formulier 'bepaling jeugdhulp' voldoende om te starten met de levering van de Individuele voorziening. In deze situaties geeft de gemeente de Beschikking met terugwerkende kracht af. Jeugdhulpaanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan de Deelovereenkomst Verblijf als zij vergelijkbare diensten aanbieden aan Jeugdige en/of Ouder die geen Beschikking, verwijzing of bepaling jeugdhulp kan overleggen.
Prijsherziening Overeenkomstig artikel 38/7 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet deze opdracht een prijsherzieningsbepaling.
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9601 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET LEVENSMIDDELENBEDRIJF
Vrijstelling Voor elk schadegeval blijft te uwen laste de mogelijke vrijstelling(en) waarvan het bedrag wordt vermeld in de Bijzondere Voorwaarden en aangepast wordt volgens de verhouding tussen de consumptieprijsindex van kracht de maand voorafgaand aan het schadegeval en de index van januari 2001, zijnde 177,83 (basis van 100 in 1981).
Algemene bepaling 1. Onder deeltijdmedewerker wordt verstaan de medewerker met wie op vrijwillige basis en volgens een regelmatig patroon een arbeidsduur ingevolge de arbeidsovereenkomst is overeengekomen van minder dan de normale arbeidsduur als bedoeld in artikel 36.