Common use of Stookplaatsen Clause in Contracts

Stookplaatsen. Indien het nominale vermogen van de centrale stookinstallatie minder is dan 30 kW, is een stookplaats niet vereist, toch dient de ruimte voorzien te zijn van een boven- en onderverluchting. Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie meer dan 30 kW en minder of gelijk aan 70 kW bedraagt, dient deze ondergebracht in een gecompartimenteerde ruimte. De wanden hebben een brandweerstand van ten minste EI60. De toegang tot dit lokaal geschiedt via een zelfsluitende en brandwerende deur EI130. Het stooklokaal moet voorzien zijn van een adequate onder- en bovenverluchting. Gaswandketels van het gesloten type (C) met een gecumuleerd vermogen tot 70 kW moeten niet in een gecompartimenteerd en verluchte ruimte opgesteld worden. Centrale stookinstallaties met een vermogen > 70 kW moeten ondergebracht worden in een stookplaats conform norm XXX X00-000. De toegang tot de stookplaats moet geschieden via een sas met de volgende kenmerken: de wanden van dit sas hebben een brandweerstand EI120, zelfsluitende en brandwerende deuren EI130h en een oppervlakte van ten minste 2 m². In afwijking van deze norm mogen de stooklokalen en bijvertrekken verbonden worden met andere gedeelten van het gebouw via een zelfsluitende en brandwerende deur EI160 op voorwaarde dat deze niet rechtstreeks uitgeeft op een trappenhuis noch op een liftoverloop noch in een lokaal met bijzonder risico. De toegangsdeuren tot het stooklokaal moeten openen in de vluchtzin. In de stookplaats mogen geen materialen worden gestapeld. De brandstoffenvoorraad moet in een afzonderlijk en goed verlucht lokaal geplaatst worden. De wanden van dit lokaal hebben een brandweerstand EI60. De deuren hierin aangebracht zijn van het zelfsluitende en brandwerende type EI130.

Appears in 2 contracts

Samples: Politieverordening, Politieverordening

Stookplaatsen. Indien het nominale vermogen van de centrale stookinstallatie minder is dan 30 kW, is een stookplaats niet vereist, toch dient de ruimte voorzien te zijn van een boven- en onderverluchting. Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie meer dan 30 kW en minder dan of gelijk aan 70 kW bedraagt, dient deze ondergebracht in een gecompartimenteerde ruimteruimte conform de eisen zoals vermeld in het Koninklijk Besluit van 07 juli 1994 en latere wijzigingen tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen. De wanden hebben Centrale stookinstallaties met een brandweerstand vermogen groter dan 70 kW moeten ondergebracht worden in een stookplaats conform de norm NBN B61-001. In afwijking op deze norm mogen de stookafdelingen en hun bijvertrekken verbonden worden met de andere gedeelten van ten minste EI60. De toegang tot dit lokaal geschiedt het gebouw via een zelfsluitende en brandwerende deur EI130EI160 op voorwaarde dat deze lokalen niet uitgeeft op een trappenhuis noch op een liftoverloop noch in een lokaal met een bijzonder risico. Het stooklokaal moet voorzien zijn van een adequate onder- en bovenverluchtingDeze deur draait in de vluchtrichting. Gaswandketels van het gesloten type (C) met een gecumuleerd vermogen tot 70 kW moeten niet in een gecompartimenteerd en verluchte ruimte opgesteld worden. Centrale stookinstallaties met een vermogen > 70 kW moeten ondergebracht worden in een stookplaats conform norm XXX X00-000. De toegang tot de stookplaats moet geschieden via een sas met de volgende kenmerken: de wanden van dit sas hebben een brandweerstand EI120, zelfsluitende en brandwerende deuren EI130h en een oppervlakte van ten minste 2 m². In afwijking van deze norm mogen de stooklokalen en bijvertrekken verbonden worden met andere gedeelten van het gebouw via een zelfsluitende en brandwerende deur EI160 op voorwaarde dat deze niet rechtstreeks uitgeeft op een trappenhuis noch op een liftoverloop noch in een lokaal met bijzonder risico. De toegangsdeuren tot het stooklokaal moeten openen in de vluchtzin. In de stookplaats mogen geen materialen worden gestapeld. De brandstoffenvoorraad moet in een afzonderlijk en goed verlucht lokaal geplaatst worden. De wanden van dit lokaal hebben een brandweerstand EI60. De deuren hierin aangebracht zijn van het zelfsluitende en brandwerende type EI130.

Appears in 2 contracts

Samples: Politieverordening, Politieverordening