Straffen. 1. Het Havenbedrijf kan de medewerker in geval van plichtsverzuim een straf opleggen, onverminderd de mogelijkheid van ontslag op staande voet wegens een dringende reden als bedoeld in art 7: 677 van het Burgerlijk Wetboek, doch niet na hem ter zake te hebben gehoord. 2. De straffen, die kunnen worden opgelegd zijn: a. schriftelijke berisping; b. buitengewone dienst, op andere dagen dan zon- en feestdagen, zonder beloning of tegen een lagere dan het normale loon; c. vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie, waarbij geldt dat slechts bovenwettelijke vakantie-uren kunnen verminderd; d. eenmalige inhouding op het loon van een bedrag van maximaal 1% van het jaarsalaris; e. niet toekennen van de eerstvolgende salarisaanpassingen voor ten hoogste vier jaar; f. vermindering van het salaris met ten hoogste het bedrag van de laatste twee salarisverhogingen toegekend op basis van de beoordeling van het functioneren; g. plaatsing in een andere functie voor bepaalde of onbepaalde tijd met of zonder vermindering van loon; h. terugstelling in de salarisschaal waarvoor een lager normsalaris geldt dan dat verbonden is aan de salarisschaal welke ingevolge de van toepassing zijnde beloningsregeling behoort te gelden, een en ander al dan niet voor een bepaalde tijd en met of zonder vermindering van loon; i. schorsing voor een bepaalde tijd, al dan niet met (gedeeltelijke) onthouding van loon; j. ontslag (conform art 7:678 BW). 3. Wanneer het Havenbedrijf in een bijzonder geval constateert dat geen van de hierboven genoemde straffen kan worden toegepast, is deze bevoegd een alternatieve straf op te leggen. 4. De straf, met uitzondering van de schriftelijke berisping wordt niet ten uitvoer gelegd, zolang zij niet onherroepelijk is. 5. De straf wordt mondeling medegedeeld en onmiddellijk daarna schriftelijk bevestigd, bij aangetekend schrijven en onder vermelding van de reden. Daarbij wordt tevens medegedeeld binnen welke termijn beroep openstaat.
Appears in 2 contracts
Samples: Cao (Collective Labor Agreement), Cao (Collective Labor Agreement)
Straffen. 1. Het Havenbedrijf kan In het algemeen zal strafbaar zijn zodanig handelen of nalaten, dat in strijd is met de medewerker in geval wet, dan wel de statuten, reglementen en/of besluiten van plichtsverzuim een straf opleggenorganen van de vereniging, onverminderd of waardoor de mogelijkheid belangen van ontslag op staande voet wegens een dringende reden als bedoeld in art 7: 677 van de vereniging en/of het Burgerlijk Wetboek, doch niet na hem ter zake te hebben gehoordbestuur worden geschaad.
2. De straffen, die Het bestuur is belast met het (doen) opleggen van straffen namens de vereniging. Daarnaast kunnen straffen worden opgelegd zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. buitengewone dienst, op andere dagen dan zon- door of namens de bond. In de procedure voor het opleggen van straffen wordt het beginsel van hoor en feestdagen, zonder beloning of tegen een lagere dan het normale loon;
c. vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie, waarbij geldt dat slechts bovenwettelijke vakantie-uren kunnen verminderd;
d. eenmalige inhouding op het loon van een bedrag van maximaal 1% van het jaarsalaris;
e. niet toekennen van de eerstvolgende salarisaanpassingen voor ten hoogste vier jaar;
f. vermindering van het salaris met ten hoogste het bedrag van de laatste twee salarisverhogingen toegekend op basis van de beoordeling van het functioneren;
g. plaatsing in een andere functie voor bepaalde of onbepaalde tijd met of zonder vermindering van loon;
h. terugstelling in de salarisschaal waarvoor een lager normsalaris geldt dan dat verbonden is aan de salarisschaal welke ingevolge de van toepassing zijnde beloningsregeling behoort te gelden, een en ander al dan niet voor een bepaalde tijd en met of zonder vermindering van loon;
i. schorsing voor een bepaalde tijd, al dan niet met (gedeeltelijke) onthouding van loon;
j. ontslag (conform art 7:678 BW)wederhoor toegepast.
3. Wanneer het Havenbedrijf in Het bestuur is bevoegd om, naast een bijzonder geval constateert dat geen van straf die aan een lid wordt opgelegd door of namens de hierboven genoemde straffen kan worden toegepastbond, is deze bevoegd een alternatieve bijkomende straf namens de vereniging op te leggen.
4. Tegen een beslissing tot het opleggen van een straf door het bestuur kan het lid beroep instellen bij de ledenvergadering van de vereniging. Dit beroep dient, uiterlijk twee maanden na het opleggen van de straf door het bestuur, aanhangig te worden gemaakt bij de ledenvergadering. Indiening kan per gewone post of per e-mail aan de secretaris van de vereniging. Het bestuur is gehouden het beroep te agenderen in de eerstvolgende ledenvergadering. Indien de ledenvergadering niet binnen twee maanden na het opleggen van de straf gepland staat, dient hiervoor een ledenvergadering te worden gehouden.
5. Een besluit tot schorsing van een lid wordt aan het lid zo spoedig mogelijk, schriftelijk en gemotiveerd, kenbaar gemaakt.
6. Een periode van schorsing kan niet langer zijn dan zes maanden en kan niet worden verlengd.
7. De strafperiode van schorsing gaat in op de dag waarop het besluit tot schorsing is genomen, tenzij in het besluit anders is vermeld.
8. Een schorsing vervalt na afloop van de periode waarvoor deze is opgelegd of wanneer deze wordt ingetrokken.
9. Tijdens de periode van schorsing kan door of namens het desbetreffende lid geen enkel aan diens lidmaatschap verbonden recht worden uitgeoefend, met uitzondering van de schriftelijke berisping wordt niet ten uitvoer gelegd, zolang zij niet onherroepelijk is.
5. De straf wordt mondeling medegedeeld en onmiddellijk daarna schriftelijk bevestigd, bij aangetekend schrijven en onder vermelding aan hem toegekende rechten in het kader van de redenbehandeling van zijn schorsing door de ledenvergadering. Daarbij wordt tevens medegedeeld binnen welke termijn beroep openstaatHet desbetreffende lid kan tijdens de periode van schorsing ook geen vrijwilligerswerk voor de vereniging verrichten.
Appears in 1 contract
Samples: Huishoudelijk Reglement
Straffen. 1Elke gebrekkige uitvoering of inbreuk waarvoor geen specifieke straf is voorzien, geeft aanleiding tot een algemene straf. Het Havenbedrijf Een algemene straf is eenmalig of dagelijks en bedraagt 250€ De aanbesteder is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd. De aanbesteder is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan de medewerker in geval worden bepaald. Bij herhaling van plichtsverzuim een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf opleggentoegepast gelijk aan de betreffende straf, onverminderd zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld. Volgende niet-limitatieve lijst van inbreuken door de mogelijkheid Ondernemer of eender welke partij die door de Ondernemer in kennis diende gesteld te worden, zal de Opdrachtgever gerechtigd zijn om volgende een straf aan te rekenen: - Inbreuk op een wettelijke bepaling, vastgesteld door de Opdrachtgever - Inbreuk AVGP en BVGP - Inbreuk contract (lastenboek inclusief AAB en BAB, Inbreuk algemene Technische Bepalingen deel werforganisatie en werfinrichting, …) - Inbreuk op maatregelen gerelateerd aan risico-index Ziekenhuishygiëne - Het niet volgen van ontslag op staande voet wegens de instructies van Opdrachtgever of een dringende van diens aangestelden De Ondernemer zal niettegenstaande deze verplichtingen en sancties toch instaan voor een correcte afhandeling van zijn opdracht en kan deze verplichtingen en de er aan verbonden sancties niet inroepen als overmacht of reden als bedoeld voor laattijdigheid of voor niet voldoen aan zijn andere contractuele verplichtingen. STD-AL-850-MD7135 AAB – Algemene Administratieve Bepalingen Versie 3.0 Okt 2019 13/24 De vertragingsboetes zijn onafhankelijk van de in art 7: 677 artikel 45 bedoelde straffen. Zij zijn eisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van het Burgerlijk Wetboek, doch niet na hem ter zake te hebben gehoord.
2de uitvoeringstermijn en zonder opstelling van een proces-verbaal. De straffen, die kunnen vertragingsboetes worden opgelegd zijn:
a. schriftelijke berisping;
b. buitengewone dienst, berekend op andere dagen dan zon- en feestdagen, zonder beloning of tegen een lagere dan het normale loon;
c. vermindering van het recht op jaarlijkse vakantie, waarbij geldt dat slechts bovenwettelijke vakantie-uren kunnen verminderd;
d. eenmalige inhouding op het loon van een bedrag van maximaal 1% van het jaarsalaris;
e. niet toekennen grond van de eerstvolgende salarisaanpassingen voor ten hoogste vier jaar;
f. vermindering van het salaris met ten hoogste het bedrag van de laatste twee salarisverhogingen toegekend op basis van de beoordeling van het functioneren;
g. plaatsing bepalingen en formules zoals opgenomen in een andere functie voor bepaalde of onbepaalde tijd met of zonder vermindering van loon;
h. terugstelling in de salarisschaal waarvoor een lager normsalaris geldt dan dat verbonden is aan de salarisschaal welke ingevolge de van toepassing zijnde beloningsregeling behoort te gelden, een en ander al dan niet voor een bepaalde tijd en met of zonder vermindering van loon;
i. schorsing voor een bepaalde tijd, al dan niet met (gedeeltelijke) onthouding van loon;
j. ontslag (conform art 7:678 BW)artikel 86 KB Uitvoering.
3. Wanneer het Havenbedrijf in een bijzonder geval constateert dat geen van de hierboven genoemde straffen kan worden toegepast, is deze bevoegd een alternatieve straf op te leggen.
4. De straf, met uitzondering van de schriftelijke berisping wordt niet ten uitvoer gelegd, zolang zij niet onherroepelijk is.
5. De straf wordt mondeling medegedeeld en onmiddellijk daarna schriftelijk bevestigd, bij aangetekend schrijven en onder vermelding van de reden. Daarbij wordt tevens medegedeeld binnen welke termijn beroep openstaat.
Appears in 1 contract
Samples: Algemene Administratieve Bepalingen