Studievoortgangsnormen en studieadvies. De opleiding wordt verzorgd in vier semesters, twee per studiejaar. Aan het einde van de semesters 1, 2 en 3 krijgt de student een rapport. Voordat de rapporten worden uitgereikt, worden alle studenten besproken tijdens de docentenvergadering (waar het cijfer voor inzet en optreden wordt bepaald) en tijdens de onderwijscommissievergadering (waar de resultaten per student naast de studievoortgangsnormen worden gelegd). Studenten mogen alleen door naar het volgende semester als: - Zij voldoen aan de specifieke overgangsnorm voor het betreffende semester, zie hieronder; - Zij een 5,5 of hoger hebben voor “Optreden”; - Zij voldoen aan normen “Verzuim” (zie paragraaf 3,6); - Zij voor elk vak een cijfer hebben behaald. Specifieke overgangsnorm semester 1 naar 2: - Maximaal 3 vakken onvoldoende (<5,5) is gewone doorgang - 4 vakken < 5,5 of niet voldoen aan de planning BPV (zoals opgenomen in de BPV- map studenten) leidt tot bespreekgeval - 5 of meer vakken < 5,5 geen doorgang Specifieke overgangsnorm semester 2 naar 3: - Maximaal 3 vakken onvoldoende (<5,5) is gewone doorgang - 4 of meer vakken < 5,5 geen doorgang. - Het gemiddelde van alle vakken moet minimaal een 6,0 zijn. - Voldoen aan de planning BPV zoals opgenomen in de BPV-map studenten; Studenten die door persoonlijke omstandigheden niet kunnen voldoen aan de overgangsnormen, moeten dat zo snel mogelijk melden bij de mentor en/of coördinator. De omstandigheden waar rekening mee wordt gehouden, zijn: - Langdurige en ernstige ziekte. - Zwangerschap. - Bijzondere omstandigheden in je familie. - Lidmaatschap van het bestuur van een actieve studentenorganisatie of een actieve maatschappelijke organisatie. - Status student-topondernemer. - Andere uitzonderlijke, persoonlijke omstandigheden die aantoonbaar invloed hebben gehad op jouw studieprestaties.
