Berekening van de vergoeding A. De vergoeding wordt bepaald : 1. door het samentellen van de hierboven vermelde werkelijke kosten die noodzakelijkerwijze en bedachtzaam tijdens de uitkeringstermijn werden gemaakt; 2. door van het onder 1 verkregen bedrag de kosten af te trekken die gerecupereerd of recupereerbaar zijn na de herstelling of de vervanging van het beschadigd verzekerd materieel. Deze kosten worden slechts in rekening gebracht binnen de grenzen van de uitkeringstermijn. 3. door het onder 2 verkregen bedrag te beperken tot het verzekerde bedrag vermeld in de bijzondere voorwaarden; 4. door van het onder 3 verkregen bedrag het in de bijzondere voorwaarden bepaalde eigen risico af te trekken. 5. door het onder 4 verkregen bedrag te beperken tot de eventuele tegemoetkomingsgrens bepaald in punt B. B. Indien het schadegeval te wijten is aan: 1. een daad van kwaadwilligheid, met uitzondering van een computervirus, wordt de door ons verschuldigde vergoeding beperkt tot het verzekerde bedrag met een maximum van 100.000 EUR per schadegeval; 2. een computervirus dat uitsluitend het besturingssysteem, de software en/of de informaticagegevens u toebehorend treft, wordt de door ons verschuldigde vergoeding beperkt tot het verzekerde bedrag met een maximum van 50.000 EUR. 3. Een computervirus dat ook een besturingssysteem, software en/of informaticagegevens die u niet toebehoren, treft, wordt de door ons verschuldigde vergoeding beperkt tot het verzekerde bedrag van maximum van 15.000 EUR. Indien de bedoeling om schade te berokkenen niet kan worden aangetoond, zal het schadegeval niet beschouwd worden als voortvloeiend uit een daad van kwaadwilligheid maar wel uit een menselijke fout en zal als dusdanig worden vergoed. C. Wij komen tussen voor de schadegevallen die zich tijdens de geldigheidsperiode van de verzekering hebben voorgedaan en in die periode werden aangegeven. Voor schadegevallen voortvloeiend uit een daad van kwaadwilligheid, komen wij echter tussen voor de schadegevallen waarvan het eerste schadeverwekkend feit zich tijdens de geldigheidsperiode van het contract heeft voorgedaan en waarvan de datum van ontdekking en van aangifte ten laatste zes maanden na het eerste schadeverwekkend feit valt. Indien de verzekering opgezegd werd wegens niet-betaling van de premie, na schadegeval of ten gevolge van een valse verklaring, komen wij enkel tussen indien de ontdekking van het schadegeval en de aangifte ervan tijdens de geldigheidsperiode van het contract vallen. Een schadegeval is toerekenbaar op de datum van het eerste schadeverwekkend feit, wat ook de datum van de ontdekking ervan is. De vergoeding kan het verzekerd bedrag op de datum van het eerste schadeverwekkend feit niet overschrijden. Xxxxx beschouwd als vormende één en hetzelfde schadegeval, elk door de verzekerde geleden verlies dat rechtstreeks voortvloeit uit een reeks daden van kwaadwilligheid gepleegd door: • eenzelfde persoon of meerdere medeplichtigen, ook als de methoden verschillend zijn; • verschillende personen maar die dezelfde methode hebben gebruikt. Enkel de datum van de eerste daad van kwaadwilligheid wordt in aanmerking genomen voor het bepalen van onze tussenkomst.
Omvang van de dekking Deze verzekering geeft dekking voor de op het polisblad van toepassing verklaarde rubrieken.
Verjaring van vordering Een rechtsvordering tegen ons tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de tot uitkering gerechtigde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop wij hetzij de aanspraak erkennen, hetzij ondubbelzinnig hebben medegedeeld de aanspraak af te wijzen. Bij verzekering tegen aansprakelijkheid wordt de verjaring in afwijking van de vorige alinea, eerste zin, gestuit door iedere onderhandeling tussen ons en de tot uitkering gerechtigde of de benadeelde. In dat geval begint een nieuwe verjaringstermijn van drie jaren te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop wij hetzij de aanspraak erkennen, hetzij ondubbelzinnig aan degene met wie wij onderhandelen en, als deze een ander is, aan de tot uitkering gerechtigde hebben medegedeeld dat wij de onderhandelingen afbreken.