Common use of Tijdelijke Ouderenregeling Clause in Contracts

Tijdelijke Ouderenregeling. 1. De tijdelijke Ouderenregeling (TOR) heeft ten doel: - de mogelijkheid te creëren om de balans belasting - belastbaarheid in de jaren voorafgaand aan(pre)pensionering in evenwicht te houden door het bieden van ruimere herstelmogelijkheden; - ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van oudere medewerkers te voorkomen respectievelijk terug te dringen door verkorting van de arbeidsduur; - een overgangsfase te creëren tussen de fase van volledige activiteit naar de fase van inactiviteit. 2. Van de TOR kan gebruik worden gemaakt gedurende maximaal acht jaar echter tot maximaal de datum waarop de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Een medewerker kan evenwel niet eerder van de TOR gebruik maken dan met ingang van de dag waarop de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt. 3. Een verzoek van een medewerker om deel te nemen aan de TOR en het door de medewerker voorgestelde arbeidspatroon ( dat verder voldoet aan het in lid 5 bepaalde) zullen worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. 4. Indien de medewerker vanuit zijn verlofaansprakenzijn arbeidsduur minimaal tot 5% en maximaal tot 10% van de overeengekomen(gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur in een vast patroon verkort, wordt door de werkgever een gelijk aantal uren (betaald) TOR-verlof toegekend. De omvang van deze toekenning is gemaximeerd op 10% van de overeengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur per kalenderjaar over maximaal 4 jaren. Periodieke opname van verlof door de medewerker is een vereiste voor toekenning van het TOR- verlof door de werkgever. 5. Het patroon waarin de arbeidsduurverkorting kan worden vormgegeven, is afhankelijk van de mogelijkheden die de organisatie kan bieden en de wensen van de medewerker. Gezien het doel van de TOR worden echter de volgende randvoorwaarden gesteld: - Er dient te allen tijde sprake te zijn van periodiciteit met een maximum periode van twee weken. Het TOR-verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof. - Opname van het TOR-verlof over de jaren heen kan bij een verkorting van de wekelijkse arbeidsduur van minder dan 10% in tijd uitsluitend een gelijkblijvend of oplopend patroon hebben. Verandering in opname van het TOR verlof kan nooit leiden tot een toename in arbeidsduur van de medewerker. - Er dienen afspraken te worden gemaakt over welk deel van het takenpakket van de medewerker gaat vervallen c.q. op welke wijze dit wordt overgenomen door anderen. - De medewerker dient 6 maanden voorafgaand aan het einde van de TOR-periode te bepalen of en in welke mate hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. In geval van voortzetting zal de arbeidsduur maximaal de omvang hebben als tijdens het voorafgaande jaar van de TOR periode is gebruik gemaakt. 6. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het besluit, geanonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de Ondernemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben geleid.

Appears in 1 contract

Samples: Collective Labor Agreement

Tijdelijke Ouderenregeling. 1. De tijdelijke Tijdelijke Ouderenregeling (TOR) heeft ten doel: - de mogelijkheid te creëren om de balans belasting - belastbaarheid in de jaren voorafgaand aan(pre)pensionering aan (pre)pensionering in evenwicht te houden door het bieden van ruimere herstelmogelijkhedenherstelmogelijk- heden; - ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van oudere medewerkers te voorkomen respectievelijk respectie- velijk terug te dringen door verkorting van de arbeidsduur; - een overgangsfase te creëren tussen de fase van volledige activiteit naar de fase van inactiviteit. 2. Van de TOR kan gebruik worden gemaakt gedurende maximaal acht jaar echter tot maximaal maxi- maal de datum waarop de medewerker zijn AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt. Een medewerker kan evenwel niet eerder van de TOR gebruik maken dan met ingang van de dag waarop de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt. 3. Een verzoek van een medewerker om deel te nemen aan de TOR en het door de medewerker voorgestelde arbeidspatroon ( (dat verder voldoet aan het in lid 5 bepaalde) zullen worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. 43. Indien de medewerker vanuit zijn verlofaansprakenzijn verlofaanspraken zijn arbeidsduur minimaal tot 5% en maximaal tot 10% van de overeengekomen(gemiddeldeovereengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur in een vast patroon verkort, wordt door de werkgever een gelijk aantal uren (betaald) TOR-verlof toegekendverlof’ toege- kend. De omvang van deze toekenning is gemaximeerd op 10% van de overeengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur per kalenderjaar over maximaal 4 jaren. Periodieke opname van verlof door de medewerker is een vereiste voor toekenning van het TOR- TOR-verlof door de werkgever. 54. Het patroon waarin de arbeidsduurverkorting kan worden vormgegeven, is afhankelijk van de mogelijkheden die de organisatie kan bieden en de wensen van de medewerker. Gezien het doel van de TOR worden echter de volgende randvoorwaarden gesteld: - Er dient te allen tijde sprake te zijn van periodiciteit met een maximum periode van twee weken. Het TOR-verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof. - Opname van het TOR-verlof over de jaren heen kan bij een verkorting van de wekelijkse arbeidsduur van minder dan 10% in tijd uitsluitend een gelijkblijvend of oplopend patroon hebben. Verandering in opname van het TOR verlof kan nooit leiden tot een toename in de afgesproken arbeidsduur van de medewerker. - Het TOR-verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof. - Er dienen afspraken te worden gemaakt over welk deel van het takenpakket van de medewerker gaat vervallen c.q. op welke wijze dit wordt overgenomen door anderen. - De medewerker dient 6 maanden voorafgaand aan het einde van de TOR-periode te bepalen of en in welke mate hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten tot aan de AOW-AOW- gerechtigde leeftijd. In geval van voortzetting zal de arbeidsduur maximaal de omvang hebben als tijdens het voorafgaande jaar van de TOR periode is gebruik gemaakt. 5. Voor de medewerker van 50 jaar of ouder wordt met ingang van 1 januari 2013 de mogelijk- heid om verlof te sparen met 25 dagen verruimd. De aanwending van deze dagen is specifiek gekoppeld aan opname ten behoeve van de TOR of de periode daaropvolgend tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd dit om continuering van het arbeidsduurregime geheel of gedeeltelijk mogelijk te maken. 6. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het besluit, geanonimiseerd, geano- nimiseerd worden gemeld aan de secretaris van de Ondernemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben geleid. 7. Ingangsdatum voor deze regeling is 1 januari 2013.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Tijdelijke Ouderenregeling. 1. De tijdelijke Ouderenregeling (TORTijdelijke Ouderenregeling(TOR) heeft ten doel: - : a. de mogelijkheid te creëren om de balans belasting - belastbaarheid in de jaren voorafgaand aan(pre)pensionering in evenwicht te houden door het bieden van ruimere herstelmogelijkheden; - ; b. ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van oudere medewerkers te voorkomen respectievelijk terug te dringen door verkorting van de arbeidsduur; - ; c. een overgangsfase te creëren tussen de fase van volledige activiteit naar de fase van inactiviteit. 2. Van de TOR kan gebruik worden gemaakt gedurende maximaal acht vier jaar echter tot maximaal de datum waarop de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereiktvoorafgaande aan uittreding met gebruikmaking van VUT/ (vroeg)pensioen of ouderdomspensioen. Een medewerker kan evenwel niet eerder van de TOR gebruik maken dan met ingang van de dag dag, waarop de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt. 3. Een verzoek van een medewerker om deel te nemen aan de TOR en het door de medewerker voorgestelde arbeidspatroon ( dat verder voldoet aan het in lid 5 bepaalde) zullen worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. 4. Indien de medewerker vanuit zijn verlofaansprakenzijn verloftegoed zijn arbeidsduur minimaal tot 5% en maximaal tot 10% van de overeengekomen(gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur in een vast patroon verkort, wordt door de werkgever een gelijk aantal uren (betaald) TOR-verlof toegekend. De omvang van deze toekenning is gemaximeerd op 10% van de overeengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur per kalenderjaar over maximaal 4 jaren. Periodieke opname van verlof vrijaf door de medewerker is een vereiste voor toekenning van het TOR- TOR-verlof door de werkgever. 5. Het patroon waarin de arbeidsduurverkorting kan worden vormgegeven, is afhankelijk van de mogelijkheden die de organisatie kan bieden en de wensen van de medewerker. Gezien het doel van de TOR worden echter de volgende twee randvoorwaarden gesteld: - Er dient te allen tijde sprake te zijn van periodiciteit met een maximum periode van twee weken. Het TOR-TOR- verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof. - Opname van het TOR-verlof over de jaren heen kan bij een verkorting van de wekelijkse arbeidsduur van minder dan 10% in tijd uitsluitend een gelijkblijvend of oplopend patroon hebben. Verandering in opname van het TOR verlof kan nooit leiden tot een toename in arbeidsduur van de medewerker. - Er dienen afspraken te worden gemaakt over welk deel van het takenpakket van de medewerker gaat vervallen c.q. op welke wijze dit wordt overgenomen door anderen. - De medewerker dient 6 maanden voorafgaand aan het einde van de TOR-periode te bepalen of en in welke mate hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. In geval van voortzetting zal de arbeidsduur maximaal de omvang hebben als tijdens het voorafgaande jaar van de TOR periode is gebruik gemaakt. 6. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het besluit, geanonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de Ondernemingsraad met vermelding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben geleid.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst

Tijdelijke Ouderenregeling. Navolgende bepalingen gelden tot 1 januari 2013. Voor de bepalingen die vanaf 1 januari 2013 van toepassing zijn zie volgende pagina 1. De tijdelijke Tijdelijke Ouderenregeling (TOR) gaat in per 1 november 2005 en heeft ten doel: - de De mogelijkheid te creëren om de balans belasting - belastbaarheid in de jaren voorafgaand vooraf- gaand aan(pre)pensionering in evenwicht te houden door het bieden van ruimere herstelmogelijkhedenher- stelmogelijkheden; - ziekteverzuim Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van oudere medewerkers te voorkomen respectievelijk terug te dringen door verkorting van de arbeidsduur; - een Een overgangsfase te creëren tussen de fase van volledige activiteit naar de fase van inactiviteit. 2. Van de TOR kan gebruik worden gemaakt gedurende maximaal acht jaar echter tot maximaal de datum waarop de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereiktvier jaar. Een medewerker kan evenwel niet eerder van de TOR gebruik maken dan met ingang van de dag waarop de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt. 3. Een verzoek van een medewerker om deel te nemen aan de TOR en het door de medewerker mede- werker voorgestelde arbeidspatroon ( dat verder voldoet aan het in lid 5 bepaalde) zullen worden gehonoreerd, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten. 4. Indien de medewerker vanuit zijn verlofaansprakenzijn verloftegoed zijn arbeidsduur minimaal tot 5% en maximaal tot 10% van de overeengekomen(gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur in een vast patroon verkort, wordt door de werkgever een gelijk aantal uren (betaald) TOR-verlof toegekend. De omvang van deze toekenning is gemaximeerd op 10% van de overeengekomen (gemiddelde) wekelijkse arbeidsduur per kalenderjaar over maximaal 4 jaren. Periodieke opname van verlof vrijaf door de medewerker is een vereiste voor toekenning van het TOR- TOR-verlof door de werkgever. 5. Het patroon waarin de arbeidsduurverkorting kan worden vormgegeven, is afhankelijk van de mogelijkheden die de organisatie kan bieden en de wensen van de medewerker. Gezien het doel van de TOR worden echter de volgende twee randvoorwaarden gesteld: - Er dient te allen tijde sprake te zijn van periodiciteit met een maximum periode van twee weken. Het TOR-verlof kan niet worden opgespaard voor een aaneengesloten langere periode van verlof. - Opname van het TOR-verlof over de jaren heen kan bij een verkorting van de wekelijkse arbeidsduur van minder dan 10% in tijd uitsluitend een gelijkblijvend of oplopend patroon hebben. Verandering in opname van het TOR verlof kan nooit leiden tot een toename in arbeidsduur van de medewerker. - Er dienen afspraken te worden gemaakt over welk deel van het takenpakket van de medewerker gaat vervallen c.q. op welke wijze dit wordt overgenomen door anderen. - De medewerker dient 6 maanden voorafgaand aan het einde van de TOR-periode te bepalen of en in welke mate hij de arbeidsovereenkomst wil voortzetten tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. In geval van voortzetting zal de arbeidsduur maximaal de omvang hebben als tijdens het voorafgaande jaar van de TOR periode is gebruik gemaakt. 6. De werkgever deelt de beslissing schriftelijk aan de medewerker mede, bij afwijzing van het verzoek dan wel bij vaststelling van een arbeidspatroon afwijkend van de wens van de medewerker, onder opgave van de redenen daartoe. Bij niet-inwilliging zal het besluit, geanonimiseerdge- anonimiseerd, worden gemeld aan de secretaris van de Ondernemingsraad met vermelding vermel- ding van de beweegredenen die tot die beslissing hebben geleid. De verplichting om bij deelname aan de TOR te tekenen voor de beëindiging van het dienstverband komt te vervallen. De omvang van de werkgeversbijdrage blijft ongewijzigd. Ingangsdatum voor bovenstaande wijziging zal plaatsvinden vanaf 1 januari 2009.

Appears in 1 contract

Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst