Toelichting bij de kolommen. 1. In kolom 010 wordt de naam van de geconsolideerde dochteronderneming of subgroep gerapporteerd. 2. In kolom 020 worden de entiteiten geïdentificeerd aan de hand van de code “YXxx”, waarbij : “Y” = S indien het een dochteronderneming betreft; C indien het een subgroep betreft; “Xxx” numerieke identificatiecode van de betreffende dochteronderneming of subgroep. 3. In de kolommen 030 tot 070 worden de voor de gerapporteerde entiteiten berekende eigenvermogensvereisten weergegeven. Deze berekening gebeurt volgens de bepalingen van het lokaal van toepassing zijnde reglement eigen vermogen tenzij anders bepaald door de CBFA. De eigenvermogensvereisten zoals gedefinieerd in titel V, titel VI, titel VII en titel IX, hoofdstuk 1 met uitzondering van artikel IX.1, worden bedoeld in kolom 030. De eigenvermogensvereisten zoals in artikel IX.1 worden bedoeld in kolom 040. In kolom 050 worden de eigenvermogensvereisten zoals bepaald in titel IX met uitzondering van hoofdstuk 1, bedoeld. In kolom 060 worden de eigenvermogensvereisten conform titel VIII gerapporteerd. Overige en/of tijdelijke eigenvermogensvereisten die op de betrokken entiteiten van toepassing zijn, worden in kolom 070 gerapporteerd. 4. De totale eigenvermogensvereisten worden gerapporteerd in kolom 080. 5. In de kolommen 090 en 100 wordt voor de gereglementeerde entiteiten respectievelijk het totaal eigen vermogen en het eigen vermogen sensu stricto (tier 1) gerapporteerd. 6. In kolom 110 wordt voor de gereglementeerde entiteiten het overschot of het tekort aan eigen vermogen, zijnde het verschil tussen kolom 090 en kolom 080, gerapporteerd. 7. Voor de gereglementeerde entiteiten wordt, rekening houdend met het toezichts- en evaluatieproces van de betrokken bevoegde autoriteit (pijler II), het overschot of het tekort van het eigen vermogen gerapporteerd in kolom 120. Tabel 90.03 – Krediet- en wederpartijrisico’s en leveringen zonder tegenprestaties: Standaardbenadering voor eigenvermogensvereisten
Appears in 5 contracts
Samples: Rapporteringsovereenkomst, Rapportageovereenkomst, Rapportageovereenkomst
Toelichting bij de kolommen. 1. In kolom 010 wordt door de naam initiërende instelling de huidige risicoposities van een effectisering, gerapporteerd zonder rekening te houden met wie de posities aanhoudt. Effectiseringsposities op de balans (bvb. bonds, achtergestelde leningen) als ook buitenbalansposten (bvb. achtergestelde kredietfacilitieiten, liquiditeitsfaciliteiten, renteswaps, CDS, ...) die voortkomen uit de effectisering moeten worden gerapporteerd. In het geval van overlappende posities zoals bepaald in artikel VII. 17, § 4, dient enkel de positie of het deel van de geconsolideerde dochteronderneming of subgroep gerapporteerdpositie dat aanleiding geeft tot het hoogste risicogewogenvolume gerapporteerd te worden. Voor de lijn 210 stemt het gerapporteerde bedrag in deze kolom overeen met de huidige waarde van de geëffectiseerde posities (zie ook Q 127 van CRDTG). In het geval van vervroegde aflossingsbepalingen, specificeert de instelling de waarde van het belang van de beleggers zoals gedefinieerd in artikel VII.32, § 3.
2. In kolom 020 worden wordt de entiteiten geïdentificeerd aan waarde gerapporteerd zoals gedefinieerd in artikel VII.17 zonder toepassing van omrekeningsfactoren en bruto van aangelegde waardeverminderingen en voorzieningen. Voor initiërende instellingen van synthetische effectiseringsoperaties wordt rekening gehouden met de hand kredietrisicomatigingstechnieken conform artikelen VII.11 en VII.12. In het geval van vervroegde aflossingsbepalingen, specificeert de instelling de waarde van het belang van de code “YXxx”beleggers zoals gedefinieerd in artikel VII.32 , waarbij : “Y” = S indien het een dochteronderneming betreft; C indien het een subgroep betreft; “Xxx” numerieke identificatiecode van de betreffende dochteronderneming of subgroep§ 3.
3. In kolom 030 wordt de kolommen 030 tot 070 worden waarde van de voor effectisering na verwerking van de gerapporteerde entiteiten berekende eigenvermogensvereisten weergegeven. Deze berekening gebeurt volgens de bepalingen van het lokaal van toepassing zijnde reglement eigen vermogen tenzij anders bepaald door de CBFA. De eigenvermogensvereisten zoals gedefinieerd in titel V, titel VI, titel VII en titel IX, hoofdstuk 1 met uitzondering van artikel IX.1, worden bedoeld in kolom 030. De eigenvermogensvereisten zoals in artikel IX.1 worden bedoeld in kolom 040. In kolom 050 worden de eigenvermogensvereisten kredietrisicomatigingstechnieken gerapporteerd zoals bepaald in titel IX met uitzondering artikel VII.17 zonder toepassing van hoofdstuk 1de in artikel VII.17, bedoeld. In kolom 060 worden de eigenvermogensvereisten conform titel VIII gerapporteerd. Overige en/of tijdelijke eigenvermogensvereisten die op de betrokken entiteiten van toepassing zijn§ 2, worden in kolom 070 gerapporteerdc) vermelde omrekeningsfactoren.
4. De totale eigenvermogensvereisten worden gerapporteerd in kolom 080.
5. In de kolommen 090 en 100 040 tot 070 wordt voor de gereglementeerde entiteiten respectievelijk het totaal eigen vermogen en het eigen vermogen sensu stricto (tier 1) gerapporteerd.
6. In kolom 110 wordt voor de gereglementeerde entiteiten het overschot of het tekort aan eigen vermogen, zijnde het verschil tussen kolom 090 en kolom 080, gerapporteerd.
7. Voor de gereglementeerde entiteiten wordt, rekening houdend met het toezichts- en evaluatieproces waarde van de betrokken bevoegde autoriteit (pijler II), het overschot of het tekort van het eigen vermogen gerapporteerd posten buiten de balanstelling zoals in kolom 120. Tabel 90.03 – Krediet- en wederpartijrisico’s en leveringen zonder tegenprestaties: Standaardbenadering voor eigenvermogensvereisten030 uitgesplitst gerapporteerd volgens de toe te passen omrekeningsfactoren zoals bepaald in artikel VII.17, § 2, c) (inclusief het belang van de beleggers als in artikel VII.34).
Appears in 1 contract
Samples: Rapporteringsovereenkomst