Trillingen. Hand-armtrillingen Zie Advies hand-armtrillingen, xxx.xxxxxxxx.xx.
Trillingen. 4.7.1 Wettelijk kader
Trillingen. De Provincie heeft in 2015 apparatuur geïnstalleerd voor het meten van Trillingen met in bijlage 4c het trillingsonderzoek. Deze apparatuur registreert Trillingen die worden veroorzaakt door de Uithoflijn maar ook voortkomend uit andere bronnen, onder andere door openbaar vervoerbussen. De Provincie continueert voor haar kosten en risico deze wijze van Trillingsmetingen tot en met het mo- ment dat de vervanging van de combideklaag van de gecombineerde tram- en busbaan in USP is opgele- verd, zodat Universiteit en UMC Utrecht tot dat moment kennis kunnen nemen van de Trillingen die door de gecombineerde tram- en busbaan worden veroorzaakt. Bovengenoemde Trillingsmetingen worden voortgezet op 4 locaties (Kruytgebouw, Bloembergen, CBOI, WKZ) en met de functionaliteit die de apparatuur bij het aangaan van deze Overeenkomst heeft. De Provincie is voornemens om voor de periode na de oplevering van de vervanging van de combidek- laag, de Trillingsmetingen voort te zetten op een wijze die past bij het beheer van de Traminfrastructuur en de Tramvoertuigen. De nieuwe manier van uitvoeren van Trillingsmetingen vanwege Trillingen veroor- zaakt door Xxxxxxxxxxxxxx, dient informatie met dezelfde betrouwbaarheid en informatiewaarde op te Beheerovereenkomst Uithoflijn Utrecht Science Park Versie 01-12-2020 Zaaknummer: 8164824, Documentum: 821AE7D3 paraaf Universiteit: paraaf UMC Utrecht: paraaf Provincie: paraaf Gemeente: leveren als de huidige methode van xxxxx. De Provincie vraagt daarbij advies dat zal worden opgesteld door DGMR b.v. of een vergelijkbare onafhankelijke deskundige partij, waarbij de betreffende Partij(en) worden betrokken. Indien uit (eigen) meetgegevens van een van Partijen blijkt dat de Uithoflijn de reden is van een toename van de Trillingen ten opzichte van de waardes die periodiek worden gemeten, dan kan de betreffende Partij direct escaleren naar de omgevingsmanager van team Trambedrijf Beheer en Onderhoud (TBO) van Provincie, of diens plaatsvervanger. Betrokken Partijen voelen zich bij deze escalatie verplicht om gezamenlijk de gegevens te analyseren en tot mogelijke oplossingen te komen. Het bovenstaande is van toepassing op apparatuur opgenomen in bijlage 2 en bijlage 3 van de Hoofd- overeenkomst of op vervangende apparatuur op dezelfde locatie met vergelijkbare specificaties en ge- voeligheid voor Trillingen.
Trillingen. De activiteiten op de bouwplaats kunnen trillingen veroorzaken in hun omgeving. De voornaamste werven die trillingen genereren zijn afbraakwerken en diepfunderingstechnieken (heien van palen / intrillen van damplanken /...). De Aannemer zal alle nodige maatregelen treffen voor de naleving van de Belgische norm NBN B03-003 "GRENSWAARDEN VAN VERVORMINGEN DIE VOOR GEBOUWEN TOELAATBAAR ZIJN" en van de norm DIN 4150, waarnaar verwezen wordt voor het meten van trillingen in constructies, die de meetmethode en de criteria van toelaatbare maximale trillingen preciseert. Hij zal in het bijzonder toezien op de naleving van de aspecten met betrekking tot het risico van schade aan constructies ten gevolge van trillingen en aan de toelaatbare maximale grenswaarden. Namelijk: • constructies met geraamte (de schalen hebben geen dragende functie): max. 10 mm/sec • gewone constructies (de schalen hebben een dragende functie): max. 5mm / sec • gevoelige constructies (gebouwen met grote historische waarde): max. 3mm / sec Zodra een overschrijding van deze grenswaarden mogelijk is, zal de Aannemer de DW op de hoogte moeten brengen en een monitoring van de trillingen moeten installeren voor de volledige risicoperiode. Deze monitoring moet interactief zijn, zodat de aannemer onmiddellijk geïnformeerd wordt in geval van overschrijding van deze grenswaarden. Deze monitoring kan verscheidene omringende gebouwen betreffen. Na afloop van de actie geeft een verslag de trillingshistoriek van de werken, met een officieel attest dat de actie geen omgevingshinder heeft veroorzaakt. Wetgeving: • 21 NOVEMBER 2002 - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai (BS 21.12.02). • 21 NOVEMBER 2002 - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen (B.S. 21.12.02) • 21 NOVEMBER 2002 - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen (BS van 21.12.02)
Trillingen. 17.3.1. Trillingen, veroorzaakt door de tot de inrichting behorende installaties of toestellen alsmede de tot de inrichting toe te rekenen werkzaamheden of andere activiteiten, bedragen in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, met uitzondering van geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten gelegen op een gezoneerd industrieterrein, niet meer dan de trillingsterkte, genoemd in tabel 2 van de Meet- en beoordelingsrichtlijn deel B «Hinder voor personen in gebouwen» van de Stichting Bouwresearch Rotterdam, voor de gebouwfunctie wonen.
Trillingen