Conclusie. Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot verlening van de vergunning over te gaan.
Conclusie. Op basis van een afweging van beide methoden en de hoger besproken overwegingen, mede gelet op voorgaande vaststelling m.b.t. de kortingen die werden toegekend bij recente kapitaalverrichtingen door andere GVV’s, de omvang van de Transactie en rekening houdend met het feit dat geen meerprijs aangerekend werd bovenop het boekhoudkundig eigen vermogen van LREM (voor de voormelde recurrente besparing n.a.v. de Inklap), hebben de Vennootschap en de Inbrenger conventioneel een koers van 72 EUR per aandeel in acht genomen voor de Nieuwe Aandelen. Gelet op het voorgaande is de voorgestelde Uitgifteprijs van 72 EUR per aandeel naar het oordeel van de Zaakvoerder verantwoord en in het belang van de Vennootschap.
Conclusie. De partijen menen dat tegen de totstandkoming van de voorgenomen concentratie geen bezwaren bestaan en verzoeken u dan ook goedkeuring voor de voorgenomen transactie af te geven.
Conclusie. Op basis van de elementen uit uw dossier, kom ik tot de vaststelling dat u niet als vluchteling in de zin van artikel 48/3 van de Vreemdelingenwet kan worden erkend. Verder komt u niet in aanmerking voor subsidiaire bescherming in de zin van artikel 48/4 van de Vreemdelingenwet. Ik vestig de aandacht van de staatssecretaris voor Migratie- en Asielbeleid op het feit dat u minderjarig bent en dat bijgevolg het Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, geratificeerd door België, op u moet worden toegepast.”
Conclusie. Op grond van het bovenstaande heb ik besloten om tot wijziging van de vergunning over te gaan.
Conclusie. 31.1. De Dopingautoriteit en de Bond zijn bevoegd in een dopingzaak 31 dagen na ontvangst van het verweerschrift en het verzoek daarop te reageren, een schriftelijke conclusie te nemen waarin zij hun standpunt schriftelijk kenbaar maken aan het bevoegde tuchtcollege. De Dopingautoriteit en de Bond kunnen bij het nemen van een conclusie tevens stukken overleggen. Wanneer de betrokkene geen verweerschrift heeft ingediend, zijn de Xxxx en de Dopingautoriteit bevoegd na het verstrijken van de termijn voor het indienen van het verweerschrift, een conclusie te nemen.
31.2. De betrokkene ontvangt zo spoedig mogelijk van de Bond de genomen conclusie en eventueel overgelegde stukken.
31.3. Indien tegen een uitspraak van het bevoegde tuchtcollege beroep is ingesteld, kunnen de Dopingautoriteit en de Bond in beroep een schriftelijke conclusie nemen en stukken overleggen, ook als de Dopingautoriteit of de Bond de partij is die het beroep heeft ingesteld. Voor het nemen van een conclusie geldt een termijn van 31 dagen nadat de Dopingautoriteit respectievelijk de Xxxx het (inhoudelijke) beroepschrift hebben ontvangen. Indien de Dopingautoriteit en/of de Bond het beroep hebben ingesteld, geldt voor het nemen van een conclusie een termijn van 31 dagen nadat de Dopingautoriteit respectievelijk de Xxxx het verweerschrift in beroep hebben ontvangen.
31.4. Indien de betrokkene op enig moment na het indienen van een verweer- of beroepschrift aanvullend verweer voert, aanvullende beroepsgronden aanvoert en/of met andersoortige (additionele) schriftelijke inbreng komt, is de Dopingautoriteit in alle gevallen gerechtigd een aanvullende conclusie te nemen (ook als de Dopingautoriteit degene is geweest die het beroep heeft ingesteld en ook als het tuchtcollege de Dopingautoriteit niet in de gelegenheid stelt, bijvoorbeeld via een verzoek, een aanvullende conclusie te nemen). Voor het nemen van een aanvullende conclusie geldt een termijn van 31 dagen nadat de Dopingautoriteit het aanvullende verweer en/of de aanvullende beroepsgronden heeft ontvangen.
Conclusie. De coronacrisis is voor iedereen een nieuwe situatie en zal voor het merendeel van ondernemers en particulieren onzekere tijden tot gevolg hebben. Natuurlijk zullen er mensen zijn die misbruik willen maken van de coronacrisis. Denk aan ondernemers die al in zwaar weer verkeerden of om andere reden eigenlijk al langer onder hun lopende verplichtingen uit wilden komen. Dit is niet te voorkomen. Belangrijk is daarom dat partijen goed met elkaar in gesprek blijven en dat men poogt te achterhalen waar de pijn van de wederpartij nu echt zit. Ondanks dat wij op grond van voorgaande menen dat verhuurders niet, of in ieder geval niet volledig het risico dragen voor de gevolgen van coronamaatregelen, liggen faillissementen op de loer indien huurder en verhuurder er niet samen uitkomen. Geen van partijen is daarmee geholpen. Uitgangspunt blijft in het huurrecht in ieder geval het goed (ver)huurderschap of, zoals Rutte het zegt: “Let een beetje op elkaar“. Advies of hulp nodig bij het reageren richting uw (ver)huurder, het treffen van een minnelijke regeling of meer weten in algemene zin? Onze specialisten huurrecht Xxx Xxxxxx (x.xxxxxx@xxxxxxx.xx) en Xxx xxx Xxxxxxxx (x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx) helpen u graag verder. SAMEN UITBLINKEN Onze advocaten en het ondersteunend personeel vormen een sterk, gedreven team. Samen werken we snel, accuraat en doelgericht om onze klanten maximaal te ondersteunen. Samen uitblinken is waar we voor staan. CONTACTGEGEVENS Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 5037 DB Tilburg Telefoon: 000 000 00 00 Fax: 000 000 00 00 E-mail: xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx POSTADRES Xxxxxxx 000 0000 XX Xxxxxxx
Conclusie. De vraag wie handelt indien de beheerder of bewaarder optreedt ‘namens het beleggingsfonds’ is een kwestie van uitleg: wat hebben partijen uit elkaars uitlatingen en ge- dragingen begrepen en mogen begrijpen? Bij deze uitleg zal de goederenrechtelijke indeling van het beleggings- fonds een rol kunnen spelen. Weet de wederpartij bijvoor- beeld dat de bewaarder fungeert als rechthebbende van het fondsvermogen, dan weet hij ook dat het de bedoeling is dat de rechten en verplichtingen uit overeenkomsten aan de bewaarder toekomen. Dit zal hem de indruk kunnen geven dat de beheerder die ‘namens het beleggingsfonds’ handelt, bedoelt te handelen namens de bewaarder als rechthebbende van het fondsvermogen. Om misverstan- den en complicaties te voorkomen is het zaak dat de beheerder respectievelijk bewaarder duidelijkheid ver- schaft wie hij bedoelt te vertegenwoordigen. Dat kan door te handelen ‘namens de bewaarder inzake het beleggings- fonds’. Wanneer een beheerder of bewaarder handelt voor een beleggingsfonds, doet hij dat voor andermans rekening. De deelnemers hebben immers het economische belang bij de transacties. In dit opzicht handelt de beheerder of bewaar- der voor rekening van de deelnemers. Als de beheerder transacties in eigen naam aangaat, zal hij ze afrekenen met de rechthebbende van het fondsvermogen. Dat is in de regel de bewaarder. Voor beleggingsfondsen die onder Wtb-toezicht staan is dat zelfs verplicht. In zoverre handelt de beheerder voor rekening van de bewaarder. De lastgevingsbepalingen van afdeling 7.2.2 BW kunnen door middel van art. 7:424 BW van overeenkomstige toepassing zijn, nu de beheerder respectievelijk de be- waarder voor andermans rekening handelt. De bepalingen zullen in de regel niet rechtstreeks toepasselijk zijn omdat de relatie tussen de beheerder, de bewaarder en de deelnemers pleegt te zijn geregeld door een onderlinge meerpartijenovereenkomst van eigen aard. De dwingendrechtelijke consumentenbepalingen uit afde- ling 7.2.2 en 7.2.1 inzake onverschuldigd loon, vernietiging van rechtshandelingen en beëindiging van de overeen- komst, lenen zich naar mijn mening niet voor overeenkom- stige toepassing. Deze acties zouden de collectiviteit van de deelnemers doorkruisen, welke kenmerkend is voor het beleggingsfonds. De bepalingen van art. 7:416–418 BW inzake tegenstrijdig belang komen in aanmerking voor overeenkomstige toe- passing op de relatie met de deelnemers, omdat zij het economische belang hebben. De toepassing van art. 7...
Conclusie. Op basis van ons onderzoek is er niets onder onze aandacht gekomen dat ons ertoe zou brengen van mening te zijn dat de ramingen en onderliggende relevante veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de opstelling van de toekomstgerichte financiële informatie. Verder zijn we van mening dat de toekomstgerichte financiële informatie op adequate wijze opgesteld is op basis van de ramingen en onderliggende relevante veronderstellingen, in overeenstemming met de beschikkingen van EG Verordening nr. 809/2004 en gebruik makend van geschikte boekhoudprincipes. De werkelijkheid zal hoogstwaarschijnlijk afwijken van de voorspellingen, aangezien geanticipeerde feiten gewoonlijk niet plaatsvinden zoals verwacht en de afwijking van materieel belang zou kunnen zijn. Omwille van het feit dat de hierboven beschreven werkzaamheden noch een controle, noch een beoordeling uitmaken overeenkomstig de Internationale Controlestandaarden dan wel de Internationale Standaarden voor Beoordelingsopdrachten, brengen wij geen enkele mate van zekerheid tot uitdrukking over de toekomstgerichte financiële informatie. Mochten we bijkomende werkzaamheden hebben uitgevoerd dan waren mogelijks andere aangelegenheden onder onze aandacht gekomen waarop wij uw aandacht zouden hebben gevestigd. Dit verslag werd opgesteld en toegevoegd aan de Verrichtingsnota in toepassing van en conform artikel 13.2. van Bijlage I aan de EG Verordening nr. 809/2004 en mag voor geen enkel ander doel worden gebruikt. Het verslag dient noodzakelijk samen gelezen te worden met de Verrichtingsnota. Sint-Stevens-Woluwe, 6 juni 2017 PwC Bedrijfsrevisoren bcvba Commissaris van Xior Student Housing NV Vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxx Bedrijfsrevisor”
Conclusie. In het licht van de bovenstaande overwegingen heeft de Autoriteit besloten de formele onderzoekprocedure van artikel 1, lid 2, van deel I van Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie in te leiden. Belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen te maken binnen één maand na bekendmaking van deze mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.