Uitgangspunten voor afrekening Voorbeeldclausules

Uitgangspunten voor afrekening. 1. Als gewerkte zaterdagen worden beschouwd: a. Daadwerkelijk gewerkte zaterdagen, die niet al als overwerk (= á 75%) zijn uitbetaald. N.B.: Indien geen volledige dienst (= het aantal afgesproken uren) is gewerkt wordt deze beschouwd als een volledige dienst, tenzij er een andere afspraak tussen de medewerker en AH is vastgelegd. b. Ingeroosterde zaterdagen waarop de medewerker arbeidsongeschikt (ziek) was. c. Zaterdagen waarover de leidinggevende, op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever, met de medewerker heeft afgesproken dat op die zaterdagen niet gewerkt hoeft te worden en in plaats daarvan een andere dienst ter vervang in het werkrooster is opgenomen. d. Nieuwjaarsdag, Koninginnedag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag, indien deze zaterdagen in het individuele werkrooster zijn opgenomen en hiervoor BCD geldt. N.B.: Ten aanzien van de medewerkers met een CAO-verplichting van 1 keer per 6 weken geldt aanvullend op de onder a., b., c. en d. genoemde zaterdagen: - dat er één doorbetaalde zaterdag per jaar als vakantie of ADV mag worden opgenomen. - te weinig gewerkte zaterdagen mogen alléén ingehaald worden en er mag géén verrekening in geld plaatsvinden. 2. Evaluatiemoment en inhaalafspraken aantal te weinig gewerkte zaterdagen: De medewerker zal tenminste 1 x per kwartaal op de hoogte gebracht worden van het aantal gewerkte zaterdagen tot op dat moment, zodat bijsturing mogelijk is. Het aantal te weinig gewerkte zaterdagen moet worden ingehaald. De leidinggevende en de medewerker zullen de te weinig gewerkte zaterdagen inroosteren.

Related to Uitgangspunten voor afrekening

  • Uitgangspunten 1. Bij een reorganisatie zijn de volgende uitgangspunten van toepassing: a. de werkgever streeft ernaar om gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen; b. de werkgever zal de met ontslag bedreigde werknemer zo goed mogelijk ondersteunen bij het verwerven van een passende functie binnen of buiten de universiteit; c. de werknemer en de werkgever spannen zich aantoonbaar, optimaal en actief in om de met ontslag bedreigde werknemer binnen of buiten de instelling aan het werk te houden; daarbij nemen werkgever en werknemer de verplichtingen in acht uit artikel 72a WW en de uitwerking daarvan in de Werkwijzer 72a WW; d. de werknemer uit de doelgroep van de Participatiewet behoudt een takenpakket van vergelijkbare aard of omvang en kan niet worden ontslagen vanwege het vervallen van de functie. 2. Bij iedere reorganisatie geldt het Kader voor Sociaal Beleid bij reorganisaties uit deze cao. De werkgever kan met werknemersorganisaties in het lokaal overleg aanvullend op de artikelen 9.8 tot en met 9.14 een eigen kader voor sociaal beleid vaststellen. 3. De artikelen 9.8 lid onder 1b tot en met 1d, 9.9 en 9.10 tot en met 9.14 zijn niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.