Common use of Uitgangspunten werkgelegenheid/arbeidsplaatsen Clause in Contracts

Uitgangspunten werkgelegenheid/arbeidsplaatsen. 1. FNV Havens wordt vooraf geïnformeerd over het noodzakelijke algemene wervingsbeleid, resp. het invoeren van een algemene of gedeeltelijke wervingsstop onder vermelding van de redenen, opdat overleg kan plaatsvinden. 2. Met betrekking tot langdurig overwerk zullen partijen nagaan of en in hoeverre op een an- dere wijze hierin kan worden voorzien en in hoeverre dit kan worden beperkt. 3. Ten aanzien van gehandicapten en mogelijke andere zwakke groeperingen op de arbeids- markt, zal – mede op basis van adviezen van de bedrijfsgeneeskundige diensten – zoveel mogelijk worden getracht te bewerkstelligen, dat deze in het arbeidsproces betrokken zullen blijven. 4. Vacaturemeldingen zullen achtereenvolgens binnen de onderneming zelf plaatshebben, ver- volgens bij het UWV. In overleg met de ondernemingsraad worden over de interne en ex- terne vervulling van voorkomende vacatures regelingen uitgewerkt. 5. Partijen gaan ervan uit, dat in de ondernemingen het uiterste zal worden gedaan om ge- dwongen collectief ontslag te vermijden. 6. Partijen zullen ertoe overgaan om alle werknemers in de sjorsector te registreren in een re- gister; alle geregistreerde werknemers zullen gecertificeerd/gekwalificeerd zijn/worden. 7. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. zijn werkgevers gekomen tot een sjorverordening voor de sjorsector. 8. Werkgever kan overgaan tot het aannemen van nieuwe werknemers, daarbij zal aandacht worden gegeven aan schoolverlaters van het leerlingstelsel en aan werkzoekenden die door reorganisatie binnen de haven werkloos zijn geworden; interne mobiliteit gaat altijd voor. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om extra werkzaamheden te gaan uitoefenen door de sjorbedrijven. 9. Cao-partijen zullen in een werkgroep nagaan op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat sjorwerk op schepen met een lengte van minder dan 170 meter (feeders) ook door sjorbe- drijven moeten worden verricht. Hiertoe zal in overleg worden getreden met IVW, Ge- meente en feedermaatschappijen. In de praktijk betekent dit dat in die gevallen waar voor een feeder (inmiddels weer) sprake is van een cao voor het schip (aan te geven door FNV Havens), werkgever in principe zo spoedig mogelijk een offerte uitbrengt voor het verrich- ten van het sjorwerk. 10. Tussencontracten met opleidingsfaciliteiten:

Uitgangspunten werkgelegenheid/arbeidsplaatsen. 1. FNV Havens wordt Partijen bij deze cao zullen vooraf worden geïnformeerd over het noodzakelijke algemene wervingsbeleid, resp. het invoeren van een algemene of gedeeltelijke wervingsstop onder vermelding van de redenen, opdat overleg kan plaatsvinden. 2. Met betrekking tot langdurig overwerk zullen partijen bij deze cao nagaan of en in hoeverre op een an- dere andere wijze hierin kan worden voorzien en in hoeverre dit kan worden beperkt. 3. Ten aanzien van gehandicapten en mogelijke andere zwakke groeperingen op de arbeids- marktarbeidsmarkt, zal – mede op basis van adviezen van de bedrijfsgeneeskundige diensten – zoveel mogelijk worden getracht te bewerkstelligen, dat deze in het arbeidsproces betrokken zullen blijven. 4. Vacaturemeldingen zullen achtereenvolgens binnen de onderneming zelf plaatshebben, ver- volgens vervolgens bij het UWV. In overleg met de ondernemingsraad worden over de interne en ex- terne externe vervulling van voorkomende vacatures regelingen uitgewerkt. 5. Partijen bij deze cao gaan ervan uit, dat in de ondernemingen het uiterste zal worden gedaan om ge- dwongen gedwongen collectief ontslag te vermijden. 6. Partijen zullen ertoe overgaan om alle werknemers in de sjorsector te registreren in een re- gister; alle geregistreerde werknemers zullen gecertificeerd/gekwalificeerd zijn/worden. 7. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. zijn werkgevers gekomen tot een sjorverordening voor de sjorsector. 8. Werkgever Unilash B.V. kan overgaan tot het aannemen van nieuwe werknemers, daarbij zal aandacht worden gegeven aan schoolverlaters van het leerlingstelsel en aan werkzoekenden die door reorganisatie binnen de haven werkloos zijn geworden; interne mobiliteit gaat altijd voor. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om extra werkzaamheden te gaan uitoefenen door de sjorbedrijven. 97. Cao-Cao- partijen zullen in een werkgroep nagaan op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat sjorwerk op schepen met een lengte van minder dan 170 meter (feeders) ook door sjorbe- drijven sjorbedrijven moeten worden verricht. Hiertoe zal in overleg worden getreden met IVW, Ge- meente Gemeente en feedermaatschappijen. In de praktijk betekent dit dat in die gevallen waar voor een feeder (inmiddels weer) sprake is van een cao voor het schip (aan te geven door FNV Havens), werkgever in principe zo spoedig mogelijk een offerte uitbrengt voor het verrich- ten van het sjorwerkmaatschappijen. 108. Tussencontracten Indien de huidige contracten in stand blijven en / of de werkzekerheid toeneemt door meer contracten te verkrijgen, zal ook de werkzekerheid van de werknemers met opleidingsfaciliteiten:een contract voor bepaalde tijd gaan toenemen. Indien de werkzekerheid niet toeneemt zal dit vooralsnog achterwege blijven. Een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:668a BW.

Uitgangspunten werkgelegenheid/arbeidsplaatsen. 1. FNV Havens wordt vooraf geïnformeerd over het noodzakelijke algemene wervingsbeleidOp verzoek zullen aan de ondernemingsraad en de erkende werknemersorganisaties, resp. het invoeren betrokken bij deze overeenkomst, gegevens van een algemene of gedeeltelijke wervingsstop onder vermelding vertrouwelijke aard worden verstrekt van de redenentotale personeels- bezetting per functiegroep van de werknemers vallende onder deze cao; eventueel daaruit voortvloeiende kwantitatieve en kwalitatieve mutaties, opdat overleg kan plaatsvindenrespectievelijk verschuivingen zullen daarbij zo nodig worden toegelicht. 2. Met betrekking tot langdurig overwerk De ondernemingsraad en de erkende werknemersorganisaties zullen partijen nagaan of worden geïnformeerd omtrent het wervingsbeleid en maatregelen die in hoeverre op een an- dere wijze hierin kan worden voorzien en in hoeverre dit kan worden beperktdat verband genomen zullen worden. 3. Het beleid binnen de onderneming betreffende aanname, investeringen, ontslag e.d. zijn zaken die besproken worden in de ondernemingsraad. Bij voorgenomen beslissingen, die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de werkgelegenheid, zullen de contracterende werknemersorganisaties eveneens tijdig worden geïnformeerd, op dat daadwerkelijk overleg hierover mogelijk is. 4. De werkgever zegt toe zich tot het uiterste te zullen inspannen, teneinde de leerlingen van de havenvakschool/leerlingstelsels te doen onderbrengen. Indien zich daarbij moeilijkheden mochten voordoen, zal hierover overleg worden gepleegd. 5. Er worden maximaal 35 BBL-stagiaires tewerkgesteld, zij zullen geen werk verrichten na een schooldag en alleen voor overwerk ingezet worden als er aantoonbaar geen vast personeel beschikbaar is. 6. Indien RST onverhoopt zal moeten overgaan tot het inkrimpen van arbeidsplaatsen dan zal er eerst afscheid genomen worden van stagiaires en de BBL-ers. 7. Ten aanzien van gehandicapten en mogelijke andere zwakke groeperingen op in de arbeids- markt, onderneming zal – mede op basis van adviezen van de bedrijfsgeneeskundige diensten – Arbodienst- zoveel mogelijk worden getracht te bewerkstelligen, dat deze ook in het arbeidsproces betrokken zullen blijven. 48. Vacaturemeldingen zullen achtereenvolgens in eerste instantie binnen de onderneming zelf plaatshebben, ver- volgens bij het UWVplaats hebben. In overleg met de ondernemingsraad worden over de interne en ex- terne externe vervulling van voorkomende vacatures regelingen uitgewerkt. Wanneer binnen de onderneming geschikte kandidaten aanwezig zijn voor het vervullen van een vacature genieten deze werknemers de voorkeur. Uniport-medewerkers kunnen solliciteren op vacatures bij RST. Deze functies worden bekendgemaakt door een interne vacature. 59. Partijen komen met elkaar overeen, dat werknemers verplicht zijn aan een door de werkgever, in overleg met de ondernemingsraad, samen te stellen op de functie gericht opleidingsprogramma mee te werken. 10. Partijen gaan ervan uit, dat in de ondernemingen onderneming het uiterste zal worden gedaan om ge- dwongen gedwongen collectief ontslag te vermijden. 6. Partijen zullen ertoe overgaan om alle werknemers in de sjorsector te registreren in een re- gister; alle geregistreerde werknemers zullen gecertificeerd/gekwalificeerd zijn/worden. 7. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. zijn werkgevers gekomen tot een sjorverordening voor de sjorsector. 8. Werkgever kan overgaan tot het aannemen van nieuwe werknemers, daarbij zal aandacht worden gegeven aan schoolverlaters van het leerlingstelsel en aan werkzoekenden die door reorganisatie binnen de haven werkloos zijn geworden; interne mobiliteit gaat altijd voor. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om extra werkzaamheden te gaan uitoefenen door de sjorbedrijven. 9. Cao-partijen zullen in een werkgroep nagaan op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat sjorwerk op schepen met een lengte van minder dan 170 meter (feeders) ook door sjorbe- drijven moeten worden verricht. Hiertoe zal in overleg worden getreden met IVW, Ge- meente en feedermaatschappijen. In de praktijk betekent dit dat in die gevallen waar voor een feeder (inmiddels weer) sprake is van een cao voor het schip (aan te geven door FNV Havens), werkgever in principe zo spoedig mogelijk een offerte uitbrengt voor het verrich- ten van het sjorwerk. 10. Tussencontracten met opleidingsfaciliteiten:

Uitgangspunten werkgelegenheid/arbeidsplaatsen. 1. FNV Havens wordt Partijen bij deze cao zullen vooraf worden geïnformeerd over het noodzakelijke algemene wervingsbeleid, resp. het invoeren van een algemene of gedeeltelijke wervingsstop onder vermelding van de redenen, opdat overleg kan plaatsvinden. 2. Met betrekking tot langdurig overwerk zullen partijen bij deze cao nagaan of en in hoeverre op een an- dere andere wijze hierin kan worden voorzien en in hoeverre dit kan worden beperkt. 3. Ten aanzien van gehandicapten en mogelijke andere zwakke groeperingen op de arbeids- marktarbeidsmarkt, zal – mede op basis van adviezen van de bedrijfsgeneeskundige diensten – zoveel mogelijk worden getracht te bewerkstelligen, dat deze in het arbeidsproces betrokken zullen blijven. 4. Vacaturemeldingen zullen achtereenvolgens binnen de onderneming zelf plaatshebben, ver- volgens vervolgens bij het UWV. In overleg met de ondernemingsraad worden over de interne en ex- terne externe vervulling van voorkomende vacatures regelingen uitgewerkt. 5. Partijen bij deze cao gaan ervan uit, dat in de ondernemingen het uiterste zal worden gedaan om ge- dwongen gedwongen collectief ontslag te vermijden. 6. Partijen bij deze cao zullen ertoe overgaan om alle werknemers in de sjorsector te registreren in een re- gisterregister; alle geregistreerde werknemers zullen gecertificeerd/gekwalificeerd zijn/worden. 7. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. zijn werkgevers gekomen tot een sjorverordening voor de sjorsector. 8. Werkgever Unilash B.V. kan overgaan tot het aannemen van nieuwe werknemers, daarbij zal aandacht worden gegeven aan schoolverlaters van het leerlingstelsel en aan werkzoekenden die door reorganisatie binnen de haven werkloos zijn geworden; interne mobiliteit gaat altijd voor. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om extra werkzaamheden te gaan uitoefenen door de sjorbedrijven. De salaristabellen worden daartoe aangepast voor nieuwe werknemers. 9. Cao-Cao- partijen zullen in een werkgroep nagaan op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat sjorwerk op schepen met een lengte van minder dan 170 meter (feeders) ook door sjorbe- drijven sjorbedrijven moeten worden verricht. Hiertoe zal in overleg worden getreden met IVW, Ge- meente Gemeente en feedermaatschappijen. In de praktijk betekent dit dat in die gevallen waar voor een feeder (inmiddels weer) sprake is van een cao voor het schip (aan te geven door FNV Havens), werkgever in principe zo spoedig mogelijk een offerte uitbrengt voor het verrich- ten van het sjorwerk. 10. Tussencontracten Indien de huidige contracten in stand blijven en / of de werkzekerheid toeneemt door meer contracten te verkrijgen, zal ook de werkzekerheid van de werknemers met opleidingsfaciliteiten:een contract voor bepaalde tijd gaan toenemen. Indien de werkzekerheid niet toeneemt zal dit vooralsnog achterwege blijven. Een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:668a BW.