Common use of Uitkering bij blijvende invaliditeit Clause in Contracts

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien verzekerde binnen drie jaar na een ongeval als enig en rechtstreeks gevolg van het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordt, wordt aan hem of haar bij algehele invaliditeit de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage van de verzekerde som naar verhouding van de mate van invaliditeit. De mate van invaliditeit zal – zonder rekening te houden met het beroep van verzekerde – zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar na het ongeval, door een door de maatschappij benoemde arts worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekerde benoemde arts. Alle kosten, verbonden aan de vaststelling van de mate van invaliditeit, komen voor rekening van de maatschappij. Voor de vaststelling van de mate van invaliditeit dienen de artsen met de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% een been tot boven het kniegewricht 75% een voet tot in of boven het enkelgewricht 50% een arm tot boven het ellebooggewricht 75% een hand tot in of boven het polsgewricht 60% het gezichtsvermogen van een oog 35% het gehoor van een kant 30% een duim 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met € 2.500,-.

Appears in 3 contracts

Samples: Motor Vehicle Insurance Rental Agreement, Motor Vehicle Insurance Terms and Conditions, Motor Vehicle Insurance Lease Agreement

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien Ongeneeslijke gehele krankzinnigheid of Als wij krachtens deze verzekering al een uitkering hebben verleend voor verlies Als wij krachtens deze verzekering al een uitkering hebben verleend voor verlies 55.2.1 Maximaal zullen de hierna genoemde percentages van de in de polis vermelde verzekerde binnen drie jaar na som bij blijvende invaliditeit worden uitgekeerd: Model 310.311_2002 (A) Een arm tot in het schoudergewricht 75% Een arm in of boven het ellebooggewricht 70% Een hand of een ongeval als enig en rechtstreeks gevolg arm beneden het ellebooggewricht 65% Een duim 25% Een wijsvinger 15% Een middelvinger 12% Een ringvinger of pink 10% Alle vingers van een hand tezamen 65% Een been tot in het heupgewricht 75% Een been in of boven het kniegewricht 60% Een voet of een been beneden het kniegewricht 50% Een grote teen 10% Een van de andere tenen 5% Reuk of smaak 5% Het gehele blijvende natuurlijke gebit 20% Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van genoemde percentages vastgesteld. In geval van (gedeeltelijk) verlies van het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordt, wordt aan hem of haar bij algehele invaliditeit natuurlijk gebit zal voor de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage berekening van de verzekerde som uitkering steeds worden uitgegaan van 32 gebitselementen. Onder (gedeeltelijk) verlies wordt hier verstaan het volledig verloren gaan van het gebruiks- vermogen van het desbetreffende gebitselement. 55.2.2 In gevallen van blijvende invaliditeit die afwijken van de gevallen die hierboven zijn genoemd, zal de uitkering worden bepaald naar verhouding van de mate van invaliditeitinvaliditeit veroorzaakt door het ongeval. 55.2.3 Bij vaststelling van de blijvende invaliditeit zal het beroep of de bezigheden van verzekerde, dan wel het toekomstige beroep of de toekomstige bezigheden buiten beschouwing worden gelaten. 55.2.4 De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra naar de mening van de medische dienst van ons van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, maar in ieder geval binnen 2 jaar na de ongevalsdatum. De mate hoogte van invaliditeit zal – zonder rekening te houden met het beroep de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit. 55.2.5 Overlijdt verzekerde – zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar na het ongeval, door een door de maatschappij benoemde arts worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekerde benoemde arts. Alle kosten, verbonden aan voor de vaststelling van de mate van invaliditeitblijvende invaliditeit door een andere oorzaak dan het ongeval, komen voor rekening dan blijft het recht op uitkering bestaan. De hoogte van de maatschappij. Voor uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van blijvende invaliditeit. 55.2.6 Wanneer verzekerde voor de vaststelling van de mate blijvende invaliditeit overlijdt als gevolg van het ongeval, dan zijn wij geen uitkering voor blijvende invaliditeit dienen verschuldigd. 55.2.7 De vaststelling van het percentage (functie) verlies geschiedt aan de artsen hand van de laatst gepubliceerde ‘Guides to the Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (AMA), aangevuld met richtlijnen van de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% Nederlandse specialistenvereniging. 55.2.8 Wanneer een been tot boven bestaande blijvende invaliditeit wordt verergerd door een ongeval dan wordt uitkering verleend op grond van het kniegewricht 75% een voet tot in of boven verschil tussen de graad van blijvende invaliditeit voor en na het enkelgewricht 50% een arm tot boven het ellebooggewricht 75% een hand tot in of boven het polsgewricht 60% het gezichtsvermogen ongeval. 55.2.9 Terzake van een oog 35% of meerdere verschillende achtereenvolgende ongevallen een verzekerde overkomen zal nooit meer worden uitgekeerd dan de in de polis vermelde verzekerde som. 55.2.10 Als verzekerde wordt besmet met HIV op de wijze zoals omschreven in 33.2.8, dan zullen wij een eenmalige uitkering doen van € 5.000. 55.2.11 Bij vaststelling van het gehoor post-whiplashsyndroom volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt er een kant 30% een duim 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen eenmalige uitkering gedaan van maximaal 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met € 2.500,-.invaliditeit. Aantal verzekerden

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Voorwaarden, Algemene Voorwaarden

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien verzekerde binnen drie jaar na een ongeval als enig en rechtstreeks gevolg van het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordt, wordt aan hem of haar bij algehele invaliditeit de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage van de verzekerde som naar verhouding van de mate van invaliditeit. De mate van invaliditeit zal – zonder rekening te houden met het beroep van verzekerde - zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar na het ongeval, door een door de maatschappij benoemde arts medicus worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekerde benoemde artsmedicus. Alle kosten, verbonden aan de vaststelling van de mate van invaliditeit, komen voor rekening van de maatschappij. Voor de vaststelling van de mate van invaliditeit dienen de artsen medici met de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% een been tot boven het kniegewricht 75% een voet tot in of boven het enkelgewricht 50% een arm tot boven het ellebooggewricht 75% een hand tot in of boven het polsgewricht 60% het gezichtsvermogen van een oog 35% het gehoor van een kant 30% een duim 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met € 2.500,-2.500,00.

Appears in 1 contract

Samples: Motor Vehicle Insurance Agreement

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien a. In geval van blijvende invaliditeit, als rechtstreeks gevolg van een ongeval, keert VvAA maximaal het op het polisblad vermelde kapitaal B uit. De grootte van de uitkering wordt vastgesteld zodra de mate van blijvende invaliditeit medisch is komen vast te staan, maar uiterlijk 2 jaren na het ongeval. Overlijdt de verzekerde binnen drie 2 jaar na nadat het ongeval plaatsvond? Dan vervalt elk recht op uitkering wegens blijvende invaliditeit. Uitkeringen die eventueel al voor dit tijdstip gedaan zijn, worden niet teruggevorderd. Het bepaalde in artikel 17.3.2 blijft onverminderd van kracht. b. Vaststelling van de uitkering bij blijvende invaliditeit. Ter zake van één en hetzelfde ongeval bedraagt de uitkering een percentage van het voor algehele blijvende invaliditeit verzekerde bedrag, zoals hierna is aangegeven: Volledige ongeneeslijke verlamming 100% Volledige ongeneeslijke geestesstoornis 100% Volledige verlies van het gezichtsvermogen van beide ogen 100% Het gezichtsvermogen van één oog 30% Bij volledig (functie)verlies van Uitkeringspercentage Eén arm tot in het schoudergewricht 75% Eén arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog en schoudergewricht 65% Eén hand tot in het polsgewricht of een arm tussen pols- en ellebooggewricht 60% Eén duim 25% Eén wijsvinger 15% Eén middelvinger 12% Eén ringvinger 10% Eén pink 10% Eén been tot in het heupgewricht 75% Eén been tot in het kniegewricht of tussen knie en heupgewricht 60% Eén voet tot in het enkelgewricht of een been tussen enkel- en kniegewricht 50% Eén grote teen 5% Elke andere teen 3% Het gehoor van beide oren 50% Het gehoor van één oor 20% De cervicale wervelkolom door een cervicaal acceleratietrauma (whiplash) 5% Kan blijvende invaliditeit niet worden vastgesteld overeenkomstig de hiervoor opgenomen Gliedertaxe? Dan wordt de mate van invaliditeit in een percentage uitgedrukt volgens de maatstaven vastgelegd in de laatste uitgave van de ‘Guide to the Evaluation of Permanent Impairment’ van de American Medical Association (AMA) aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialisten- verenigingen. Bij de vaststelling van dit invaliditeitspercentage wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde. Verder geldt: - bij het vaststellen van het totaal uit te keren bedrag in verband met blijvende invaliditeit, dat dit bedrag het op het polisblad vermelde kapitaal B voor algehele blijvende invaliditeit nooit overschrijdt; - dat bij verlies van verscheidene vingers van één hand geen hogere invaliditeitsgraad kan worden vastgesteld dan de invaliditeitsgraad bij verlies van de gehele hand; - dat bij gedeeltelijk (functie)verlies van het betreffende lichaamsdeel een evenredig deel van de voornoemde percentages wordt uitgekeerd; - wanneer er voor het ongeval al een blijvende invaliditeit bestond, die door het ongeval wordt verergerd, de uitkering berekend wordt op basis van het verschil tussen het percentage vóór en ná het laatste ongeval; - dat zodra de mate van blijvende invaliditeit medisch is vastgesteld en niet te verwachten is dat de verzekerde als enig en rechtstreeks gevolg van het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordtongeval binnen 180 dagen ná deze vaststelling komt te overlijden, uitkering plaatsvindt ongeacht het bepaalde in artikel 17.4.2. Deze uitkering wordt aan hem of haar bij algehele invaliditeit de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage niet beïnvloed door het overlijden van de verzekerde som naar verhouding anders dan als rechtstreeks gevolg van de mate van invaliditeitdit ongeval. De mate van invaliditeit zal – zonder rekening Is het uit te houden met het beroep van verzekerde – zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar na het ongeval, door keren percentage op dat moment nog niet definitief vastgesteld? Dan wordt een door de maatschappij benoemde arts worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekerde benoemde arts. Alle kosten, verbonden percentage uitgekeerd dat aan de vaststelling hand van de mate van invaliditeit, komen voor rekening van de maatschappij. Voor de vaststelling van de mate van invaliditeit dienen de artsen met de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% een been tot boven medische rapporten als het kniegewricht 75% een voet tot in of boven het enkelgewricht 50% een arm tot boven het ellebooggewricht 75% een hand tot in of boven het polsgewricht 60% het gezichtsvermogen van een oog 35% het gehoor van een kant 30% een duim 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde vermoedelijk definitieve kan worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met € 2.500,-aangemerkt.

Appears in 1 contract

Samples: Verzekeringsvoorwaarden

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien verzekerde binnen drie jaar na een ongeval als enig en rechtstreeks gevolg van het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordt, wordt aan hem aanhem of haar bij algehele invaliditeit de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage van de verzekerde som naar verhouding van de mate van invaliditeit. De mate van invaliditeit zal – zonder rekening te houden met het beroep van verzekerde – verzekerde‌ - zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie jaar na het ongeval, door een door de maatschappij benoemde arts maatschappijbenoemde medicus worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekerde benoemde artsmedicus. Alle kosten, verbonden aan de vaststelling van de mate van invaliditeit, komen voor rekening van de maatschappij. Voor de Voorde vaststelling van de mate van invaliditeit dienen de artsen medici met de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% een been tot boven het kniegewricht 75% een voet tot in of boven het enkelgewricht enkelgericht 50% een arm tot boven het ellebooggewricht 75% een hand tot in of boven het polsgewricht 60% het gezichtsvermogen van een oog 35% het gehoor van een kant 30% een duim 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met € 2.500,-2.500,00.

Appears in 1 contract

Samples: Motor Vehicle Insurance Lease Agreement

Uitkering bij blijvende invaliditeit. Indien verzekerde binnen drie jaar na 7.1 Bij blijvende invaliditeit wordt uitgekeerd: - indien deze volledig is het gehele daarvoor vermelde bedrag. Als volledige invaliditeit worden ook beschouwd volledige en ongeneeslijke verlamming, ongeneeslijke krankzinnigheid en volledig onherstelbaar verlies van het gezichtsvermogen van beide ogen. - indien deze gedeeltelijk is een gedeelte van het daarvoor vermelde bedrag overeenkomstig de volgende percentages: 7.1.1 Bij geheel verlies of geheel functieverlies van: 7.2 Overige bepalingen met betrekking tot de uitkering bij blijvende invaliditeit 7.2.1 Wordt door een ongeval als enig en rechtstreeks gevolg van een bestaande blijvende invaliditeit vergroot, dan wordt de uitkering naar evenredigheid verminderd. 7.2.2 Wegens blijvende invaliditeit door één of meer ongevallen ontstaan tijdens de duur der verzekering wordt nooit meer uitgekeerd dan het daarbij opgelopen letsel blijvend invalide wordtdaarvoor vermelde bedrag. 7.2.3 Het percentage der blijvende invaliditeit wordt vastgesteld, wordt aan hem of haar bij algehele invaliditeit zodra redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat de daarvoor verzekerde som uitgekeerd en bij gedeeltelijke invaliditeit een percentage toestand van de verzekerde som naar verhouding van door het ongeval vrijwel onveranderlijk is noch de mate van invaliditeit. De mate van invaliditeit dood - arm tot in het schoudergewricht 75% tengevolge zal – zonder rekening te houden met het beroep van verzekerde – zo spoedig mogelijkhebben, doch uiterlijk binnen drie 3 jaar na het ongeval. - arm tot in of boven het ellebooggewricht 70% Geen uitkering wegens blijvende invaliditeit is verschuldigd, indien - hand tot in of boven het polsgewricht 60% de verzekerde binnen 1 jaar na het ongeval overlijdt; een reeds - duim 25% verleende uitkering wordt evenwel niet teruggevorderd. - wijsvinger 15% Bij overlijden - anders dan door een door het ongeval - later dan 1 jaar na het - middelvinger 12% ongeval, keert de maatschappij benoemde arts worden vastgesteld, desgewenst in overleg met een door verzekeraar het bedrag uit dat zij redelijkerwijs - ringvinger of pink 10% had uitgekeerd indien de verzekerde benoemde artsniet was overleden. Alle kosten, verbonden aan de vaststelling van de mate van invaliditeit, komen voor rekening van de maatschappij. Voor de vaststelling van de mate van invaliditeit dienen de artsen met de hierna vermelde maatstaven rekening te houden. Als invaliditeitspercentage geldt bij geheel verlies of onbruikbaarheid van: gezichts-, spraak-, gehoor- of denkvermogen 100% een - been tot in het heupgewricht 75% 7.2.4 De verzekeraar betaalt vanaf de dag waarop het ongeval 1 jaar is - been tot in of boven het kniegewricht 7565% een verstreken tot het moment van uitkering de wettelijke rente met - voet tot in of boven het enkelgewricht 50% een arm tot boven minimum van 6% per jaar over het ellebooggewricht 75uit te keren bedrag. - grote teen 8% - één der andere tenen 4% Artikel 8 Uitkering van kosten van geneeskundige behandeling - een hand tot in of boven oog 30% Tot ten hoogste het polsgewricht voor geneeskundige kosten vermelde bedrag - het andere oog, indien krachtens deze verzekering 70% vergoedt de verzekeraar - tenzij de verzekerde hierop uit anderen hoofde reeds uitkering voor een oog is verleend recht heeft - de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging, de - het andere oog, indien reeds verlies van 30% kosten van vervoer van en naar de plaats waar de behandeling plaatsvindt, een oog bestond zonder uitkering de eerste aanschaffingskosten voor prothesen, een invalidenwagen - gehoorvermogen van beide oren 60% het gezichtsvermogen en een blindengeleidehond, met dien verstande dat de kosten van - gehoorvermogen van een oog 35% het gehoor van een kant 30% een duim oor 25% een wijsvinger 20% een ring- of middelvinger of pink 10% een grote teen 6% een andere teen 3% reuk en/of smaakvermogen 5% Voor alle gevolgen van een ongeval tezamen wordt niet meer dan 100% van de verzekerde som uitgekeerd. Bij verlies of onbruikbaarheid van meer dan een vinger wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies of onbruikbaarheid van de hand tandheelkundige hulp tot in het polsgewricht. Indien voor het ongeval reeds blijvende invaliditeit bestond, zal een percentage gelden gelijk aan het verschil tussen de percentages van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval, beide vastgesteld naar de maatstaven als hiervoor vermeld. Nadat de mate van invaliditeit is vastgesteld, zal het verschuldigde bedrag aan de verzekerde worden uitgekeerd, vermeerderd - indien de vaststelling heeft plaats gehad later dan een jaar na het ongeval - met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de 366e dag na het ongeval tot de dag waarop de vaststelling heeft plaats gehad. De maatschappij is geen uitkering ter zake van blijvende invaliditeit verschuldigd indien de verzekerde binnen een jaar na het ongeval komt te overlijden. Eventueel reeds dan door de maatschappij verstrekte uitkeringen zullen echter niet worden teruggevorderd. Voor een verzekerde die op het moment van het ongeval jonger was dan 18 jaar zal de verzekerde som voor blijvende invaliditeit geacht worden te zijn verhoogd met het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor overlijden verminderd met ten hoogste 2.500,-.125,- per behandeld element

Appears in 1 contract

Samples: Verzekeringsvoorwaarden