Common use of Uitkeringen Clause in Contracts

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 2 contracts

Samples: Premium Auto Polis, Premium Auto Polis

Uitkeringen. a. Per ongeval keren wij bij overlijden of bij blijvende invaliditeit maximaal 100% van het daarvoor geldende verzekerde bedrag per verzekerde uit. Bij blijvende invaliditeit wordt per verzekerde, tijdens de looptijd van deze dekking, nooit meer dan het maximaal verzekerde bedrag uitgekeerd. Zie artikel 35 Vergoedingenoverzicht voor het maximaal verzekerde bedrag. Uitkering bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge 1 Recht op uitkering Bij overlijden bestaat er recht op uitkering, als dit overlijden direct en alleen het gevolg is van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars en het overlijden heeft plaatsgevonden binnen twee jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Het verzekerde bedrag voor overlijden wordt uitgekeerd. Als dit van toepassing is, wordt een reeds betaalde uitkering voor blijvende invaliditeit hierop in mindering gebracht. Uitkering bij blijvende invaliditeit: 1 Recht op uitkering Bij blijvende invaliditeit bestaat er recht op uitkering, als en voor zover deze blijvende invaliditeit direct en uitsluitend het gevolg is van een ongeval en is ontstaan binnen twee jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Bij blijvende invaliditeit keren wij de hieronder genoemde percentages uit van het verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerdaan de getroffen verzekerde. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting bedraagt nooit meer dan 100% van de Staat der Nederlandenverzekerde som. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge invaliditeit van de hierna genoemde lichaamsdelen: - een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm - een arm tot in het ellebooggewricht 65% hand - een arm tussen elleboog- en schoudergewricht 65% - een arm tussen pols en ellebooggewricht 60% duim 25- een hand tot in het polsgewricht 60% wijsvinger 15% andere vinger 10% - een been tot in het heupgewricht 70% onderbeen - een been tot in het kniegewricht 60% voet - een been tussen knie- en heupgewricht 60% - een been tussen enkel- en kniegewricht 50% grote teen 5- een voet tot in het enkelgewricht 50% andere teen 3% milt 5% - een nier 20% psychische en nerveuze storingen duim 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. - een wijsvinger 15% - een middelvinger 12% - een ringvinger of pink 10% Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid invaliditeit van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers meer dan één vinger van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225wordt maximaal 60% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder - een grote teen 8% - andere tenen dan 70 jaar, wordt de grote teen 4% - het gezichtsvermogen van een oog 30% - het gezichtsvermogen van beide ogen 100% - het gehoor van een oor 20% - het gehoor van beide oren 50% - het reuk- en smaakvermogen 20% - het verlies van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.seksuele vermogen 25%

Appears in 2 contracts

Samples: Kortlopende Reis en Annuleringsverzekering, Kortlopende Reis en Annuleringsverzekering

Uitkeringen. a. De verplichtingen van de Maatschappij op grond van de verze- kering zijn de volgende: 48.1. Bij overlijden: Indien overlijden (A) Bij overlijden van een verzekerde tengevolge binnen 365 dagen na en als rechtstreeks gevolg van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars keert de Maatschappij het voor overlijden hem/haar verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde dit ongeval wegens blijvende invaliditeit (B) zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. 48.2. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien invaliditeit (B) Bij blijvende invaliditeit van de verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordtxxxxxxx krijgt de verzekerde recht op uitkering op het moment dat de mate van blijvende invaliditeit, keren ondertekenaars aan de hand die voortvloeit uit alle gevolgen van het ongeval in zijn geheel kan worden vastgesteld. Geen recht op uitkering ontstaat derhalve, indien slechts een gedeelte van de invaliditeit is vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage stellen. De vaststelling van de invaliditeit zal plaatsvinden op het moment dat de toestand van de verzekerde, zoals die het gevolg is van het ongeval, naar redelijkerwijs te voorzien is, vrijwel niet meer zal verbeteren of verslechteren, noch de dood tengevolge zal hebben. Mocht verzekerde voor de vaststelling van de invaliditeit zijn overleden dan is de Maatschappij geen uitkering terzake van blijvende invaliditeit verschuldigd. Indien de verzekerde echter, anders dan door het ongeval, later dan een jaar na het ongeval overlijdt, keert de Maatschappij het bedrag uit, echter dat zij naar redelijke verwachtingen wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren, ware de verzekerde niet overleden. Het bedrag, waarop de verzekerde recht heeft, wordt op de wijze zoals in Artikel 48.3. vermeld, vastgesteld. 48.3. Vaste percentages In de hierna genoemde gevallen stemt de uitkering overeen met inachtneming de aldaar vermelde percentages van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% de verzekerde som. arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 67,5% 57,5% ellebooggewricht 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 1050% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 70% been tot in kniegewricht of tussen tussen knie- en heupgewricht 60% 60% voet tot in enkelgewricht of been tussen enkel- en kniegewricht 50% 50% andere dan een grote teen 3% 3% Bij blijvende gehele onbruikbaarheid van: arm met inbegrip van de hand 75% 65% hand alleen 60% 50% been tot in het heupgewricht 70% 70% voet tot in het enkelgewricht 50% 50% Bij geheel verlies of blijvende onbruikbaarheid van: duim 25% 20% wijsvinger 15% 12% middelvinger 12% 10% ringvinger of pink 10% 8% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier Bij het verlies van het gezichtsvermogen: van beide ogen 100% 100% van één oog 30% 30% doch indien de Maatschappij krachtens deze verzekering uitkering verleend heeft wegens het verlies van het gezichtsvermogen van het andere oog 70% 70% Bij gehele doofheid: aan beide oren 50% 50% aan één oor 20% psychische 20% doch indien de Maatschappij krachtens deze verzekering uitkering verleend heeft wegens gehele doofheid aan het andere oor 30% 30% Indien de verzekerde linkshandig is, zullen de percentages Bij geheel verlies van: Rechts Links vermeld voor het verlies van de rechter ledematen gelden bij het verlies van de linker ledematen en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2omgekeerd. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke resp. gedeeltelijk blijvende onbruikbaarheid van een der de hierboven genoemde zintuigen, ledematen of organen lichaamsdelen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3evenredig gedeelte uitgekeerd van het percentage, dat voor geheel verlies, respectievelijk gehele blijvende onbruikbaarheid is vastgesteld. Bij verlies en/of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers meer dan een vinger van een hand geen hogere percentages gelden wordt niet meer uitgekeerd dan voor bij het verlies van de gehele hand. 448.4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal Afwijkingen van percentages In alle gevallen van blijvende invaliditeit van de verzekerde die niet gelijk zijn aan de gevallen hierboven onder Artikel 48.3. omschreven, is de uitkering gelijk aan het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van verzekerde som dat evenredig is aan de mate van invaliditeit zal invaliditeit, als te bepalen volgens de criteria van de "Officiële Belgische Schaal ter bepaling van Invaliditeit O.B.S.I.", waarbij geen rekening worden wordt gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongevalde verzekerde. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 2 contracts

Samples: Vrachtwagen Package, Vrachtwagen Package

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden verzekerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage stellen invaliditeitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien Indien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Voorwaarden Prima Bestelauto Polis, Algemene Voorwaarden Primair Bestelautoverzekering

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake ter zake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit invali- diteit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden verzekerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx ter zake van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage invalidi- teitspercentage hetzelfde percentage van het terzake ter zake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake ter zake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden

Uitkeringen. a. Bij Per ongeval keren wij bij overlijden of bij blijvende invaliditeit maximaal 100% van de daarvoor geldende verzekerde som per verzekerde uit. Voor blijvende invaliditeit geldt er per schadegebeurtenis een maximaal verzekerde som voor alle verzekerden tezamen. Uitkering bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge 1 Recht op uitkering Bij overlijden bestaat er recht op uitkering, als dit overlijden een direct en uitsluitend gevolg is van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars en het overlijden heeft plaatsgevonden binnen 2 jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering De volle verzekerde som voor overlijden verzekerde bedrag uitwordt uitgekeerd. Op deze uit- kering worden Als dit van toepassing is, wordt een reeds betaalde uitkering voor blijvende invaliditeit hierop in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake gebracht. Terugvordering van hetzelfde ongeval wegens een reeds betaalde uitkering zal niet plaatsvinden. Uitkering bij blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De 1 Recht op uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge , bestaat er recht op uitkering, als en voor zover deze blijvende invaliditeit direct en uitsluitend het gevolg is van een ongeval blijvend invalide wordt, en is ontstaan binnen 2 jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Bij blijvende invaliditeit keren ondertekenaars wij de hieronder genoemde percentages uit van de verzekerde som aan de hand getroffen verzekerde, met dien verstande dat de uitkering nooit meer dan 100% van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van de verzekerde som zal bedragen: Bij blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgendede hierna genoemde lichaamsdelen: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm een arm tot in het ellebooggewricht 65% hand een arm tussen elleboog- en schoudergewricht 65% een arm tussen pols en ellebooggewricht 60% duim 25een hand tot in het polsgewricht 60% wijsvinger 15% andere vinger 10% een been tot in het heupgewricht 70% onderbeen een been tot in het kniegewricht 60% voet een been tussen knie- en heupgewricht 60% een been tussen enkel- en kniegewricht 50% grote teen 5een voet tot in het enkelgewricht 50% andere teen 3% milt 5Bij blijvende invaliditeit van de hierna genoemde lichaamsdelen: een duim 25% een nier 20wijsvinger 15% psychische en nerveuze storingen 25een middelvinger 12% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. een ringvinger of pink 10% Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid invaliditeit van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers meer dan één vinger van een hand geen hogere percentages gelden wordt maximaal 60% van de verzekerde som uitgekeerd. een grote teen 8% andere tenen dan voor de gehele grote teen 4% het gezichtsvermogen van een oog 30% het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het gehoor van een oor 20% het gehoor van beide oren 50% het reuk- en smaakvermogen 20% het verlies van het seksuele vermogen 25% Bij de hierna genoemde letsels of combinatie van letsels: totaal verlies van de geestelijke vermogens 100% verlies van beide armen of handen 100% verlies van beide benen of voeten 100% verlies van een arm of hand. 4, tezamen met een been of voet 100% Bij gedeeltelijke invaliditeit van de in dit artikel genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens, vastgesteld volgens algemeen aanvaarde Medische maatstaven, wordt een gedeelte van de genoemde uitkeringspercentages evenredig aan de mate van de invaliditeit uitgekeerd. Behoudens Gedeeltelijk verlies van de reuk, de smaak of van beide wordt niet als invaliditeit beschouwd. Bij blijvende invaliditeit van lichaamsdelen of zintuiglijkevermogens als gevolg van een letsel of een combinatie van letsels die niet als zodanig in het bepaalde in punt 8 zal voorgaande zijn omschreven, is het uitkeringspercentage van het verzekerde bedrag gelijk aan het percentage blijvende invaliditeit, dat is vastgesteld volgens de richtlijnen van de Nederlandse specialisten vereniging NOV of NVVN, zo nodig aangevuld met de laatste editie van de AMA Guide. Daarbij blijven het beroep, werkzaamheden en/of hobby’s van de verzekerde buiten beschouwing. 3 Xxxxx aanwezige invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens Was de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van verzekerde voor het ongeval al blijvend invalide en is dit door het ongeval verergerd? Dan kijken we naar de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar voor en na het ongeval. In- dien een jaar nadat Op basis van het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met verschil stellen wij de uitkering worden voldaanvast. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Watersportverzekering

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake ter zake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit invali- diteit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden verzekerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx ter zake van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage inva- liditeitspercentage hetzelfde percentage van het terzake ter zake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der van de genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien Indien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke wet- telijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake ter zake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden

Uitkeringen. a. Per ongeval keren wij bij overlijden of bij blijvende invaliditeit maximaal 100% van het daarvoor geldende verzekerde bedrag per verzekerde uit. Bij blijvende invaliditeit wordt per verzekerde, tijdens de looptijd van deze dekking, nooit meer dan het maximaal verzekerde bedrag uitgekeerd. Zie artikel 35 Vergoedingenoverzicht voor het maximaal verzekerde bedrag. Uitkering bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge 1 Recht op uitkering Bij overlijden bestaat er recht op uitkering, als dit overlijden direct en alleen het gevolg is van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars en het overlijden heeft plaatsgevonden binnen twee jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Het verzekerde bedrag voor overlijden wordt uitgekeerd. Als dit van toepassing is, wordt een reeds betaalde uitkering voor blijvende invaliditeit hierop in mindering gebracht. Uitkering bij blijvende invaliditeit: 1 Recht op uitkering Bij blijvende invaliditeit bestaat er recht op uitkering, als en voor zover deze blijvende invaliditeit direct en uitsluitend het gevolg is van een ongeval en is ontstaan binnen twee jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Bij blijvende invaliditeit keren wij de hieronder genoemde percentages uit van het verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerdaan de getroffen verzekerde. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting bedraagt nooit meer dan 100% van de Staat der Nederlandenverzekerde som. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge invaliditeit van de hierna genoemde lichaamsdelen: - een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm - een arm tot in het ellebooggewricht 65% hand - een arm tussen elleboog- en schoudergewricht 65% - een arm tussen pols en ellebooggewricht 60% duim 25- een hand tot in het polsgewricht 60% wijsvinger 15% andere vinger 10% - een been tot in het heupgewricht 70% onderbeen - een been tot in het kniegewricht 60% voet - een been tussen knie- en heupgewricht 60% - een been tussen enkel- en kniegewricht 50% grote teen 5- een voet tot in het enkelgewricht 50% andere teen 3% milt 5% - een nier 20% psychische en nerveuze storingen duim 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. - een wijsvinger 15% - een middelvinger 12% - een ringvinger of pink 10% Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid invaliditeit van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers meer dan één vinger van een hand geen hogere percentages gelden wordt maximaal 60% van het verzekerde bedrag uitgekeerd. - een grote teen 8% - andere tenen dan voor de gehele grote teen 4% - het gezichtsvermogen van een oog 30% - het gezichtsvermogen van beide ogen 100% - het gehoor van een oor 20% - het gehoor van beide oren 50% - het reuk- en smaakvermogen 20% - het verlies van het seksuele vermogen 25% Bij de hierna genoemde letsels of combinatie van letsels: - totaal verlies van de geestelijke vermogens 100% - verlies van beide armen of handen 100% - verlies van beide benen of voeten 100% - verlies van een arm of hand. 4, tezamen met een been of voet 100% Bij gedeeltelijke invaliditeit van de in dit artikel genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens, vastgesteld volgens algemeen aanvaarde medische maatstaven, wordt een gedeelte van de genoemde uitkeringspercentages evenredig aan de mate van de invaliditeit uitgekeerd. Behoudens Gedeeltelijk verlies van de reuk, de smaak of van beide wordt niet als invaliditeit beschouwd. Bij blijvende invaliditeit van lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens als gevolg van een letsel of een combinatie van letsels die niet als zodanig in het bepaalde in punt 8 zal voorgaande zijn omschreven, is het uitkeringspercentage van het verzekerde bedrag gelijk aan het percentage blijvende invaliditeit, dat is vastgesteld volgens de richtlijnen van de Nederlandse specialisten vereniging NOV (Nederlandse Orthopaedische Vereniging) of NVvN (Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie), zo nodig aangevuld met de laatste editie van de AMA (American Medical Association), Guide. Daarbij blijven het beroep, werkzaamheden en/of hobby’s van de verzekerde buiten beschouwing. 3 Xxxxx aanwezige invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens Was de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van verzekerde voor het ongeval al blijvend invalide en is dit door het ongeval verergerd? Dan kijken we naar de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar voor en na het ongeval. In- dien een jaar nadat Op basis van het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met verschil stellen wij de uitkering worden voldaanvast. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Kortlopende Reis en Annuleringsverzekering

Uitkeringen. a. Per ongeval keren wij bij overlijden of bij blijvende invaliditeit maximaal 100% van het daarvoor geldende verzekerde bedrag per verzekerde uit. Bij blijvende invaliditeit wordt per verzekerde, tijdens de looptijd van deze dekking, nooit meer dan het maximaal verzekerde bedrag uitgekeerd. Het maximaal verzekerde bedrag staat op uw polisblad. Uitkering bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge 1 Recht op uitkering Bij overlijden bestaat er recht op uitkering, als dit overlijden een direct en uitsluitend gevolg is van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars en het overlijden heeft plaatsgevonden binnen 2 jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Het verzekerde bedrag voor overlijden verzekerde bedrag uitwordt uitgekeerd. Op deze uit- kering worden Als dit van toepassing is, wordt een reeds betaalde uitkering voor blijvende invaliditeit hierop in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens gebracht. Uitkering bij blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De invaliditeit: 1 Recht op uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge , bestaat er recht op uitkering, als en voor zover deze blijvende invaliditeit direct en uitsluitend het gevolg is van een ongeval blijvend invalide wordt, en is ontstaan binnen 2 jaar na het ongeval. 2 Omvang van de uitkering Bij blijvende invaliditeit keren ondertekenaars wij de hieronder genoemde percentages uit van het verzekerde bedrag aan de hand getroffen verzekerde, met dien verstande dat de uitkering nooit meer dan 100% van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van de verzekerde som zal bedragen. Bij blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgendede hierna genoemde lichaamsdelen: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm een arm tot in het ellebooggewricht 65% hand een arm tussen elleboog- en schoudergewricht 65% een arm tussen pols en ellebooggewricht 60% duim 25een hand tot in het polsgewricht 60% wijsvinger 15% andere vinger 10% een been tot in het heupgewricht 70% onderbeen een been tot in het kniegewricht 60% voet een been tussen knie- en heupgewricht 60% een been tussen enkel- en kniegewricht 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5een voet tot in het enkelgewricht 50% een nier 20% psychische en nerveuze storingen duim 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. een wijsvinger 15% een middelvinger 12% een ringvinger of pink 10% Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid invaliditeit van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers meer dan één vinger van een hand geen hogere percentages gelden wordt maximaal 60% van het verzekerde bedrag uitgekeerd. een grote teen 8% andere tenen dan voor de gehele grote teen 4% het gezichtsvermogen van een oog 30% het gezichtsvermogen van beide ogen 100% het gehoor van een oor 20% het gehoor van beide oren 50% het reuk- en smaakvermogen 20% het verlies van het seksuele vermogen 25% Bij de hierna genoemde letsels of combinatie van letsels: totaal verlies van de geestelijke vermogens 100% verlies van beide armen of handen 100% verlies van beide benen of voeten 100% verlies van een arm of hand. 4, tezamen met een been of voet 100% Bij gedeeltelijke invaliditeit van de in dit artikel genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens, vastgesteld volgens algemeen aanvaarde medische maatstaven, wordt een gedeelte van de genoemde uitkeringspercentages evenredig aan de mate van de invaliditeit uitgekeerd. Behoudens Gedeeltelijk verlies van de reuk, de smaak of van beide wordt niet als invaliditeit beschouwd. Bij blijvende invaliditeit van lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens als gevolg van een letsel of een combinatie van letsels die niet als zodanig in het bepaalde in punt 8 zal voorgaande zijn omschreven, is het uitkeringspercentage van het verzekerde bedrag gelijk aan het percentage blijvende invaliditeit, dat is vastgesteld volgens de richtlijnen van de Nederlandse specialisten vereniging NOV (Nederlandse Orthopaedische Vereniging) of NVvN (Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie), zo nodig aangevuld met de laatste editie van de AMA (American Medical Association), Guide. Daarbij bijven het beroep, werkzaamheden en/of hobby’s van de verzekerde buiten beschouwing. 3 Xxxxx aanwezige invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens Was de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van verzekerde voor het ongeval al blijvend invalide en is dit door het ongeval verergerd? Dan kijken we naar de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar voor en na het ongeval. In- dien een jaar nadat Op basis van het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met verschil stellen wij de uitkering worden voldaanvast. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Woonpakket Plus

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake ter zake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der NederlandenNederlan- den. Voor verze- kerden verzekerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx ter zake van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage invalidi- teitspercentage hetzelfde percentage van het terzake ter zake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake ter zake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Voorwaarden

Uitkeringen. a. A. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering uitkering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden verzekerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– € 2.500,- per persoon uitgekeerd. b. B. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage invaliditeits- percentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig dien- overeenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen lede- maten of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien Indien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars onder- tekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal invaliditeitsuitkeringsschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 39 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.€ 15.000,-.

Appears in 1 contract

Samples: Vrachtautoverzekering

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd. b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide blijvendinvalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage hetzelfde percentage van het terzake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Par. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Algemene Verzekeringsvoorwaarden

Uitkeringen. a. Bij overlijden: Indien verzekerde tengevolge van een ongeval komt te overlijden, keren ondertekenaars het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uit- kering worden in mindering gebracht alle bedragen die krachtens deze verzekering terzake van hetzelfde ongeval wegens blijvende invaliditeit zijn uitgekeerd. De uitkering geschiedt, tenzij anders bepaald, aan de erfgenamen van verzekerde, onder uitsluiting van de Staat der Nederlanden. Voor verze- kerden jonger dan 16 jaar of ouder dan 70 jaar wordt xxxxxxx van overlijden maximaal e 2.500,– per persoon uitgekeerd.: b. Bij blijvende invaliditeit: 1. Indien verzekerde tengevolge van een ongeval blijvend invalide wordt, keren ondertekenaars aan de hand van het vast te tellen invali- diteitspercentage invaliditeitspercentage hetzelfde percentage van het terzake ter zake van blijvende invaliditeit verzekerde bedrag uit, echter met inachtneming van het navolgende: Algeheel verlies of blijvende algehele onbruikbaarheid van: beide ogen 100% een oog 30% indien krachtens deze verzekering door ondertekenaars uitkering is gedaan wegens het verlies van het andere oog 70% beide oren 60% een oor 20% arm tot in het schoudergewricht 75% onderarm 65% hand 60% duim 25% wijsvinger 15% andere vinger 10% been tot in het heupgewricht 70% onderbeen 60% voet 50% grote teen 5% andere teen 3% milt 5% een nier 20% psychische en nerveuze storingen 25% algehele ongeneeslijke geestesstoring, alle arbeid uitsluitend 100% 2. Bij gedeeltelijk verlies of bij gedeeltelijke blijvende onbruikbaarheid van een der van de genoemde zintuigen, ledematen of organen wordt een dienovereenkomstig geringer percentage in aanmerking genomen. 3. Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere zintuigen, ledematen of organen worden de percentages opgeteld, waarbij voor meerdere vingers van een hand geen hogere percentages gelden dan voor de gehele hand. 4. Behoudens het bepaalde in punt 8 zal het percentage invaliditeit nooit meer dan 100% kunnen bedragen tengevolge van een of meer ongevallen tijdens de duur van deze verzekering. 5. Bij de vaststelling van de mate van invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde ten tijde van het ongeval. 6. De invaliditeitsuitkering geschiedt zodra de blijvende graad van invaliditeit vaststaat, maar uiterlijk binnen twee jaar na het ongeval. In- dien Indien een jaar nadat het ongeval heeft plaatsgevonden nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, zullen ondertekenaars boven het uit te keren bedrag een rente vergoeden. Deze rentevergoeding vindt plaats vanaf de 366e dag na het ongeval en is gelijk aan de wettelijke rente ten tijde van de vaststelling van de blijvende invaliditeit; de rentevergoeding zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. 7. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit is overleden ten gevolge van het ongeval, dan zijn ondertekenaars terzake ter zake van blijvende invaliditeit geen uitkering verschuldigd. Indien verzekerde voor de vaststelling van de mate van invaliditeit, niet ten gevolge van het ongeval, maar later dan een jaar na het ongeval, overlijdt, keren ondertekenaars alsnog het bedrag uit dat zij naar redelijke verwachting wegens blijvende invaliditeit had moeten uitkeren (inclusief rente tot op de dag van overlijden). 8. Stijgende invaliditeitsuitkering. Indien blijkens de polis de stijgende invaliditeitsuitkeringschaal van toepassing is, gelden, als de blijvende invaliditeit is vastgesteld op een per- centage percentage hoger dan 25%, progressieve uitkeringspercentages volgens de hierna volgende onderstaande tabel. van naar van naar van naar van naar % % % % % % % % 26 27 64 117 27 29 65 120 28 31 66 123 29 33 67 126 30 35 68 129 31 37 69 132 32 39 70 135 33 41 71 138 34 43 72 141 35 45 73 144 36 47 74 147 37 49 75 150 38 51 76 153 39 53 77 156 40 55 78 159 41 57 79 162 42 59 80 165 43 61 81 168 44 63 82 171 45 65 64 117 83 174 27 29 46 67 65 120 84 177 28 31 47 69 66 123 85 180 29 33 48 71 67 126 86 183 30 35 49 73 68 129 87 186 31 37 50 75 69 132 88 189 32 39 51 78 70 135 89 192 33 41 52 81 71 138 90 195 34 43 53 84 72 141 91 198 35 45 54 87 73 144 92 201 36 47 55 90 74 147 93 204 37 49 56 93 75 150 94 207 38 51 57 96 76 153 95 210 39 53 58 99 77 156 96 213 40 55 59 102 78 159 97 216 41 57 60 105 79 162 98 219 42 59 61 108 80 165 99 222 43 61 62 111 81 168 100 225 44 63 63 114 82 171 In aansluiting op het in Parpar. 40 B sub 4 bepaalde zal bij toepassing van deze tabel nooit meer dan 225% van het sub B verzekerde bedrag worden uitgekeerd. 9. Voor verzekerden, ouder dan 70 jaar, wordt 50% van het volgens deze paragraaf vast te stellen bedrag uitgekeerd met een maximum van e 15.000,–.

Appears in 1 contract

Samples: Hogere Klasse Auto Polis