Uitleg cao Voorbeeldclausules

Uitleg cao. Bij twijfel over de juiste uitleg van de cao kan aan de cao-partijen toelichting worden gevraagd.

Related to Uitleg cao

  • Gebruiksregels 6.1. Het is Klant verboden om met gebruikmaking van de Diensten de Nederlandse of andere op Klant of Leverancier van toepassing zijnde wet- of regelgeving te schenden of om inbreuk te maken op de rechten van anderen. 6.2. Het is (of dit nu legaal is of niet) verboden om met gebruikmaking van de Diensten materialen aan te bieden of te verspreiden die: a. een kwaadaardige inhoud (zoals virussen, malware of andere schadelijke software) bevatten of een verwijzing hiernaar bevatten; b. inbreuk maken op rechten van derden (zoals Intellectuele Eigendomsrechten), dan wel onmiskenbaar smadelijk, lasterlijk, beledigend, discriminerend of haatdragend zijn; c. informatie bevatten over (of die behulpzaam kunnen zijn bij) het schenden van rechten van derden, zoals hacktools of uitleg over computercriminaliteit die bedoeld is om de lezer criminele gedragingen te (doen) plegen en niet om zich daartegen te kunnen verdedigen; d. een schending van de persoonlijke levenssfeer van derden opleveren, waaronder in ieder geval maar niet uitsluitend begrepen het zonder toestemming of een andere grondslag verwerken van persoonsgegevens van derden; of e. hyperlinks, torrents of verwijzingen bevatten met (vindplaatsen van) materialen die inbreuk maken op Intellectuele Eigendomsrechten. 6.3. Het is Klant slechts toegestaan om met gebruik van de Diensten (ongevraagde) commerciële, charitatieve of ideële communicatie te verspreiden met inachtneming van de daarvoor geldende wet- en regelgeving. 6.4. Het verspreiden van pornografische Materialen middels de Diensten is toegestaan voor zover dit geen overlast of andere overtreding van deze Algemene Voorwaarden oplevert en slechts voor zover deze mogelijkheid in de Overeenkomst niet is uitgesloten. 6.5. Klant onthoudt zich ervan overige klanten of internetgebruikers te hinderen of schade toe te brengen aan systemen of netwerken van Leverancier of overige klanten. Het is Klant verboden processen of programma's, al dan niet via de systemen van Leverancier, op te starten waarvan Klant weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zulks Leverancier, zijn klanten of internetgebruikers hindert of schade toebrengt. 6.6. Klant vrijwaart Leverancier en zal Leverancier schadeloos houden voor iedere vorm van claim, aanklacht of geding van een derde in verband met (de inhoud van) het dataverkeer of het Materiaal dat door Klant, de klanten van Klant en of andere derden, geplaatst wordt op of verspreid wordt via de Dienst. 6.7. Indien naar het oordeel van Leverancier hinder, schade of een ander gevaar ontstaat voor het functioneren van de computersystemen of het netwerk van Leverancier of derden en/of van de dienstverlening via internet, in het bijzonder door overmatig verzenden van e-mail of andere gegevens, denial-of-service-aanvallen, slecht beveiligde systemen of activiteiten van virussen, Trojans en vergelijkbare software, is Leverancier gerechtigd alle maatregelen te nemen die hij redelijkerwijs nodig acht om dit gevaar af te wenden dan wel te voorkomen. Leverancier mag de kosten die redelijkerwijs noodzakelijk gepaard gaan met deze maatregelen verhalen op Klant, indien en voor zover Klant een verwijt kan worden gemaakt omtrent de oorzaak. 6.8. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, mag Klant de Diensten niet gebruiken voor Toepassingen Met Verhoogd Risico. 6.9. Indien Klant voor het specifieke gebruik dat hij aan de Diensten geeft of beoogt te geven enige vergunning of andere toestemming van overheidsinstanties of derden nodig heeft, dient Klant zelf zorg te dragen voor het verkrijgen daarvan. Klant garandeert ten opzichte van Leverancier dat hij alle vergunningen en/of toestemmingen bezit die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de Diensten door Klant.

  • Gebruiksdoel De elektronische binnenrolstoel is bedoeld voor gebruikers die zich hoofdzakelijk met deze rolstoel binnenshuis verplaatsen en die zich niet kunnen verplaatsen met een manuele rolstoel. Het gebruik van de elektronische binnen rolstoel moet de gebruiker, ongeacht zijn beperking in activiteiten, ondersteunen om zo zelfstandig en actief mogelijk te zijn op vlak van o.a. zelfzorg, huishouden en de participatie aan het sociaal leven te ondersteunen. Een langdurig en definitief dagelijks gebruik is noodzakelijk.

  • Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.

  • Arbeidsongeschiktheidspensioen 1. Recht op arbeidsongeschiktheidspensioen heeft de (gewezen) deelnemer die tijdens het deel- nemerschap arbeidsongeschikt is geworden, terzake van die tijdens het deelnemerschap ontstane arbeidsongeschiktheid. 2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop de (gewezen) deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. Het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd tot de pensioendatum dan wel tot en met de laatste dag van de maand van de eerdere beëindiging van de arbeidsongeschiktheid of het eerdere overlijden van de pensioengerechtigde. 3. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70% van het pensioengevend salaris vermeerderd met de ploegenpensioengrondslag boven het maximum WIA-uitkeringsdagloon conform de Wet financiering Sociale Verzekeringen. Het pensioengevend salaris wordt hierbij niet gemaximeerd op het opbouwgrensbedrag. Voor de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgegaan van het pensioengevend salaris, de ploegenpensioengrondslag en het maximum WIA-uitkeringsdagloon, zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan de dag waarop de deelnemer gedurende twee jaar arbeidsongeschikt is. 4. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt het in lid 3 bedoelde arbeidsongeschiktheidspen- sioen gedeeltelijk uitgekeerd overeenkomstig de volgende tabel: Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van Bedraagt het uitkeringspercentage 80% of meer 100% 65% tot 80% 72,5% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 0% tot 35% 0% De mate van arbeidsongeschiktheid geschiedt op basis van het door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) op grond van de WIA vastgestelde percentage. De mate van arbeidsongeschiktheid zal indien en voor zolang door het UWV geen arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld volgens de volgende formule worden vastgesteld: Daarbij wordt uitgegaan van het maatmanloon en de restverdiencapaciteit (het salaris dat volgens het UWV nog verdiend kan worden) zoals deze door het UWV worden opgegeven. 5. In afwijking op het bepaalde in lid 4 wordt in geval van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid na beëindiging van het dienstverband met de werkgever, het arbeidsongeschiktheidspensioen dienovereenkomstig aangepast. 6. Geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen bestaat, indien de deelnemer bij aanvang van het dienstverband reeds geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheid is. Het pensioenfonds kan de uitkering van arbeidsongeschiktheidspensioen weigeren als de deelnemer binnen een half jaar· na aanvang van het deelnemerschap, zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte en de gezondheidstoestand van de werknemer dit ten tijde van aanvang van het deelnemerschap kennelijk moest doen verwachten. De periode van een half jaar wordt verminderd met de periode dat de deelnemer bij het pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder direct voorafgaand op een vergelijkbaar niveau dekking had voor hetzelfde risico. 7. In geval van arbeidsongeschiktheidspensioen wegens arbeidsongeschiktheid van een deeltijd- werknemer wordt uitgegaan van het deeltijdpercentage van het pensioengevend salaris en de ploegenpensioengrondslag zoals deze gelden op de dag voorafgaand aan het tijdstip vanaf wanneer de werkgever krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek het salaris aan de werknemer doorbetaalt. 8. vervallen – 9. Perioden waarin de arbeidsongeschiktheid met minder dan vier weken is onderbroken worden voor de toepassing van dit artikel samengeteld.

  • Gebruiksbeperkingen Deze dienst is alleen beschikbaar als het voertuig stilstaat, de deur van de bestuurder is gesloten, het ontstekingsmechanisme is uitgeschakeld en de sleutel niet in het contactslot zit. Aanvullende beperkingen kunnen van toepassing zijn in overeenstemming van land- specifieke voorschriften.

  • Gebruik G.3.1 Opdrachtgever mag de Hardware enkel gebruiken binnen zijn eigen onderneming, voor het doel waarvoor de Hardware beoogd is. G.3.2 Het is Opdrachtgever zonder Schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer niet toegestaan de Hardware onder te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen aan derden. Opdrachtgever zal (een onderdeel van) de Hardware nooit als onderpand of zekerheidsobject, op welke wijze dan ook, ten aanzien van derden gebruiken. G.3.3 Opdrachtgever zal de Hardware gebruiken zoals een goed huurder dat betaamt. Hij zal voorzichtig omgaan met de Hardware, voorzorgsmaatregelen treffen en alle instructies, zoals geleverd bij de Hardware of zoals gegeven door Opdrachtnemer, opvolgen. G.3.4 Indien Opdrachtgever gebreken aan de Hardware ontdekt, dient hij dat onverwijld, Schriftelijk aan Opdrachtnemer te melden. G.3.5 Opdrachtgever is ten aanzien van Opdrachtnemer volledig aansprakelijk voor schade aan de Hardware die is ontstaan anders dan door normaal (te verwachten) gebruik. Opdrachtgever meldt ontstane schade altijd direct, Schriftelijk aan Opdrachtnemer. G.3.6 Opdrachtgever mag de Hardware niet aanpassen of veranderen anders dan met Schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer, tenzij het gaat om veranderingen en toevoegingen die bij het einde van de huurperiode zonder noemenswaardige kosten ongedaan kunnen worden gemaakt en kunnen worden verwijderd. Opdrachtgever is verplicht deze laatstgenoemde aanpassingen en veranderingen ongedaan te maken. G.3.7 Opdrachtnemer is steeds gerechtigd de in het vorige lid bedoelde toestemming te weigeren of aan zijn toestemming voorwaarden te verbinden. Opdrachtgever is daarbij gerechtigd de overeengekomen vergoeding voor het huren van Hardware te verhogen indien de aanpassing of verandering dat rechtvaardigt. G.3.8 Schade die aan de Hardware is ontstaan door aanpassingen en veranderingen kan nooit schade zijn, welke voor rekening van Xxxxxxxxxxxxx valt, zoals dat in art. 7:204 Burgerlijk Wetboek is bedoeld. G.3.9 Opdrachtgever is verplicht om een beslag op de Hardware direct aan Opdrachtnemer te melden. Hierbij dient zo veel als mogelijk informatie te worden meegestuurd, zoals in ieder geval de identiteit van de beslaglegger en de reden van de beslaglegging. Daarnaast is Opdrachtgever verplicht de beslaglegger inzage te geven in de (huur)Overeenkomst.

  • Gebruik van het voertuig 1. De verhuurder verhuurt uitsluitend oude voertuigen, zogeheten ‘young-/oldtimers’, voor recreatief, ludiek of promotioneel gebruik. De voertuigen van verhuurder worden goed onderhouden en verkeren – zeker gezien de leeftijd – in prima staat. De voertuigen voldoen aan de geldende technische eisen, maar wijken qua comfort en rij eigenschappen af van hetgeen gangbaar is bij moderne voertuigen en het verkeer in de huidige tijd. Huurder dient hiermee bij het huren van een voertuig rekening te houden. 2. Huurder is verplicht zich voor vertrek met het voertuig te legitimeren. 3. Xxxxxxx doet op verzoek van de verhuurder bij vertrek opgave van de reisbestemming. 4. Huurder realiseert zich dat het voertuig wat betreft snelheid en eigenschappen minder geschikt is voor gebruik op de autosnelweg. Partijen staat een recreatief gebruik voor ogen en huurder is gehouden om waar mogelijk gebruik te maken van de secundaire wegen. 5. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig om te gaan. 6. Huurder is verplicht erop toe te zien dat de verplichtingen en verboden van deze algemene voorwaarden door bestuurder, passagiers en andere bestuurders of gebruikers van het voertuig worden nageleefd. Huurder is aansprakelijk voor alle gevolgen van gedragingen en nalaten van gebruikers en passagiers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden. 7. Huurder is ervoor verantwoordelijk dat alle bestuurders beschikken over de bevoegdheid en de gesteldheid die voor het besturen van het voertuig is vereist. 8. Personen dienen ten minste een jaar in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs om het voertuig te mogen besturen, en leeftijd van 21 jaar te hebben bereikt voor de aanvang van de huurperiode, tenzij uitdrukkelijk schriftelijk anders overeengekomen. 9. Het is de huurder niet toegestaan meer mensen in, op of met het voertuig te vervoeren dan waarvoor de verhuurder toestemming heeft gegeven, daarbij zal de huurder in geen geval het maximaal aantal volgens het kentekenbewijs toegestane aantal personen overschrijden. 10. Huurder dient ingeval van meerijdende kinderen te zorgen voor een degelijk kinderzitje. Een kind neemt in elk geval wél één beschikbare plaats in het voertuig in. 11. De verhuurder geeft voor vertrek een instructie aan de eerste bestuurder en meerijdende inzittenden. 12. De verhuurder is op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade, verlies of diefstal van eigendommen van de huurder die samenhangen met het gebruik van het voertuig tijdens de huurperiode. Dit geldt tevens voor eigendommen die door huurder in een afgesloten (gedeelte van het) voertuig worden bewaard. 13. Het is de huurder alsmede eventuele andere bestuurders, gebruikers een passagiers ten strengste verboden in het voertuig te roken. 14. Alleen wanneer de huurder daartoe de geldende toeslag heeft betaald, is het toegestaan huisdieren in het voertuig te vervoeren. De huurder dient alle redelijke en logische voorzorgsmaatregelen te nemen om eventuele beschadiging aan het voertuig door huisdieren te voorkomen. 15. Huurder dient (bij meerdaags verhuur) alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en controleert met regelmaat het oliepeil. 16. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken. 17. De verhuurder behoudt te allen tijde het recht om in geval van strijd met voorgaande bepalingen, het voertuig in te vorderen en/ of een of meer bestuurders verder gebruik te ontzeggen. 18. Het is huurders niet anders dan met toestemming van de verhuurder toegestaan het voertuig door te verhuren aan derden.

  • Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een geïndexeerd middelloonsysteem. De opbouw per jaar bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag van het betreffende jaar. Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer de 68-jarige leeftijd bereikt.

  • Huurdersbelang De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.

  • Toegang Verhuurder en alle door hem aan te wijzen personen zijn gerechtigd het gehuurde na overleg met huurder op werkdagen tussen 08.00 uur en 17.30 uur te betreden voor inspectie van de staat van het gehuurde voor de in 10.3 tot en met 10.6 genoemde werkzaamheden en voor taxaties. In noodgevallen is verhuurder gerechtigd ook zonder overleg en/of buiten genoemde tijdstippen het gehuurde te betreden.