Vakantiegeld Voorbeeldclausules

Vakantiegeld. AAllggeemmeeeenn 1. De werknemer krijgt aan vakantiegeld 8% van wat hij in totaal verdiend heeft sinds de laatste 1 juli. Daarbij geldt ook wat staat in artikel 60 over het minimum-vakantiegeld. Voor de berekening van het vakantiegeld telt het volgende niet mee, behalve als in de onderneming een andere regeling bestaat: a. Overwerk.
Vakantiegeld a. Hoeveel? De werknemer heeft recht op vakantiegeld. Dit bedraagt 8% van zijn jaarinkomen inclusief toeslagen over de periode 1 juni van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het lopende kalenderjaar. b. Uitbetaling: De werkgever moet het jaarlijkse vakantiegeld in één keer in de maand mei uitbetalen. Als de werkgever het loon niet per maand uitbetaalt, moet hij het vakantiegeld uitbetalen in de laatste betalingsperiode van de maand mei. c. Arbeidsongeschiktheid (ziekte): De werkgever moet het vakantiegeld gedurende de eerste 104 weken arbeidsongeschiktheid onverkort doorbetalen.
Vakantiegeld. De werknemer krijgt vakantiegeld. Meestal bij de eerste salarisbetaling na 1 mei. Komt een werknemer ná 1 mei in dienst dan bouwt hij vakantiegeld op naar rato van de periode die hij vóór 1 mei van het opvolgende jaar werkt. Het vakantiegeld is 8 procent van het brutoloon over het hele jaar voorafgaande aan 1 mei. Eventuele provisie wordt meegerekend. Het vakantiegeld zelf telt in de berekening niet mee. Winstdelingsuitkeringen, bonussen, onkosten- en overwerkvergoedingen ook niet, onverminderd het bepaalde in art. 16 2e lid Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Vakantiegeld. 1. Xxxxxxx vakantiegeld ontvangt u? 2. Uw arbeidsovereenkomst wordt beëindigd 3. U gaat meer of minder werken
Vakantiegeld. De werknemer krijgt steeds tussen 1 mei en 1 juni vakantiegeld. Dat is een bedrag van 8% van zijn brutoloon berekend over twaalf maanden, plus vaste vergoedingen waaronder een eventuele 13e maand.
Vakantiegeld. Iedere werknemer krijgt steeds tussen 1 mei en 1 juli vakantiegeld. Het vakantiegeld bedraagt 8 procent van het daadwerkelijk betaalde loon (dus inclusief eventuele persoonlijke toeslagen, vergoedingen, ploegentoeslag, en vaste eindejaarsuitkering) over het jaar voorafgaande aan 1 mei. Het vakantiegeld zelf wordt niet meegerekend. Winstdelingsuitkeringen, bonussen, onkosten- en overwerkvergoedingen tellen ook niet mee. Onverlet het bepaalde in artikel 16 lid 2 Wet Minimum Loon.
Vakantiegeld. U heeft recht op vakantiegeld van 8%. Dit bedrag zit bij uw salaris inbegrepen.
Vakantiegeld. 1. De ANWB kent 8% vakantiegeld toe over het jaarinkomen. Het vakantiegeld wordt jaarlijks uitbetaald in de maand mei. 2. Voor de medewerker van 21 jaar en ouder geldt een minimumbedrag aan vakantiegeld. Dit bedrag wordt verhoogd met de algemene salarisverhoging en verhoging van de eindejaarsuitkering. • Het minimumbedrag aan vakantiegeld is per 1 december 2020 verhoogd met 1% en bedraagt per 1 december 2020 € 1.884,72 en werkt door tot een maandsalaris van € 1.959,42. • Het minimumbedrag aan vakantiegeld wordt per 1 april 2021 verhoogd met 1,25% bedraagt per 1 april 2021 € 1.908,28 en werkt door tot een maandsalaris van € 1.983,91. • Het minimumbedrag aan vakantiegeld wordt per 1 oktober 2021 verhoogd met 1,25% en bedraagt per 1 oktober 2021 € 1.932,14 en werkt door tot een maandsalaris van € 2.008,71. • Het minimumbedrag aan vakantiegeld wordt per 1 maart 2022 verhoogd met 0,5% en bedraagt per 1 maart 2022 € 1.941,80 en werkt door tot een maandsalaris van € 2.018,75 Het minimumbedrag aan vakantiegeld wordt naar rato van het dienstverband van de medewerker uitbetaald. 3. Voor de parttime medewerker en bij tussentijdse indiensttreding of uitdiensttreding wordt het vakantiegeld naar rato van het dienstverband uitbetaald.
Vakantiegeld. Het vakantiegeld is 8% van het salaris dat je in het vakantietoeslagjaar (1 juni tot en met 31 mei) bij de werkgever hebt verdiend. Hierin zijn toeslagen, eventuele gratificaties en beloning in natura niet meegenomen. Je vakantietoeslag wordt uiterlijk op 30 juni uitbetaald.
Vakantiegeld. 1. Het vakantiejaar voor vakantiegeld loopt van 1 juni tot en met 31 mei. 2. De werknemer heeft recht op een vakantiegeld, uit te keren op een tijdstip tussen 1 mei en 1 juli. Het percentage van de vakantiegeld is 8,25% (is één maand) en wordt berekend over het in het vakantiejaar uitbetaalde vaste brutoloon. Er wordt derhalve geen vakantiegeld betaald over overuren, toeslaguren, of andere vormen van incidentele of variabele beloningen. 3. Aan de werknemer waarmee de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, zal op basis van tijdsevenredigheid en in acht nemend tot welke datum het vakantiegeld al met hem is afgerekend, het vakantiegeld worden uitbetaald. 4. Totdat daar anders over beslist wordt betaalt werkgever het opgebouwde vakantiegeld eenmaal per jaar uit gelijktijdig met het salaris over de maand mei. Indien werknemer hier uitdrukkelijk om verzoekt kan het vakantiegeld ook maandelijks uitbetaald worden (zijnde 8,25% van het vaste bruto maandloon).