Vakantierechten tijdens bijzondere omstandigheden a) Er bestaat geen aanspraak op vakantie over de periode waarin wegens het niet verrichten van de bedongen arbeid geen aanspraak op salaris bestaat. De medewerker heeft echter aanspraak op zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantie in de gevallen als bedoeld in artikel 7: 635 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede bij niet betaald verzuim als bedoeld in lid 2b en bij door werkgever toegestaan verzuim als bedoeld in artikel 15, lid 3 van deze overeenkomst.
b) Het bepaalde in lid 2 en 3 is van overeenkomstige toepassing bij einde, resp. aanvang van de periode waarin op grond van lid 4 sub a geen aanspraak op vakantie bestaat.