Common use of Vaststellingen Clause in Contracts

Vaststellingen. De interne term voor het zorgplan is “handelingsplan” waarin per zorggebruiker een individueel plan van aanpak met doelstellingen wordt opgemaakt. Verder in dit verslag wordt de naam zorgplan gebruikt. Er zijn schriftelijke afspraken met betrekking tot het zorgplan over volgende aspecten: - De inhoud: er is een sjabloon met volgende onderdelen: o aanmeldingsklacht; o hulpvraag; o besluit van het beginverslag; o groep in de conventie; o overzicht geboden therapie; o overzicht huidig functioneren; o afspraken en besluiten. - Wie moet participeren bij de opmaak van het zorgplan. - Timing voor het opstellen o Ten laatste 3 maanden na de start van de onderzoeksfase. - Timing voor het evalueren o Jaarlijks wordt het zorgplan geëvalueerd. Er zijn schriftelijke afspraken over de inspraak van de (ouders van de) zorggebruiker bij de opmaak of evaluatie van het zorgplan. De afspraken omtrent het betrekken van de context zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek. Minstens 3 maal per jaar wordt het zorgplan besproken tussen therapeut en de (ouders van) zorggebruikers. Tijdens de inspectie werden 2 (groot)ouders bevraagd, die elk een verschillende zorggebruiker vertegenwoordigden. De 2 bevraagde (groot)ouders van zorggebruikers geven aan dat ze inspraak hadden bij de opmaak of evaluatie van hun zorgplan. De context van de zorggebruiker (= iedereen die betrokken is bij de zorgverlening voor die zorggebruiker, bv. familieleden, CLB, behandelende artsen, verwijzers) wordt in verschillende fasen van het zorgtraject betrok- ken. Voor wat het betrekken van ouders betreft zie hierboven. Daarnaast is er regelmatig overleg met het CLB en indien de zorggebruiker eerder elders hulp genoot dan wordt ook daar contact mee gezocht. In 10 dossiers van zorggebruikers die meer dan 2 maanden en 5 FTF in begeleiding waren, werd er gekeken of er een zorgplan aanwezig was. In alle 10 de gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden. In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing (namelijk: ten laatste 3 maanden na opstart van de onderzoeksfase). In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd geen zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing. In alle 10 de gecontroleerde dossiers waar een zorgplan aanwezig was, kon de betrokkenheid van de ouders van de zorggebruiker bij het opstellen van het zorgplan aangetoond worden. Bij 2 zorggebruikers tussen 12 en 18 jaar werd zowel voor het kind als voor de ouder nagegaan of deze betrokken werden bij het opstellen van het zorgplan. Zowel voor de kinderen als voor de ouders kon dit in de 2 dossiers aangetoond worden. De voorziening volgt de interne afspraken (bv. m.b.t. inhoud/timing/participanten bij de opmaak van het zorgplan/evaluatie) van het zorgplan op. Ze gebruikt daarvoor volgende methode: de teamverantwoordelijke en dossierverantwoordelijke zien erop toe dat de planning zodanig wordt opgemaakt dat de opmaak en evaluatie van het zorgplan tijdig gebeuren en gerespecteerd worden. De voorbije jaren werden volgende verbeteracties opgezet i.v.m. het zorgplan: het zorgplan werd aangepast zodanig dat doelstellingen specifieker geformuleerd moeten worden, daarnaast werd ook het ICF-kader (International Classification of Functioning, Disability and Health) geïntegreerd in het zorgplan.

Appears in 2 contracts

Samples: www.kohesi.be, www.kohesi.be

Vaststellingen. De interne term voor het zorgplan is “handelingsplan” waarin per zorggebruiker een individueel plan van aanpak met doelstellingen wordt opgemaakt. Verder in dit verslag wordt de naam zorgplan gebruikt. Er zijn schriftelijke afspraken met betrekking tot het zorgplan over volgende aspecten: - De inhoud: er is een sjabloon met volgende onderdelen: o aanmeldingsklacht; o hulpvraag; o besluit van het beginverslag; o groep in de conventie; o overzicht geboden therapie; o overzicht huidig functioneren; o afspraken en besluiten. - Wie moet participeren bij de opmaak van het zorgplan. - Timing voor het opstellen o Ten laatste 3 maanden na de start van de onderzoeksfase. - Timing voor het evalueren o Jaarlijks wordt het zorgplan geëvalueerd. Er zijn schriftelijke afspraken over de inspraak het vragen van de (ouders van de) zorggebruiker bij de opmaak of evaluatie van het zorgplan. De afspraken omtrent het betrekken van de context zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek. Minstens 3 maal per jaar wordt het zorgplan besproken tussen therapeut en de toestemming aan (ouders van) zorggebruikerszorggebruikers voor het delen van informatie met de huisarts. Tijdens Ouders van zorggebruikers kunnen weigeren om informatie te delen met de inspectie werden huisarts. Volgens het interne beleid wordt in het dossier van zorggebruikers steeds genoteerd of ouders van de zorg- gebruiker al dan niet toestemming geven voor het delen van informatie met de huisarts. Ouders van de zorggebruiker geven schriftelijk toestemming voor het delen van informatie met de huisarts. Alle 2 de (groot)ouders bevraagd, die elk een verschillende zorggebruiker vertegenwoordigdenvan zorggebruikers geven tijdens de bevraging aan dat hen gevraagd werd om toestemming te geven voor het delen van informatie met de huisarts. De 2 bevraagde (groot)ouders van zorggebruikers geven aan dat ze inspraak hadden bij zij schriftelijk toestemming gaven. Er zijn schriftelijke afspraken over het vragen van toestemming aan (ouders van) zorggebruikers voor het delen van informatie met de opmaak of evaluatie vervolgzorg. Ouders van hun zorgplanzorggebruikers kunnen weigeren om informatie te delen met de vervolgzorg. De context Volgens het interne beleid wordt in het dossier van de zorggebruiker (= iedereen die betrokken is bij de zorgverlening voor die zorggebruiker, bv. familieleden, CLB, behandelende artsen, verwijzers) wordt in verschillende fasen steeds genoteerd of ouders van het zorgtraject betrok- ken. Voor wat het betrekken van ouders betreft zie hierboven. Daarnaast is er regelmatig overleg met het CLB en indien de zorggebruiker eerder elders hulp genoot dan wordt ook daar contact mee gezochtal of niet toestemming geven voor het delen van informatie met de vervolgzorg. In Ouders van de zorggebruiker geven schriftelijk toestemming voor het delen van informatie met de vervolg- zorg. Er werden 10 afgesloten dossiers van zorggebruikers die meer dan 2 maanden en 5 FTF in begeleiding warenaangaven een huisarts te hebben, werd er gekeken of er een zorgplan aanwezig was. gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts: - In alle 10 de gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden. In 5 informatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts gevonden (waarvan 10 gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing (namelijk: ten laatste 3 maanden na opstart ouders van de onderzoeksfasezorggebruikers toestemming gaven). In 5 Er werden 10 lopende dossiers van zorggebruikers die aangaven een huisarts te hebben, gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de 10 gecontroleerde dossiers werd geen zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timinghuisarts. - In alle 10 de gecontroleerde dossiers waar een zorgplan aanwezig was, kon werd informatie over toestemming tot het delen van informatie met de betrokkenheid huisarts gevonden (waarvan 10 zorggebruikers toestemming gaven). Er werden 8 afgesloten dossiers van zorggebruikers met vervolgzorg gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de ouders vervolgzorg. - In alle 8 de gecontroleerde dossiers werd informatie over toestemming tot het delen van informatie met de zorggebruiker bij het opstellen van het zorgplan aangetoond worden. Bij 2 vervolgzorg gevonden (waarvan 8 zorggebruikers tussen 12 toestemming gaven en 18 jaar werd zowel voor het kind als voor de ouder nagegaan of deze betrokken werden bij het opstellen van het zorgplan. Zowel voor de kinderen als voor de ouders kon dit in de 2 dossiers aangetoond worden0 zorggebruikers weigerden). De voorziening volgt de interne afspraken (bv. m.b.t. inhoud/timing/participanten bij de opmaak rond het vragen van toestemming voor het zorgplan/evaluatie) delen van het zorgplan info met externe zorgverleners op. Ze gebruikt daarvoor volgende methodemethodes: bij het delen van info met externe zorgverleners wordt steeds gecontroleerd of de teamverantwoordelijke en dossierverantwoordelijke zien erop toe dat de planning zodanig wordt opgemaakt dat de opmaak en evaluatie van het zorgplan tijdig gebeuren en gerespecteerd wordentoestemming aanwezig is. De voorbije jaren werden volgende verbeteracties opgezet i.v.m. het zorgplanvragen van toestemming voor het delen van info met externe zorgverleners: het zorgplan document voor geïnformeerde toestemming voor het delen van info met externe zorgverleners werd aangepast zodanig dat doelstellingen specifieker geformuleerd moeten worden, daarnaast werd ook het ICF-kader (International Classification of Functioning, Disability and Health) geïntegreerd in het zorgplanherwerkt.

Appears in 2 contracts

Samples: www.kohesi.be, www.kohesi.be

Vaststellingen. De interne term voor het zorgplan is “handelingsplan” waarin per zorggebruiker een individueel plan van aanpak met doelstellingen wordt opgemaakt. Verder in dit verslag wordt de naam zorgplan gebruikt. Er zijn schriftelijke afspraken met betrekking tot over het zorgplan over volgende aspecten: - De inhoud: er is een sjabloon met volgende onderdelen: o aanmeldingsklacht; o hulpvraag; o besluit vragen van het beginverslag; o groep in de conventie; o overzicht geboden therapie; o overzicht huidig functioneren; o afspraken en besluiten. - Wie moet participeren bij de opmaak toestemming aan ouders van het zorgplan. - Timing zorggebruikers voor het opstellen o Ten laatste 3 maanden na delen van informatie met de start huisarts. Ouders van zorggebruikers kunnen weigeren om informatie te delen met de huisarts. Volgens het interne beleid wordt in het dossier van zorggebruikers steeds genoteerd of ouders van de onderzoeksfase. - Timing zorg- gebruiker al dan niet toestemming geven voor het evalueren o Jaarlijks wordt delen van informatie met de huisarts. Ouders van de zorggebruiker geven schriftelijk toestemming voor het zorgplan geëvalueerddelen van informatie met de huisarts. Ouders van zorggebruikers geven tijdens de bevraging aan dat hen gevraagd werd om toestemming te geven voor het delen van informatie met de huisarts. Ouders van zorggebruikers geven aan dat zij mondeling en schriftelijk toestemming gaven. Er zijn schriftelijke afspraken over de inspraak het vragen van de (toestemming aan ouders van de) zorggebruiker bij zorggebruikers voor het delen van informatie met de opmaak of evaluatie vervolgzorg. Ouders van zorggebruikers kunnen weigeren om informatie te delen met de vervolgzorg. Volgens het zorgplan. De afspraken omtrent het betrekken van de context zijn opgenomen interne beleid wordt in het kwaliteitshandboek. Minstens 3 maal per jaar wordt het zorgplan besproken tussen therapeut en de (ouders van) zorggebruikers. Tijdens de inspectie werden 2 (groot)ouders bevraagd, die elk een verschillende zorggebruiker vertegenwoordigden. De 2 bevraagde (groot)ouders van zorggebruikers geven aan dat ze inspraak hadden bij de opmaak of evaluatie van hun zorgplan. De context dossier van de zorggebruiker (= iedereen die betrokken is bij de zorgverlening voor die zorggebruiker, bv. familieleden, CLB, behandelende artsen, verwijzers) wordt in verschillende fasen steeds genoteerd of ouders van het zorgtraject betrok- ken. Voor wat het betrekken van ouders betreft zie hierboven. Daarnaast is er regelmatig overleg met het CLB en indien de zorggebruiker eerder elders hulp genoot dan wordt ook daar contact mee gezochtal of niet toestemming geven voor het delen van informatie met de vervolgzorg. In Ouders van de zorggebruiker geven schriftelijk toestemming voor het delen van informatie met de vervolg- zorg. Er werden 10 afgesloten dossiers van zorggebruikers die meer dan 2 maanden en 5 FTF in begeleiding warenaangaven een huisarts te hebben, gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts: - In 7 van de 10 gecontroleerde dossiers werd er gekeken of er informatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts gevonden (waarvan 7 zorggebruikers toestemming gaven). - In 3 van de 10 gecontroleerde dossiers werd geen informatie gevonden over het delen van informatie met de huisarts. Er werden 10 lopende dossiers van zorggebruikers die aangaven een zorgplan aanwezig washuisarts te hebben, gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts. - In alle 10 de gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevondeninformatie over toestemming tot het delen van informatie met de huisarts gevonden (waarvan alle zorggebruikers toestemming gaven). Er werden 9 afgesloten dossiers van zorggebruikers met vervolgzorg gecontroleerd op aanwezigheid van informatie over toestemming tot het delen van informatie met de vervolgzorg. - In 4 van de 9 gecontroleerde dossiers werd informatie over toestemming tot het delen van informatie met de vervolgzorg gevonden (waarvan 3 zorggebruikers toestemming gaven en 1 zorggebruiker weigerde). - In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing (namelijk: ten laatste 3 maanden na opstart van de onderzoeksfase). In 5 van de 10 9 gecontroleerde dossiers werd geen zorgplan informatie gevonden volgens over het delen van informatie met de intern vooropgestelde timing. In alle 10 de gecontroleerde dossiers waar een zorgplan aanwezig was, kon de betrokkenheid van de ouders van de zorggebruiker bij het opstellen van het zorgplan aangetoond worden. Bij 2 zorggebruikers tussen 12 en 18 jaar werd zowel voor het kind als voor de ouder nagegaan of deze betrokken werden bij het opstellen van het zorgplan. Zowel voor de kinderen als voor de ouders kon dit in de 2 dossiers aangetoond wordenvervolgzorg. De voorziening volgt de interne afspraken (bv. m.b.t. inhoud/timing/participanten bij de opmaak rond het vragen van toestemming voor het zorgplan/evaluatie) delen van het zorgplan info met externe zorgverleners op. Ze gebruikt daarvoor volgende methodemethodes: dossiersteekproeven (interne audit) ter controle van de teamverantwoordelijke aanwezigheid van de betreffende formulieren in het dossier van de zorggebruiker en dossierverantwoordelijke zien erop toe dat de planning zodanig wordt opgemaakt dat de opmaak nazicht of deze documenten ingevuld en evaluatie van het zorgplan tijdig gebeuren en gerespecteerd wordenondertekend zijn. De voorbije jaren werden werd volgende verbeteracties verbeteractie opgezet i.v.m. het zorgplanvragen van toestemming voor het delen van info met externe zorgverleners: het zorgplan werd aangepast zodanig dat doelstellingen specifieker geformuleerd moeten worden, daarnaast werd ook het ICFontwikkeling van een nieuw duidelijk invuldocument voor toestemming voor informatie-kader uitwisseling met verschillende andere (International Classification of Functioning, Disability and Healthexterne) geïntegreerd in het zorgplanzorgactoren. De mogelijkheid tot weigeren voor communicatie met elke specifieke zorgverlener is hierin voorzien.

Appears in 1 contract

Samples: www.cardat.be

Vaststellingen. De interne term voor het zorgplan is “handelingsplan” waarin per zorggebruiker een individueel plan van aanpak met doelstellingen wordt opgemaakt. Verder in dit verslag wordt de naam zorgplan gebruikt. Er zijn schriftelijke afspraken met betrekking tot het zorgplan over volgende aspecten: - De inhoud: er is een sjabloon met volgende onderdelen: o aanmeldingsklacht; o hulpvraag; o besluit van het beginverslag; o groep in de conventie; o overzicht geboden therapie; o overzicht huidig functioneren; o afspraken en besluiten. - Wie moet participeren bij de opmaak van het zorgplan. - Timing voor het opstellen o Ten laatste 3 maanden na de start van de onderzoeksfase. - Timing voor het evalueren o Jaarlijks wordt het zorgplan geëvalueerd. Er zijn schriftelijke afspraken over waar volgende gegevens in het zorgdossier genoteerd worden: - de inspraak identificatiegegevens van de (ouders van de) zorggebruiker bij huisarts; - de opmaak of evaluatie van het zorgplan. De afspraken omtrent het betrekken identificatiegegevens van de context zijn opgenomen in het kwaliteitshandboekverwijzer; - de omschrijving van de hulpvraag van de zorggebruiker; - informatie over medicatiegebruik; - de informatie dat de zorggebruiker geen medicatie neemt. Minstens 3 maal per jaar wordt het zorgplan besproken tussen therapeut en de (ouders van) zorggebruikers. Tijdens de inspectie werden 2 (groot)ouders bevraagd, die elk een verschillende zorggebruiker vertegenwoordigden. De 2 bevraagde (groot)ouders Het dossier van zorggebruikers geven bestaat deels uit elektronische documenten en deels uit papieren documenten. Het elektronisch deel bestaat uit: - Caremanager met o.a. administratieve gegevens, facturatiegegevens en een inhoudelijk spoor; - Microsoft Teams met een mapje per zorggebruiker waar volgende onderdelen bewaard worden: o algemene map met o.a. attesten en brieven; o medisch dossier; o verslagen m.b.t. de diagnostische en therapeutische fase; o therapiemateriaal; o documenten gerelateerd aan dat ze inspraak hadden bij de opmaak of evaluatie mutualiteit. Het papieren dossier bestaat uit administratieve documenten (bv. de verwijsbrief en het toestemmingsformulier voor het opvragen en delen van hun zorgplaninformatie met andere zorgactoren). De context Deze documenten worden tevens ingescand en toegevoegd aan het mapje per zorggebruiker in Microsoft Teams. Ook werkdocumenten per therapeut worden op eenzelfde manier toegevoegd aan Microsoft Teams. Het dossier van zorggebruikers is versnipperd: Xxxxxxxxxxx en Microsoft Teams zijn niet rechtstreeks aan elkaar gelinkt. Alle gecontroleerde dossierdelen zijn toegankelijk voor alle betrokken teamleden. Er werden 10 dossiers gecontroleerd (allemaal van minderjarigen) op aanwezigheid van informatie over een aantal onderwerpen. Volgende vaststellingen werden gedaan in deze dossiersteekproef: - In alle 10 de gecontroleerde dossiers werden identificatiegegevens van de zorggebruiker (= iedereen die betrokken is bij huisarts gevonden. - In alle 10 de zorgverlening voor die zorggebruiker, bvgecontroleerde dossiers werden identificatiegegevens van de verwijzer gevonden. familieleden, CLB, behandelende artsen, verwijzers) wordt in verschillende fasen van het zorgtraject betrok- ken. Voor wat het betrekken van ouders betreft zie hierboven. Daarnaast is er regelmatig overleg met het CLB en indien de zorggebruiker eerder elders hulp genoot dan wordt ook daar contact mee gezocht. In 10 dossiers van zorggebruikers die meer dan 2 maanden en 5 FTF in begeleiding waren, werd er gekeken of er een zorgplan aanwezig was. - In alle 10 de gecontroleerde dossiers werd een zorgplan omschrijving van de hulpvraag van de zorggebruiker gevonden. In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing (namelijk: ten laatste 3 maanden na opstart van de onderzoeksfase). In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd geen zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing. - In alle 10 de gecontroleerde dossiers waar een zorgplan aanwezig was, kon werd info over medicatiegebruik gevonden of de betrokkenheid van de ouders van informatie dat de zorggebruiker bij het opstellen van het zorgplan aangetoond worden. Bij 2 zorggebruikers tussen 12 en 18 jaar werd zowel voor het kind als voor de ouder nagegaan of deze betrokken werden bij het opstellen van het zorgplan. Zowel voor de kinderen als voor de ouders kon dit in de 2 dossiers aangetoond wordengeen medicatie neemt. De voorziening volgt de interne afspraken (bv. m.b.t. inhoudbetreffende de toegankelijkheid en/timing/participanten bij of beschikbaarheid van de opmaak van het zorgplan/evaluatie) van het zorgplan zorggegevens op. Ze gebruikt daarvoor volgende methodemethodes: - Tijdens het screeningsgesprek wordt de teamverantwoordelijke en dossierverantwoordelijke zien erop toe dat screeningsvragenlijst door de planning zodanig wordt opgemaakt dat psychosociale medewerker met de opmaak en evaluatie ouders overlopen. - Bij het invullen van het zorgplan tijdig toestemmingsformulier, in een latere fase, worden deze gegevens overgenomen waardoor er een extra check is of deze informatie neergeschreven is. - Binnen het kwaliteitsteam gebeuren en gerespecteerd wordener steekproefsgewijze controles op de volledigheid van dossiers. De voorbije jaren werden voorziening heeft volgende verbeteracties opgezet i.v.mbetreffende de toegankelijkheid en/of beschikbaarheid van de zorggegevens: - Sinds 2020 is er per zorggebruiker een document waarin elk contactmoment (bv. het zorgplan: het zorgplan teambespreking, ouderbespreking) met datum en inhoudelijke info beschreven wordt. - In april 2022 werd aangepast zodanig dat doelstellingen specifieker geformuleerd moeten worden, daarnaast werd ook het ICF-kader (International Classification of Functioning, Disability and Health) geïntegreerd in het zorgplaner overstapt op Caremanager om gegevens meer te centraliseren.

Appears in 1 contract

Samples: www.cardat.be

Vaststellingen. De interne term voor het zorgplan is "handelingsplan" waarin per zorggebruiker een individueel plan van aanpak met doelstellingen wordt opgemaakt. Verder in dit verslag wordt de naam zorgplan gebruikt. Er zijn schriftelijke afspraken met betrekking tot het zorgplan over volgende aspecten: - De inhoud: er o Er is een sjabloon met aanwezig. Dit sjabloon omvat volgende onderdelen: o aanmeldingsklacht- identificatiegegevens; o hulpvraag- aanmeldingsklacht en hulpvraag van de ouders; o - ontwikkelingsanamnese met eventuele informatie over eerdere hulpverlening; - contextuele en persoonlijke factoren; - testresultaten; - observatiegegevens (o.b.v. ICF-schema); - algemeen besluit van het beginverslag; o groep in de conventie; o overzicht geboden therapie; o overzicht huidig functioneren; o afspraken en besluitenadvies. - Wie moet participeren bij de opmaak van het zorgplan. - Timing voor het opstellen o Ten laatste 3 maanden na de start opstart van de onderzoeksfase. - Timing voor het evalueren o Jaarlijks wordt het zorgplan geëvalueerdgeëvalueerd in het kader van een mogelijke verlenging. Hierbij krijgen de ouders een afschrift. Eerder dat jaar is er ook een tussentijds evaluatiemoment met de ouders waarbij de hulpvraag, doelstellingen en bereikte resultaten overlopen worden. Hier ontvangen de ouders geen verslag van. Er zijn schriftelijke afspraken over de inspraak van de (ouders van de) zorggebruiker bij de opmaak of evaluatie van het zorgplan. De afspraken omtrent Zo wordt tijdens het betrekken intakegesprek de hulpvraag van de context zijn opgenomen in het kwaliteitshandboekouders duidelijk geëxploreerd. Minstens 3 maal Daarnaast vindt er tweemaal per jaar wordt het zorgplan besproken een overleg plaats tussen therapeut ouders en de (ouders van) zorggebruikerszorgverleners waar hulpvragen en doelstellingen geëvalueerd worden. Tijdens de inspectie werden 2 (groot)ouders bevraagd, die elk een verschillende zorggebruiker vertegenwoordigden. De 2 bevraagde (groot)ouders Ouders van zorggebruikers geven aan dat ze inspraak hadden bij de opmaak of en de evaluatie van hun zorgplan. De context van de zorggebruiker (= iedereen die betrokken is bij de zorgverlening voor die zorggebruiker, bv. familieleden, CLB, behandelende artsen, verwijzers) wordt in verschillende fasen van het zorgtraject betrok- ken. Voor wat het betrekken : - Er wordt tijdens de onderzoeksfase aan de leerkracht van ouders betreft zie hierboven. Daarnaast is er regelmatig overleg met het CLB en indien de zorggebruiker eerder elders hulp genoot dan wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen, mits toestemming van diens ouders. Tijdens de therapiefase streeft de voorziening ernaar om minstens 1 schooloverleg per jaar bij te wonen. - Indien het therapeutisch programma het toelaat, kunnen er ook daar contact mee gezochtsessies doorgaan met broers/zussen/grootouders. - De voorziening organiseert regelmatig infosessies voor de context met betrekking tot een specifieke problematiek. In 10 dossiers van zorggebruikers die meer dan 2 maanden en 5 FTF in begeleiding waren, werd er gekeken of er een zorgplan aanwezig was. In alle 10 de gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden. In 5 van alle 10 de 10 gecontroleerde dossiers werd een zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing (namelijk: namelijk ten laatste 3 maanden na opstart van de onderzoeksfase). In 5 van de 10 gecontroleerde dossiers werd geen zorgplan gevonden volgens de intern vooropgestelde timing. In alle 10 de gecontroleerde dossiers waar een zorgplan aanwezig was, kon de betrokkenheid van de (ouders van de de) zorggebruiker bij het opstellen van het zorgplan aangetoond worden. Bij 2 zorggebruikers tussen 12 en 18 jaar werd zowel voor het kind als voor de ouder nagegaan of deze betrokken werden bij het opstellen van het zorgplan. Zowel voor de kinderen als voor de ouders kon dit in de 2 dossiers aangetoond worden. De voorziening volgt de interne afspraken (bv. m.b.t. inhoud/timing/participanten bij de opmaak van het zorgplan/evaluatie) van het zorgplan op. Ze gebruikt daarvoor volgende methodemethodes: de teamverantwoordelijke en dossierverantwoordelijke zien erop toe dat de planning zodanig wordt opgemaakt dat de opmaak en evaluatie - Therapeuten moeten hun deel van het zorgplan tijdig gebeuren en gerespecteerd wordenevolutieverslag invullen vóór de 20e van de maand die vooraf gaat aan de datum waarop het kind een jaar revalidatie volgt. Nadien werkt de dossierverantwoordelijke het verslag af met een controle op de volledigheid van de verschillende onderdelen (disciplines/elementen). - In het "AA-lijstje" worden verschillende belangrijke data geregistreerd door de aanvraagverantwoordelijke (bv. timing voor opmaken zorgplan). De voorbije jaren werden volgende verbeteracties opgezet i.v.m. het zorgplan: het - Het zorgplan werd aangepast zodanig dat de voorbije jaren regelmatig geüpdatet. Zo werd recent een opdeling gemaakt tussen doelstellingen specifieker geformuleerd op korte en lange termijn. - Vanuit het intern kwaliteitsjaarplan 2020 en 2021 werd bekeken welke onderdelen minimaal aanwezig zouden moeten worden, daarnaast werd ook het ICF-kader (International Classification of Functioning, Disability and Health) geïntegreerd zijn in het zorgplan. Enkele aanpassingen werden nadien doorgevoerd.

Appears in 1 contract

Samples: www.cardat.be