VERHUUR VAN HET ONDERPAND Voorbeeldclausules

VERHUUR VAN HET ONDERPAND. Zonder voorafgaande toestemming van de schuldeiser mag het onderpand niet geheel of gedeeltelijk worden verhuurd, mag geen gebruik door derden worden gedoogd, mag geen vernieuwing, wijziging of verlenging van huurovereenkomsten plaatsvinden, mag geen afstand worden gedaan of beschikt worden over huurpenningen of uit huurovereenkomsten voortvloeiende rechten, mogen huurpenningen en voormelde rechten niet aan een ander dan de schuldeiser worden gecedeerd of verpand, mogen geen opties worden verleend of vooruitbetaling van huurpenningen of andere vergoedingen voor langer dan drie maanden worden bedongen of ontvangen en mag geen uitstel van betaling worden gegeven. Hetgeen in strijd hiermede is geschied, kan worden vernietigd.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. 1. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de bank mag het onderpand noch geheel, noch gedeeltelijk worden verhuurd. 2. Indien de bank toestemming heeft gegeven voor een huurovereenkomst mag deze overeenkomst zonder haar voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden vernieuwd, gewijzigd of verlengd. Evenmin is vervreemding, verpanding of bezwaring met een ander beperkt recht, afstand of vooruitbetaling van huurpenningen of beschikking daarover anderszins toegestaan. 3. De schuldenaar zal binnen veertien dagen na een verzoek daartoe de schriftelijke bewijzen van de gesloten huurovereenkomst(en) betreffende het onderpand aan de bank ter inzage geven. De schuldenaar zal ter zake van de huurovereenkomst(en) alle door de bank verlangde inlichtingen verstrekken.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. 1) De huurovereenkomst(en) die de Schuldenaar met betrekking tot het Onderpand aangaat, dienen te minste de volgende bepalingen te bevatten: • het recht van de verhuurder om een inspectie te doen en herstel- en renovatiewerkzaamheden te (laten) verrichten in en rondom het Onderpand; • een verbod tot onderverhuur behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming; • een verplichting van de huurder om het Onderpand overeenkomstig alle wettelijke vereisten te gebruiken en om in of vanuit het Onderpand geen ongeoorloofde activiteiten te verrichten; • een verplichting van de huurder om het Onderpand niet te gebruiken als coffeeshop of voor horeca, gokactiviteiten of prostitutie. 2) Het is de Schuldenaar niet toegestaan: • het Onderpand aan te wenden voor eigen gebruik en/of bewoning; • het Onderpand te verhuren als pensioenvoorziening; • onderverhuur van het Onderpand te dulden of daarmee in te stemmen behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van De Nederlandse; • het Onderpand te verhuren aan familie; • het gebruik van het Onderpand als coffeeshop of voor horeca, gokactiviteiten of prostitutie te dulden; • het Onderpand als vakantiewoning of voor recreatiedoeleinden te verhuren; • het Onderpand kortstondig te verhuren, bijvoorbeeld verhuur via Airbnb; • het Onderpand te verhuren voor gebruik als bed & breakfast, behoudens voor zover toegestaan door De Nederlandse. 3) Als er in het Onderpand meerdere wooneenheden zijn, dan dient de Schuldenaar met elke huurder een separate huurovereenkomst aan te gaan.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. 15.1 Zonder voorafgaande toestemming van de geldverstrekker mag het onderpand niet geheel of gedeeltelijk worden verhuurd of anderszins in gebruik worden afgestaan, mag geen gebruik door derden worden gedoogd, mag geen opzegging, beëindiging, vernieuwing, wijziging of verlen­ ging van huurovereenkomsten plaatsvinden, mag niet een 15.2 Akten, ontwerpen van akten en bewijzen betreffende huur moeten aan de geldverstrekker worden overgelegd zodra zij dit verlangt. 15.3 Een door de geldverstrekker gegeven toestemming voor een in artikel 15.1 vermelde rechtshandeling is uitsluitend verleend indien de geldverstrekker de hoogst gerangschikte pandhouder van de desbetreffende rechten is en in geval van beslag op zodanig recht heeft de geldverstrekker het recht om haar toestemming met terugwerkende kracht in te trekken. Bij gebruikmaking van dat recht is de geldver­ strekker niet gehouden tot ongedaanmaking van de reeds door haar ontvangen prestaties onverminderd het recht tot ontvangst van de prestaties die de huurder aan de schulde­ naar verschuldigd wordt.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. De schuldeiser is, onverminderd zijn overige rechten, bevoegd voor rekening van de schuldenaar al datgene te verrichten, ongedaan te maken of te vernietigen wat in strijd met het hiervoor in dit artikel bepaalde is nagelaten of geschied.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. 15.1 Zonder voorafgaande toestemming van de kredietgever mag het onderpand niet geheel of gedeeltelijk door de schuldenaar worden verhuurd of anderszins in gebruik worden afgestaan, mag door de schuldenaar geen gebruik door derden worden gedoogd, mag geen opzegging, beëindiging, vernieuwing, wijziging of verlenging van huurovereenkomsten plaatsvinden door de schuldenaar, mag de schuldenaar niet een derde om welke reden dan ook in de plaats van een huurder laten stellen, mag door de schuldenaar geen afstand worden gedaan of beschikt worden over huurpenningen of uit huurovereenkomsten voortvloeiende rechten, mogen door de schuldenaar huurpenningen en voormelde rechten niet aan een ander dan de kredietgever worden gecedeerd of verpand, mogen door de schuldenaar geen opties worden verleend, mag door de schuldenaar geen vooruitbetaling van huurpenningen of andere vergoedingen voor langer dan 3 maanden worden bedongen of ontvangen en mag door de schuldenaar geen uitstel van betaling worden gegeven. Hetgeen in strijd hiermede is geschied, kan worden vernietigd door de kredietgever. De kredietgever is bevoegd bestaande huurovereenkomsten met betrekking tot het onderpand op te zeggen. De uitoefening van deze bevoegdheid laat onverlet de overige aan de kredietgever verleende bevoegdheden. 15.2 Akten, ontwerpen van akten en bewijzen betreffende huur moeten aan de kredietgever worden overgelegd zodra zij dit verlangt. 15.3 Een door de kredietgever gegeven toestemming voor een in artikel 15.1 vermelde rechtshandeling is uitsluitend verleend indien de kredietgever de hoogst gerangschikte pandhouder van de desbetreffende rechten is en in geval van beslag op zodanig recht heeft de kredietgever het recht om haar toestemming met terugwerkende kracht in te trekken. Bij gebruikmaking van dat recht is de kredietgever niet gehouden tot ongedaan making van de reeds door haar ontvangen prestaties onverminderd het recht tot ontvangst van de prestaties die de huurder aan de schuldenaar verschuldigd wordt.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. Bestaande of toekomstige claims of vorderingen uit welke hoofde ook ter zake van het Onderpand mogen zonder voorafgaande toestemming van de Geldverstrekker niet worden vastgesteld, overeengekomen, afgekocht of ontvangen.
VERHUUR VAN HET ONDERPAND. Het Onderpand mag geheel of gedeeltelijk worden verhuurd of verpacht, of onder andere titel geheel of gedeeltelijk in gebruik of genot worden afgestaan onder de voorwaarden zoals bepaald in dit Artikel. Indien het Onderpand geheel of gedeeltelijk wordt verhuurd op niet commerciële basis en/of als het Onderpand geheel of gedeeltelijk in gebruik wordt gegeven voor andere dan residentiële doeleinden, is voorafgaande toestemming van de Geldverstrekker nodig. Zonder voorafgaande toestemming van de Geldverstrekker mag het Onderpand niet in gebruik worden afgestaan, mag geen gebruik door derden worden gedoogd, mag geen opzegging, beëindiging, vernieuwing, wijziging of verlenging van Huurovereenkomsten plaatsvinden, mag niet een derde om welke reden dan ook in de plaats van een Huurder worden gesteld, mag geen afstand worden gedaan of beschikt worden over Huurpenningen of uit Huurovereenkomsten voortvloeiende rechten, mogen Huurpenningen en voormelde rechten niet aan een ander dan de Geldverstrekker worden gecedeerd of verpand, mogen geen opties worden verleend of vooruitbetaling van Huurpenningen of andere vergoedingen voor langer dan drie maanden worden bedongen of ontvangen en mag geen uitstel van betaling worden gegeven. Hetgeen in strijd hiermede is geschied, kan worden vernietigd. De Geldverstrekker is bevoegd bestaande Huurovereenkomsten met betrekking tot het Onderpand op te zeggen. De uitoefening van deze bevoegdheid laat onverlet de aan de Geldverstrekker verleende overige bevoegdheden, daaronder begrepen die in Artikel 24.