Verlofduur Voorbeeldclausules

Verlofduur. 2.1 De medewerker bouwt verlof op evenredig aan zijn diensttijd en arbeidsduur in het kalenderjaar. 2.2 De verlofduur bedraagt in een kalenderjaar 304 uren (38 dagen). Van de verlofduur maken deel uit 102 ADV-uren als gevolg van de verkorting van de standaardarbeidsduur van 40 uur per week tot gemiddeld 38 uur, zoals geregeld in artikel 7. Indien deze arbeidsduurverkorting in het rooster is verwerkt (bv. in 5-ploegenrooster) is de verlofduur gelijk aan het aantal vakantie-uren (202 uur).
Verlofduur. De werknemer heeft recht op het opnemen van een aaneengesloten verlofperiode. Het verlof kan volledig of in deeltijd worden opgenomen. De deelnemer kan verlof opnemen voor zover het saldo dat toelaat. De verlofduur wordt door de deelnemer in overleg met de werkgever bepaald. De wet bepaalt dat de maximale spaarinleg 100% van het jaarloon van de deelnemer bedraagt. Het verlof kan echter niet worden genoten binnen een jaar voorafgaand aan de ingang van de vervroegde uittredingsregeling of een (pré)pensioenregeling.
Verlofduur. 4.3.1. De verlofduur wordt door de deelnemer in overleg met de werkgever bepaald. 4.3.2. De deelnemer kan verlof opnemen voorzover het opgebouwde saldo dat toelaat. 4.3.3. De duur van het verlof dat ten laste van het geldspaarsaldo komt wordt aan de hand van de volgende formule bepaald: V = (T – R) : U, waarbij V = het aantal uren dat de deelnemer verlof kan opnemen T = het geldspaarsaldo U = uurwaarde tijdens verlof R = rekenfactor (2001 = 10,75%) Indien het verlof (mede) wordt gefinancierd uit een tijdspaarsaldo dan worden uit het tijdspaarsaldo evenveel dagen beschikbaar gesteld als oorspronkelijk zijn ingelegd, positieve of negatieve rendementen zijn voor risico en rekening van de werkgever.
Verlofduur. 1. Het verlof kan worden gesplitst, maar wordt in beginsel voor ten minste tien werkdagen aaneensluitend verleend. 2. Het verlof wordt desgevraagd zoveel mogelijk, in het bijzonder wat betreft de aaneenge- sloten periode als bedoeld in het vorige lid, verleend in het tijdvak van 1 mei tot 1 okto- ber. 3. Door of namens het dagelijks bestuur wordt beslist op welke tijdstippen het verlof wordt verleend. Bij die beslissing wordt, voor zover de belangen van de dienst en die van de andere ambtenaren dit toelaten, zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar.
Verlofduur. De werknemer heeft recht op ouderschapsverlof met een omvang van maximaal 26 keer de overeengekomen arbeidsduur per week.

Related to Verlofduur

  • Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een persoon als bedoeld in het tweede lid.