Verval van waarborg Voorbeeldclausules

Verval van waarborg. Het verval van waarborg is van toepassing voor de verzekerde wiens aansprakelijkheid wordt ingeroepen voor de schade die het gevolg is van zijn opzettelijke fout of van één van de volgende gevallen van zware fout: a) Het bewust niet-naleven van de stedenbouwkundige vergunning en voorschriften en van andere regelgeving van dwingende aard; b) Het laten oprichten van constructies zonder voorafgaand bodemonderzoek op deze plaatsen en voor deze constructies waar de normale regels van vakmanschap dit klaarblijkelijk vereisen; c) Het uitvoeren van werken zonder de nodige werfcontroles door de architect, voorzien in de wet van 20 februari 1939, wanneer hij dit overeenkomstig deze wetgeving en de rechtspraak diende uit te voeren ; d) De gevallen van zware fout vermeld in de bijzondere voorwaarden. Onverminderd artikel 62 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, kan geen uit de wet of de verzekeringsovereenkomst voortvloeiende nietigheid, exceptie of verval door de Maatschappij aan de bouwheer worden tegengeworpen. Wanneer de Maatschappij gehouden is ten aanzien van de bouwheer, heeft zij, in de gevallen van verval van waarborg zoals omschreven in dit artikel en in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde, ten belope van zijn persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid. In het geval van het verval voorzien door punt c) hierboven, zal het verhaal enkel worden uitgeoefend ten aanzien van elke natuurlijke of rechtspersoon die ertoe gemachtigd is het beroep van architect uit te oefenen. De Maatschappij verbindt zich ertoe de Verzekeringsnemer of, in voorkomend geval, de verzekerde die niet de Verzekeringsnemer is, kennis te geven van zijn voornemen om verhaal in te stellen zodra hij op de hoogte is van de feiten waarop dat besluit gegrond is. Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoeding, intresten en gerechtskosten inbegrepen.

Verval van waarborg. Wij weigeren onze waarborg indien de schade wordt veroorzaakt door een opzettelijke fout of een van de volgende zware fouten, op voorwaarde dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en het schadegeval: 1. Het niet-nemen van alle nodige voorzorgsmaatregelen om de verzekerde machine in goede onderhouds- en werkingstoe- stand te houden, alsook het zich niet schikken naar de geldende wettelijke en administratieve voorschriften; 2. Het ontbreken of niet voldoende aanwezigheid van olie, smeer- of koelmiddel of antivries;

Verval van waarborg. A. Het verval van waarborg is van toepassing voor de verzekerde van wie de aansprakelijkheid wordt ingeroepen als gevolg van één van de volgende gevallen van grove schuld in oorzakelijk verband met het schadegeval: 1) het niet-naleven van de op uitdrukkelijk en beperkende wijze opgelegde voorwaarden in de bijzondere voorwaarden; 2) de afwezigheid of het bewust niet-naleven van de stedenbouwkundige vergunning als deze vergunning wettelijk verplicht is; 3) de werken uitgevoerd zonder controle van een architect bij de uitvoering van cruciale fases van de verzekerde werken, als deze controle wettelijk verplicht is. Het bewijs van regelmatige controle wordt geleverd via een schriftelijk werfverslag. B. In de gevallen van verval van waarborg, zoals omschreven in artikel 5, in dit artikel en in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, heeft de verzekeraar, die gehouden is ten opzichte van de bouwheer of iedere persoon die in zijn rechten gesubrogeerd is, een verhaalsrecht tegen de verzekerde ten belope van diens persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid.

Verval van waarborg. Het recht op verzekeringsprestatie vervalt voor schade veroorzaakt door volgende gevallen van zware fout: I. Het met voorkennis niet naleven van wettelijke bepalingen van dwingende aard, onder meer veiligheids- voorschriften, stedenbouwkundige voorschriften, bouwvergunningsvoorschriften en milieuvoorschriften; II. Het niet naleven van verplichtingen opgelegd in de bijzondere voorwaarden of opgelegd bij de eventuele technische controle of technische inspectie conform de bijzondere voorwaarden; III. Het laten oprichten van constructies zonder voorafgaand bodemonderzoek op deze plaatsen en voor deze constructies waarvoor de normale regels van het vakmanschap klaarblijkelijk een bodemonderzoek vereisen; en daar waar een bodemonderzoek en/of stabiliteitsstudie gebeurde, het niet opvolgen van de adviezen van het raadgevend bureau; IV. Het niet uitvoeren van de nodige werfcontroles, wanneer de verzekerde deze controles volgens overeenkomst diende uit te voeren. RIC 2018-b Ingeval de verzekeraar gehouden is tot schadevergoeding ten aanzien van de bouwheer, heeft hij een verhaalsrecht tegen de verzekerde(n) ten belope van zijn (hun) persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid. Indien de schade veroorzaakt wordt door een niet-gewaarborgde zware fout van een onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde, buiten medeweten van de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, dan blijft de waarborg verworven voor de onder art. 1.3. a) vermelde verzekerden, zonder afbreuk te doen aan de verhaalsmogelijkheid van de verzekeraar tegen de onder art. 1.3. b) vermelde verzekerde die de fout heeft begaan.