Vervroegde opeisbaarheid. De bank is bevoegd het krediet vervroegd op te eisen indien: a) de kredietnemer, die gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, na in gebreke te zijn gesteld nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen; b) de kredietnemer Nederland metterwoon verlaten heeft, dan wel redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kredietnemer binnen enkele maanden Nederland metterwoon zal verlaten; c) de kredietnemer is overleden en de bank gegronde redenen heeft om aan te nemen dat diens verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst niet zullen worden nagekomen; d) de kredietnemer in staat van faillissement is komen te verkeren of ten aanzien van de kredietnemer de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard; e) de kredietnemer de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd; f) de kredietnemer aan de bank, met het oog op het aangaan van de overeenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de bank de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben aangegaan indien hem de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.
Appears in 6 contracts
Samples: Algemene Voorwaarden, Algemene Voorwaarden, Algemene Voorwaarden